BEERST HET Het Wetsvoorstel Jaspar. De Coöperatief. Gewezen Ministers van Justitie Stichting Nog een der IJzerstreek. eener S. M. tot heropbouw al het den naar reke- geteisterden als niet brutaal weg; geef hun moed nog brieven te beantwoorden O. CoENE. bureel van Mr Pr. PEIREN, deskundige, is open iederen Dinsdag van 9 tot 11 u. te OOSTENDE, 37, Boulevard Rogier, 37. woners der stad hebben de oogen op u gericht. Uwe taak zal moeielijk zijn doch ze is verheven. Behandelt de arme broeders; zendt ze helpt ze, ondersteunt ze, en opbeuring; schenkt ze woningen en verwaarloost niets opdat ze zonder verwijl zouden kunnen naar hunne stad terugkeeren. Weest de beschermers der Dixmude- lingen en de redders hunner stad. Het zoo hardnekkig bestreden wets voorstel Jaspar werd dan toch in tweede lezing in de Kamers van Volksvertegen woordigers gestemd met 98 stemmen voor, en 21 onthoudingen. Dit wets voorstel werd wel eenigzins gewijzigd, brengende misschien hier en daar eene kleine verbetering aan de wet op de vergoeding der oorlogsschade in datum 10 Mei 1919; maar hoofdzakelijk is zij vooral den nog niet vergoede geteisterde nadeelig, daar zij dezes rechten merke lijk inkrempt. Stemden voor De HH. Van de Vyvere, Van Hoeck, Van Hoegaerden, Van Hoeylandt, Van Isacker, Van Landeghem, Van Limburg- Stirum, VanSchuylenbergh, Van Vlaen- deren, Van Walleghem, Verachtert, Vergels, Waumermans, Winandy, Woe ste, Allard, Amelot, Baels, Bastien, Begerem, Berloz, Bologne, Bouchery, Branquart, Brenez, Brifaut, Buisset, Car lier, Catteeuw, Cocq, Cousot, De Bue, De Clerck (H.), De Coster, Defaux, de Géradon, De Greve, Dejardin, de Kerkhove d’Exaerde, de Liedekerke, Delvigne, Demblon, De Schutter, Dony, Donnay, du Bus de Warnaffe, Eibers, Ernest, Fischer, Galopin, Golenvaux, Hainaut, Hallet, Hamman, Harmignie, Hessens, Heyman, Hoen, Homans, Huyshauwer, Huysmans, Jaspar, Jouret, Lebeau, Lombard, Mabille, Maenhaut, Mahieu, Mansart, Marek, Masson, Ma thieu, Mechelynck, Melckmans, Mos- taert, Pastur, Piérard, Pirmez, Poullet, Pussemier, Raemdonck, Ramaeckers, Rombauts, Royers, Samyn, Schaetzen, Sevrin, Souplit, Standaert, Theelen, Tschoffen, Uytroever, Van Brussel, Van Caeneghem, Vanden Eynde, Vanden Kerkhove, Vandervelde, Vandevelde en Brunet. Hebben zich onthouden HH. Vandromme, Van Remoortel, Boël, Borginon, Colaert, Cricq, De- beuckelaere, De Brouwer, Debunne, Declercq (G.), De Keersmaeker, de Se- lys Longchamps, Dierkens, Glorie, Ne ven, Peel, Serruys, Straus, Van Cau- wenbergh en Vandemeulebroucke. Redenen der onthouding MGlorie. Ik heb niet tegen de wet gestemd omdat den tekst het artikel \9bis volledigende er naar streeft, ten minste aan eene soort geteisterden, zoo niet aan alle oorlogsbeproefden, de eer lijke toepassing der wet van 10 Mei 1919 te verzekeren. Ik heb niet voor de wet gestemd omdat zij voor gevolg hebben zal verscheidene soorten van geteisterden te scheppen, de plechtiglijk erkende rechten op ver goeding eene gevoelige krenking aan brengt en hoofdzakelijk het vertrouwen dooden zal dat de geteisterden tot he den toe stelden in de wetten, welke ten hunnen bate de vergoeding der gele- dene schade regelen moesten. MColaert ik heb niet neen gestemd omdat ik bekennen moet dat de Heer Minister alles gedaan heeft wat in zijne macht was om de wet te verbeteren. Ik heb niet ja gestemd omdat de wet schikkingen bevat welke ik onmogelijk goedkeuren kan, namelijk het tot stand- brengen van twee categories onderwij zers. De HH. Peel, Van Cauwenbergh en Vandromme verklaren zich onthouden te hebben voor dezelfde redenen. De HH. Van Remoortel, Boël, Cricq, de Selps Longchamps, Neven, Servuys en Straus verklaren zich onthouden te heb