van Westvlaanderen in 1944 - 45 Onze Week-end, Reportage In afwachting der geallieerde landing «HET WEKELIJKS NTEüWS T Zaterdag April 1052 Blada. 20.' kin I. DE DUITSE PLANNEN In Februari 1944 werd de Polder streek van Westvlaanderen door de Duitsers onder water gesto ken, om een verdedigingslijn te vormen tegen een verwachte in vasie vanwege de geallieerden Engelsen en Amerikanen, enz. Zij werd een deel van de zogenaam de Atlantiek-muur. Wij hadden gelegenheid, tijdens onze inspectiereizen in dat gebied, om daarover veel te vernemen en met eigen ogen te zien; ander zijds hadden wij in die streek een scherp waarnemer, die ons per brief geregeld kostbare inlichtin gen verschafte, welke schriftelij ke mededelingen wij zorgvuldig bewoorden. Het versperd Gebied durend gesloten laten om het ri vierwater op te houden. In het eerste geval bespoelt men het land met zoutwater, wat zeer na delig is voor bomen en planten, daar het zout (keukenzout of na- triumchloried) door zijn gehalte chloor, alle plantaardig leven ver giftigt en doodt! Veel landerijen, in bedoeld kust gebied, liggen slechts ietwat ho ger dan de zeespiegel: de ene meer en de andere minder. Te noteren dat het nulpunt van het zeepeil (voor België) gelijk staat met de gemiddelde hoogte van de laagwaterstand bij springvloed te Oostende, wat ongeveer 2,35 m. lager is dan de gemiddelde water stand; doch bij hoogwaterstand rijst het water ongeveer 4,30 m. en zelfs meer, zodat alsdan een Vooraf zij erop gewezen dat een ontscheping van de geallieerden op onze kust, reeds in 1942 voor zien was. Zo lezen wij in het «Mé- morial de Rooseveltdoor R. E. Sherwood, deel I, blz. 79, dat op 14 Haart 1942 een strategisch plan opgemaakt werd, voor een inva sie in het Noorden van Frankrijk, bestaande in een ontscheping op het nauwste punt van het Kanaal, tussen Kales en Le Havre, en dat achteraf bruggenhoofden moesten geslagen worden oostwaarts, over Duinkerke naar Oostende en Zee- brugge toe Bedoeld plan moest uitgevoerd worden in de lente van 1943 en droeg, voor geheime me dedelingen, de naam van ROUN DUP (rassemblement) en later die van OVERLORD (opperheer). Achteraf werd dat plan verla ten en vervangen door een zoge naamd plan SLEDGEHAMMER (voorhamer, bestaande in een ont scheping op de kust van Norman- dië, zoals het werkelijk gebeurde op 6 Juni 1944.) De Duitsers hadden een fijne spioendienst en zullen de verschil lende plannen der geallieerden wel min of meer gekend hebben, weshalve zij dan ook verdedi gingsmaatregelen troffen inge volge. HET WATERLAND Het was geen geheim voor ve len, dat het kustgebied een laag land uitmaakt, aan het water ont trokken na de achtste eeuw onzer tijdrekening, en door afdammin gen, alsmede ingewikkelde water werken, tot vruchtbare landerijen herschapen. Daarvan getuigen heden nog na men zoals de Oude Zeedijk de Groenendijken de Grave- Jansdijkdeze laatste herinne rend aan Jan van Namen (zoon van Gwijde van Dampierre) die bedoelde dijk liet aanleggen na de geweldige overstromingen der XII" eeuw, ofwel aan Jan Zonder Vrees die de dijk liet versterken, na de overstromingen van het be gin der XV' eeuw. Meteen getui gen daarvan de vele dorpsnamen, eindigend op «kerk» of «kapelle», als zijnde: St-Jakobskapelle, Oude- kapelle, Nieuwkapelle, Avekapelle. Ramskapelle, Eggewaartskapelle, Kaaskerke, Oostkerke, Steenker- ke, Stuivekenskerke, en andere verder in de Polder. Wat aan het