t
Wij blijven
Een edel Vorst ging heen
Koning Leopold 111 deed afstand van de Troon
De jonge Vorst,
volgt zijn Vader op
grondwettelijke
en legde de
eed af
Een jonge Vorst treedt aan
21
van de nieuwe Vorst door de hoofdstad
Triomfantelijke rondrit
VOOR POPERINGE EN IEPER
Thans moge
geschiedenis oordelen
over de harde jaren
van mijn regering
De Troonsafstand wan Leopold ill
De SCoaingstroning ma Soutlewijn I
DE TROONSAFSTAND
-
Nr 29
ZATERDAG
JULI
KATHOLIEK WEEKBLAD VOOR PÖPERINGE-IEPER-WERVIK EN OMSTREKEN
ONZE 3 UITGAVEN:
LEOPOLD III
De Koninklijke tragedie heeft Maandag 16 Juli haar verwach
te ontknoping gekregen. Innerlijk was alles reeds sedert de tragische
Augustusdagen 1950 beslist; alleen hoefde het laatste deel der over
eenkomst nog ten uitvoer gebracht. De lange lijdensweg van de edel
moedige Vórst Leopold III hoeft hier niet meer beschreven te wor
den, want ten overvloede is bekend hoe politieke list gekoppeld aan
straatgeweld, er in slaagden de meerderheidswil te fnuiken. Om best
wil deed Koning Leopold III afstand van de troon in de hoop aldus
het land en de dynastie het best te dienen.
De jonge Vorst, Boudewijn I, heeft thans zijn Vader opge
volgd om de zware taak die vóór Hem reeds vier koningen op
rich namen voort te zetten. Deze taak is er met het verouderen
van België niet gemakkelijker om geworden.
God behoede en helpe Koning Boudewijn.
IN DE TROONZAAL
Maandag 16 Juli greep in de
Troonzaal van het Koninklijk Pa
leis- dè plechtigheid plaats van de
troonsafstand van Koning Leo
pold III.
Reeds te 10 uur stonden enkele
honderdën trouwe aanhangers van
Koning Leopold III bij de uitgang
van het Koninklijk Paleis te Laken
te wachten om aan Koning Leo
pold III een laatste hulde te bren
gen. Precies te 11.30 uur verliet de
auto met de Koning en de Kroon
prins het kasteel, terwijl de geest
driftige toeschouwers met bloemen
wuifden. Het was een... vaarwel.
Inmiddels hadden in het Paleis
te Brussel de genodigden zich op
gesteld in de prachtig versierde
troonzaal.
Midden voor het middenvenster
Van de zaal, onder het borstbeeld
van de stichter onzer dynastie, Ko
ning Leopold I, was een verhoog
opgesteld, behangen met prachtige
tapijten van oude Vlaamse kun
stenaars. Vooraan op dit verhoog
stond een klein tafeltje, waarop de
oorkonde van de troonsafstand
reeds klaar lag, met een vulpen er
naast. Achter de tafel stonden twee
vergulde zetels, bekleed met schar
laken-rode stof, rechts van het ver
hoog hadden de hofdignitarissen, Z.
Km. Kardinaal Van Roey, aartsbis
schop van Mechelen, de voorzitters
van Kamer en Senaat, de rege
ringsleden en de parlementairen
plaats genomen. Links stonden op
gesteld de magistraten, staatsmi
nisters en andere personaliteiten,
terwijl de rectoren der universitei
ten rechtover het verhoog stonden,
achter in de ruime zaal, die door
hoge zuilen is afgeboord.
Voorafgegaan door de vleugelad
judanten Kolonel Quinet en Ma
joor Van Lierde, kwam Zijne Ma
jesteit Koning Leopold III, verge
zeld van de Kroonprins, te 11.59 u.
de zaal binnen. De Koning droeg
geen degen, de Kroonprins wel;
beide waren in het uniform van
Luitenant-Generaal.