ben voor de redenenr door den Heer Glorie opgegeven. De HH. De Beuckelaere, De Bunne, Borginon, G. Declercq, verklaren Wij Over eenige weken werd er onder eenige eigenaars beslist eene samen werkende maatschappij te stichten om seffens over te gaan tot den heropbouw der huizen. De zaak is grondig overwogen en be studeerd geweest en de stichting zal plaats hebben te Oostende den Dins dag 14n dezer, om 10 1/2 ure, in het Hotel de la Marine, Kapelle straat. Worden uitgenoodigd tot deze stich- tingsvergadering 1Al de eigenaars van onroerende goederen gelegen in het arrondissement Veurne-Dixmude-Nieuwpoort-Oostende 2) De personen die volmacht bezitten of eigenaar zijn in onverdeeldheid. 3) De eigenaars van geteisterde roe rende goederen die willen medewerken Nog een Gentsche barakkenmaker, over korte weken veroordeeld, loopt reeds op vrije voeten! Colleaux zal dan toch gelijk hebben, toen hij zegde Aangezien men de groote plichti- gen vrijspreekt, of dat men ten hunnen gunste non-lieu’s geeft, moet men al de veroordeelden loslaten, hun om veront schuldiging bidden, hun schadeloosstel lingen toekennen, hen decoreeren. En, daar de gevangenissen niet gemaakt zijn voor de honden, zal men er de eerlijke lieden in stoppen. (Witte Kaproen). bouiv der huizen: Het bijzonder doel der maatschappij is a) Medewerken en het noodige doen om voorschotlen of vonnissen te beko men op de oorlogsschade; b) Het bekomen der titels; cJHet uitwisselen der reeds bekomene titels verspoedigen d) Opmaken der plannen, bestekken, enz. e) Bekomen der toelating tot het her bouwen f) De eigenlijke heropbouw der hui zen opmaken der schatting, belastings- cohier, enz. Te dien einde zal de maatschappij een beroep doen tot de bevoegdste man nen. Zoodoende zullen de moeilijkhe den die de geteisterden dagelijks tegen komen, verdwijnen en zonder uitstel opgelost worden. De eigenaars die reeds een titel als voorschot bezitten zullen seffens kunnen den heropbouw beginnen zonder te moe ten wachten achter de betaling van hun nen titel. De personen die niet kunnen tegen woordig zijn op de vergadering van 14n dezer kunnen toch als lid ingeschre ven worden mits per brief te laten we ten dat zij begeeren deel te nemen aan deze Samenwerkende Maatschappij. Brieven te sturen S. Maatschappij Heropbouw van de Yzerstreek 37, Bd Rogier, Oostende. Toen in 1919 de Regeering langs alle zijden lastig gevallen was om de getei sterden te helpen werden er Samen werkende Maatschappijen voor Oorlogs schade gesticht die door de Regeering erkend werden. Zoo werd te Beerst de maatschappij De Ijzer gesticht, die, zoo meende men in ’t begin, eene groote uitbreiding zou nemen. De toenmalige d. d. Burge meester was reeds in de eerste vergade ringen te Brussel geroepen geweest en had de Federatie helpen stichten. In ’t begin was alles moeilijk, men had weinig vertrouwen en bijna niemand wilde eene plaats van Beheerder aan veerden. Toch eindelijk kreeg men het voldoende getal, een lid van de Beheer raad zegde zelf dat men uit toewijding voor ’t volk zou werken en dat men niet moest betaald zijn. Stillekens werden in Brussel voor schriften gemaakt om aan te duiden hoe men diende te werk te gaan om voor schotten te bekomen. De eerste maan den van Juli tot November deed de voorzitter de briefwisseling en werk. Een andere heer van den beheerraad die gevonden had dat mep uit toewij ding moest werken, stelde voor van zelf het schrijfwerk te doen en den naam van bestierder te nemen. Niets kwaads vermoedende werd zulks aanveerd. Intusschentijd hadden wij nog geene volledige dossiersde Staats- kommissaris in dien tijd kende dit orga nisme niet en men kon niet voorts. De bestierder zond naar