M. Delconr betreft,
de Katholyke
die cenc bolheid aen den dag legden welke T land
door bekend is; gelyk die burgemeesters welke
weigeien op Nieuwjaer eenen pligt te vervullen
die de welvoegelykheid nogthaus van bun eischt.
De kei
die lij
;>iègiï
herioj
Napol
Ie bek
Keitel
By de onverpoosde pogingen van zynen iever
om zyne politieke vrienden weder aen bet roer le
helpen, verwaerloosl ons ligtgeloovig Weekblad
noch zorgen noch arbeid, ten einde dit niet minder
onaengenaem als moeijelyk werk le doen wel uit
vallen. Alreeds voorzegt hy, stoutweg, voor het
toekomende jaer, hunnen teiugkeer aen hel be-
stuer. Deszells verblindheid deswege is zoo diep
in tyne zieke hersenpan gedrongen, dat hy zelfs
niet het minste Iwyfell aen eenen volkomen en
aenslaenden zegeprael. Ongelukkiglyk niemand is
profeet in zyn eigen land, liet zal daer nog eene
biltere teleurstelling te meer zyn om by zyne teu-
gëllooze strevingen naer overheersching gevoegd
te worden. Ditmael, zoo als altyd, zal hy
gerekend hebben zonder den weerd, dat is zonder
de talryke burgerklas die by ons overwegend is,'
en die aen onze tegenstrevers zal bewyzen dal zy
niet beslael uit strooijen mannen of weerhanen die
bellen naer alle winden, om schandelyk hun eigen
werk le veroordeelen enkel om te behagen aeu de
schoone oogen onzer beminnelyke Breyoisten, die
eertyds hunne langmoedigheid en geduld zoo
harde beproevingen hebben doen onderstaen. De
herinnering dezer ongeluksdagen zal zoobaest niet
uithun geheugen verdwynenzy zullen getrouw
blyven aen hunne politieke overtuigingen en aen
hunnen eed.
Dit klein getal hoogmoedige groote heeren (er
bestaen achtbare uitnemingen), trotsch over de
(ooverkracht van hun geld, achten zich le goed
om met ons gemeens le houden, zy willen niets te
zien hebben met onafhankelyken, zy eischen
slaven, eo blyven voort, volgens hunne slechte
gewoonte, onder hen alleen beutelen, zonder geen
de minste rekening le houden van de noodwendig
heden der burger- of arme klassen; zy geven-
onophoudelyk prachtige en kostelyke feestjes, de
welke noodzakelyk duer zullen kosten aen de
borze van cenige arme sukkelaers der burgerklas
die tol nu toe dén verslyklen wagen dezer heeren
hebben gevolgd, eerder om niet in hunne belangen
gekrenkt le worden, dan door politieke overtui
ging, en die welhaest zullen vergeten worden, om
plaets le maken uitsluitelyk voor hunne talryke en
geliefkoosde kousynagie altyd gretig naer eere-
en winstgevende postjes. Wee aen hem die alsdan,
nietlegenstaende zyne billyke regten, zoo stout
zoude zyn hen te willen vervangen; in hunne on-
verzadelyke hebzucht zal de hael en de wraek
weldra neêrstorten op hel pligtige hoofd, en de
eenige reden welke zy zullen voor den dag brengen
om hunne overtollige vorderingen te verregtveer-
digen, zullen het brutael geweld alleen voor basis
hebben Retire toi de ld, pour que je m'y metle.
Zie daer zekerlyk bewysredenen die onwederlegge-
lyk, maer uiel zeer scrupuleus zyn.
Gelukkiglyk beleven wy de tyden der midden
eeuwen niel meer; onze brave burgers beginnen
ook hunne weerdigheid en hunne regten le kennen
In zitting van zaterdag laetst is het budjet van
wegen en middelen, beloopende tol 174,570,000
franks, aengenomen geworden met 71 stemmen
tegen 5.
Wal hel amendement van M. Delcour betreft,
strekkende om het palentregl op de sterke dranken
en den tabak niet meer le laten tellen in den kies-
cyns voor de provintie en de gemeente, hetzelve
is naer de seklien ter onderzoeking gezonden
geworden.