water onttrokken werd door mensenhanden, kan derwijze weder onder water ge stoken worden; daartoe kan men ofwel de sluizen open zetten bij vloed en sluiten bij ebbe, om het zeewater landwaarts te jagen; of wel kan men die sluizen voort aanzienlijke watermassa kan land waarts gestuwd worden, en nage noeg alles onder water gestoken tot aan de hoogtelijn van 5 m. (zie kaart Nr 1, De Kustvlakte naar M. Van Rysselberghe). Bij de behandeling van dit on derwerp hebben wij hoofdzakelijk de streek van Veurne-Ambacht op het oog, vervolgens die van de Moeren. ZOETWATER OVER VEURNE-AMBACHT Het begin van het lange drama in bedoelde streek was een mas sale ontruiming of evacuatie van een groot gedeelte der bevol king. Een eerste brief, dd. 5 Fe bruari 1944, van onze berichtge ver luidde als volgt: We moeten dus vertrekken vóór de 15 dezer, met pak en zak. Het bestuur der Noordwatering (Veurne) had nog niveleringen uitgevoerd in de gemeente. Vele plaatsen kwamen aan circa 4 me ter. Donderdag laatst, 3 Februari, ben ik naar Brugge geweest om bij de Kreiskommandantur een laatste poging te doen ten einde de situatie te redden; doch niets gekort. We moeten ontruimen en daarmee, basta... Van de ganse gemeente zijn er slechts een twaalftal gezinnen die mogen blij ven, waarvan zeker drie, wier wo ningen nu al omringd zijn door water; en de boer die op het hoogste punt van de gemeente woont moet weg... Krijg me daar een kop aan? Dat zijn natuurlijk al van die militaire maatregelen, doch die er bij is heeft prijs. Nu, we laten het precies aan ons harte niet komen; we weten waar naar toe en hebben vervoer om de gan se bazar te verhuizen Daarbij, we hopen dat het op zijn einde draait... De Zaterdag 20* daarop volg de een nieuwe mededeling, lui dend aldus: De evacuatie van onze ge meente is nu een voldongen feit; de inwoners zijn verspreid over een twaalftal gemeenten. Hier in de streek hoort men van niets an ders meer spreken dan van eva- cuëren Zestig procent van Oost ende moet weg en er is sprake van heel de kust... Veel geruch ten waarvan enkele echt en an dere uitgevonden door paniek zaaiers. In het begin van deze eva cuatiegeschiedenis heb ik een peil schaal geslagen in de vaart, na vooraf de waterstand gevraagd te hebben bij de Watering. Zo kon ik regelmatig de waterstand van elk ogenblik nagaan. Toen we Maandag 14° vertrokken, was de stand 2,65 m. boven de zeespiegel. Aangezien nu het normaal peil van onze gracht 2,37 m. boven zee i3, zo stond het water alsdan 28 cm. boven de 0 van dit kanaal. De Vrijdag daarop ben ik eens teruggegaan en stelde ik vast dat de waterstand 2,75 m. was. Woens dagmorgen stond de gracht op 2,95 m. en naar schatting was een oppervlakte van ongeveer 100 ha. op de 1200 overstroomd. Op geen enkele plaats is het water reeds in de huizen gedrongen; enkel een vijftal inwoners kunnen hun woning niet meer bereiken ter oorzaak van het water. Gisteren (Vrijdag) ben ik weer eens gaan zien en het peil was onveranderd gebleven; doch bij het naar huis gaan kon ik bemerken dat het water stilletjes liep, wat dus erop wees dat ze weer water zonden. De ganse gemeente biedt een treurige aanblik; men ziet noch kat noch hen, niets ...niets...; al leen gesloten huizen en soms een inwoner die haastig eventjes komt kijken naar zijn vereenzaamde woning, maar blij is deze verla tenheid te mogen ontvluchten. Gisteren hoorde ik van de Hr Burgemeester, dat de Duitsers