t Wij blijven Een edel Vorst ging heen Koning Leopold 111 deed afstand van de Troon De jonge Vorst, volgt zijn Vader op grondwettelijke en legde de eed af Een jonge Vorst treedt aan 21 van de nieuwe Vorst door de hoofdstad Triomfantelijke rondrit VOOR POPERINGE EN IEPER Thans moge geschiedenis oordelen over de harde jaren van mijn regering De Troonsafstand wan Leopold ill De SCoaingstroning ma Soutlewijn I DE TROONSAFSTAND - Nr 29 ZATERDAG JULI KATHOLIEK WEEKBLAD VOOR PÖPERINGE-IEPER-WERVIK EN OMSTREKEN ONZE 3 UITGAVEN: LEOPOLD III De Koninklijke tragedie heeft Maandag 16 Juli haar verwach te ontknoping gekregen. Innerlijk was alles reeds sedert de tragische Augustusdagen 1950 beslist; alleen hoefde het laatste deel der over eenkomst nog ten uitvoer gebracht. De lange lijdensweg van de edel moedige Vórst Leopold III hoeft hier niet meer beschreven te wor den, want ten overvloede is bekend hoe politieke list gekoppeld aan straatgeweld, er in slaagden de meerderheidswil te fnuiken. Om best wil deed Koning Leopold III afstand van de troon in de hoop aldus het land en de dynastie het best te dienen. De jonge Vorst, Boudewijn I, heeft thans zijn Vader opge volgd om de zware taak die vóór Hem reeds vier koningen op rich namen voort te zetten. Deze taak is er met het verouderen van België niet gemakkelijker om geworden. God behoede en helpe Koning Boudewijn. IN DE TROONZAAL Maandag 16 Juli greep in de Troonzaal van het Koninklijk Pa leis- dè plechtigheid plaats van de troonsafstand van Koning Leo pold III. Reeds te 10 uur stonden enkele honderdën trouwe aanhangers van Koning Leopold III bij de uitgang van het Koninklijk Paleis te Laken te wachten om aan Koning Leo pold III een laatste hulde te bren gen. Precies te 11.30 uur verliet de auto met de Koning en de Kroon prins het kasteel, terwijl de geest driftige toeschouwers met bloemen wuifden. Het was een... vaarwel. Inmiddels hadden in het Paleis te Brussel de genodigden zich op gesteld in de prachtig versierde troonzaal. Midden voor het middenvenster Van de zaal, onder het borstbeeld van de stichter onzer dynastie, Ko ning Leopold I, was een verhoog opgesteld, behangen met prachtige tapijten van oude Vlaamse kun stenaars. Vooraan op dit verhoog stond een klein tafeltje, waarop de oorkonde van de troonsafstand reeds klaar lag, met een vulpen er naast. Achter de tafel stonden twee vergulde zetels, bekleed met schar laken-rode stof, rechts van het ver hoog hadden de hofdignitarissen, Z. Km. Kardinaal Van Roey, aartsbis schop van Mechelen, de voorzitters van Kamer en Senaat, de rege ringsleden en de parlementairen plaats genomen. Links stonden op gesteld de magistraten, staatsmi nisters en andere personaliteiten, terwijl de rectoren der universitei ten rechtover het verhoog stonden, achter in de ruime zaal, die door hoge zuilen is afgeboord. Voorafgegaan door de vleugelad judanten Kolonel Quinet en Ma joor Van Lierde, kwam Zijne Ma jesteit Koning Leopold III, verge zeld van de Kroonprins, te 11.59 u. de zaal binnen. De Koning droeg geen degen, de Kroonprins wel; beide waren in het uniform van Luitenant-Generaal. Zichtbaar ontroerd nam Koning Leopold plaats achter de tafel, de Kroonprins stond links van de Ko ning. Met trillende hand nam de Koning de tekst van zijn rede ter hand en sprak de aanwezigen toe. Pas wanneer hij hulde bracht aan de militaire en burgerlijke deugden van het land, vond de Koning zijn kalmte en volledige zelfbeheersing terug. Hier volgt de integrale tekst door Z. M. Koning Leopold III bij de troonsafstand uitgesproken: OPROEP TOT EENHEID Mevrouwen, Mijne Heren, Op 31 Juli 1950, heb ik, om de eendracht in het land te herstellen, aanvaard de koninklijke machten aan