Zichtbaar ontroerd nam Koning
Leopold plaats achter de tafel, de
Kroonprins stond links van de Ko
ning. Met trillende hand nam de
Koning de tekst van zijn rede ter
hand en sprak de aanwezigen toe.
Pas wanneer hij hulde bracht aan
de militaire en burgerlijke deugden
van het land, vond de Koning zijn
kalmte en volledige zelfbeheersing
terug.
Hier volgt de integrale tekst door
Z. M. Koning Leopold III bij de
troonsafstand uitgesproken:
OPROEP TOT EENHEID
Mevrouwen, Mijne Heren,
Op 31 Juli 1950, heb ik, om de
eendracht in het land te herstellen,
aanvaard de koninklijke machten
aan mijn zoon over te dragen. Het
was mijn wil daarna voor goed af
stand te doen van de troon zodra
mocht blijken dat alle Belgen zich
eensgezind rondom Prins Boudewijn
zouden hebben geschaard.
Ik stei thans vast dat deze eens
gezindheid verwezenlijkt is. Derhal
ve ben ik besloten vandaag afstand
te doen van de troon.
Ik werd daarbij alleen bezield
door mijn zorg om 's lands eenheid
te handhaven en de monarchisti
sche instelling te sterken, waarop
het Nationaal Congres, in 1831 onze
Grondwet gevestigd heeft.
Ik heb u opgeroepen opdat mijn
beslissing, met het oog op het hoger
belang der natie en de bestendig
heid der dynastie zou gepaard gaan
met een plechtige betoging van een
dracht.
Ik zal niet over het verleden uit
weiden. Maar mijn plicht als
Staatshoofd noopt mij in dit laatste
uur van mijn regering, een luide
hulde te brengen aan de militaire
en burgerlijke deugden, waardoor
zich het Belgisch volk onder de dra
matische en rampspoedige oorlogs
jaren heeft weten te onderscheiden.
Zij werden niet steeds rechtmatig
erkend.
Ik bevestig dat ons leger zich in
1940 dapper en tot het uiterste toe
heeft te weer gesteld, en dat de be
volking, onder de bezetting, met
waardigheid haar traditionele taai
heid, moed en vaderlandsliefde
heeft doen gelden. Ik begroet de ge
dachtenis van hen, die aan het land
het offer van hun leven hebben ge
bracht.
Mijn geliefde Boudewijn, het is
met een gevoel van trots dat ik u
de edele en zware taak overdraag
voortaan de Kroon te dragen van
een België, dat ondanks de ver
schrikkelijkste aller oorlogen en in
weerwil van de daarop volgende be
roeringen, ongerept gebleven is, vrij,
en zijn aloude overleveringen ge
trouw.
Deze opdracht, gij zult haar ver
vullen, gestaald door de wil het land
te dienen en de zending der dynas
tie te volvoeren ingevolge de lerin
gen die ik u steeds heb voorgehou
den. Ik had die zelf mogen ontvan
gen van Koning Albert, mijn va
der. Zij hebben steeds mijn gedra
gingen gericht in de harde jaren
van een regering, waarover thans
de geschiedenis moge oordelen.
De genegenheid en het vertrou
wen die gij vanwege de ganse bevol
king mocht ondervinden, laten mij
toe volledig afstand te doen van het
soeverein gezag, zonder bezorgdheid
voor de toekomst en in het volle be
sef van de volbrachte plicht.
Mevrouwen, Mijne Heren,
Ik ben overtuigd dat gij met ge
voelens van volstrekte overgave en
loyauteit mijn zoon zult willen steu
nen bij de voltrekking van zijn
grondwettelijke taak. Laten wij
nooit vergeten dat zij het behoud
voorschrijft van de nationale zelf
standigheid, alsmede de territoriale
onschendbaarheid van België en
Belgisch Kongo.