overal aan het meten waren, wa terpassen, dacht hij. Een ander inwoner bevestigde mij hetzelfde en aan deze hadden de soldaten gezegd, dat ze het water nog wat zouden doen stijgen en dat de ingezetenen wier huizen dan nog niet onder water zouden komen, zullen mogen terugkeren naar hun woning. De Burgemeester zegde me ook, dat hij deze week naar Brugge gaat om voetstappen te doen in die zin. Ik voor mij heb niet veel hoop...! We zullen van verre eens toekijken hoe alles evilueert en of deze ontruiming wel echt voor het water geweest is. Een bevoegd persoon vertrouw de ons toe, dat de Duitsers bij hun poging tot onder-water-ste ken, met zeewater een hoogte kun nen bereiken van VIER meter bo ven zee, doch met water uit Schelde en Leie over Brugge-Oost- ende, zouden ze, als alle om standigheden gunstig zijn, wel VIJF meter kunnen bereiken, edoch, dat zou enkele weken du ren vooraleer het zover is; maar dan zou heel de polderstreek over stromen. Onze zegsman geloofde niet dat zulks de bedoeling was van de bezetter, dat de militaire overheid enkel wil bepaalde ge deelten in moeras maken, en dat ze daarom de waterstand niet ho ger wensen te brengen dan tot omstreeks 3,50 m. Het spergebied is een herinnering uit de jongste wereldoorlog die alleen Westvlaan deren betreft. De geheimzinnige strook langs de kust, die door de Duitse bezetters voor nieuws gierige ogen was afgesloten, werd dus in hun verdedigingsstelsel geïntegreerd. De ondervinding uit de eerste wereldoorlog had de Duitsers blijkbaar geleerd dat het water een geducht wapen is, zij hadden het toen tot hun schade geleerd en het lag voor de hand dat zij zich op dezelfde wijze zouden trachten te verdedigen tegen een dreigende invasie der geallieerden tijdens de jongste wereldoorlog. Wie ten Oosten van het spergebied woonde kon moeilijk het fijne van de zaak afwe ten over hetgeen daar in de verboden zone gebeurde en na de oorlog is daarover betrekke lijk weinig geschreven. Het is ons dan ook een genoegen onze lezers een geschiedkundig overzicht te geven I over deze gebeurtenissen die aan onze boeren uit Veurne-Ambacht zoveel schade berokkende. De schrijver van deze reportage hoeven wij niet meer voor te stellen, want voor de lezers van ons blad is dhr B. H. Dochy, ere-hoofdinspecteur van het Lager Onderwijs, lang geen onbekende meer. Van zijn hand verschenen de Week-end Reportages; Houthulst en het Vrijbos» (zie W. N. van 24/2/51), alsmede Cogge en Geeraert» (zie W. N. van 30/10/51), Deze laatst genoemde reportage handelde over de overstromingen tijdens de oorlog 1914-18. Het is dus een tegenhanger die wij thans publiceren. Nu het oorlogsleed voorbij is zullen deze aantekeningen over de geheimen van het Westvlaamse waterland bij velen de herinnering oproepen aan sombere dagen. Maar tevens ligt hierin de getuigenis van de werkkracht onzer mensen. Weer snijdt de boer diepe voren door het land, weer smijt hij het zaad in de vruchtbare grond en opnieuw gedijen de vruchten. Hofsteden zijn t'allenkant herrezen. Neen, de Vlaamse boer vergaat niet. en daar een uitzondering te ma ken. Zo zijn er reeds een vijftal gezinnen die van die officier mon delinge toelating bekomen hebben en teruggekeerd zijn naar hun te huis. Ook onze correspondent waagde het op eigen houtje naar zijn dorp terug te keren. Vandaar schreef hij ons op 23 April: «Ja, we zijn terug thuis... In de loop van voorgaande week vroeg ik aan de