Iu zitting van eergisteren, dingsdag, is de dis-
kussie begonnen nopens hel hudjel van justicie
gisteren, woensdag, zoude het onderzoek beginnen
der protestatie van de katholyke dagbladschryvers-
tegen de schending der vryheid van drukpers ge
pleegd in zake van ’t Jaer 50 en de Katholyke
Zondag. Te dezer gelegenheid zyu twee belangryke
brochuren uitgegeven geworden de eerste heelt
voor titel Affaire de Saint-Genois. Articles
extraits des journaux L’Echo du Parlement,
L’Organe de Courtrai, le Journal de Cottrlrai,
’t Jaer 50, el le Katholyke Zondag. De tweede
brochuer heelt voor titel Re'ponse du Conseil de
Fabrique de l’église de Saint-Genois, d ("Exposé,
présenté par le Collége écheviual, sur [’établissement
du cimetiére communal.
en zullen ze, op ty<l en slond, wel weten le doen
gelden om de altyd lierltaelde en hernietiwde
eischen hunner heeren ende meesters le ver-
ydelen; dank zy hel onderwys, zoo algemeen ver
spreid onder het volk, zy zullen ze wel noodzaken
rekening le houden met hen, door hun krachl-
dadiglyk le doen verstaen dat de tyden der voor-
deelen en voorreglen verdwenen zyn met onze
wellen en niet meer zullen terugkomen; zy zullen
uilroepen mei den poëet
Les hommes sont égaux; ce n'esl point la nais-
sance, muis la seule veria qui fait la différence.
By hel hooien der onbeschofte lael onzei
arislokralische tegenstrevers, zou men waerlyk
zeggen dat hel de afgunst is die er over heerscht,
en dal, by gebrek van onze vrienden le kunnen
van kante slellen, zy dezelve willen verkleinen eu
verachlelyk maken, zoo als hel oflicieuze Weekblad
zulks zoo gedwee doel, zeggende dat onze ge-
meenle-besluerders gioote mannen zyn ten kleine
kuste, dal liet maer klatergoud en klinklank is,
en andere koeken van denzelfden deeg.
Alsof hel niel beier was hel kind te zyn van
zyne werken dan het kind zyner erfenissen, ver-
rykl door regt van geboorte; alsof een zeker getal
dezer nulliteiten triomf zouden mogen roepen over
hunne geboorte alsof een zeker getal dezer nulli
teiten triomf zouden mogen roepen over den
lageren stand vau onderwezene en verstandige
lieden, die hunne princiepen en pligten getrouw
zyn en blyven. Maer, onder deze spotters, hoe
velen zyn er di? zich eene plaels ouder Ons Hee-
rens hemelzon zouden gemaekl hebben, indien zy,
alleen, zonder fortuin, zonder den onderstand
hunner familie, te worstelen gehad hadden met de
noodzakelykheden des levens? Hoeveel, integen
deel, zouden er in blyven steken, indien zy verpligl
waren de zaken eener gemeente wyzelyk te be
sturen
Zy weten niet dat, onder een volksbesluer zoo
als liet onze, de peisoonlyke waerde alles vervangt
en bedektmaer, by zekeie klas van hooveerdige
en heerschzuchtige menschen, is hel de mode ge
worden duizend schimp- en smaedwoorden le
werpen naer bel hoofd onzer vrienden wegens
hunnen oorsprong uil de volksklassen niels kan
er aen ontsnappen; niemand is in veiligheid voor
hunne spotvogelariën al onze gekozenen voor den
gemeenle-raed, deu provinlie-raed, de Kamer der
Representanten en den Senaet, moeten noodza
kelyk bukken onder de roede dezer dolzinnigen
onze achtbare volksvertegenwoordiger vooral is het
mikpunt hunner onmaglige woede; al zyne werken,
zelfs de onbeduidendste, zy n ten prooi geworpen
aen de kwaedwilligheid zyne ervarenheid zells in
de schoone kunsten, welke hy met zoo goeden
uitslag beoefent, in plaets van le worden bewon
dert, worden lagelyk bespotzyn voorgekozen
muziek-inslrumenl staet hun byzonderlyk in den
weg, want
.lux sons de son cornet magique,
jXotre digne Représentant
A fait sauter loute la clique
bes bebreyne et leurs adherents.
M.
