I
neen. Ziet kierden tekst
van Dixmude eene grootezaek willen n aken; maer
gekrenkt worde.
M. Delfosse. Ik betwiste den voorzitter van een
kiesbureel bet regt niet de gewapende magt te
rekwireren. Zekerlyk mag de voorzitter zulks doen.
Maer welke gewapende magt? Is hel degene der
plaels, ol van hel dislrikt, of' van de provintie, of
van gansch hel koningryk?
Ter linker kant. Neen! neen!
M. Rogier. Ik boude dus staen dat er onvoor
zichtigheid geweest is en dat de niaelregelen. door
den vrederegter genomen, nutteloos waren, dewyl
by degenen die ze gevraegd hadden. Ik trachtte be
volk tot bedaren Ie brengen en ik zegde Is een
soldael gecne mailden? (luid gelach) Is hy hier
niet door bevel zyner opperhoofden gekomen, en
moet hy niet gehooi zamel) Eindelyk, men vondt
geen ander middel als ze naer herbergen te zenden
ten koste der stad. 'S anderendaegs moesten die
(Journal de Bruxelles.)
r--ritO'fl'M -n—
De
de
der brigade van Thourout zal zenden en vier van
Veurne.
Ik verlael de stad en ga
l was voor de menigte welke hem om-
I ringde, zonder hem kwaed te willen, en welke.zich
daer alleenlyk bevond om den uitslag der kiezing
te kennen; dat M. Cassiers de stad heelt verlaten
begeleid door de geinlat men en dat hy niet uitge
jouwd is geweest. De spieker eindigt zyne rede
voering met te verklaren dat nooit stad zoo stil en
rustig was dan Dixmude den dag der kiezing.
Dit lang verhael is meHigtwael onderbroken ge
weest door het hertelykste schatergelach.
De zitting wordt geheven om 5 ure en half. De
Ministers en hel grootste gedeelte der leden, die
gestemd hebben om M. Desmaisières uit de Kamer
te sluiten, verlaten de zael om de l.ollalie te gaen
nemen (’t was immers quatertemper) op hel banket
hetwelk M. Debreyne ter hunner eere had doen be
reid maken.
M. Rogier Ik heb gezegd dat hel een o/ficieuse
brief was. Vooi het overige keure ik ei den grond
van goed.
M. de Theüx. Ik had gemeend wanneer M. De
breyne verklaerd had dat hy door dien brief be
drogen was geweest, dat die brief een valscli hand-
teeken droeg.
Er blykt uil de ophelderingen van M. Debreyne, j
dal de brief geteekend was en dal de uitdrukkingen
degenen zyn van het ministerie.
Ik verzoek M. de minister zich die briefwisseling
te willen doen behandigen en te zeggen aen de
Kamer welk gevolg hy aen deze zaek heeft geg wen,
en of er een onderzoek bevolen is geweest. I
gemeenle-overheid is verantwoordelyk voor
politie in 't algemeen, maer de voorzitters van
Uien leest in Sancho
Ik verlael de stad en ga een half uer buiten
Dixmude. Om zes u e’s avonds, komt er my een
gendarm aenzeggen dat er een detachement van
man op de markt slaet. Ik begeef itiy naer Dix
mude uil al de kragt van myn peefll7 fde toule la
force demon chevalj (Men lacht).
Eene slem!’T is.juisl gelvk in het vertellingsje
van Théramènes (Langdurig gelach).
M. Debreyne verhaell de moeijelykheden welke
hy heeft gehad om de soldaten le kunnen logement
verschaffen. De burgers, zegt by, weigerden ze te
aenveerdenmompelende dat men zf moest zenden.
werken, de rust wel in
zyn, het is de pligt der overheden alle oproerige geweest*
zamenschollingen le voorkomen. Het gezag moet
alle beleedigen voorkomen, alle geschuifelalle
getier, bet zy legen de overwinnende partyhet
zy tegen de overwonnene. Het gezag moet niet
alleenlyk na de kiezing, het gerucht belettenmaer wy uitdrukkelyk verklaerd hadden dat het gemeen-
nog daeienboven de onstuimige zegevieringen. te-bestuer op zich genomen hail verantwoordelyk
.Ven moet de zake der openbare ordede weer- i le zyn voor alles wat zoude kunnen voorvallen ge-
M. Rogier. Ten is niet noodig.
M.de l'lienxdoel bemerken van welk groot be
lang het is de vryheid van hel kiesregt ten volle te
eerbiedigen. Hy laekl vap gelyke de uiljouwingen
en hel geschuifel tegen de overwonnen party en de
geruchtmakendezegebeluigingen deroverwiiinaers,
die wel zomlvds, voor de vreedzame burgers, eene
oorzaek zyn van vrees en vereigeruis. (Knorringen
langs den regter kant).
I M. Debreyne (regtslaende in het midden van den
halve cirkel en over en weêr.gaeude in eene groote
ontsteltenis). Mynueeren, ik ben gelukkig my le
kunnen uitdrukken in de Kamer, op dal het land
de waerheid kenne.