Heer Burgemeester of hij er bezwaar in vond, dat ik met mijn gezin terugkeerde... waarop hij mij antwoordde dat hij er persoonlijk niets tegen had, doch dat ik al de gevolgen voor mijn rekening moest nemen. Op een verdere vraag van mij, of de Duitsers ons moeilijkheden zou den aandoen zo wij terugkeerden, antwoordde hij, dat hij zulks niet geloofde. Hierop besloot ik de proef te wagen. Morgen zijn wij reeds een week thuis en we heb ben nog niemand gezien; we wo nen met de voorvensters toe en tonen ons niet veel op straat. HET GEVREESDE ZOUT WATER Een blik op het overstroomde gebied. Ternauwernood kon de land bouwer zijn hofstede beveiligen tegen het aanrukkende water. Op de voorgrond een opgeworpen dam, die het neerhof moest beschermen. ...EN DE BOER ZAAIT VOORT Juist een maand nadien, zij op 20 Maart 1944 stuurde onze cor respondent andermaal een schrij ven met volgende inlichtingen: Gisteren ben ik weer eens gaan zien naar onze uitgestorven gemeente. Vooreerst de toestand van het water: in de verlopen weken is de hoogte practisch de zelfde gebleven t.t.z. 2,95 m. bo ven de zeespiegel. De overstroom de oppervlakte is ook dezelfde gebleven en de landlieden waren gisteren volop bezig de droogge- bleven akkers te bemesten en te bezaaien, alsof er niets gebeurd is en verder niets kan gebeuren! Dat is ons taal Vlaamse volk: doorbijten, met volle moed door- boeren, mesten en zaaien tot te gen de rand van hun overstroom de akkers, spijts gevaar dat al hun arbeid verloren kan zijn. Ik heb er gezien die akkers bezaaiden welke ongetwijfeld onder water zullen lopen als het peil nog enige centimeters stijgt. Maar, de men sen alhier hebben volle hoop dat het niet meer zal stijgen; ik pre cies ook... en ziehier waarom. Zoals ik vroeger zei, hebben de militairen onze streek over stroomd met water uit de Ijzer, al over de Fintele en het sas van Kortewilde. Zolang het niet regent is de watertoevoer uit de IJzer onbeduidend. Moest het nu gewel dig regenen, dan zouden ze het waterpeil van de Lo-vaart verho gen om door de Kortewilde de Steengracht te spijzen. Doch: een hoog peil van de Lo-vaart zou dit van de vaart Veurne-Nieuw- poort ook verhogen en alle scheep vaart in deze drukbevaren vaart verhinderen. Voeg daarbij dat het sas van Kortewilde gebouwd is om de druk op te vangen komen de van de Lo-vaart, daar deze laatste normaal enige centime ters hoger staat dan de Steen gracht; dus: moesten ze proberen eerst de Lo-vaart te verhogen voor een paar dagen, totdat het water alhier gestegen is, en dan de Lo- vaart aftappen, om de scheep vaart te herstellen, dan zou het sas van Kortewilde de druk van het water uit de Steengracht niet kunnen weerstaan, en zouden de sluisdeuren opengedrumd worden. Ik geloof dus niet, dat in onze streek het waterpeil nog zal stij gen, te meer dat andere ge meenten uit de streek, o.a. Lam- pernisse, Oostkerke, Oudekapelle, Nieuwkapelle en Kaaskerke, dan veel meer gevaar lopen. In Oude kapelle is het een echte zee, zo danig dat het water over de weg slaat als het waait; daar zijn boe ren die per rijtuig hun hof moe ten verlaten als zij ergens willen gaan, omdat het omringd is van water. Ik zelf heb in Lampernisse woningen gezien waar het water twee meter van de deur staat. Bij ons zijn twee, zegge twee huizen die afgezonderd zijn door het wa ter, en waar het praktisch onmo gelijk is te wonen, doch geen en kele straat staat onder water; de