M. Vanschoebeke, die,
heeft
van
weini
red. I
invlo
uitue
le Ot
detel
vaert
dag,
be vo
zich
sieui
mho
achu
rylui
geke
G Decei
ter v
Desc
"I id.
nurd
slail,
hebbi
heelt
zit. A
M. Lt
He
alleet
daere
benot
gelyk
smid
son s
drinl
aen
50 j:
Deze
arnil
reoti
1,40
te b<
roert
jongt
tesla
heeft
Hll.
in he
veria
Olitg;
outsl
4 Decei
doch
keyn
8 id. -
toon
(Kot
I
weêro
bedre
laetsli
geesst
de grc
zich ri
en is i
verstil
I
dagen
groots
hopfdl
I
Td Bet
ontsie
verken
Met
zyner t
za) koi
ting, v
trouwe
gelen i
geheel
lieesku
M. A
werken
koop gi
Ils seront Gros-Jean, eoiume «levant.
nocmd wicni, Inren doek om en spoedde naer berieden.
«Och! bel zoete kind! riep zy verwonderd uil, en
sloeg de handen boven haer hoofd le samen, nam bei
korl ken op en ylde ermee hare woning binnen.
Halt! riep de smid, die men Joris heette, zyue vrouw
achterna, welke reeds de helft van de trappen met haren
vondeling opgestegen was; gelooft gy, dat wy den von
deling behouden zullen?
Ja, zeker! sprak de vrouw; wy hebben geene kinderen
en zoo moeten wy bly zyn als God ons een zendt.!
Wie weet van wal slecht volk dii kind mag komen?
voegde haer de smid onrustig toe.
Och God zie eeus de prachtige slof daer, dit linnen
en dan dil liefelyk geziglje! zei vrouw Anna, kuslle hel
arm schepseltje en steeg tiu de trappen op zonder naer
het verdere knorren van haren echtgenoot te luisteren.
Deze begaf zich by zynen gebuer Herman, oin hem van dat
nieuws kennis le geven; want, dacht hy, zonder getuigen
nemen wy dil kind niel in huis. Oe gebuermati was daer
juist opgeslaen en stond ook naer de lucht te kyken;
Herman was nog meer over den vond verwonderd dan de
smid, riep zyne vrouw, en gedrieën begaven zy zich naer
de kamer van den smid, waer Anna reeds bezig was met
het korf ken los te maken en het kind te ontbumlelen.
Nauwelyks had zy uit de doeken een liillyk gezond meisje
genomen, als door die behandeling plotseling ontwaekt,
begon hel te lagchen, in plaels van naer kindergewoonle
te schreijen heigeeti Hermans vrouw als een goed voor-
teeken aénzag.
Terwyl de beide vrouwen zich met het kind bezig
tte Kamer.
hebben moeten te viudeu leggen?
Smid, gy zyt een ware geluksvogel; daer liggen
150 guldens in goede klinkende zilverstukken; gy zyl
waerachlig voor ’t geluk geboren! bliksems? Ik zou dit
schepseltje nog hy inyne kinderen genomen hebben, dan
bad ik er juisl eeu half dozyu.
Op een ubr lyds wist, door de lusscheukomst van
Herman en zyne vrouw, hel gansche dorp de gewiglige
gebeurtenis. Dat men bel vinden van dil kind mei het
overnachten der vreemdelingen in verbinding bragt, kan
men ligli lyk denken.
*T was niet zonder reden, zegde de bazin uil deZonne,
dal de heer naer reglschapene lieden van deze streek
vroeg, en als men lieiu mei lof van den smid gesproken
had, wisl l»y genoeg en zweeg.
De bediende, die van de koets niel wilde af komen,
heelt er 'i kind gelegd, zegde de knecht, ik zou er durven
op zweeren.
Mogelyk dat de achlerwarcs binnen in den wagen ge
zeten heeft, bemerkte de b.ies uil de Zonne, ik heb er twee
keet en tueeneu in le zien, maer T cl> lukte niet.
Gelyk altyd, antwoordde zyne vrouw. Gy gelukt iu
niets; moest gy uwen ueus daer ook instekeu?
Zoo sprak men over die gebeurtenis, en de zonderling
ste veronderstellingen wierden te berde gebragt, tot dat
eene nieuwe stol de nieuwsgierigheid der dorpsbewoners
kwam gaende maken. ('I Vervolg hierna).
Allerhande Aiieuwslydingen.
