9 1 4 February i860. Drie-eii-twiiitigste jaer. Aen Pius IX, 5. Dixmiide, Donderdag, toojt van de beste i Eesseu geraffi- t, alsook le beko- igociant, iAof, te ekomen lerveren in ber- 18, te dat by msdag. ion, by Kolen, Us en in prys se van kilos, en den eten dat Zater- ikeu en e knab- edanig- ewarie- diening edkoop y te at hy zaed- cma- bakker naken, te van ïelheici ly be ien en ;er bet el nog Hy zal ide en welke hy aen rhoopt og de er en er bj )eken ssen, en n de eer een aen- i hebben bezigtigd en in de KAMER DER VOLKSVERTEGENWOORDIGERS. Zitting van den ZO January. Wederantwoord van M. De.Coninck aen M. Pirmez, minister van binnenlandsolte zaken. M. De Coninck. Mynheereo, ik moet den lieer minister van binneoiandscho zaken bedanken oter hei onderzoek dal liy wel heelt willen beloven in de zitting van 15" II. Ik wil dit onderzoek ver- gemakkelyken, met aen den achtbaren minister eenige inlichtingen le verschaffen welke hem ont breken. Ik hond er insgelyks aen le besialigen dat ik hel geloofd had myn pligt te zyn hen te voor komen dat myne meening was zyne aendacht in te rotpen over de zaek van den notaris Prooi, van Woumen, wanneer wy weder byeen zouden ge komen zyn; ik heb dus M. den minister niet on verwachts aengesproken. Indien ik hier, met de stuks in handen, eenen burgemeester* eenen notaris, ben komen beschul digen van vervalsching, hel was niet om tny le beschutten achter myne parlementaire onkrenk- baerheid, maer als eenig middel om bel regl te bekomen hetwelk de leden van het armbestuur van Woumen sedert een jaer le vergeefs inroepen. Ik houd er aen, nieltegenstaende de bevestigen van AL den goeverneur van Weslvlaenderen, de welke niets bewyzen, dat al hetgeen ik gezeid heb in zitting van donderdag laelst, de stiptste, de on- wederleggelyksle waerheid is. Zien wy snellik de bewysredenen welke M. de minister doet geiden in de antwoord die hy my wel heeft gelieven le geven. AL de minister zegt Ik heb niet gezeid dat het de kamer der inbe schuldigingstelling van Geul was, maer wei de racdkamer der regtbank van Veurne, nemen wy liet eene voor bet andere niet, die verklaerd heelt den 7 maert 1868 dal de burgemeester Proot eene stoffelyke vervalsching heelt gepleegd, maer dat deze vervalsching verschoonbaar is, ge zien de afwezigheid van kwaed inzigt en de weinig bekwaemheid van den beligte. Dit bevel van niet-vervolging is bekrachtigd geweest den 8 april navolgende dosr de kamer der inbeschuldigingstellingen van het hof van beroep van Gent. Ik bid Ai. den minister van binuenlandscbe zaken ons wel le willen lezing geven van het bevel van niet-vervolging gegeven door de raedkamer der regtbank van Veurne, den 7 maeit 1868, met tw«e stemmen legen eene. Dit bevel verklaert, ik waerburg hel u, en ik daeg M. den minister uil Er is geen nadeel te weeg gebragt geweest, omdat de vervalsching ontdekt is geweest; maer hel is klaer dat M. Prooi zynen konfrater, AL De- seck, wilde den voel ligten en hem de voordeelen der verkooping onttrekken. Voor wat den heer notaris Deseck betreft, de vervalsching ontdekt zynde, hy moest overtuigd zyn dat Al. Proot zoude gestraft geweest zyn, en had geene de minste reden meer om aenklagle le doen. Indien ik bet aenzoekschrift van AL den advokaet-generael De Paepe, niet in zyn geheel gelezen heb, 'l is om de eenvoudige reden dat ik het niet in zyn geheel had. Overigens, hetgeen Al. de minister er van heeft gelezen, heeft de var- valschiug van AL den notaris Proot slechts bevestigd. Voor wat dit aenzoekschrift zelve betreft en het bevel van niet-vervolging gegeven door de kamer der inbeschuldigingstellingen van het hof van beroep van Gent, gelyk ik het heb gezeid in de zitting van den 14 January II., ik heb ze niet te beoordeelen noch ze hier te hekelen, ik laet deze zorg aen AL