2
Stemt onder nummer 2.
Stemt van boven op den kop
Kiezers
stemt onder n° 2.
n°
SI
H
.1
onder
Afgeluisterd.
Stemt onder N° 2.
werk.
Berten
STAD DIXMUDE
Verkiezing van elf Gemeenteraadsleden den 10 October 1926.
De katholieke partij
is eene ware
Nationale partij.
e
s
kF
en Ko.
2—
i
Nijverheid en
Nu Berten tof:- zien en slaap
ver-
s
om
en
en
zijt een
geen tel
dat
hier
<L)
4->
cn
c
co
cd
C
O
en 'k zal ze zeker best naai de markt
doen, Maandag aanstaande, en ver-
koopen aan’nen poeljenier. Kuntjegie
mij nog andere bezorgen?
Warten. Voor u altijd, ge Veet
dat hé
Miel. Van die goê origine diar,
zonder Engelsche kruising.
Warten. Ja zeker, en ge gaat ervan
’en, ge kent ze hé 1
Miel.Jaa’k, dank u, ’k ben Mij,
van ’k zou precies uit geen strate hanen
kweeken ook, ’t loopen immers al kiekens
genoeg in Dixmude die geen zuiver las-
kiekens zijn.
Warten. Miel g’hebt gelijk cok,
’k ben nu weg weie en tot later.
-
Warten. Dag Miel! Hoe gaat ’t?
Miel. Goed jongen, wat nieuws al?
Warten. Goê were hé! voor dezen
tijd van ’t jaar.
Miel. Jaa’t ’t is partuklier, ’k heb
het nog nooit geweten, zoo late op het
jaar dat de mollejongen nog over strate
loopen.
Warten. Inderdaad, en dat voor
spelt eenen strengen winter, ’t zou kun
nen vriezen dezen winter dat de duivels
langs de eiken klimmen maar als je
klapt van mols, Miel, ’t zat verdraaid
gisteren ’t mijnent een tegen d’achter-
deure; ’k peisde ba ja, zijn vel is nu nog
niet te vele weerd, maar wat ik nog
nooit gezien hadde, zijn teennagels
waren vernickeld
Miel. Wat een mol ’t joenent! Is
’t ook kiezinge op Beerst dè?
Warten. Miel aas-tje belieft jongen
van geen kiezinge klappen enêe, ’k weüne
ik daar in ’t nomans land, en nu zijn
wiedre ’t schaap ten is alleens niemand
die ons iets belooft, we zijn geen Dik-
smudelingen, en te ver afgelegen van
Beerst, ’t is nog best dat ze op onzen
hoek allemaal nog en twats neringe doen.
Miel. Ge zijt n’en gelukkigen vent
gie! Maar a propos, komt n’en keer
binnen, zien naar mijn hennen.
Warten. Miel, wat is er daar aan
uw haans?
Miel. Dat zijn domme haans.
Warten. Dat is nu n’ spreuke, dat
zijn domme haans, wat wilt ge gij daar-
meê zeggen
Miel. Ze kunnen geen fransch.
Warten. 't Dunkt me dat ze te veel
fransch gekunnen hebben. Luistert n’en
keer hier Miel 1 haans dat ge te vroeg bij
poeltën laat, krijgen van in hunne jonk
heid n’ nepe en ze deugen nooit meer,
’t zijn echte Rabbelaars geworden, ze
gaan door hun knieën, en zoolang en zoo
scherp en zoo mager 1 Maar Miel toch
wat hebt ge toch gepeisd hoe is ’t moge
lijk?
Miel. Ja, ’t is waar, maar wat nu
gedaan, dat ik ze moeste vetten, wat zegt
ge daarvan?
Warten. Miel jongen n’en roert
daar niet aan, al wat ge er aan geeft is
te vele, zulke beesten n’en krijgt ge nooit
vet, ja van ’t langs om mager en taaier
komen, dad-de.
Miel. ’t Zou wel kunnen zijn ook,
Wat ide grtoote katholieke partij al
tijd heeft, onderscheiden van de anderé
partijen, dat is dat deze laatste alleen
partikuliere Ibeliangfen vertegenwoor
digden, hetzij de belangen van de
burgers, hetzij, zoogezegd tén minste,
de belangen van de werklieden; ter
wijl daarentegen de katholieken al de
maatschappelijke klsssen der maat
schappij in hunne rangen opnemen en
ieder zijn peroonlijké voorkeur ten
offer brengt om waarlijk een nationaal
geheel te vormen.
bij te scbre:en
nog
om
Hoe komt het echter, vraagt de
Diksmudsche kiezer zich af, dat de
welbekende klakkenfabriek van Dix
mude die voor den oorlog een dertigtal
werklieden gebruikte en waar M. Ar
thur de grootte baas laltijd geweest is,
nu sedert den oorlog in Brugge over
gebracht is?
Dag Beriten, dag Ko.
