n loK- »m de kiezing te doen vernietigen van dengenen welken men vruchte loos getracht had te doen vallen voor het volk door de ongehoorde mid delendL ik zoo even aengehaeld heb. Men doet dan eene enquête van wegens hel gouvernementhetwelk zich in de plaels stelt van dc Kamer, die alleen, volgens den uildruiike- lyke wille der Constitutie, de niagt heeft de benoeming barer leden te onderzoeken.... Wanneer hel volk afgeveerdigden benoemthet zendt ze naer de Kamer om de werken der ministers gade te slaeti, en niet om de slavelyke uitvoerders te zyn van hunnen wille. Hel ministerie heeft geen het minste regt om in zulke zakeneen onderzoek te be velen. De Constitutie heeft alle lussehenkomsl van hel bestuer, in de kiezingenverboden. Maer, mynheeren, welke is de uitslag van dal onderzoek? De uitslag is dat M. de gouverneur de vryheid neemt eene berisping toe te sturen aen gezag hebbende persoenen, aen welke hy niets te zeggen heeft, aen persoenen die door de wel aengesteld zyn om de abusen der bedienden te beteugelen,Maerdit gaet alle palen te builen. Wanneer gy het rapport onderzoektmynheerengy vindt er ten minste eenen man in die hert en groomoedigheid bezit, en ik bewys hem hier openlyk myne hulde, 't is de vrederegter van Dixmttde. Wat antwoordt die magislraetspersoon. Opent het verslag van M. den gou verneur, gy zult er de volgende woorden in vinden, welke den achtbaren vrederegter de grootste eer aendoen M. Verwilghen heeft geloofd te moeten protesteren tegen het on derzoek by hem gedaenverklarende dat hy alle reserven deed ten opzigle der bevoegdheid van het gezag aen welk de reklamalie der kiezers van Dixmude toegesluerd was. Volgens den vrederegter, die reklame hadde moeten regtslreeks naer de Kamer gezonden worden en niet naer M. den minister, die, zegt M. Verwilghenhel regt niet J had een onderzoek te doen. Ziedaer, mynheeren, een achtbare man die de constitutionele waer- heden begrypt. En wat antwoordt M. de gouverneur van Brugge? Ik geloof niet my te moeten ophouden hy de zonderlinge opmerkingen van M. den vrederegter. Dus, om dat M. de vrederegter van Dixmude de Constitutie, de voorerglen der Kamer wil handhavenhet zyn zon derlinge opmerkingen by welke men zich niet moet ophouden. Mynheeren, deze woorden alleen bewyzen geheel en gansch welke rigting men aen de kiezing heeft gegeven. Men spant alle mogrlyke middelen in om de kiezing van M. Destnai- sières te doen mislukken. Men heeft ze niet kunnen beletten, en wanneer ze gedaen is, gebruikt men alle slag van poogingen om ze te vernietigen. Maermynheerenindien de andere kandidaet benoemd ware ge weest, meent gy in ziel eh geweten, dal de achtbare minister van biii- nenlandsche zaken eene enquête zoude bevolen hebbenMeent gy, in ziel en gewetendat men de vyf kiezers van Clercken te berde zoude geroepen hebben? Meent gy, in ziel en geweten, dat men, eene utaeiid na date, een dekreet zoude ontgraven hebben, hetwelk tot dan toe zonder uitwerksel gebleven was, omdat hel onbekend was? Wal my aengaet, in myne ziel en gewetenik aerzelc niet te zeggen Neen, men zou dat alles niet gedaen hebben. Wanneer ik de drilt zie welke men in deze zaek te werk gesteld heeft, ik zeg Neen, dit onderzoek ware niet geboden geweest, indien de kan didaet van het gouvernement gezegepraeld had. Men zou dit alles ver borgen gehouden hebben, zoo als men het heeft gedaen by andere kiezingen. En omdat de slem yati hel volk, uietlegeustaeiide ongehoorde poogingsnvoordeelig is geweest aen een oud-ministeraen een man van 1850, omdat dié man de zege behaeld heeft, met) geeft hem uit voor eenen vyand van de nationale zaek, en men wil hem vèrwyderen, kost wat kosten mag. M. fiiuiuerlier treedt hier nog in een lang en diepgrondig onderzo ‘k

HISTORISCHE KRANTEN

Het Boterkuipje (1846-1871) | 1850 | | pagina 11