mijn zoon over te dragen. Het was mijn wil daarna voor goed af stand te doen van de troon zodra mocht blijken dat alle Belgen zich eensgezind rondom Prins Boudewijn zouden hebben geschaard. Ik stei thans vast dat deze eens gezindheid verwezenlijkt is. Derhal ve ben ik besloten vandaag afstand te doen van de troon. Ik werd daarbij alleen bezield door mijn zorg om 's lands eenheid te handhaven en de monarchisti sche instelling te sterken, waarop het Nationaal Congres, in 1831 onze Grondwet gevestigd heeft. Ik heb u opgeroepen opdat mijn beslissing, met het oog op het hoger belang der natie en de bestendig heid der dynastie zou gepaard gaan met een plechtige betoging van een dracht. Ik zal niet over het verleden uit weiden. Maar mijn plicht als Staatshoofd noopt mij in dit laatste uur van mijn regering, een luide hulde te brengen aan de militaire en burgerlijke deugden, waardoor zich het Belgisch volk onder de dra matische en rampspoedige oorlogs jaren heeft weten te onderscheiden. Zij werden niet steeds rechtmatig erkend. Ik bevestig dat ons leger zich in 1940 dapper en tot het uiterste toe heeft te weer gesteld, en dat de be volking, onder de bezetting, met waardigheid haar traditionele taai heid, moed en vaderlandsliefde heeft doen gelden. Ik begroet de ge dachtenis van hen, die aan het land het offer van hun leven hebben ge bracht. Mijn geliefde Boudewijn, het is met een gevoel van trots dat ik u de edele en zware taak overdraag voortaan de Kroon te dragen van een België, dat ondanks de ver schrikkelijkste aller oorlogen en in weerwil van de daarop volgende be roeringen, ongerept gebleven is, vrij, en zijn aloude overleveringen ge trouw. Deze opdracht, gij zult haar ver vullen, gestaald door de wil het land te dienen en de zending der dynas tie te volvoeren ingevolge de lerin gen die ik u steeds heb voorgehou den. Ik had die zelf mogen ontvan gen van Koning Albert, mijn va der. Zij hebben steeds mijn gedra gingen gericht in de harde jaren van een regering, waarover thans de geschiedenis moge oordelen. De genegenheid en het vertrou wen die gij vanwege de ganse bevol king mocht ondervinden, laten mij toe volledig afstand te doen van het soeverein gezag, zonder bezorgdheid voor de toekomst en in het volle be sef van de volbrachte plicht. Mevrouwen, Mijne Heren, Ik ben overtuigd dat gij met ge voelens van volstrekte overgave en loyauteit mijn zoon zult willen steu nen bij de voltrekking van zijn grondwettelijke taak. Laten wij nooit vergeten dat zij het behoud voorschrijft van de nationale zelf standigheid, alsmede de territoriale onschendbaarheid van België en Belgisch Kongo. Mijn beste Landgenoten, Op het ogenblik dat ik mijn waar digheid neerleg, wordt mijn geest aangegrepen door de herinnering aan de jaren die ik in uw midden heb doorgebracht. De ontroering, die mij heeft beklemd toen ik ver leden jaar, na een zo langdurige scheiding, de voet weder op de va- dergrond mocht zetten, zal mij bij blijven mijn leven lang. Zoals gij allen, houd ik van dit land, waar ik geboren werd. Ik heb met u zijn lief en leed gedeeld, en ik placht steeds met voorliefde mijn zorgen aan de nederigsten onder u te be steden. Naar allen, die zo talrijk mij trouw zijt gebleven, gaat mijn on vermengde dankbaarheid. Ik zal het kostbaar aandenken van hun ver kleefdheid in mijn hart bewaren. De laatste woorden die ik als Ko ning der Belgen wens uit te spre ken, zullen er met kracht op wijzen dat de toekomst van het vaderland afhankelijk is van uw nationale so lidariteit. Zij geven tevens uiting aan mijn hoop dat gij u allen met onverzettelijkheid zult scharen rondom mijn zoon, Koning Boude wijn. Ik bezweer u vereend te blijven. God bescherme België en onze