Enkele flitsen uit het ontstaan der
Til
jj
1924
Onze
tyeek-end
Reportage
Ook met deze Paasdagen
bezoek naar de Handelsfoor
trekken weer duizenden naar leper op
De eerste Handelsfoor
Hajideisfoor.
in de straten
Steeds heter
leper herrijst
Terug naar de Hallen
In goede handen
De stad der puinen
Onverwachte
mededinging
leper te weer
Heer Ame GRUWEZ
HET WEKELIJKS NIEUWS Zaterdag 24 Maart 1951 *- Bladz. 13.
Men kan een Handelsfoor een modeartikel noemen. Tallen kante immers en ieder jaar
kent men deze gebeurtenis. Geen stad die zich eerbiedtigt ot zij zal minstens éénmaal per
jaar dergelijke manifestatie op touw zetten en er de kooplustigenaar toe lokken. Men kan
dan ook in zekere zin van een devaluatie spreken van het princiep zelf der Hanielsfoor. let
of wat belangrijke gemeenten beginnen er ook reeds mede uit te pakken en jammer ge
noeg moet men op dit gebied ook zeggen dat het «te veelschadelijk is. Deze gedachte
werd hier niet naar voor gebracht om het begrip Handelsfoor in een minder gunstig dag
licht te stellen en zeker niet om dit gebeuren in de stad der Lakenhallen van de troon te
halen.
Het dynamisme dat schuilt in lepers jaarlijkse Handelsfoor kan door niets beter in het
licht gesteld worden dan met de vergelijking van hetgeen heden soms al te veel herhaald
wordt. Zeker, het doel blijft overal hetzelfde, namelijk het handelsleven te stimuleren en
voor de handelaars en ambachtslieden een beter afzetgebied te vormen door nauwer kon-
takt met het kopend publiek.
De basis echter en het ontstaan zelf der leperse Handelsfoor stellen haar in tegen
stelling met alle gelijkaardige gebeurtenissen. Hier was het geen modedrang die de hande
laars ertoe dreef om eens te doen gelijk elders, het was de grote nood van leper die dat na
de eerste torlog opnieuw wilde leven en zichzelf dwong om uit het puin te herrijzen. Deze
nood was het die deze traditie ingeluid heeft en aan de basis ligt der leperse Handelsfoor.
De initiatief volle bezieler en Voorzitter van het Comité
der leperse Handelsfoor, hij die voor een groot deel de
loep naar leperbewerkstelligde.
HANDELSFOOR 1947. De oorlog is voorbij, met vereende krachten
werkt leper om de traditionele Handelsfoor terug in het leven te
roepen. Hierboven foto van de opening der eerste Handelsfoor na
de tweede wereldoorlog.
HANDELSFOOR 1948. Dit jaar werd er te leper, ter gelegenheid
der Handelsfoor, een Frans-Belgische dag gehouden. Van links naar
rechts bemerken we: Burgemeester Vanderghote; de Heer Onder-
Prefekt van het Noorden; Weled. Heer Gouverneur Ridder P. van
Outryve d'Ydewalle; de Consul van België te Kortrijk; Heer Alla-
brune; Kolonel en Kapitein Samyn.
terug naar de Lakenhallen. In 1932
bracht de Gouverneur van West-
vlaanderen een bezoek aan leper
bij gelegenheid van zijn Handels
foor.
In 1934 werd een record van be
zoeken geteld, men bereikte de
14.000. Dit zou in 1939 verbeterd
worden door meer dan 20.000 be
zoekers.
In deze periode werd de Han
delsfoor telkens geopend door de
Heer Burgemeester Vanderghote of
door de Voorzitter der Handelska
mer, dhr Vermeulen. Met 1940 werd
de traditie verbroken om pas twee
jaar na de oorlog, in 1947, hervat
te worden. Inmiddels was in 1946
een tentoonstelling van de ontmij
ningsdienst gehouden.
In de leiding der Handelskamer
was, na de oorlog, dhr Vermeulen
opgevolgd door dhr Gruwez als
voorzitter, terwijl dhr Feys dhr Ta-
hon als secretaris opvolgde.
De Witte Donderdag werd te
leper opnieuw het rendez-vous der
handelaars en nijveraars en tevens
van het kooplustig publiek.
