Weg met Christus! Leve Barabas -A-jpjril ±9 ±2. Vleermuizen. Zij zijn tegen den Godsdienst niet! Kijkt naar Frankrijk maarLeve de Portngeesche Repu bliek! wierd er een woord miszeid al was het volk talrijk aangegroeid. Dertig policieagenten kwamen toege sneld en al is ’t dat de weg niet belemmerd was, al is’t dat alles stille bleef, de straat moest geruimd worden en men waste wege het photographiestelsel aan te slaan Maar ’t en pakte niethet wierd van hand tot hand overgegeven tot dat het in zeker heid was Wat verschilAls er een katholiek gesticht aangevallen wordt, de politie komt als ’t te laat is; en hier, waar alles gerust gelaten wordt, men verbiedt van ’ne keer leute te hebben. Nog meerWat meten de vrijmet selaars uit dat zij niet mogen gekend en gezien worden? En dat zijn de mannen die van uit hunne donkere holen den toon willen geven aan het land. P. S. Daar waren nog eenige damen bijzijn dat misschien zusters vrijmet- selaressen? Of kwamen zij den fameuzen tam-tam dansen van den Congo? Dezelfde klucht is op denzelfden dag 3 dagen In de laatste villa van den Zeedijk ter Panne wonen, verdoken en onbekend, elf Witte Zusterkes van Portugal, elf weêr- looze slachtoffers van de portugeesche republiek. Ze werken er om hun dagelijksch brood en intusschen bidden ze voor de welvaart van ’t katholieke Belgie. En voorwaar ze weten waarom Hetgeen ze mij zonder wantrouwen ver telden schrijf ik hier ongekunsteld neer. Onze tegenstrevers van ’t kartel zingen ’t oude deuntje: «We zijn tegen den Godsdienst niet, ze durven hunne kiezers niet verschrikkenmaar daden spreken klaarder dan woorden en we moeten overwegen wat hunne vrienden doen waar zij de macht in handen krijgen. Vandervelde heeft het openbaar ver klaard Wy begroeten ‘met vreugde de jonge portu geesche republiek en wat de libe ralen daar hebben gedaan moet in Belgie eens geschieden Laat ecns zien hoe het er omgaat. o De vrijmetselarij had alles voorbereid Witten-Donderdag achternoen was er beweging te Brussel in het klein Peter- seliestraatje waar er gemeenlijk schier noch god noch goêmensch te zien is. Jonge studenten en andere stonden er te lachen en te kakelen. Wat was er gaande? Welnu, ’t was groot banket voor de vrijmetselaars en ze zouden geern ne keer dat Slach van menschen zien. Dezen zijn liever niet gezien en werken liever in den donkeren Zij en houden van het spreekwoord niet een eerlijke mensch durft zijn aange zicht toonen. Zij kwamen dan één voor één, al drup neuzen, met den zakdoek aan den mond vreeze hun portret getrokken te het volk was opgemaakt tegen priesters en nonnenhet leger was omgekocht en op zekeren morgen stonden de omwente- laars gewapend in de straten van Lisabom De republiek was uitgeroepen, de koning verdwenen. Het vrijheidswerk begon De vervolgingswet was gereed en luidde als volgtOp gansch het grondgebied der portugeesche republiek is het ver boden dat vrouwen in een klooster samen wonenhet dragen van het kloosterkleed is strafbaar voor de wet. Het verbod was uitgekomen ’s morgens en ’s namiddag reeds begon de nonnen- jacht. Matrozen en soldaten kwamen onbe schaamd de kloosters binnen, de Zusters werden verplicht het kloosterkleed af te leggen en alle slach van vrouwentooisels aan te nemen, ze werden ééne voor ééne opgeschreven en dan bij honderden samen opgesloten in het arsenaal van Lisabon. Eene der Zusters van De Panne heeft daar a 1 en 3 nachten overgebracht en en dezelfde uur te Antwerpen gespeeld haar verhaal is afschuwelijk ze waren geweest. Daar ook durven zy hun gezicht dhar met 300 in eene groote zaal opge niet toonen. hoopt, zonder werk, zonder lucht, zonder bed, met wat uitgedroogde korsten brood Ze zijn tegen den Godsdienst niet, en een slok water. Wat hadden ze misdaan? Wat hadden die vrouwen met de poli tiek gemeens Niets Maar hun kleed sprak van Gods dienst en Hemel en ’t was een schelmstuk voortaan godsdienstig te wezen. Eene andere Zuster was op tijd ge vlucht en gansch verkleed stond ze met haar broeder in de statie, gereed om de grens over te steken. Een vrijheidsman had ze herkend, ze werd aangehouden en onmeêdoogend meêgevoerd met zooveel andere naar ’t arsenaal. En het volk, zult ge zeggen? Het volk was al zoo opgewonden als de soldaten. En geen wonder Had men het volk niet wijs gemaakt dat de Paters op het leger schoten e« bommen wierpen in de straten? Had me» niet bij de Jezuïeten twee Paters neerge- ▼eld met het geweer in de hand? ’t Kwam later uit’t waren twee ma trozen die zich in paters hadden verkleed om ’t volk beter op te maken 1 Maar ’t is niet alles. De Zusters van De Panne hadden als algemeene overste eene portugeeache gravin, die van hare ouders groote eigen dommen had geërfd. Het klooster en de hoving, met gronden en goudmijnen daar rond, behoorden haar toe. ’t Was te Elke Vlaming kent de geschiedenis van de fiere Gentenaars die in hun hemde, het strop aajwlen hals en plitse-platse ber- voets^Keizer Karei te gemoet moesten gaan |m de bewaring van hunne stad af te smeeKn. Kajel liet hem verbidden en de stad werd gespaard. Liberalen van onzen tijd, ziet gij daarin uwe beeltenis niet? Van uw blauw vaandel hebt gii een hemde van schande gemaakt gij hebt al wat u eigen was aigeworpen en de koorde rond den hals u geleverd en overgegeven aan de socialisten, die gij over korte jaren nog uwe ergste vijanden noemdet. De Gentenaars plooiden tegen wil en dank onder hunnen wettigen meester, met den spijt in den krop en rood van schaamte. Gij, liberalen, gij lacht en schijnt tevre den de slaven te worden .van uwe be spotters en ’t juk te dragen van uwe ergste vijanden. De Gentenaars kregen ten minsten de verlossing van hunne stad en het leven van hunne medeburgers en gij liberalen moet alles afstaan en krijgt niets anders dan beschimping en spotternij. Bij zoo verre dat de socialisten luid op durven zeggen De liberalen hebben ons alles gegeven en wijwij hebben zelfs hun geene enkele belofte gedaan. Verloochen dan uw vaandel om de roode vlagge te volgen en te kruipen voor eenen Anseele, Debunne of Vandervelde. één, al drup- langs de huizen gedremmeld, uit van herkend en hun portret getrokken te worden door liefhebbers vanïichtprenten. Of er gelachen wierd Maar niemand Keizer Karel

HISTORISCHE KRANTEN

Het Kiesblad van Dixmude (1875-1958) | 1912 | | pagina 1