mensen gaan hun land bewerken, hun woning bezoeken; vreemden kunnen komen... stelen. Een paar officieren van de Feldgendarmerie van Diksmuide zijn aangesteld om de waterstand te controleren, een daarvan is ook een boer, deze laatste doet al wat hij kan om zoveel mogelijk land bouwers te laten terugkeren, om dat hij inziet dat de uitstippeling van de te-overstromen-zone ver keerd uitgevallen is. Edoch: hij heeft slechts bevoegdheid om hier Spijts al hun pogingen gelukten de Duitsers er niet in met rivier water onze Polderstreek onder water te steken: de droge lente van 1944 bracht daartoe geen vol doende watertoevoer. En toch moet kost wat kost, bij middel van water, een versperd gebied tot stand gebracht worden. Nu zouden zij hun toevlucht ne men tot zout- of zeewater! Op Donderdag 20 April maak ten zij daarmee een begin. Vol gens onze vertrouwensman stond het water de Vrijdag 21° op het peil van 2,92 m. en tegen 's Zon dags op 2,94 m., zij dus een stij ging van één centimeter per dag. De Duitsers zegden niet aan de Dienst van de Watering op welk peil zij de waterstand wilden bren gen, maar zij gaven order om de streek van Oudekapelle en omlig gende droog te trekken. Daartoe moest een afdamming aangelegd worden, die zou lopen over For- tem, Lampernisse, Oostkerke, Per- vijze, Schoorbakke; al het water ten zuiden van die lijn moest in de IJzer gepompt worden. Op Maandag 24 April zouden ze be ginnen pompen, aan het IJzermo nument te Diksmuide,... nog eer de dam aangelegd was. Want, vooraleer zij bedoelden dam zou den klaar krijgen, met vrijwilli gers of verplicht te-werk-gestel- den en met een pomp die veel te klein was, dat alles voor een op pervlakte van circa 12.000 hect aren, ja... intussen zou er veel gebeuren. Een bevoegd persoon die bij de werken rechtstreeks betrokken was, verklaarde dat er maar weinig hoop bestond op wel- gelukken, te meer daar de Duit sers het peil van de Lo-vaart te hoog hielden: eerst hadden ze be loofd de Lo-vaart laag te houden en dan kon er veel water langs daar weggepompt worden. Tn Veurne-Ambacht heeft het water aan de Duitsers heel wat hoofdbrekens bezorgd: blijkbaar hebben zij vanwege de bevoegde diensten de gewenste tegemoetko ming niet ondervonden, wat ook maar goed was. Onze zegsman scheen daarin een mal genoegen te hebben, want In een brief schreef hij: We hebben hier een grond- hoogte van 3,50 m. k 4 m. Mijn dorpel ligt op 4,22 m. en tegen dat ik water binnen heb, dan staat heel Veurne-Ambacht blank, dat is toch zo klaar als water. Wij wachten kalmpjes af wat ze met dat water zullen foefelen. Ik ben dichtbij de vaart en kan meer malen per dag nagaan, hoe de toestand is en evolueert; ja, ge loof mij, we gaan eiken avond met gerust gemoed ter ruste. Intussen ging de bevloeiing niet vooruit en zulks spijts de spring vloed van 23 Anril, die nogal een goede zwalp gaf, aangezien de zee steeg tot 5 meter. In vérband daarmede deelde onze vertrou wensman ons het volgende mede, in datum van 1 Mei: «Bij ons stond het water op Vrijdag 28 April op 3,00 m., doch zakte naderhand op 3.03 m. De watervlakte in de streek is wat uitgebreid: Bulskamp en Oeren- broek kregen hun deel; de weg Steenkerke-Avekapelle staat op e:n lengte van een honderdtal me ter onder een waterlaag van een tiental centimeter; daar is een landbouwer d'e mocht blijven en die een van de eerste geïsolleerd zit. Eggewaartskapelle is ook af gesneden van