Brussel eene begrooting van eerste inrichtingskosten en bekwam voor de Maatschappij eene toelage van 1.500 franken. Op 17 Decem ber 1919 stelde de bestierder voor van betaald te worden en dan goed te wer ken. De beheerraad, wetende dat men een secretarie of bestierder moest heb ben gaf toealhoewel de voorzitter beter vond dat de secretaris geen beheerder was maar onder toezicht van den beheer raad stond, om op die manier eene beter gewaarborgde toezicht uit te oefe nen. Aan den direkteur stond men eene maandelijksche wedde van 400 franken toe. In Januari na verschillige vergaderin gen van den beheerraad was men altijd even verre; niets werd afgewrocht en sommigen werden geheel natuurlijk gansch misnoegd. De herstel van oorlogsschade van den bestierder werd door den Staatskommis- saris onderzocht en goedgekeurd, zoo zegde ons den bestierder. Voor den voorzitter, of gelijk welke andere leden werd er niets gedaan. Zoo had de bestierder in Januari 1920 enkelijk voor zijn zelven gezorgd. Nie mand van den beheerraad wist, uitge nomen den bestierder, hoe het stond met tot het algemeen doel Den herop- het budget en de rekeningen van 1919, en men gevoelde toch genoeg dat men de macht van den bestierder niet onbe perkt mocht laten groeien. Zoo kwam het dat de voorzitter aan den bestierder vroeg om aan den beheer raad kennis te geven van de begrooting welke hij naar Brussel gezonden had en van de rekeningen van 1919. De bestier der antwoordde dat er nog geene reke ning noodig was. Geene stukken voor oorlogsschade gingen voort, de begrooting en rekenin gen waren niet gekend door den beheer raad zulks kon niet blijven duren, en de voorzitter achtte het zich als plicht alles klaar te trekken. Zoo schreef hij eene dagveerdiging van den beheerraad voor met onder ander deze punten op bekendmaking van de begrooting van 1919, welke Brussel gezonden geweest is en ning van 1919. Hij had reeds wel gevoeld dat men hem niet hielp om hem een voorschot op oorlogsschade toe te staan maar wel tegenwrocht, dat men alle middels in spande om ’t vertrouwen welke ’t volk in hem had te breken, maar toch wat er ook van komen kon wilde hij alles klaar zien om later zelf de verantwoordelijk heid niet te dragen. De bestierder ziende dat hij zich moest uitvoeren ging naar Brussel om eene zware klacht tegen den voorzitter te maken in de Federatie en de afstelling van den voorzitter te vragen. Zou men kunnen denken dat, voor recht te doen, men zoo kan vervolgd worden De voorzitter daags na ’t bezoek van den direkteur kwam ook in Brussel en vernam daar dat er eene klacht tegen hem was. De voorzitter vroeg aan den direkteur van de Federatie om de begrooting van 1919 van de maatschappij De Ijzer te zien. Zulks werd onmiddelijk vertoond, en daar zag de voorzitter dat er twee maan den 300 franken te maande gevraagd werd voor den direkteur, alhoewel er geene wedde gestemd was voor den 17 December 1919 om met Januari te beginnen. Er waren ook 200 franken bureelkosten voorzien waarvan de voor zitter voor aandeel kreeg 10 franken voor al de kosten en werk gedurende 4 maanden, zonder te spreken dat hij later ook had. Of ze werk hebben, tegenwoordig, en welk prachtig werk Veel opbrengend werk willen we niet zeggen. Renkin heeft gepleit voor de Coppée’s en andere groote oorlogswoekeraars. Van den Heuvel heeft voor Liebaert, broeder van den Staatsminister Liebaert, te Gent, een non-lieu bekomen. Begerem heeft het nog zoo verre niet gebracht. Hij heeft slechts mogen van zijn eerlijkheid en zijn vaderlandsliefde gewagen, om voor ’t Assisenhof te Brugge Filleul vrij te krijgen. (Witte Kaproen)

HISTORISCHE KRANTEN

Het Ijzergebied (1920-1922) | 1922 | | pagina 2