Kongo. Na zijn toespraak drukte Koning Leopold innig de hand van zijn zoon, die op dat ogenblik door een diepe ontroering aangegrepen werd en met zachte stem zijn vader be loofde Ik zal mijn uiterste bes' doen om een waardige zoon t( zijn». Na deze enkele woorden var de Kroonprins omhelsden beider elkaar innig. Nog niet bekomen van de emo tie, nam Koning Leopold thans krachtig en beslist de vulpen van het tafeltje en tekende met zijn roemrijke naam de akte waarbij Hij verklaart afstand te doen van de Troon. Het was precies 12.18 uur toen deze historische daad werd voltrokken. (Zie vervolg blz. 2 Terwijl de blikken van al de aanwezigen op de jonge Koning geves tigd zijn, zweert de Vorst de Grondwet en de wetten van het Belgisch volk na te leven, 's lands onafhankelijkheid te handhaven en het grondgebied ongeschonden te bewaren. Het historisch ogenblik in de IroonzaM van liet Ko"L4,!ijk P.Uc!s ie Brussel. Koning Leopold III on dertekent de akte waarbij hij afstand doet van de Koninklijke macht. De Kroonprins kijkt als stil zwijgende getuige toe bij deze hoogst ede'mve.dige daad van zijn Vader. In de inzet onder links: Koning Leopold III «telt Biet een breed gebaar Stijn Zoon en Troonopvolger voor van op het balkon van hcfc «.Vüinliüjfc r&iew» HET is met hartzeer dat we deze laatste dagen hebben beleefd. De troonsafstand van onze Koning, diegene waarvoor we offerden; waarvan we jaren aan één stuk gehoopt hadden dat hij het zijn zou die ons land weerommet vaderlijke ervaring en adellijke rechtge aardheid zou leiden; hij, die door zijn wijs beleid en zijn edel karakter, de liefde van alle weldenkende Belgen veroverd had. Het moet ons nog eens van het hart. De laatste dagen hébben wij zwaarder dan ooit de schande aangevoeld die men hem en gans het volk heeft aangedaan. Sire, daar hebben wij geen schuld aan. Deze smaad en oneer heeft ons zozeer als V getroffen en gegriefd. Jaren naeen hebt gij onze trouw ondervonden. Wij zagen in U een waarborg voor de veiligheid en grootheid van ons vaderland. Uw koninklijk regeren had ons bewezen hoe Gij be kwaam .waart onze toekomst te verzekeren. De adel van uio ka rakter dwong eerbied af. Wij zullen geen oude teksten opdiepen die vijanden U in 't gezicht hebben geslingerd. Gij werd ver guisd en vernederd, belasterd en belaagd gelijk een vogelvrij verklaarde. In die periode juist hebben we nog beter dan vroeger uw grote grootheid leren kennen en bewonderen ze stak zo scherp af tegen de gemeenheid van diegenen die U durfden te trotseren uw doordrijvende koppigheid die alle eigenliefde verafschuwde en alleen keek naar wat het ivelzijn van het volk vereiste om er aan vast te houden, uw vaderlijke bezorgdheid en uw goedheid, uw onaanvechtbare eerlijkheid en uw eenvoud. Deze gebeurtenis zal in de geschiedenis van België steeds als de fameuze Koningskwestie gebrandmerkt staan en voor diege nen die er de verantwoordelijkheid van dragen een blijvend ver wijt zijn. Dat wordt niet uitgewist door al de pracht en praal waarmee uw troonsafstand en de eedaflegging van uio Konink lijke Zoon omlijst worden. Het is onze bedoeling niet de oude haat weer aan te wak keren. Naar uw schitterend voorbeeld dat alleen ons welzijn voor ogen had, willen wij 't offer brengen... maar het doet pijn. Deze dagen is de oude wonde weer opengegaan. De kaakslag die het volk ontving, gloeit nog na. U getrouw willen we volgen. Gij hebt U geheel aan België gegeven. Ook uw troonsafstand is een stap in die richting. We danken U om dit hoogste gebaar van vaderlandsliefde ten bate van de vrede in dit land. Als Gij zo handelt kunnen wij niet anders. Eén woord nog, Majesteit. Waar ieder mens begrijpt hoe uw vaderhart bezwaard moet zijn en