Avekapelle, daar de weg bij Ma Campagne een tien tal meter ver onder water staat. DE WATERDAM Hoger spraken wij van een damdie zou aangelegd wor den ten zuiden van Veurne-Am bacht; nu zou die een nieuwe lijn volgen, te weten: van aan de Millebrug (tussen Oeren en de Kortewilde) naar de Knollekapel te Eggewaartskapelle, vandaar naar de Kruise, verder naar Zou- tenaaie en tot aan de spoorweg, alsdan de spoorweg volgend tot aan de oude Aavaart, langs deze tot aan de baan Veurne-Diksmui- de en daarlangs verder tot aan Schoorbakke. Donderdag 27 April was er be richt gekomen bij de Watering, dat bedoelde dam moest klaar zijn tegen 3 Mei en zulks op peil van 4 meter; rekenend op een golfslag van 30 S, 40 cm., bleek die dam gebouwd voor een waterhoogte van circa 3,50 m. De vraag was: of de Duitsers dat waterpeil zou den bereiken. Wie enigszins in de zaak betrokken was en kennis had van watering, stond sceptisch tegenover het waterspel, dat se dert een drietal maanden aan gang was. De vraag was dan ook, of die dam zou stevig genoeg zijn om de druk van het water tegen te houden, daar hij aan de basis slechts 1,50 m. breedte zou heb ben en gans met losse aarde ge maakt was, zonder aandrukken of iets dergelijks. Daarbij, het had er de schijn van, dat de Duitsers zelf niet akkoord gingen over die dam. Naar medegedeeld werd uit betrouwbare bron, had een der gelijke grap plaats gehad in de streek van Gistel: de ene chefs lieten toe een zeker gebied droog te trekken, en de andere verbo den de pompen in werking te stel len...! Op 19 Mei 1944 verstrekte onze vertrouwensman ons volgende in lichtingen; Sinds enkele dagen komt er nogal veel water af: de ene bewe ren zout- en de andere zoet-water van de Schelde. In alle geval het water staat nu op 3,22 meter en smaakt als pekel. We zitten vol ledig afgezonderd; om van onze gemeente te geraken is het kwes tie van een paar honderd meter ver door het water te rijden met de flets, ofwel... erdoor te plas sen. De mensen hier nemen deze toestand niet te tragisch op, ze hadden er zich aan verwacht en berusten in hun lot. Het is erger gesteld met de landbouwers die nu al hun weiden zien overstro men, en geen blijf meer weten met hun vee. Dat wordt een ake lige historie voor de melk-en bo- terkwestie. De overstroomde op pervlakte bedraagt zo ongeveer een vierde van de gemeente; nog steeds vloeit het water stilletjes voort en breidt zich verder uit. Het wordt een drama zonder weer ga... en zeggen dat het officieel vaststaat dat ze zullen 'er ste ken tot op 3,60 m. Ik voor mij geloof niet dat ze zulk peil kun nen bereiken, doch ik houd reke ning met een verhoging van nog een 20 cm., dus tot op 3,40 m. En tóch blijven wij! Geloof me vrij als ik u zeg, dat we ons hier veilig voelen te midden het water: we gelijken zo wat op de landlieden uit de oude tijd die zich ook verschansten achter het water om zich te be schermen tegen al wat niets goeds in het schild voerde; één verschil: die moesten zelf zorgen voor hun veiligheid en ons wordt ze opge drongen tegen wil en dank; we aanvaarden ze gretig. Nu zullen we zorgen een schuit bij der hand te hebben om toch het nodige te kunnen bijhalen; daarbij, we heb ben nog hout genoeg om een vlot te maken als 't moet. In elk ge val we blijven zolang we kunnen, en voor het water maken we ze ker geen plaats, ten ware het in ons huis liepe en ons drinkwater besmette: dan geven wij de pijp aan