Het Ere-Comité der Handels
foor is als volgt samengesteld: de
Heren Ridder van Outryve d'Yde
walle, gouverneur der provincie;
Robert De Man, senator en gewe
zen minister van Wederopbouw;
Vanderghote, burgemeester van
leper; Z.E.H. Verhaeghe, deken der
stad; Missiaen, senator; Stubbe,
Lefere en Lahaye, volksvertegen
woordigers; Storme bestendig af
gevaardigde; Muiier, schepen der
stad.
Het Comité van de Handelsfoor
is als volgt samengesteld: de He
ren Glissoux Eugeen, ere-voorzit-
ter; Gruwez André, voorzitter; Ro-
byn Omer, ondervoorzitter; Feys
Gaston, secretaris; Van Raes Ge
rard, schatbewaarder de leden
Craye Prosper, Stevens Omer, Mon-
kerhey Leon, Dewulf Jos., Stevens
André, Vandenbossche V., Huvelle
Maurice, Cardinael Edgard, Hof-
lack Raoul en Marynen René.
Onder dergelijke leiding kan het
niet anders of deze tentoonstelling
zal op blijvende wijze lepers faam
bevestigen.
HANDELSFOOR 1949. Dit jaar was het Minister Troclet die. sa
men met de jaarlijkse genodigden en overheden, de opening der Han
delsfoor bijwoonde
in haar schoot werd toentertijde
de Handelskamer van Brussel ge
sticht. Hiervan wordt gewag ge
maakt in een rede uitgesproken op
20 Maart 1950 door Pelgrims,
gewezen plaatsvervangend voorzit
ter der Handelskamer van Brussel
en ere-voorzitter der Syndicale Ka
mer der Stoffenhandelaars, hij zegt
o.m., sprekend over de strijd der
Gilden rond de jaren 1700: «dé-
samparé, ie nouveau commandant
général Bedmar s'en fut jusqu'a
Ypres qui n'avait plus, elle, le climat
corporatif. C'est la qu'avec l'as-
sistance de Barentin, le commis-
saire départemental et conseiller
de Louis XIV ainsi que le concours
de quelques négociants qui l'accom-
pagnaient il fonda, le 3 février
1797, la Chambre de Commerce de
Bruxelles.
W3 vertalen: «onverwijld, begaf
de nieuwe kommandant, Generaal
Öedmar, zich naar leper waar er
toen geen corporatieve geest meer
heerste. Met medewerking van Ba
rentin, commissaris van het de
partement en raadgever van Lode-
wijk XIV, en met de medehulp van
enkele handelaars die hem verge
zelden, stichtte hij er op 3 Fe
bruari 1703, de Handelskamer van
Brussel.
Ditmaal echter zou de leperse
handelaar voor eigen belangen
vechten.
Een plakbrief werd gedrukt op
een groot aantal exemplaren waar
in aan de inwoners der stad werd
kond gedaan dat zij al het nodige
voor hun dagelijkse behoeften in
eigen stad konden vinden. De pro-
dukten werden er opgesomd en ter-
leper, de Lakenstad, herleeft. 1914-18 legde het totaal in puin, maar de Vlaamse wilskracht bracht
steen na steen bit en niets werd onverlet gelaten om het terug te brengen tot ivat het was.
De St-Maartenskatkzdraal (rechts) is voltooid; links zien we de groeiende Hallen terug uit de grond
rijzen, kalm, maar zeker. Zo zag de Halle er uit in Juni 1950; nu staat ze al een trapje hoger...
en ze rijst steeds voort!
Met weemoed werd teruggedacht
-an de prachtige Lakenhallen waar
roegere eeuwen de bronader door-
•.een liep van Vlaanderens wel
vaart. Die Hallen lagen nog steed:
in puin doch zouden wel
Hoeft het gezegd dat er volk wast Sprekender bewijs van het
sukses der Handelsfoor kan niet voor ogen gebracht, 't Zonnig
Paasweertje roept de mensen, na alle Winterslameur, terug buiten
en hun' eerste uitstap is... de leperse Handelsfoor.
zelfdertijd de namen en adressen
van de handelaars waar deze wa
ren konden bekomen worden.
Dit initiatief miste zijn doel niet
en de vlucht naar buiten werd in
gedijkt.
Ver-mits de vroegere Handelska
mer niet terugkeerde werd het
voorlopig gesticht comité defini
tief en nam alsdusdanig de teugels
van het zakenleven voor goed in
handen. De Heren Vermeulen en
Tahon bleven respectievelijk voor
zitter en secretaris der Handelska
mer tot in 1940.