Mijn beste Landgenoten,
Op het ogenblik dat ik mijn waar
digheid neerleg, wordt mijn geest
aangegrepen door de herinnering
aan de jaren die ik in uw midden
heb doorgebracht. De ontroering,
die mij heeft beklemd toen ik ver
leden jaar, na een zo langdurige
scheiding, de voet weder op de va-
dergrond mocht zetten, zal mij bij
blijven mijn leven lang. Zoals gij
allen, houd ik van dit land, waar ik
geboren werd. Ik heb met u zijn
lief en leed gedeeld, en ik placht
steeds met voorliefde mijn zorgen
aan de nederigsten onder u te be
steden.
Naar allen, die zo talrijk mij
trouw zijt gebleven, gaat mijn on
vermengde dankbaarheid. Ik zal het
kostbaar aandenken van hun ver
kleefdheid in mijn hart bewaren.
De laatste woorden die ik als Ko
ning der Belgen wens uit te spre
ken, zullen er met kracht op wijzen
dat de toekomst van het vaderland
afhankelijk is van uw nationale so
lidariteit. Zij geven tevens uiting
aan mijn hoop dat gij u allen
met onverzettelijkheid zult scharen
rondom mijn zoon, Koning Boude
wijn.
Ik bezweer u vereend te blijven.
God bescherme België en onze
Kongo.
Na zijn toespraak drukte Koning
Leopold innig de hand van zijn
zoon, die op dat ogenblik door een
diepe ontroering aangegrepen werd
en met zachte stem zijn vader be
loofde Ik zal mijn uiterste bes'
doen om een waardige zoon t(
zijn». Na deze enkele woorden var
de Kroonprins omhelsden beider
elkaar innig.
Nog niet bekomen van de emo
tie, nam Koning Leopold thans
krachtig en beslist de vulpen van
het tafeltje en tekende met zijn
roemrijke naam de akte waarbij
Hij verklaart afstand te doen van
de Troon. Het was precies 12.18 uur
toen deze historische daad werd
voltrokken. (Zie vervolg blz. 2
Terwijl de blikken van al de aanwezigen op de jonge Koning geves
tigd zijn, zweert de Vorst de Grondwet en de wetten van het Belgisch
volk na te leven, 's lands onafhankelijkheid te handhaven en het
grondgebied ongeschonden te bewaren.
Het historisch ogenblik in de IroonzaM van liet Ko"L4,!ijk P.Uc!s ie Brussel. Koning Leopold III on
dertekent de akte waarbij hij afstand doet van de Koninklijke macht. De Kroonprins kijkt als stil
zwijgende getuige toe bij deze hoogst ede'mve.dige daad van zijn Vader. In de inzet onder links: Koning
Leopold III «telt Biet een breed gebaar Stijn Zoon en Troonopvolger voor van op het balkon van hcfc
«.Vüinliüjfc r&iew»
HET is met hartzeer dat we deze laatste dagen hebben
beleefd. De troonsafstand van onze Koning, diegene
waarvoor we offerden; waarvan we jaren aan één stuk
gehoopt hadden dat hij het zijn zou die ons land
weerommet vaderlijke ervaring en adellijke rechtge
aardheid zou leiden; hij, die door zijn wijs beleid en zijn edel
karakter, de liefde van alle weldenkende Belgen veroverd had.
Het moet ons nog eens van het hart. De laatste dagen
hébben wij zwaarder dan ooit de schande aangevoeld die men
hem en gans het volk heeft aangedaan.
Sire, daar hebben wij geen schuld aan.