den minister, Al. de minister zegt op het einde ’T is eene kwestie van beoordceling. Het blad ’twelk ik aenhaelde in de zitting van den 14°, was verder gegaen; dat, ten minste, loochende vlakaf alles en stelde Al. Proot voor als een slagtoffer. Maer deze zake bepaelt zich niet by deze kwestie van nadeel. Indien AI. Prooi zich aenzag als regelmatig benoemd te zyn Waerom heelt hy deze inlassching gedaen na en niet vóór de onderteekening van het stuk? Waerom is er geen gewag meer, in de tweede vraeg van toelating, van hel vei koopen der gron den gebruikt door de weduwe Oogbe en den onderpastoor? Waerom worden de oude schoollokalen en het huis van den onderwyzer, die in puinen vallen, niet verkocht? Hel is klaerblykènd dat alle deze feiten, ver- eenigd, doen zien dat Al. Proot een doelwit had ’twelk hy wilde bereiken. Maer hetwelk? Ziedaer wat ik alzoo nieuws gierig ben le kennen als M. de minister; en ’t is Tgeen het onderzoek ons zal leeren. Indien At. Proot wezenlyk de toestemming van hel schepen-kollegie had, hoe legt gy alsdan de aenklaging uit gedeen door een lid van dit zelfde schepen-kollegie, den heer Louis Bommers, en welk belang had M. Prooi om de inlassching te loochenen? Ziet het arrest van de kamer der in beschuldigingstellingen van Gent Indien M. Proot hel regt had deze inlassching (e doen, waerom loochent hy dezelve? Indien wy den heer Proot gelasterd hebben, indien wy hem beschuldigd hebben met eene ver- vervalsching, waeraen hy niet pligtig is, hel moest hem niet genoeg zyn een sluijet le werpen over deze zaek. Hy moest de leden van het bureel van weldaed van Woumen en den eersten schepene vervolgen, die volgens hem allen lasteraers en valsche getuigen zyn. Wy wachten het enkwest met vertrouwen af, verzekerd van dcszells uitslag; cn dewyl At. de het tegensjrydige te bewyzen dat Al. de burge meester Proot eene stoffelyke vervalsching ge pleegd heeft, doch dat deze vervalsching ver- schoonbaer-is, gezien het gemis aen kwaed inzigt en de weinig bekwaemheid van den beligte. Al. de goeverneur heeft ongelyk gehad u dit bevel niet te zenden per telegrafische depêche; het schynt dal hetzelve zeer kurieus, zeer be- langryk is. AL de minister van ’l inwendige zegt voort Dat is niet nauwkeurig. Niemand, ik verzeker het, heeft kennis gehad van de inlassching der woorden, lenzy Al. Auguste Parel, gemeente-sekrelaris te Woumen, dien Al. Proot gedwongen is geweest te nemen voor getuige. De vraeg van toelating uitgeschreven ge weest zynde uil het oorsproukelyke, opgesleld en gegeven door Al. den notaris Proot zelve, AL Proot was noodwendiglyk verpligt de bygevoegde woot- den te doen schryven door dezelfde hand; anders le werk gaen ware al te dwaes geweest. Nog meer, M. Proot had al zyne voorzorgen genomen den 5 January 1868, is de vervalsching hernieuwd geweest, op hel uildrukkelyk bevel van den burgemeester, door den heer gemeente-sekre- laris op het register der korrespondentien. Al. de minister van ’l inwendige voegt by De algemeene prokuralie. en by gevolge niet geldig, op welke AL de minister zich steunt, ver- reglveerdigl het gedrag niet van Al. Proot. Deze prokuralie is gegeven geweest den 7 mei 1867 door den gemeente-raed alleen en niet door het bureel van weldaed, verwarren wy niet, hetwelk alléén het regl had den notaris, belast met de verkooping, te benoemen, onder de goed keuring van den gemeente-raed. Deze prokuralie is maer gegeven geweest na de benoeming van den heer notaris Deseck, van Beerst, regelmatiglyk be noemd met eenparigheid der leden van hel bureel van weldaed en van dezen zelfden gemeente-raed, den 19 december 1866. Noch Ai. Prooi, noch het schepen-kollegie had hel regt deze beslissing van het bureel van weldaed le veranderen. En zie de behendigheid van M. den notaris! Deze prokuratie