Aan initiatieven en voorstellen
ontbrak het niet Het sukses van
de bewuste plakbrief spoorde aan
om nog een stap verder te gaan.
Met die plakbrief... werd het ini
tiatief van de traditionele leperse
Handelsforen geboren.
Brittannique en Excelsior
dienden als tentoonstellingszalen,
de handelshuizen Theeten en Wolf-
Boone, in de Rijselstraat, herberg
den een ander deel van deze foor.
Men had niet minder dan 150 deel
nemers in 44 bijzonder mooie stan
den. Van stadswege was er een
1 toelage verleend van 1000 fr.
In De Poperinghenaar van
27-4-24 vinden wij het volgende
over deze schitterende handelsma
nifestatie: dieper, centrum van
alle handelsoperaties onzer herbo
ren gewesten... én handelaars, én
neringdoeners geven te dezer ge
legenheid het zekerste bewijs dat
zij voor vreemde concurrentie niet
moeten onderdoen. y>
Verder heet het; onze eerste
handelstentoonstelling mag uiterst
welgelukt heten en onze handelaars
en nijveraars hebben bewijs gege
ven van kloeken durf en taaien
wil»... Duizenden nieuwsgierigen
verdrongen zich in de ruime ten
toonstellingszalen en bewonderden
de talloze in leper vervaardigde
voorwerpen en produkten.
Hierbij dient nog vermeld, dat
de harmonie Yprianadeze han
delstentoonstelling opluisterde.
rijzen, dat wist ieder Ieperling. Men
zqn echter op middelen om terug
volk naar leper te trekken en toen
kwam het voorstel om een Han
delsfoor te houden. Neen, die ge
leerde naam gaf men het niet, men
sprak liever van een tentoonstel
ling, een soort handelstentoonstel
ling, wat ten slotte op hetzelfde
neerkomt. Een dergelijk gebeuren
was in 1924 nog onbekend, alleen
zeer grote steden durfden het aan
een dergelijke foor te houden.
Doch hier te leper dwong de nood
tot stoute daden, men moest voor
uit: erop en erover. Zo werd 1924
het jaar van de eerste leperse Han
delsfoor. De opening geschiedde
op Witte Donderdag terwijl de slui
ting op Paas-Maandag viel.
Op een zeer oorspronkelijke wijze
werd te werk gegaan. De hotels
Wat vooral een speciaal stempel
gedrukt heeft op deze gebeurtenis
is het feit dat vanaf het eerste
jaar en nog tot op heden de Han
delsfoor eigenlijk niet beperkt is
tot de tentoonstellingszalen. De le
zer zal bemerkt hebben dat wij
hoger spraken van 150 deelnemers
en slechts 44 standen. Vele deel-
wordt gezegd dat men zelfs tot op
de zolders exposeerde, dit schijnt
inderdaad met de waarheid te
stroken. Vanaf 1925 echter kon
men de lokalen bezigen van de
Vrije Beroepsschool. Een nieuwig
heid werd voor dat jaar bedacht
namelijk een bloemenwedstrijd in
gericht door de Koninklijke Hof-
bouwgilde. De gekende kunstschil
der Quisthoudt exposeerde van zijn
beste werken. Dit gaf een zeer voor
name toon aan de Handelsfoor
zelf. Op initiatief van de Firma
Stevens-Pattou werd op de Grote
Markt een hangaar opgetimmerd
waar deze firma haar landbouw
machines ten toon stelde. Ander
maal waren er een 150-tal deelne
mers die in de standen of thuis
zelf exposeerden.
Voor 1926 besloot dhr Julien Ta
hon de aankondiging van de Han
delsfoor als volgt in De Poperin
ghenaar» van 28-3-26: Een een
drachtig streven om onze stad in
deze lastige tijden herop te beuren
bezielt n en als een nieuw leven
vloe'i in de aderen. Neen, duizend
maal neen.' de stad onzer vaderen
is nog niet dooa als allen widen zal
zij niet vergaan. Hoog dus de har
ten, aan ons zij de zege.
Meer dan 60 handelaars expo
seerden in de lokalen der Vrije Be
roepsschool die Z. E. H. Bouteca,
bestuurder der school, hen ander
maal bereidwillig ter beschikking
had gesteld. Dhr Burgemeester van
leper opende op Witte Donderdag
de foor. Men telde ruim tien dui
zend bezoekers. Daarbij werden de
leerlingen der scholen van leper en
omliggende uitgenodigd en kregen
vrije toegang.