Deze smaad en oneer heeft ons zozeer als V getroffen en
gegriefd. Jaren naeen hebt gij onze trouw ondervonden. Wij
zagen in U een waarborg voor de veiligheid en grootheid van ons
vaderland. Uw koninklijk regeren had ons bewezen hoe Gij be
kwaam .waart onze toekomst te verzekeren. De adel van uio ka
rakter dwong eerbied af. Wij zullen geen oude teksten opdiepen
die vijanden U in 't gezicht hebben geslingerd. Gij werd ver
guisd en vernederd, belasterd en belaagd gelijk een vogelvrij
verklaarde. In die periode juist hebben we nog beter dan vroeger
uw grote grootheid leren kennen en bewonderen ze stak zo
scherp af tegen de gemeenheid van diegenen die U durfden te
trotseren uw doordrijvende koppigheid die alle eigenliefde
verafschuwde en alleen keek naar wat het ivelzijn van het volk
vereiste om er aan vast te houden, uw vaderlijke bezorgdheid en
uw goedheid, uw onaanvechtbare eerlijkheid en uw eenvoud.
Deze gebeurtenis zal in de geschiedenis van België steeds als de
fameuze Koningskwestie gebrandmerkt staan en voor diege
nen die er de verantwoordelijkheid van dragen een blijvend ver
wijt zijn. Dat wordt niet uitgewist door al de pracht en praal
waarmee uw troonsafstand en de eedaflegging van uio Konink
lijke Zoon omlijst worden.
Het is onze bedoeling niet de oude haat weer aan te wak
keren. Naar uw schitterend voorbeeld dat alleen ons welzijn
voor ogen had, willen wij 't offer brengen... maar het doet pijn.
Deze dagen is de oude wonde weer opengegaan. De kaakslag die
het volk ontving, gloeit nog na. U getrouw willen we volgen. Gij
hebt U geheel aan België gegeven. Ook uw troonsafstand is een
stap in die richting. We danken U om dit hoogste gebaar van
vaderlandsliefde ten bate van de vrede in dit land. Als Gij zo
handelt kunnen wij niet anders.
Eén woord nog, Majesteit.
Waar ieder mens begrijpt hoe uw vaderhart bezwaard
moet zijn en bekommerd, nu U uw jonge Zoon de last der konings
kroon ziet torsen, daar scharen wij' ons rondom Hem, beslist er.
daadvaardig. Nu is het genoeg. Zopas heeft Hij de eed afgelegd,
zich, evenals U, geheel aan België's welzijn te wijden. We be
schouwen het als onze plicht Hem dit mogelijk te maken en
herhalen dat het nu genoeg is.
Wat gisteren voorviel kan morgen weerom gebeuren. Wi]
zullen uw Zoon beveiligen omdat wij vrede en orde willen.
Steeds zullen wij in Hem de zoon erkennen van die geliefde
Vorst, die alles voor ons overhad. Uw hoogste bekommernis, de
toekomst van Land en Volk, willen wij Hem helpen dragen. Wii
hebben maar één woord. Ons vaderland is ons te lief en Gij zijt
ons te duurbaar opdat we zouden laten herhalen ivat verleden
jaar gebeurde. Het is genoeg.
We zullen altijd naast de nieuioe Koning staan, eerbiedig
en trouw. Men is alweer begonnen met rond Hem te konkelfoe
zen. Wees gerust, Sire. Achter het verleden is een punt gezet.
Het volk laat geen tweede maal met zich spotten.
Koning Boudewijn, we zullen trouw zijn. We zullen U eren
zoals we uw vader steeds hebben geëerd en nog eren... Altijd
kunt Ge op uio volk rékenen opdat het land groot worde en wel
vare.
Mocht uit het grootse offer van uiv vader en uit uw adel
lijk en wijs regeren een schone toekomst voor België groeien.
En dat niemand het nog wage één vinger uit te steken
naar de kroon. Hij moge duidelijk ervaren dat het nu genoeg is.
God bescherme Vorst en Land. S.
Na zich geheel aan het
vaderland te hebben toe
gewijd, heelt Koning
Leopold III aan zijn rege
ring een einde gemaakt,
door een daad waarvan de
grootsheid en de zelfver
loochening alle eerbied
afdwingen. Ik dank het
land dat er eensgezind
hulde heeft aan gebracht.