Maarten; maar tegen dat het zo ver komt, zal er veel water naar de zee, of liever... naar hier moeten vloeien... De toestand in het versperde gebied bleef wekenlang ongewij zigd, zoals blijkt uit een schrijven van 4 Juni 1944: «Van het waterfront is er deze maal niet veel te vertellen: heden morgen staat het op 3,30 m. De laatste dagen is het een zestal centimeter gezakt; het hoogste peil is geweest 3,36 m. Sedert en kele dagen sturen ze geen water meer, naar het zeggen van de kantonnier van de Watering: het zou immers de moeite niet lonen de sluizen te openen, voor enige minuten dat de zee hoger staat dan het binnenwater. Deze week is er weer hoge vloed met de volle maan, en dan verwachten we nog een zwalp. Anderzijds leven we hier ons eilandersleven gezapig voort, doch we zijn nu schiereilan- ders geworden. Enkele boeren hebben een honderd twintig stro- ballots bijeengebracht en een over weg gemaakt door het water, zo dat we nu ten minste droogvoets de buitenwereld kunnen bereiken. Deze die westwaarts op reis moe ten trachten dan maar op ene of andere manier de plas over te steken. De populairste manier is: schoenen en kousen uitdoen, de broek opstropen, de fiets op de schouders nemen en... vooruit. Anderen die hun fiets minder ont zien, voorzien zich van een paar botten en trappen er met hun fiets maar door. Zolang het water op straat maar een dertig centi meter diep is, en op voorwaarde dat men het voorzichtig aan boord legge, gaat het nog al. Natuurlijk: de roest aan de fiets niet in aan merking genomen. Daar zijn er ook die er blootsvoets doorpiassen en hun fiets meevoeren op een handwagentje: ook al een oplos sing. De aristocratische overzet geschiedt bij middel van paard en kar. Het is werkelijk eens in teressant om na te gaan hoe de mensen het aan boord leggen om er hier in of uit te geraken; voor al vreemden, die de weg niet zo goed kennen en niet weten hoe diep het water wel is. Dat wordt al eens een lolletje... En toch troosten we ons nog altijd bij de gedachte, dat we zo veel minder zorgen hebben, dan de mensen uit de gebombardeerde centra; daar moet het leven on houdbaar woren mettertijd...! Zoals we hoger vermeldden wil den de Duitsers het noorderge deelte van Veume-Ambacht, west van de baan Diksmuide-Veurne, onder water steken, en het zuider gedeelte van die streek vrijwaren. Wat waren ze verwonderd, dat het water niet lopen wilde waar zij het voorzien hadden en daar alleen... Ze zouden dus water stu wen met alle geweld en het be stuur der Wateringen kreeg een zekere tijd, ongeveer een goede veertien dagen, om door betere damwerken, het niet voorziene ge bied van verdere overstroming te vrijwaren. Vandaar dat na over eenkomst inzake de te volgen af- dammingslijn, de Watering met man en macht aan het werk toog om tegen een bepaalde datum klaar te zijn met die dam, want dan zouden de Duitsers water ste ken, gedaan of niet gedaan. En werkelijk, de damwerken waren klaar vooraleer het waterpeil ver hoogde; de streek ten zuiden van de dam mocht droog gepompt worden, hetgeen zo goed als ge daan was tegen einde Juni. Zo had de Watering door haar dam, ruim 8.000 ha. van overstroming gevrijwaard. Van de landbouwers, ten zuiden de dam. eiste de Wa tering 100 fr. per hectare om de onkosten te dekken. Sinds het vol einden van bedoeld werk was het waterpeil benoorden de dam zo wat 35 cm. gestegen, ttz. in de streek van Steenkerke, Booltshoe- ke, Ramskapelle, Pervijze, enz. De