Ziel Inei wat er le Dixmude gebeurd is
Twee of drie dagen voorde kiezing, ik ontvang
eenen brief van M. den gouverneur, by welken hy
my laet welen dat <le vrederegter twee kompanyen
voetvolk gevraegd had voor den dag der kiezingen
om te dienen voor hulppolitie. M. de gouverneur
vraegde myn gevoelen hier over. Ik roep de drie
schepenen byeen, welke eeupariglyk zeggen Wy
willen geene troepen, wy hebben geene noodig, de
plaetselyke politieen de gendarmerie zyn toereikend.
Wy hebb ti voor ons de goede burgery van Dix
mude, wy willen geene troepen, hel ware eene
i schande voor ons.
Ik antwoordde in dien zin aen M. den gouver
neur. Ik kondige hem aen dat al onze maelregels
genomen zynen dalik verantwoorde voor het hand
haven der orde. M. de gouverneui antwoordt my,
daegs voor de kiezing, dal er geene troepen zullen
komen, maer dal, om te beantwoorden aen het
verzoek van den vred'regter, by twee gendarmen
vei biedt alle vaendels of teekens op te steken die
de rust zouden kunnen sloren.
M. Debrolckere. Dil gaet den burgemeester
aen.
M. Malou. Nog meer. Voor wat hel regt aengaet
dal de voorzitter heelt om de gewapende magt le
eisi hen ik bemerk dat de voorzitters pliglen te
vervullen hebben veertien dagen voor de kiezingen. soldaten zich opgesloten houden om de uilbersliiig
van de openbare ontevredenheid te kunnen ver-
I myden. De kiezingen liepen in de grootste rust af,
en al tie geruchten van opioer (tumulle), door de
drukpers verspreid, zyn ouwaer (controuvés)de
uitgever van liet vlaemst h nieuwsblad, die dezelve
heeft aengehaeld, heefl diesaengaende eene citatie
ontvangen.
M. Debreyne houdt ook staen dat M. Cassiers in
de goede orde waerborgen in de kieszalen en toe- i Eli wel, mynheeren, T is hetgeen gedaen is ge- verschrikt
..eesi.
M. Rogier. Ik heb hem aenstonds geantwoord
dat hy zich lot den gouverneur moest sturen.
M. Malol’. En de gouverneur heeft hem niet ge
antwoord. En ’t is wanneer hy gezien heeft dat de
gouverneur niet antwoordde, dal hy het besluit
heeft genomen vyftig mannen te vragen.
M. Malou eindigt met de proklamatie van M. De
breyne kwaed le keuren.
M. Rogier. Ik vraeg of, gedurende de kiezings-
hel minst gestoorl is
digheid, hel gezag der kiezingen handhaven, opdat durende en na de kiezing. Men heeft van de kiezing
hel mandaet van den gekozene niet niet zedelyk -n..i, ...;n-
troLcMuLt wnrdo imlieu het gouvernement de sinks, welke het in
bezit heeft, de Kamer wilde voorleggenmen zoude
zien langs welken kant hel ongelyk is. En zekerlyk
zoude men het met vinden by onze politieke
vrienden.
Eene slem ter regter kant. Spreekt; wy trachten
i maer de waerheid te kennen.
M. Dgmortier. higezien de zoo klare teksten der
kieswet, is hel overtollig le spreken over het regt
dal M. de voorzitter van hel kiesbureel van Dix-
had om de gewapende magt te vorderen den dag
der kiezing. Geheel de kwestie beslael in le welen
of, in deze omstandighedenhy wel heelt gedaen
met iai zyn regt gebruik le maken. En de daed-
zaken beantwoorden ten volle deze vraeg. Hel is
bewezen dat M. Cassiers bedreigd, gehoond, ge
schuifeld is geweest, en dat, zonder deaenwezig-
heid der troepen, die achtbare senaleur in gevaer
was.
\M. de voorzitter van het kiesbureel van Dix
mude beeft wel gedaen de gewapende magt te
eischen om, den dag der kiezing, de ruste le ver-
zekeien. Ten andere, wanneer wy beiaedslaegd
hebben over het verzoekschrift der inwoners van
Dixmude, welke vraegden dat er maetregels ge
nomen moglen worden om de vryheid der stemming
te verzekerenzegde M. de Mininister van buiiieii-
landsche zaken zelve, indien de voorzitter zulks
geradig vond, dat hel van hem afhing de noodige
niaelregelen le nemen. En wat heelt M. de voor
zitter gedaen* Hy heeft in den Moniteur de rede
voering gelezen van M. den Minister, en heeft er
zyne pliglen ingevonden.
Ik spreke niet van den brief, dewyl men hem
afgekeUid heefl, maer ik berispedeirzcivén.
M. Debreyne. (in eene groote ontsteltenis) Dewyl
de Kamer bel toelael
De Voorzitter. Hel woord is aen M.Debrouckere.
Vraegt Debreyne het woord?
M. Debreyne. Ik zal M. Debrouckere laten spre
ken.
M. Debrolckere. De vordering van 50 man
eenmael gedaen door eenen vrederegter die
volgens my gemist heelt, is van geen belang; ik
wilde maer atleeidyk zeggen dal de.leerregels door
eenige leden dezer Kamer beleden, gevaerlyk zyn.