bekommerd, nu U uw jonge Zoon de last der konings kroon ziet torsen, daar scharen wij' ons rondom Hem, beslist er. daadvaardig. Nu is het genoeg. Zopas heeft Hij de eed afgelegd, zich, evenals U, geheel aan België's welzijn te wijden. We be schouwen het als onze plicht Hem dit mogelijk te maken en herhalen dat het nu genoeg is. Wat gisteren voorviel kan morgen weerom gebeuren. Wi] zullen uw Zoon beveiligen omdat wij vrede en orde willen. Steeds zullen wij in Hem de zoon erkennen van die geliefde Vorst, die alles voor ons overhad. Uw hoogste bekommernis, de toekomst van Land en Volk, willen wij Hem helpen dragen. Wii hebben maar één woord. Ons vaderland is ons te lief en Gij zijt ons te duurbaar opdat we zouden laten herhalen ivat verleden jaar gebeurde. Het is genoeg. We zullen altijd naast de nieuioe Koning staan, eerbiedig en trouw. Men is alweer begonnen met rond Hem te konkelfoe zen. Wees gerust, Sire. Achter het verleden is een punt gezet. Het volk laat geen tweede maal met zich spotten. Koning Boudewijn, we zullen trouw zijn. We zullen U eren zoals we uw vader steeds hebben geëerd en nog eren... Altijd kunt Ge op uio volk rékenen opdat het land groot worde en wel vare. Mocht uit het grootse offer van uiv vader en uit uw adel lijk en wijs regeren een schone toekomst voor België groeien. En dat niemand het nog wage één vinger uit te steken naar de kroon. Hij moge duidelijk ervaren dat het nu genoeg is. God bescherme Vorst en Land. S. Na zich geheel aan het vaderland te hebben toe gewijd, heelt Koning Leopold III aan zijn rege ring een einde gemaakt, door een daad waarvan de grootsheid en de zelfver loochening alle eerbied afdwingen. Ik dank het land dat er eensgezind hulde heeft aan gebracht. BOUDEWIJN I. De eerder melancholische stem ming, die Maandag rond de plech tigheid van de troonsafstand heer ste, maakte Dinsdag 17 Juli plaats voor een opgetogen vreugde waar aan de duizende toeschouwers in de straten en lanen van Brussel, lucht gaven. De aangebrachte Nadar-afsluitin gen en een sterke ordedienst, door politie, rijkswacht en meer dan 10.000 manschappen uit alle wapens van het leger gehandhaafd, hield de openbare' weg vrij rond het Konink lijk Paleis, het Paleis der Natie, de Congreskolom en de ringlanen der stad, waar de Koninklijke stoet moest voorbijkomen. De hoofdstad was voor deze gele genheid feestelijk bevlagd. Reeds vanaf 9 uur is er nergens op de doortocht nog een plaatsje te be machtigen, de mensen hangen in trossen aan deuren, vensters en bal kons. Over Brussel luiden de klokken van al de kerktorens. Wanneer te 10 uur de leden van de Koninklijke wacht, gezeten op zwarte en witte paarden, op het Paleizenplein ver schijnen, begint de menigte reeds te juichen. Voorop rijden de klaroen blazers op zwarte paarden, dan ^Jgt de paukenslager op een sneeuwwit ros en daarachter rijdt de eigenlij ke garde De manschappen dra gen de mooie oude uniform van de rijkswachters: witte broek en zwar te glimmende laarzen, koningsblau we tunieken, witte handschoenen, rode nestels en schouderstukken. Op het hoofd hebben zij de zwartharen mutsen met gouden granaat en wijnrode pluim. Bij het Paleis staat een erewacht opgesteld gevormd door mariniers en leerlingen der Militaire School, aan de hoofdingang van het Paleis tot aan het hekken bevinden zich de vaandels van al de actieve regi menten van het Belgisch Leger. Aan de overkant van de Warande begint rond 10.30 u. de drukte toe te' nemen, de parlementairen en perso naliteiten die de plechtige eedafleg ging zullen bijwonen .begeven zich naar het Paleis der Natie, waar bei de Kamers te 10.45 u. gezamenlijk vergaderen onder voorzitterschap van dhr Van Cauwelaert. De leden van het Diplomatiek