F I M. Joye en zou voor zijne oogepitten niet lachen, zeggen ze te Veurne, 't Schijnt dat hij algelijk gemonkeld heeft, als hij numero drie van zijn program opstelde Ik ga daar een graantje waarheid en leugens bij de vrechte in zetten, zei hij alzoo, en ik ga dan Piere boven Jan zijn en ’t speelde een glimlach op zijne lippen. Het staat daar in dat het katholiek Ministerie, dat beloofde de lasten te verminderen, ze verhoogd heeft. Dat is een gloeiende leugen. Het Katholiek Ministerie heeft ten voordeele van handel en nijverheid, ten voordeele van landbouw en arbeid, aanzienlijke ontlastingen toegestaan. Heeft het de accijnsrechten op den alcool en den tabak niet verminderdde belasting op de verzekeringen, op den koffij stelsel willen, dat al de jongelingen zonder onderscheid voor eenige maanden doet soldaatje spelen. Zij zouden dus willen dat alle man soldaat is. Gij zijt al te goed, mijnheeren Alle man soldaat De eenige steun van eenen ouden en armen vader soldaat De Seminarist, de Geestelijkheid, die zich bereidt om geheel zijn leven voor het Vaderland te werken met de noodlijdenden te helpen, de zieken te bezoeken, den eerbied voor wet en recht te prediken, naar de kazerne, of naar het kamp! Wat lief vooruitzicht! Kiezers, haast u, stemt voor Hilarius en voor Petrus. Alleman zien soldaatje spelen eenige maanden dat zal zoo geestig zijn. Al de vaders en moeders zullen zoo blijde zijn, als hun zoon optrekt. Ehja, ’t en zal dan geene plaatsvervanging meer bestaan, meer noodig zijn en dan is Belgie een Pruisen in ’t kleine M. Hilarius en M. Petrus zeggen wat zij zouden willen. Ziehier wat zij zouden zyn, moesten zij onder een liberaal Ministerie, wat onmogelijk is, gekozen worden twee heeren die de loting laten bestaan en de soldatenlasten helpen verzwaren. Dat zouden zij zijn De liberalen waren altijd voor de soldaterij. Wie bracht het leger, in 1850, op 72,000 man? De liberalen. Wie bracht het, in 1853, op 80,000 man? De liberalen. Wie bracht het, in 1860, op 100,000 man? De liberalen. Wie bracht het, in 1870, op 108,000 man? De liberalen. Wie bracht het, in 1881, op 112,000 man? De liberalen. Wie raast en tatert er nu gedurig dat ons leger te zwak isdat het nog geen geld genoeg en kostdat men Pruisen meer moet naapen? Generaal Brialmont, liberale volks vertegenwoordiger van Brussel en zijne liberale aanhangers. Zijt gij voor de soldaterij. Wilt gij haar jok nog zwaarder op de schouders des volks zien wegen, stemt voor de liberalen. 7ijf K’ï -•<=-: de? scie dat met te stemmen voor Baron de Coninck éh M. De Lantsheere. Die twee heeren hebben hunne preuven gedaan. Zij stemden alle twee tegen de invoering der Reserve, waar de liberalen voor warenzij zijn alle twee voorstanders van het vrijwilligersleger. Zij zijn alle twee leden der Katholieke meerderheid die de vergelding, welke de ouders die kinders soldaat hebben trekken, zal doen vergrooten en die de vrijwilligers zal doen afrekenen van het jaarlijksch kontingent, in afwachting van de afschaffing der loting zelve; zij hebben alle twee al de maatregels ondersteund die genomen werden door het katholiek Ministerie om den zedelijken en stoffelijken toestand der soldaten te verbeteren. Baron de Coninck en M. De Lantsheere hebben hun voorleden dat borge spreekt voor hunne toekomende houding zij hebben daden die zij kunnen toonen, en onze blauwe tandentrekkers hebben maar woorden en een wij zouden willen, dat geen het minste vertrouwen kan inboezemen. Achteruit, M. Joye en M. Deswarte! Achteruit, aanbidders van het alleman soldaat I zal de verstandige Kiezer, Zondag, roepen en hij zal gelijk hebben en den zegel der verzoekschriften niet