Welk nieuws al goedé jongen:
Ko, Dat we gaian lachen met de
stemming.
Berten. Waf:, lachen met de stem
ming.
Ko. Wel zekér jongen, en we heb
ben er rieden voor.
Berten. ’t Is waar vijf lijsten:
wie hadde dat toch kunnen pelzen:
Ko. Berfen, hebt ge al uw keus
gedaan.
Berten. - - Jaj podomme, ’k stern
voor de lijste van L zwaarste gewichr.
Ko. Mam Berten toch wiat ver
teld ge ‘daar nu: wat is. dat nu voor
een lijst.
Berten. Wel Ko, weef; ge dat nu
■nog niet: deze van ’t Khppoentje: ge
weet wel nen vent, uit een'stuk: deze
heeft niemand noodig van Dixniune:
hij zal werken voor zijn eigen zelveu:
geholpen door den Hikken uit ’t ge-
meenitemHjgazdjni: dat is .(Jan flinke
Financieman geworden sedert hij daar
a.l die briekken én pannen heeft leeren
ellen.
Ko. Berten jongen ge
kluchtspeler: zulke lijst is van
niemand meti gezond verstand zal
voor stemmen.
Berten. Wait, ik1 heb ik een wed
ding met den dikken voor een nrtter
saucissen, dat hij zijn buize zeker is.
Ko. 't Ware wel verdient iedereen
zou erf zijn deugd in hebben: en de
preterBie zou wel wat vallen.
Berten- Nu Ko, den tijd zal 't
uitwijzen en ’t ware in alle geval wel
verdient: ’t zijn toch maar scheurma
kers: nog mossel nog visch.
Ko.
wel.
Onder dezén titel komt de heer Ra-
bau de kiezers om den tuin leiden met
de belofte, nijverheidsgéstichten te sul
len doen oprijzen. Eilaas zijne belofte
komt ongelukkiglijk voor hem. wat te
laat, nauwelijks veertien dagen, voor de
kiezing, juist gelijk het voonlbereidirgs-
werk aan het park en het leggen w:i
den elektriekén kabel.
Denkt hij misschien dat de kiezers
vian Diksmude zulke onnooizele snul
len zijn om zich zoo gemakkelijk zand
in Üe oogen t!e latenstipoien, wel M-
Rahau, een Diksmudeling is veel ie
veifatandig] om zich zelfs door u, té
laten beethem):-n zijne spreuk is im
mers# wij vragen daden en geéne
woorden»
Tn Arthur’s bladje heeft iedereen iot
zijne grooté verbazing gelezen dat deze
held «onverpoosd en onvermoeid Vj?
ja ren lang heeft geloopen om hier nij
verheid in stad te krijgen» maar won
deer de Diksmudsche kiezer honderd
maal de stad rondloopt, om de vitucht
van den arbeid dan M. Arihur op te
zoeken, ontdekt hij niets, totaal nie's
zelfs niets met een vergrootglas, ten
ware dat de strooifabriek en voorna
nlelijk de 'bloeiende dfcamantelijpenj,
die wij 't allentijde als het- prachtwerk
van een onzer béste vrienden be
schouwden, buiten ieders we te door
onzen Vluggen Arthur zou opgeriéht
geweest! zijn gjédiurendei zijn vfeijblijf
te Brugge.
Kiezer lach niet! Arthur zal hier
nijverheidsgestichten doen oprijzen
Nu is het oogeriblik gekomen
hem loon naar wenken te geven
hem 'mét zijne ijdele beloften
kwakzalverij aan de deur te zetten.
Wanneer een 'Diksmudélinge, die
wij allen goed kennen, dan met vele
schoone beloften van Arthur, in de
verhuisde kakkenfabriek terecht komt
om werk te krijgen voor haren zoon
en dood Wiardje Tuur’s «associé» bij
na aangenomen wordt, ziet zij Wardje
jeplotséling weggaan en hoort zij in
het nevenkamertje onze knappe Ar
thur de flimeuze 'volksvriend zeggen:
«geen werk voor Dikemudenaars, her.
zijn allen luiaards».
Is het niet om er
Vriend Kiezer? gelooft nu
Arthur zijn beenen afloopt
nijverheid te doen ontstaan?
Dat kunt gij, Kiezer, met uw stem
te geven aan de kandidaten die
stand .hebben van zaken, én gij maakt
het wit bolletje zwart
Vandemoorte!
Glorie
Titeca
Missiaen
Van Mecke
Vanblaere
Vanparys
Vincke
cö
-ö
d
0)
0)
sö
S
O
0)
ba
ja
d
td
5
CÖ
tÖ
o
Boekdr. J. Va,nblaere-Decaesteck©r, Dixmude.
S2SS3
KSSSSüSESaSïS
O
CO
P-H
“4
rö
p*^
u
o
4-1
f-4
SÜ4
<33
ci)
si
S3
«3
SS