HANDELSFOOR 1950. Met dezelfde luister als altijd werd de
Tentoonstelling geopend. Heer P. W Segers, Minister van Verkeer
(midden/, kwam met :.i'n aanwezigheid deze leperse Kunstprestatie
vereren. Van links naar rechts bemerken we: Oud-Minister Senator
De ManHeer Glissoux, Voorzitter der leperse Handelskamer en Ere
voorzitter van het Comité der Handelsfoor; dan Minister Segers;
Heer Rbbyn, Eerste Schepen der stad en Ondervoorzitter der Han
delsfoor en uiterst rechts Ridder van Outryve d'Ydewalle, Gouver
neur der Provincie.
nemers inderdaad exposeerden niet
in de standen van de eigenlijke
foor doch hielden aan huis zelf een
eigen tentoonstelling. De uitstal
ling was voor die gelegenheid bui
tengewoon verzorgd. Deze hande
laars sloten zich op deze wijze aan
bij de eigenlijke Handelsfoor. Zij
werden trouwens in het program
ma vermeld als deelnemers die
thuis ten toon stelden. Men kan
hier misschien wel een zeker ver
band vinden met het gebruik dat
de laatste jaren veel uitbreiding
nam en er in bestaat op Witte
Donderdag speciale zorg te beste
den aan de uitstalling, gebruik dat
zelfs op vele plaatsen uitgegroeid
is tot een etalagewedstrijd.
Van deze eerste tentoonstelling
Het jaar 1927 was gekenmerkt
door een grote vooruitgang in
lepers wederopbouw. De Menen
poort, het schoon Brits oorlogsge
denkteken, werd opgebouwd. De
vreemdelingen bezochten meer en
meer leper, de stad van het oor
logslijden, vanwaar de toeristen
vertrokken om het oorlogsfront te
bezoeken. Van 14 tot 19 April was
het andermaal Handelsfoor, door
dhr Burgemeester Colaert op Witte
Donderdag plechtig geopend. Niet
minder dan vier muziekmaatschap
pijen gaven concerten ten beste ter
opluistering van deze foor. In 1928
werd voor de vijfde maal geëxpo
seerd, een koloniale en landbouw
tentoonstelling en een stand over
het diamantsfijpen kwam het reeds
bestaande aanvullen. In het jaar
HANDELSFOOR 1948. Minister De Man, Minister van Wederop
bouw, was de notabele wie Heer Gruwez in z'n openingsrede mocht
begroeten.
1929 was men er stellig van over
tuigd van het grote belang dat dit
gebeuren speelde in de Westhoek.
In «De Poperinghenaar» van 29-2-29
lezen wij: «De Handelsfoor heeft
enkel en alleen voor doel het her
leven van leper, de oude Kathe
draalstad, uit haar assche verrezen,
de hoofdplaats van het Westland,
de kunststad, waar vroeger ieder
huis een museum was en ieder am
bacht een kunst. Een maand vóór
de opening meldde het Inrichtend
Comité dat de 65e deelnemer voor
-le vaste standen ingeschreven was.
De totale te verzekeren som be
droeg toen reeds meer dan een mil-
iioen. Als nieuwe aantrekkelijkheid
werd dit jaar in de Middelbare
School een tentoonstelling gehou
den over de Vliegdienst.
In 1929 werden meer dan 10.000
'igangskaarten verkocht.
Het jaar 1930 betekende een tri
omfjaar voor leper. Op Palmen-
Zondag werd de herbouwde Sint-
Maartenskerk ingehuldigd. Voor
het onderbrengen werd beroep ge
daan op de lokalen der Middelbare
School in de Noordstraat, doch
slechts voor een gedeelte, want in
de gedeeltelijk herbouwde Hallen
werden twee vleugels opengesteld
voor de Handelsfoor. Sedert dit
jaar had leper voor goed terug
aangesloten met het oude verleden.
Jaar na jaar keerde do handelsfoor
In officiële kringen scheen ook
meer en meer belangstelling ge
wekt voor de leperse Handelsfoor.