afgeschaftde tolrechten op de kanalen en rivieren, de vervoertarieven van den ijzerweg en het recht op de suiker niet verleegd heeft het niet tal van andere ontlastingen verleend? Ja en die ontlastingen beloopen tot boven de 10 millioen ’s jaars. Bracht het eenige nieuwe rechten, in het was om de inlandsche nijverheid te helpen, om de boerderij te bevoordeeligen, om de plaag van het alcoolismus te bestrijden. Maar ik ken ik een Ministerie, dat een 23 millioen verhooging van lasten op den nek der Belgen gesmeten heeft. Dat Ministerie was liberaal en, ’t is, in 1884, van te veel lasten in zijne mage te hebben schandelijk gestorven. De klerikalen hebben een landbouwministerie inge richt, om de landslieden te misleiden. Nieuwe leugen, M. Joye en M. Deswarte. Dat Ministerie heeft veel gedaan voor de boeren en liberalen, die dorsten rechtzinnig zijn, hebben er meermaals lof van gesproken. Het heeft het landbouw onderwijs eene groote uitbreiding gegeven, proefvelden ingericht, de wet op de koopvernietigende gebreken ten voordeele der landbouwers veranderd, de vergelding toegestaan uit hoofde van gedwongen afmaken van ziek of verdacht vee, vergroot en in talrijker gevallen toegestaan, de vergelding voor vee, afgekeurd na de slachting, ingé bracht en daarna verhoogd, melkerijscholen gesticht en andere en andere nuttige maatregels tot profijt van den akkerbouw genomen. Is dat niets. Zegt gij eens wat het liberaal ministerie Rolin voor de boeren deed. Ik weet dat Minister Graux twintig opcentimen ten voordeele van den Staat geleid heeft op de hoofdsom der persoonlijke belasting op de huurweerde eene belasting van 20 fr. op de poerden van twee diensten, die de landbouwers van deze streken noodig hebben om met hunne boter naar de markt te rijden; eene belasting van drij centimen de plant op den tabak; eene belasting op de knechten en meideneene taks van 100 fr, op de peerdenkoopmans die gemeenlijk min dan 10 peerden in hunne stallen hebbeneen zegelrecht op de polissen van verzekering of assurantie. De boeren weten dat ook nog en daarom zullen zij niet genegen zijn, om zich in de armen der geuzerij te werpen. Het katholiek Ministerie heeft invoerrechten op het vee gestemd, spijts de liberalen en de landbouwers weten er onze vrienden dank voor. Landbouwers, vraagt eens aan M. Hilarius en aan M. Petrus of zij de invoerrechten op het vee zouden willen doen afschaffen en de vreemde beesten zouden willen laten inkomen vrij en vrank, terwijl onze beesten groote rechten moeten betalen voor in ’t Fransche te gaan. Vraagt hun dat eens. De liberalen hebben dezen zomer, door hun weg- loopen uit de Kamers, belet dat de rechten op de vreemde haver, de vreemde suikerijboonen en de margarine gestemd wierden. Vraagt eens of dat misschien den landbouw genegen zijn is. De grondlasten zijn niet verminderd, zegt het program dier heeren. Zij konden niet verminderen of vele personen van te lande hadden hun stemrecht verloren. Maar zij zullen verminderen. De Minister van financiën heeft, Zondag, te Gent verklaard, dat het kadaster zal herzien zijn en dat de grondlasten billijken zullen vastgezet zijn. Dat het kadastraal inkomen zal aangenomen worden in plaats van de huurwaarde als basis der persoonlijke belasting. Dat de belasting op de deuren en vensters zal afgeschaft worden. Kiezers, vindt gij dat slecht en kwalijk, stemt tegen de katholieken. M. Joye en M. Deswarte vragen eene belasting op de beursspeculatien en het inkomen. Mijnheer Beernaert en andere katholieken spraken daarvan eerder dan zij en zullen wel zonder hen onderzoeken of die belasting

HISTORISCHE KRANTEN

Het Kiesblad van Dixmude (1875-1958) | 1894 | | pagina 2