Korps nemen plaats op de hun voor behouden plaats, Mgr Cento, de Pauselijke Nuntius, in purper bro- caat gekleed, leidt de diplomaten, vervolgens treden de Belgische Bis schoppen de zaal binnen, de leden van het Hof van Cassatie, de Mi nisters van State en talrijke geno digden, die in de tribunes plaats ne men. Waar vroeger de voorzitterszetel stond, bevindt zich thans de rood fluwelen koningstroon, op de ach tergrond van het fluwelen behang prijkt het Bmonogram. Wan neer te 10.40 u. Z. Em. Kardinaal Van Roey de vergaderzaal binnen treedt staan de aanwezigen eerbie dig recht, alleen enkele socialisten, onder wie Huysmans, blijven bot weg zitten. De Kardinaal neemt plaats op een troon die opgesteld is aan de voet van de koningstroon. De leden van de regering nemen plaats achter de voorzitterstafel. De vergaderzaal is helder verlicht door krachtige projectoren om film opnamen mogelijk te maken. Te 10.45 u. komen de Voorzitters der Wetgevende Kamers, de Heren Van Cauwelaert en Struye binnen. Dhr Van Cauwelaert verklaart de vergadering voor geopend en zegt in beide landstalen dat de vergade ring hier bijeen gekomen is om krachtens art. 80 van de Grondwet de eed te ontvangen van Z. M. Bou dewijn I. De afvaardiging, die door beide Kamers werd aangeduid, wordt vervolgens verzocht zich naar de ingang van het Paleis der Natie te begeven om de Vorst te verwel komen, DE KONING IS DAAR Een geestdriftig gejuich der me nigte kondigt te 10.53 aan dat de koninklijke stoet in aantocht is. In de eerste wagen hebben hofdignita rissen plaats genomen, daarna volgt een open wagen met de jonge Ko ning Boudewijn, hij draagt het gala-uniform van luitenant-gene raal en heeft schuins over de borst het lint van Grootofficier in de Leopoldsorde. De rijkswachters te paard vormen een indrukwekkende eregeleide. Een derde wagen met hofdignitarissen sluit de koninklijke stoet. De Koning kijkt strak en ernstig voor zich uit, met de hand aan de képi groet hij zonder verpozen de juichende menigte. De muziekkapel der Gidsen heft de Brabangonne aan. Bij het parlement wordt de Ko ning begroet door de Heren Van Belle en Matagne, die de leiding hebben van de afvaardiging. In het rijk versierde perystilium, waar een reusachtig wandtapijt de muur- wand versiert, wordt de militaire eer bewezen door een peloton van het karabiniersbataljon Prins Bou dewijn. In de vergaderzaal is inmiddels een diepe stilte ingetreden. Te 11.02 uur doen de afgevaar digden hun intrede en kondigt een deurwaarder met krachtige stem aan: Le Roi - De Koning! Kalm en waardig, de degen aan zijn linkerzijde, ernstig voor zich uitkijkend, stapt de jonge Koning- de zaal in en begeeft zich naar de Troon. Zijn gevolg schaart zich rond hem. Op de eerste trede van het po dium staan de grootmaarschalk van het hof, baron Carton de Wiart, en de opperstalmeester, generaal-ma- joor graaf André de Meeus d'Ar- genteuil; achter de grootmaar schalk, generaal-majoor Gierst, vleugeladjudant van de Koning, lui tenant-kolonel Quinet en kapitein de Saint-Hubei't, luitenant-kolonel Van den Heuvel; verder de kamer heer, burggraaf Gatien du Pare en de commandant van de koninklijke paleizen, kolonel Rombauts. Met een lichte buiging begroet de Vorst de vergadering. EEDAFLEGGING EN TROONREDE VAN KONING BOUDEWIJN I Dhr Van Cauwelaert, Vorzitter, zegt vervolgens: «Het behage Zij ne Majesteit de grondwettelijke eed af te leggen Eerst in het Naderlands en dan in het Frans spreekt Koning' Bou dewijn met vaste en klare stem dê formule uit van de grondwettelijke eed. Ik zweer de Grondwet en de wetten van het Belgisch Volk na te leven, 's lands onafhankelijk heid te handhaven en het grond gebied ongeschonden te bewaren Te midden