was ingelascht in eenen akt van gifte van eenen grond gedaen aen de gemeente; ik twyfel,.overigens, of deze prokuratie, die nietig was, goedgekeurd zy geweest door de bestendige deputatie. Aennemende zelfs dat AL Proot benoemd zy geweest, hoe legt gy alsdan de inlassching uit, de vervalsehing begaen door hem en de aenklaging gedaen door de leden van hel bureel van weldaed en door den heer Louis Bommers, eerste schepene dezer gemeente? Hoe legt gy ook uil de verzending der zaek voor de raedkamer der regtbank van Veurne en de tegenspraek gedaen aen hel bevel van met-vervol- ging door AL den prokureur des konings? Ai. de minister zegt daerna 1844-45 I 10-00 5-00 5 00 5-00 10-00 10-00 4-00 2-00 150-00 55-00 2-00 1- 00 2- 00 0-50 2-00 5-00 i de depu- BEKENDMAKINGEN. 15 ct. den drukrege.. Bureel Wiigendykslraet, N* 50. Voor elk afzonderlyk num mer, 12 centime!). re van uarkt. 35 25 24 25 5» 17 29 25 VOOR ’T ONDERHOUD DER PAUZELYKE ZOUAVEN. Vyfde lysl. Bedrag der vorige lysl, fr. 1577-95 Ken landbouwer uit den westkant van Eessen Een onbekende van St. Jacobscappelle Eenige kongreganisten van Clercken Een pausminnend huisgezin te Woumen M. dpn Pastoor vau Caeskerke Eene katbolyke familie van Caeskerke M. JMheye, vader Jonff. S. V. T. Parochie Zarren «11 Vrvlllv Zj<1 I I Lil M. den pastoor, onderpastoor en eenige paro chianen van Houthulst z Onbekende ld. ld. ld. ld. E. 0. INSCHRYVINGS-PRYS. Uijuc.ii slid, 4» franks. Met Suppl. 8 Hei llornwiUtwE versclivnt den Donderdag in geheel blad eu den Zondag in half blad. Volgens hem, zou de raedkamer den burgemeester van de vervolgingen verzonden hebben, omdat zy hem aenzag als le onbekwaem om te begrypen wat hy gedaeu had. De kamer van inbeschuldigingstelling zou de zelfde beweegredens aengenomen hebben, mei derzelyer beslis sing le bekrachtigen. Nu, dit is eene dwaling. Gy ziet dus, mynheeren, dat de boofdomstandigheid, die liet bevel van niet-vervolging le weeg hcefl gebragt, liet gemis was aen uadeel, gemis aen nadeel hierop steu nende dat de opgave overeenkomstig was met de waer- heid, dewyl er eene voorafgaende beraedslaging was, Thans, mynheeren, ik zeg niet dat er in feite geene onaerdigheid te beteugelen is; maer ik bestatig dal het feil de zwaerwigiigheid niet heeft welke men het loegekend heeft. Gezien dat sieur Auguste Paret. gemeente-sekrelaris te Woumen, herkent deze inlassching gedaen te hebben; Gezien dat by voorwent dat, deze inlassching doende, hy de bevelen van den burgemeester Laurent Prooi ïtevolgd heeft; Gezien dal deze bewering door dezen laetslc tegengesproken is. Men moet eerst de daedzaken herinneren. ’T is in een’ brief geschreven door hei bureel vau weldaed en het schepen-kollegie dal nten by de woorden de goederen zullen verkoeld worden, deze zoude gevoegd hebben door hel ministerie van den notaris Prooi. Deze woorden zyn wezenlyk bygevoegd geweest na de ouderleekeniug van het stuk, met dé toestemming Van hel schepen-kollegie, maer builen de wele der leden van hel bureel van weldaed. Nu, vóór deze iulasschiog en by het verzenden van hel stuk, had de gemeente-raed den heer Prooi aenge- wezen om de verkooping le doen, zoodanig dat wanneer er geschreven wierd aen de bestendige deputatie dat de goederen moesten worden verkocht door hel ambt van den notaris Proot, hel gezegde waer was; de gemeente- raed, aen welken de aenwyzing van den notaris toekomt, had deze aenwyzing gedaen. a Er was dus geen nadeel mogelyk. De bestendige deputatie, niet geroepen zynde om den keus goed te keuren van den notaris, kon over deze uitspraek mei te besluiten hebben. Zy kon allecnlyk de verkooping goedkeuren van de goederen; de aenwyzing van den uolaris, aen talie overhandigd, had geene de minste weerde.

HISTORISCHE KRANTEN

Het Boterkuipje (1846-1871) | 1869 | | pagina 1