M. Deseure, pastoor te Reninghelst, is pastoor benoemd
le St. Denys, iu vervanging van M. Vanschoebeke, die,
oud van jaren zynde, zyn ontslag heeft gegeven.
M. De Lanooy, onderpastoor te Isegbem, is pasloot
genoemd te.Reninghelst.
In den nacht tusschen zondag en maendag hebben
wy alhier en omstreeks een stormweder gehad dal veel
schade heeft veroorzaekl aen de gebouwen. Ditzelfde storm
weder heeft insgelyks gewoed te Antwerpen, Brugge,
Gent en in andere gedeelten van België.
Te Brussel, schryft men uit die stad, herinneren de
oudste bewoners zich niel grooleren storm geweien te
hebben dan dien van zondag nacht. In hei Park zyu vele
der grootste en oudste boomen in tweëii geslagen of uil
den grond gerukt. Geheele zinken dakingen zyn van de
huizen gerukt en in de sirael gevonden geweest.
Langs de yzeren wegen zyn leiegrafstaken uit den grond
geslagen geworden. Te Denderleeuw is de groote tent,
waerin zich veel materieel bevond voor den nieuwen
yzeren weg naer Audeuaerde, omgeworpen, en le Zaot-
voorde, by Oostende, is de kerktoren ingestorl. Vele
steenovens, schuren en booivimuicu zyn uiteen geslagen
geworden.
Te Luik en Namén heeft de storm met evenveel geweld
gewoed. Te Gent, by den dierentuin, is een muer van
15 meters lengte omgeslagen geworden. Niel «en der
marktkramen is op de Pharaïlde-plaels regt gebleven.
Een magazyn is ingestorl, waervan de schade op 7,000 ft.
gerekend wordt. Men is vol vrees voor de ongelukken
op zee.
Maendag voormiddag is een zekere Huyghe, van
Caeskerke, uit de gevangenis alhier naer T gevang van
Veurne overgevoerd geworden. De kerel is beschuldigd van
diefstal by de wed. De llouck, landbouwster te Caeskerke.1
Langs hel dak in het woonhuis gedrongen, zou hy er uin
eene kommode omtrent 500 franks gestolen liebbeu. Toe
Ity aengehouden wierd was hy nog in bezit van een paer
honderd franks De listige gast was aen zyn proefstuk niet,
want hy had nauwelyks sinds veertien dagen liet gevang
verlaten.
By konmklyk besluit van 50 November, wordt bel
Armbureel van Merckem bemagligd in leuning le geven
aen hel bestuur dier gemeente, eene som van 10,800 fr.,
hielden, zochlten de manneu naer 't een of ander afschrift,
want men moest toch welen of het reeds gedoopt was, en
wie, en wal en van waer. Aen liet voeteinde lag een
iugevouwde brief uevens eenen rol geldstukken.
De smid greep baeslig naer den brief, daer hy lezen
kostmaer Herman die zoo geleerd niel was, vatte daer-
entegen het geld, eu telde tot 150 guldens.
Dees kind, las de smid luid en op een plegtigen
loon, dees kind, zal onder den uaem van Maria-Teresia
gedoopt worden; hel stamt van deue groote duitsclie
familie af; zyne ouders zullen hel, zoohaesl het hunne
gesteltenis toelael, terug vragen. De som van 100 gulden
is als jaerlyks ondeihuudsgeld bestemd; 50 guldeu voor
de kosten van den doop. Ieder jaer, op dezen dag,
zullen 100 gulden van den besluerder uil hel r.onuen-
klooster te Sackingen betaeld worden. De ouders bevelen
eene liefdevolle, zorgvuldige behandeling, eene roomseb-
j> katholyke opvoeding, eu slellen hiervoor eene ryke
belooning voot' het toekomende vast.
Geen haudleeken was er op le vinden.
By den Almagtigeu Heer! u riep de smid uit, en gaf
zyne vrouw de hand; dal zal geschieden, zoo waer ik
smid Joris heel. Gy, gebuerman, eu uwe vrouw, zyt ge
tuigen myner belofte.
Aen my zal hel niel liegen, sprak Anna.
Ik geloof hel geerne, geb'jervrouw, zegde Herman, en
Joris zal hel kind een goede vader zyn.
Ja, vast! al had er zelfs geen geld by gelegen, ver
zekerde de smid, zoo een arm schepseltje kan men niel
laten omkomen. Wie weel waerom de ouders hel kind