BOUDEWIJN I.
De eerder melancholische stem
ming, die Maandag rond de plech
tigheid van de troonsafstand heer
ste, maakte Dinsdag 17 Juli plaats
voor een opgetogen vreugde waar
aan de duizende toeschouwers in de
straten en lanen van Brussel, lucht
gaven.
De aangebrachte Nadar-afsluitin
gen en een sterke ordedienst, door
politie, rijkswacht en meer dan
10.000 manschappen uit alle wapens
van het leger gehandhaafd, hield de
openbare' weg vrij rond het Konink
lijk Paleis, het Paleis der Natie, de
Congreskolom en de ringlanen der
stad, waar de Koninklijke stoet
moest voorbijkomen.
De hoofdstad was voor deze gele
genheid feestelijk bevlagd. Reeds
vanaf 9 uur is er nergens op de
doortocht nog een plaatsje te be
machtigen, de mensen hangen in
trossen aan deuren, vensters en bal
kons.
Over Brussel luiden de klokken
van al de kerktorens. Wanneer te
10 uur de leden van de Koninklijke
wacht, gezeten op zwarte en witte
paarden, op het Paleizenplein ver
schijnen, begint de menigte reeds te
juichen. Voorop rijden de klaroen
blazers op zwarte paarden, dan ^Jgt
de paukenslager op een sneeuwwit
ros en daarachter rijdt de eigenlij
ke garde De manschappen dra
gen de mooie oude uniform van de
rijkswachters: witte broek en zwar
te glimmende laarzen, koningsblau
we tunieken, witte handschoenen,
rode nestels en schouderstukken. Op
het hoofd hebben zij de zwartharen
mutsen met gouden granaat en
wijnrode pluim.
Bij het Paleis staat een erewacht
opgesteld gevormd door mariniers
en leerlingen der Militaire School,
aan de hoofdingang van het Paleis
tot aan het hekken bevinden zich
de vaandels van al de actieve regi
menten van het Belgisch Leger.
Aan de overkant van de Warande
begint rond 10.30 u. de drukte toe te'
nemen, de parlementairen en perso
naliteiten die de plechtige eedafleg
ging zullen bijwonen .begeven zich
naar het Paleis der Natie, waar bei
de Kamers te 10.45 u. gezamenlijk
vergaderen onder voorzitterschap
van dhr Van Cauwelaert.
De leden van het Diplomatiek
Korps nemen plaats op de hun voor
behouden plaats, Mgr Cento, de
Pauselijke Nuntius, in purper bro-
caat gekleed, leidt de diplomaten,
vervolgens treden de Belgische Bis
schoppen de zaal binnen, de leden
van het Hof van Cassatie, de Mi
nisters van State en talrijke geno
digden, die in de tribunes plaats ne
men.
Waar vroeger de voorzitterszetel
stond, bevindt zich thans de rood
fluwelen koningstroon, op de ach
tergrond van het fluwelen behang
prijkt het Bmonogram. Wan
neer te 10.40 u. Z. Em. Kardinaal
Van Roey de vergaderzaal binnen
treedt staan de aanwezigen eerbie
dig recht, alleen enkele socialisten,
onder wie Huysmans, blijven bot
weg zitten.
De Kardinaal neemt plaats op een
troon die opgesteld is aan de voet
van de koningstroon. De leden van
de regering nemen plaats achter de
voorzitterstafel.
De vergaderzaal is helder verlicht
door krachtige projectoren om film
opnamen mogelijk te maken.
Te 10.45 u. komen de Voorzitters
der Wetgevende Kamers, de Heren
Van Cauwelaert en Struye binnen.