van een indrukwek kende stilte heeft de Koning de eed afgelegd, doch dan veert gans de vergadering recht en barsten luide toejuichingen los, die minuten lang duren. Wanneer het gejuich bedaard is, zet de Koning zich neer in de zetel en spreekt met vaste stem zijn Troonrede uit, eerst in het Neder lands, dan in het Frans. Mevrouwen, Mijne Heren, Zoais mijn Doorluchtige Voor gangers, lieb ik de grondwettelijke eed vóór U afgelegd en mij ten dienste gesteld van de Natie. België heeft, onder de regering van mijn Vader, het hoofd moeten bieden aan de meest tragische ge beurtenissen van zijn geschiedenis. Ik gedenk met dank de dapper heid van ons Leger, die van de ge allieerde strijdkrachten, en de heldhaftige moed van onze Bevol king; ik buig ontroerd voor al die genen, die hun leven voor het Land ten offer brachten. Maar, door deze beproeving heen, is de onafhankelijkheid van België, zijn eer, de ongeschondenheid van zijn grondgebied en van Belgisch- Kongo, zijn democratische instel lingen en zijn wil om vrij en voor spoedig te leven, gevrijwaard ge bleven. Na zich geheel aan het Vaderland te hebben toegewijd, heeft Koning Leopold III aan zijn regering een einde gemaakt door een daad, waarvan de grootsheid en de zelf verloochening alle eerbied afdwin gen. Ik dank het Land dat er eens gezind hulde heeft aan gebracht. Mevrouwen, Mijne Heren, Dat mijn regering een aanvang neemt in een atmosfeer van volle dige eensgezindheid, is voor mij een kostbare aanmoediging. De eendracht van alle krachten van het Land en het wederkerig- begrijpen van onze beide nationale culturen zullen de bestendige ont wikkeling van het materieel en mo reel erfgoed van België mogelijk maken. Ik zal er aan hechten alle initia tief te steunen dat tot doel heeft le sociale vooruitgang, de verbete- ing van het wetenschappelijk on- lerzoek, de groei van onze econo mische macht, en de bloei van onze geestelijke en artistieke waarden. Mijn Vader heeft mij de eerbied voor de Grondwet en voor de tra dities van de Dynastie ingeprent. Ik zal er steeds trouw aan blijven. Moge God mij bijstaan om he' geluk van ons Vaderland te verze keren! (Zie vervolg blz. 2 Te midden van een plechtige stilte aanhoorden de Verenigde Kamers de Troonrede van Koning Boude wijn I. Voor de eerste maal sprak aldus de jonge Vorst tot de vertegenwoordigers van het volk, in bet bijsijp va» jle fasoesle ee.«steBJfee sa svtreldiijkjK «statics. HOOFDBUREEL en REDACTIE: Poperinge Gasthuisstr. 19. Tel. 9 - Postcheckr. 47.63.60. PLAATSELIJKE BURELEN: leper: P. BRAS-DEKLERCK de Stuersstraat 4. - Tel. 445. Nieuwpoort: Drukkerij DUMON, Marktstr. Roeselare: J. VERRIEST-DEZEURE St-Alfonsusstr. 12. - Tel. 1523. Veurne: M. D'HERT, Noordstraat 14. Aangesloten bij het Verbond der Belgische Periodieke Pers. lm 47® JAAR Bladzijden PRIJS 3 Frank 1951 POSTABONNEMENT 1951; België (tot einde 1951) 69 fr. Belgisch Congo 4 fr. p. week Frankrijk - Holland 4fr. p, week Anderelanden 6fr. p. week I Verantwoordelijke Vitgever: J. Sansen, Gasthuisstraat 19, Poperinge. Als vijfde Koning van België is de jonge Vorst Boudewijn I komen aantreden. Zijn edele trekken weer spiegelen deze van zijn Doorluchtige Vader. Moge de genegenheid van zijn onderdanen zijn zware taak verlichten. Koning Leopold III ging als een g;root Vorst de geschiedenis in. Hij liet aan zijn volk de herinnering van een wijs beleid, gepaard aan offervaardige edelmoedigheid. Bel- gie, inzonder Vlaanderen, vergeet zijn grote Koning' nooit. POPERINGE en IEPER (met Wervlk en randgemeenten). ROESELARE (met Izegem-Menen en randgemeenten). KUSTSTREEK (Veurne-Nieuwpoort-Diksmuide en randgemeenten).

HISTORISCHE KRANTEN

Het Wekelijks Nieuws (1946-1990) | 1951 | | pagina 1