In allen gevalle mag de vrederegter de troepen niet
van le voren vragen. Ily is slechts voorzitter opt
hel oogenLIik der kiezingen. Op alle aiideietyden
is de gemeenle-overheid daer. T is aen liaerdat
bel handhaven der rust toevertroawd is.
M. Malou. Ik koom zoo even de kieswet te her
lezen, en er is een artikel in hetwelk de onlrusten-
de byeenkomsten verbiedt niet alleenlyk vóór,
maer ookgedureudede kiezingen en welk gekyUdyk
De wel is diesaengaende uitdrukkelyk. (Onderbre
king).
Ik hoore zeggen van
van de wel
Wal moet de begeerte zyn van al de opinien?
De regtzinnigheid dei kiezingen. Men zegt my dat,
om troepen te mogen vragen, er eerst zonde moe
ten geschreven zyn geweest aen den gouverneur
kiesbureelen hebben nog andere zoigen; zy moeten i en aen den Minister van biunenlandsche zaken. geen hel minste gevaer is geweestdat hy slechts
voor de menigte welke hem
gangen derzelve. Er zyn dus twee verschillige weesl.
polilien. En iels dat onbetwistbaer isis dal de I
orde moet geliandbaeld worden in de kiezingen.
Eiken keer dat men kan voorzien uil de houding
der klubsendat er onlusten, of alleenlyk gisting
zoude kunnen onlslaen, hel is de pligt der over
heid niaelregelen te nemen zoo wel voor de
kiezingen als gedurende dezelve.
M. lebreyne. Al de niaelregelen waren geno
men.
M. de Theüx. Wanneer er kiezingen op handen
I
Een representant zonder weerga.
Vrydag bevonden zich een hoop buitenliedenin de
grootste opgetogenheid op bel voorplein van het paleis
der Natie, te Brussel. Nieuwsgii rigom te welen ter welker
gelegenheid zy zich daer bevonden, vraegde ik eenen
hunner wat er de oorzaek van was, en hy antwoordde my
Mynheer, wy zyn vetleggers en boterkoopers van Dix
mude; én wy wachten hier onzen onvergelykr leken repre
sentant af om hem veel geluks te wenschen over zyne
terugkomst in de Kamer, en om uil zynen eigen mond Ie
kunnen hooren, die fameus? prokl.rmalie welke hy to ge
stuurd heeft aen zyne vrienden-niedebirrgersden d.ig op
welken hy gezegepraald heeft over den onnoozelcn Des-
niaisières.
Eenige minuten later zag men een groot per oonaedje
de rue Royale opslygen, en de vreemde dingen ma kt< n
zich bereid om de lucht door huuue vivat’s te doen weer
galmen. Maer, M. Debreyne die «aerschynlyk niet gemoed
was omzich dien dag langs de straten in trimui te lalea
dragen, trok re Leuvenstraet in en ging regte naer de
Kamer?
i Op het zien van die groote man en zonder hel mit?
niet bédwelmd te zyn door den glans welken h m Ot»-
slraeldê, vroeg M. de Merode at n M. Rogier, dal hy wei
zoogoed zoude willen zyn eenig uilleggi igeu te given
wegens de schandelyke daden en gewtddenaryendie de
kiezing van Dixmude gekenmerkt hebben, en vooral n ter
de reden waerom hy, M. Rogier, dien on beschotten brief
beeft geschrevenwelken M. Debreyne, in zyne proklamatie
aen de Dixmudenaersopgedischt heeft.
Hier neemt eene ongelooilyke en schaemtelooze komedie
aenvang, in welke M. Rogier de rol speelt van Polichinelle,
lerwyl de onvergelykt lyke M. Debreyne veroordeeld is am
Paillasse te verbeelden, en allyd jaof neen moet knikken,
volgens dat Polichinelle Rogier het geradig vindt, op pene
van eene menigte schoppen tegen hel onderste gedeelte
van zyne ruggrael te ontvangen.
Ik ben verwonderd geweest, zegt M. Rogier, eene
proklamatie te zienin welke er een zoo genoemde brief van
my ingelyfd is. Ik schreef aenstonds naer M. Debreyne, die
dezen morgen aengekomen is, en my uitleggingen heeft
gegeven. Hy heeft bekend dat hy zich bedrogen had
wegens den oorsprong van dien brief, welken hy afgekondigd
heeft als komende van mg. Is het niet waerniyu Paillasse,
dal gy u bedrogen hebt?
M. Debreyne verklaerl dat hg zich bedrogen, keêfl voor
wat den brief betreft van zynen vriend PoUcïimeiie. En
aengaende zyne proklamatiehy heelt ze gesthrevon in een
moment van opgetogenheid.
M. t»E Mebode. Indieti die proldiutidtiPdevrucht is
van de opgetogenheid van M. Deoreyne, ik.heb niets meer
te xeggen.
M. de Thcux nogthans kan niet verstaen hoe een stads
burgemeester, een oud representantzich heeft kunnen
vergissen nopens de echtheid van eenen ministerielet» brief.
De Kamer, nietteminaenveerdl de uitleggingen van