Het was dhr Gouverneur der pro
vincie zelf, Ridder P. van Outryve
d'Ydewalle die in 1947 de Handels
foor opende in aanwezigheid van
talrijke vooraanstaanden, waaron
der Minister Robert De Man. In
1949 mocht leper twee Ministers
begroeten, de Heren Troclet en De
Man, die naar de Lakenstede ge
komen waren om getuige te zijn
van dit gebeuren en deze foor te
openen. Minister Segers zette in
1950 deze traditie voort. Men mag
dus wel terecht zeggen dat leper
zijn Handelsfoor als een gevestigde
traditie beschouwt. Het is een jaar
lijkse troepenschouw geworden voor
de handeldrijvende stad. Want dit
moet wel onderlijnd worden, name
lijk dat enkel leperse firma's of
firma's die in leper een vertegen
woordiging hebben, aan deze ten
toonstelling mogen deelnemen.
Het spoor is vast getrokken. Voor
leper is het een ereschuld op deze
weg voort te gaan en dat is de
Lakenstad dan ook vast besloten.
De leiding der Handelsfoor heeft
de teugels vast in handen. Mochte
onder het beleid van dhr Gruwez,
bijgestaan door zijn onvermoeibare
Secretaris Feys dit handelsgebeu-
ren een bestendige opgang kennen.
Geen steen was er op de andere
gebleven van het trotse leper toen
het oorlogsmonster er tijdens de
eerste wereldoorlog 1914-1918 over
heen trok. De Ieperlingen die na
de wereldbrand terugkeerden naar
hun vaderstad vonden er alleen
het schrijnend puin van hun ker
ken, hun Lakenhallen en hun fiere
koopmanshuizen. Alles was tot op
de grond verwoest en slechts en
kele monsterachtige steenbrokken
der Lakenhallen stelden hen in
staat zich min of meer te oriënte
ren en midden de bomtrechters de
plaats te ontdekken-waar zij eens
woonden en gelukkig waren
Niemand bleef echter bij de pak
ken zitten en steen voor steen
stond de Lakenstad, die eens de
trots van Vlaanderen was, terug op
uit haar puin. Het ging zelfs vrij
vlug van de hand en spoedig steeg
het bevolkingscijfer, want de oude
heimat lokte met onweerstaanbare
stem. Barakken waren de eerste
noodwoningen voor de terugkeren
de bevolking.
Ook de handelaars en ambachts
lieden hadden zich terug in hun
vaderstad gevestigd en spanden
zich in om als vroeger de bevol
king van het nodige te voorzien.
Voor de neringdoeners was er
echter een bittere ontgoocheling
weggelegd.
leper was de enige belangrijke
stad in Westvlaanderen die door
het oorlogsgeweld totaal vernield
was. De handelaars van de omlig
gende steden zagen er dan ook een
buitenkans in, om nu eens voor
goed een sterke leperse kliënteel te
verwerven. Strooibriefjes werden in
leper verspreid waarop vermeld
stond wat men in Roeselare, Pope-
ringe, Menen, enz. allemaal kon be
komen. De leperse zakenmensen za
gen dit natuurlijk met lede ogen
aan. Zij voelden instinctmatig dat
een vlucht van de kliënteel uit
leper naar het omliggende voor
hen rampzalige gevolgen kon heb
ben en zij staken de koppen bij
elkaar. De Handelskamer die vóór
1914-18 bestaan had en de leperse
belangen verdedigde was er niet
meer. Er kwam geen teken van le
ven van. Enkele mannen besloten
dan maar een nieuwe Handelska
mer uit de grond te stampen om
in de bres te springen voor hun
rechtmatige belangen.
Het handeldrijvend leper sprong
ln 't geweer. Een 14-tal handelaars
maakten deel uit van dit ccmlté
waarvan dhr Hector Vermeulen
voorzitter werd en dhr Julien
Tahon secretaris.
Herinnerden zij zich misschien
het woord van de geschiedschrij
ver die zegt dat de steden
het werk zijn van kooplieden
Hoe dan oojr, zij handelden naar
dit gezegde en bewezen dat zij
nazaten waren van die kooplie
den der leperse Handelskamer die
eeuwen terug reeds ieders achting
afdwongen. Reeds in 1702 immers
maakt de geschiedenis gewag van
de Handelskamer van leper want
Hierboven groepsfoto van de Franse Harmonie des Mineurs», uit Wingles (P.d.C.) die dit jaar naar
de leperse Handelsfoort komt. Typisch is de mijnwerkerskledij waarin de muzikanten hun uniform von
den. Ook de Terrllbrengt op de achtergrond bevestiging van hun naam.