In den hemel
Sec
Een dag vertol in Bretayne
Dagelijks na de patatten (liever na den
rijst of de zwarte boonen; patatten worden
nu heel raar lijk de groensels in de soep)
deden we een uitstapje. En of wij ons verlus
tigden met al de grappen en poetsen van 't
studentenleven... Hoe zal 't na den oorlog
gaan. Lammekens blijven kunnen we ook
niet, want ze bijten ons somtijds te dicht bij
den roeper.... nu al die ruwheid zal wel af
vallen als wij in den zoeten huiskring op
nieuw zullen vertroeteld worden.
Jozef is eindelijk naar 't front afgezakt; en
ik heb al duchtig zijn nieuwe edukatie be
gonnen: 't is wel maar aardig van nen piot
tegenover zijn sergent, maar 't is nen piot
met ondervinding, moedig tot op een zeker
punt en kloppen ais 't van doene is. Nu 't en
schilde al niet vele over drie dagen of we
zaten overze moesten ons tegenhouden
we wilden te vele doen. 'k Heb in de tran-
chées Delamole tegengekomen, die brancar
dier is in de Cie ïuttut. We hebben te samen
eens de verwoestingen gaan bezien, aange
bracht door'tlaatste bombardement: 'twaren
nogal redelijk puttenabris ongestuiktalles
a volonté en toch geen mannen gekwetst noch
gedood, de duitsche weten wel wie ze voor
hen hebben en ze zijn benauwd van ons ook.
't Is een werk nu 'k ging in d' hemel
Groeten Petrus, mijn patroon,
Kijken of hij reeds daarboven
't Oorlogsleven was gewoon.
Doch ik vond hem heel in tranen
En wijl 'k wreef zijn oogen droog
Zeid' hij spreek me van geen oorlog
Jongen, d' hemel is gedaan hier hoog.
'k Heb de sleutels van den hemel
Van de deuren alle bei,
Een van voor hier schoon en prachtig,
Jozef 's ladder achter mij.
Want en dit moogt ge wel weten
'k Bouwde voor de ladder sterk
Een deur uit staal en ijzer
Zoo een echt vulkanen werk.
Doch raad wat die helsche schurken
Uit uw ras, verduiveld doen?
AI die ge op de wereld acht ais
Heldemannen recht en koen.
Ik hoor kloppen aan de deure;
'k Ga en zie een doode staan
'k Ben voor God en land gestorven
Zegt hij, laat me in d' hemel gaan.
'k Laat hem binnen,maar daar achter
Hoor ik weder iemand slaan.
'k Ben voor God en land gestorven
Ik kom in den hemel aan.
En zoo allen wit en zwarte
Schurken, dronkaards, moordenaars,
Allen komen zij nu binnen
Al de zware schuldenaars.
Zoo zie 'k al de hemelzalen
Volgestampt, ja berstens vol
'k Zweer dat een van deze dagen
d' Hemel valt in Pluto 's hol.
J Kijk dien hemel daar eens aan. Dat is deVflty-
kleine Mont S' Michel, waarvan heel 't bo
venste gedeelte, bekroond door een kapel,
door menschenhanden werd gemaakt dat
gedeelte is niets anders dan een voorhisto
rische begraafplaats, 't zijn al kleiner een
grootere dolmen 's en "koffers" (1) en
Cist-Ven (2) waarover de vaderen een heu-
vei aanlegden van kleinere steenen met dan
nog eene laag zeeklei om te beschermen te
gen 't water. Nu is de heuvel doorboord met
gangen door de moderne zoekers er in ge
maakt om vrijen doorgang te geven tot die
grafsteden Onder dien steenen heuvel dan,
aan beide zijden van die vernoemde donkere
gangen, rust hier de asch (lijkverbranding)
daar verder het gebeente (lijkbegraving) van
voorvaderen. Van hoevelen? Van hoe groo-
ten? Van vorsten? Van een ganschen volks
stam? Op den heuvel staat een kapel en ee-
nige stappen verder een steenen kruis als
teekenen van kerstening op het puin van die
heidenen. Doch de kapel is zoo verlaten?
En het licht van het geloof heeft niet gesche
nen voor die ouderen.
In Karmac-dorp zelf vinden wehetmuseum
waar ten toon gesteld liggen steenen bijlen,
steenen pijlpunten, steenen hamers, enz. uit
den tijd der dolmens, zelfs een gouden plaat
je en bronzen voorwerpen gevonden in de
dolmens en (zoo verklaart de conservateur
van 't museum, Le Rouric) waarschijnlijk
aangebracht door de Pheniciërs of Grieken
die handel dreven met deze kusten. Van som
mige teekenen in de steenen der dolmens
gekapt.
Waagt de man ook wonderbare verklarin
gen met ten minste een duimdik vrijzinnig-
heid op!
Drukkerij, Alexis DE CARNE, Slave!
Ci
E. Cornells C 143 8 Cie tfO'C
A ut. De Necker telef. C 55 1 C
<3* vervolg
1Koffer" Coffre dolmen zondefinleidingsgang.
(2) soort van grafstede gedekt niet dooréén steen
gelijk bij de dolmens maar door een dubbel
reeks steenen die schuins tegen malkander
liggen.