Dhr Van Cauwelaert verklaart de
vergadering voor geopend en zegt
in beide landstalen dat de vergade
ring hier bijeen gekomen is om
krachtens art. 80 van de Grondwet
de eed te ontvangen van Z. M. Bou
dewijn I. De afvaardiging, die door
beide Kamers werd aangeduid,
wordt vervolgens verzocht zich naar
de ingang van het Paleis der Natie
te begeven om de Vorst te verwel
komen,
DE KONING IS DAAR
Een geestdriftig gejuich der me
nigte kondigt te 10.53 aan dat de
koninklijke stoet in aantocht is. In
de eerste wagen hebben hofdignita
rissen plaats genomen, daarna volgt
een open wagen met de jonge Ko
ning Boudewijn, hij draagt het
gala-uniform van luitenant-gene
raal en heeft schuins over de borst
het lint van Grootofficier in de
Leopoldsorde.
De rijkswachters te paard vormen
een indrukwekkende eregeleide. Een
derde wagen met hofdignitarissen
sluit de koninklijke stoet.
De Koning kijkt strak en ernstig
voor zich uit, met de hand aan de
képi groet hij zonder verpozen de
juichende menigte. De muziekkapel
der Gidsen heft de Brabangonne
aan.
Bij het parlement wordt de Ko
ning begroet door de Heren Van
Belle en Matagne, die de leiding
hebben van de afvaardiging. In het
rijk versierde perystilium, waar een
reusachtig wandtapijt de muur-
wand versiert, wordt de militaire
eer bewezen door een peloton van
het karabiniersbataljon Prins Bou
dewijn.
In de vergaderzaal is inmiddels
een diepe stilte ingetreden.
Te 11.02 uur doen de afgevaar
digden hun intrede en kondigt een
deurwaarder met krachtige stem
aan: Le Roi - De Koning!
Kalm en waardig, de degen aan
zijn linkerzijde, ernstig voor zich
uitkijkend, stapt de jonge Koning-
de zaal in en begeeft zich naar de
Troon. Zijn gevolg schaart zich
rond hem.
Op de eerste trede van het po
dium staan de grootmaarschalk van
het hof, baron Carton de Wiart, en
de opperstalmeester, generaal-ma-
joor graaf André de Meeus d'Ar-
genteuil; achter de grootmaar
schalk, generaal-majoor Gierst,
vleugeladjudant van de Koning, lui
tenant-kolonel Quinet en kapitein
de Saint-Hubei't, luitenant-kolonel
Van den Heuvel; verder de kamer
heer, burggraaf Gatien du Pare en
de commandant van de koninklijke
paleizen, kolonel Rombauts.
Met een lichte buiging begroet de
Vorst de vergadering.
EEDAFLEGGING
EN TROONREDE
VAN KONING BOUDEWIJN I
Dhr Van Cauwelaert, Vorzitter,
zegt vervolgens: «Het behage Zij
ne Majesteit de grondwettelijke eed
af te leggen
Eerst in het Naderlands en dan
in het Frans spreekt Koning' Bou
dewijn met vaste en klare stem dê
formule uit van de grondwettelijke
eed.
Ik zweer de Grondwet en de
wetten van het Belgisch Volk na
te leven, 's lands onafhankelijk
heid te handhaven en het grond
gebied ongeschonden te bewaren
Te midden van een indrukwek
kende stilte heeft de Koning de eed
afgelegd, doch dan veert gans de
vergadering recht en barsten luide
toejuichingen los, die minuten lang
duren.
Wanneer het gejuich bedaard is,
zet de Koning zich neer in de zetel
en spreekt met vaste stem zijn
Troonrede uit, eerst in het Neder
lands, dan in het Frans.
Mevrouwen, Mijne Heren,
Zoais mijn Doorluchtige Voor
gangers, lieb ik de grondwettelijke
eed vóór U afgelegd en mij ten
dienste gesteld van de Natie.
België heeft, onder de regering
van mijn Vader, het hoofd moeten
bieden aan de meest tragische ge
beurtenissen van zijn geschiedenis.
