Uit de Brieventesch
J7V- J. Cornelis, adj., C. I. A. M., 3e Cie, 3ft
Dieppe, 3-3-17. Met vreugde laat ik u
weten dat ik eindelijk Parigné verlaten
heb en dat ik op weg ben naar 't fronts
Na eenige dagen in Criel verbleven te heb
ben waar men ons de verscheidene typen
van mitrailleuses heeft Ieeren kennen, zijn
wij in Dieppe afgestapt in de C. I. A. M.
alwaar wij verblijven tot den 23" van dezen
maand, en alsdan en avant marche front-
waarts! Daar mijn broeder in het 7e piotten
is, heb ik insgelijks het 7e gevraagd en ik
hoop wel van bij hem te vallen.
heugen brengen, zagen wij in eenen blik de
ptrinen van het Heidendom de overblijfsels
van 't Jodendom (het zwartachtig kandelaar
staat immer op de triomfpoort gebijteld),
het opkomend kristendom dat men tracht te
versmooren in zijn bloed in 't Coliseum en
eindelijk het zegevieren van 't kristendom
voorgesteld door de triomfpoort van Con-
stantijn de Groote.
J. Vanneste, aalmoezier, C 3o/I.
In Criel heb ik Em. Bossaert tegengeko
men en wij zijn tegader naar Dieppe afgezakt.
Emile is in de 3e Cie en ik de 7e. Wij gaan
nog al dikwijls tegader uit, om niet te zeg
gen alle avonden, wij mogen ons wel een
beetje uitrusten alvorens naar het front te
trekken Als we daar zullen aankomen, zal
men ons wel verwijten voor embusqués
maar....
Em.Bossaert, adj. C.I.A.M., 3e Cia, Dieppe^"^
i5-3-17. Ik maak het goed in Dieppe, een
heel ander stadje dan Barnetrou. 'k Ben hier
te zamen gevallen met Jef Cornelis- Een
luilekkerlandje. 't Zal van korten duur zijn,
want Vrijdag en 8 dagen kramen wij al op.
Ik kreeg een kaartje van Joris Smis uitCette
(Middel, zee). Die kerel reist zoo maar ge
heel Frankrijk af.
Vtt.A'b. Brabandts, o/Iuit., C i5o.
Ik bevind mij tegenwoordig' in de tuchtkom-
pagnie der vijfde Divisie, bijgenaamd de
kompagnie dum-dum. Het leven is er niet
geheel aangenaam en ledige uren vindt gij er
niet. Streng zijn de maatregelen, die er in
voege zijn. Nu het is verstaanbaardie
kompagnie, mag vergeleken worden aan het
vagevuur. De mannen, die, die kompagnie
uitmaken, zijn al mannen, die, aan hun
plicht van Vaderlander te kort gebleven zijn.
Zij komen daar om hunne straf uit te boe
ten. Willen zij hun niet ondergeven, zij wor
den onmeedoogend naar het gevang ge
stuurd, die de hel is; gedragen zij zich goed,
zij worden dan, met volkomen kwijtschel
ding hunner belopen straf, naar hunne vroe
gere eenheid teruggestuurd. Om zulks te
bekomen, wordt er nogal veel van hen ge
vraagd: Zij moeten drie maanden buiten
gewonen goeden dienst doen dat wilt zeg
gen, dat zij binst die drie maanden geen
gevangenisstraf mogen krijgen. Krijgen zij
een gevangenisstraf, zij moeten een maand
langer in de kompagnie verblijven.
yyS— Valere Muyssett, o/luit., D. O. A. H.,
Gainneville (S. Inf.). Ik verblijf sedert drie
weken in Gainneville wat zooveel be-
teekent als te midden de velden. Alleen een
klein kerkje verwittigt en dat gij aan het
dorp gekomen zijt. De wegen en openbare
banen zijn eentonig en verlaten. Maar de
natuur is prachtig en de lucht is gezond,
wat genoeg is voor mij die mij moet herstel
len en verkloeken. Ik ben hier dicht van Le
Havre, waar ik 's zondags eens heenga,
en waarin ik eene aangename afwisseling
vind. Ik persoonlijk heb zorg voor hunne
kleeding en onderdak van 2000 man, maar
ik heb schrijvers fourriers en bedienden ge
noeg, ter mijner beschikking om geen over
last te hebben. Voor een maand en half ben
ik dus naar den depot van Dieppe getrok
ken waar ik inapteverklaard werd.
Daarop deed ik eene aanvraag bij het minis
terie om in een hulpdienst te treden. Voor
antwoord ontving ik een ordre de marche
voor Gainneville. In Dieppe heb ik eenige
aangename stonden kunnen overbrengen
met Gaston Vermeersch en Jozef Cornelis,
beide adjudant.
Mijne gezondheid is nog niet heel her
steld, ik lijd nog dikwijls aan hoofdpijn en
daarbij nog aan bloedarmoede. Studeeren is
voor mij op het dagorde niet meer, slechts
nu en dan voel ik mij bekwaam een uur in
een boek te lezen of het een of andere van
vroeger te herhalen.
FeL Rommens, C.I.S.L.A.G., 18-2-17.3
Voor 't oogenblik ben ik weder buiten slag
en ik ben er bijna beschaamd om. Mijne
vrienden denken zeker: wat is me dat een
embusqué! En toch ge moogt me gelooven,
ik ben nog duizend keeren liever op 't front..
2
r