Ik gedenk met dank de dapper
heid van ons Leger, die van de ge
allieerde strijdkrachten, en de
heldhaftige moed van onze Bevol
king; ik buig ontroerd voor al die
genen, die hun leven voor het Land
ten offer brachten.
Maar, door deze beproeving heen,
is de onafhankelijkheid van België,
zijn eer, de ongeschondenheid van
zijn grondgebied en van Belgisch-
Kongo, zijn democratische instel
lingen en zijn wil om vrij en voor
spoedig te leven, gevrijwaard ge
bleven.
Na zich geheel aan het Vaderland
te hebben toegewijd, heeft Koning
Leopold III aan zijn regering een
einde gemaakt door een daad,
waarvan de grootsheid en de zelf
verloochening alle eerbied afdwin
gen. Ik dank het Land dat er eens
gezind hulde heeft aan gebracht.
Mevrouwen, Mijne Heren,
Dat mijn regering een aanvang
neemt in een atmosfeer van volle
dige eensgezindheid, is voor mij een
kostbare aanmoediging.
De eendracht van alle krachten
van het Land en het wederkerig-
begrijpen van onze beide nationale
culturen zullen de bestendige ont
wikkeling van het materieel en mo
reel erfgoed van België mogelijk
maken.
Ik zal er aan hechten alle initia
tief te steunen dat tot doel heeft
le sociale vooruitgang, de verbete-
ing van het wetenschappelijk on-
lerzoek, de groei van onze econo
mische macht, en de bloei van onze
geestelijke en artistieke waarden.
Mijn Vader heeft mij de eerbied
voor de Grondwet en voor de tra
dities van de Dynastie ingeprent. Ik
zal er steeds trouw aan blijven.
Moge God mij bijstaan om he'
geluk van ons Vaderland te verze
keren!
(Zie vervolg blz. 2
Te midden van een plechtige stilte aanhoorden de Verenigde Kamers de Troonrede van Koning Boude
wijn I. Voor de eerste maal sprak aldus de jonge Vorst tot de vertegenwoordigers van het volk, in
bet bijsijp va» jle fasoesle ee.«steBJfee sa svtreldiijkjK «statics.
HOOFDBUREEL en REDACTIE:
Poperinge Gasthuisstr. 19.
Tel. 9 - Postcheckr. 47.63.60.
PLAATSELIJKE BURELEN:
leper:
P. BRAS-DEKLERCK
de Stuersstraat 4. - Tel. 445.
Nieuwpoort:
Drukkerij DUMON, Marktstr.
Roeselare:
J. VERRIEST-DEZEURE
St-Alfonsusstr. 12. - Tel. 1523.
Veurne:
M. D'HERT, Noordstraat 14.
Aangesloten bij het Verbond der
Belgische Periodieke Pers.
lm
47® JAAR
Bladzijden
PRIJS
3 Frank
1951
POSTABONNEMENT 1951;
België (tot einde 1951) 69 fr.
Belgisch Congo 4 fr. p. week
Frankrijk - Holland 4fr. p, week
Anderelanden 6fr. p. week
I Verantwoordelijke Vitgever:
J. Sansen, Gasthuisstraat 19, Poperinge.
Als vijfde Koning van België is de
jonge Vorst Boudewijn I komen
aantreden. Zijn edele trekken weer
spiegelen deze van zijn Doorluchtige
Vader. Moge de genegenheid van
zijn onderdanen zijn zware taak
verlichten.
Koning Leopold III ging als een
g;root Vorst de geschiedenis in. Hij
liet aan zijn volk de herinnering
van een wijs beleid, gepaard aan
offervaardige edelmoedigheid. Bel-
gie, inzonder Vlaanderen, vergeet
zijn grote Koning' nooit.
POPERINGE en IEPER (met Wervlk en randgemeenten).
ROESELARE (met Izegem-Menen en randgemeenten).
KUSTSTREEK (Veurne-Nieuwpoort-Diksmuide en randgemeenten).