boeren uit die streek waren dan ook erg gebeten op de Watering, en beschuldigden deze laatste me de te helpen met het Duitse leger! Men zocht een plichtige en nam deze die gemakkelijkst in de greep lag. In al hun beoordelingen ver gaten veel mensen de ware aard der zaak te beschouwen en in aan merking t* nemen bij onderhavig geval: dat er water genoeg in de zee is, om gans Veurne-Ambacht tot op peil 8,50 m. en dieper nog, onder water te zetten. Mét of zón der dam kon er evenveel water gestuwd worden op het noorder gedeelte! HET ONWILLIQ WATER Anderzijds, dat de Duitsera veel last hadden met die overstroming, blijkt uit volgende brief, dd. 24 Juni 1944: «Het heeft er de schijn van dat de Duitsers eindelijk het probaat middel gevonden hebben, om ons er onder te krijgen,., namelijk dóór de Nieuwpoortvaart, de Lo- vaart en dóór het sas van Korte wilde in de Steengracht. Maar daarvoor moeten ze hun scheep vaart stopzetten in de Nieuwpoort vaart. Zaterdag 17* beleefden we hier een kleine sensatie. Rond de middaguren kwam het water zo al opeens geweldig opzetten, rich ting West-Oost. In één tel was gans onze kolonie te been; allen tuurden naar de vaart en bespra ken het geval. Er was geen twij fel: het water kwam van Korte wilde, en stijgen, stijgen... men zag de weg toestromen terwijl men erop keek. Dat duurde zo een paar uur; toen zakte het wa ter een weinig. In de loop van de namiddag was het geklommen tot 3,47 m. hoogte peil, en 's avonds stond het weer op 3,55 m. De slim merds hadden het sas van de Fin tele laten openstaan en waren heel verwonderd dat te Nieuw- poort het peil van de IJzer 70 cm. gestegen was. Hun eerste poging gaf niets... Maar wacht, dachten ze...! Het sas van de Fintele moest toe en met een paar schoorbal ken er tegen was daar niets meer te vrezen... Met de hoge tij van Zaterdagnacht herhaalde zich het zelfde, ook Zondag, Maandag en Dinsdag. Op Zondagmiddag ging mijn gebuur, geschoeid met hoge laarzen, zien naar de Kortewilde, hoe hoog het water stond op de peilschaal in de Lo-vaart: 8,65 m.; dat zou dus ongeveer het peil zijn van de hoogwatertij van dit sei zoen. Als men daarbij rekening houdt met het feit, dat die dagen een geweldige noorderwind woel die het water van de zee opdreef, zo mogen we dus min of meer met grond veronderstellen, dat dit het hoogste peil is, dat ze deze tijd van het Jaar kunnen berei ken. Nog niet om te wanhopen... Dinsdagavond, 20 dezer, de laatste maal dat ze water staken, stonden we op 3.54 m.: zo goed als al de landerijen zijn dan onder water gelopen of werden ervan doortrokken, zodat alle gewassen daardoor vernield zijn, uitgezon derd voor enkele hoge percelen. Waar het zoutwater slechts en kele uren gestaan heeft, is alles reddeloos verloren. Die avond wer den de sasdeuren van de Korte wilde toegedraaid, of liever, bijna toe. want ze hebben ze met geen middel toegekregen, wegens de druk van het water; er blijft een opening van 30 cm. langswaar dag en nacht veel water wegvloeit, te rug de Lo-vaart in. Te noteren dat sinds die avond, de Lo-vaart terug laaggetrokken werd, naar het schijnt, om de opgeëiste bin nenschepen toe te laten naar Nieuwpoort te varen waar ze, ge vuld met zand en cement, in de havengeul zullen gezonken wor den, In geval van onverwachte, of liever nu verwachte gebeurtenis sen. De Lo-vaart staat thans 30 cm. lager dan ons water, het welk gemakkeliik wegvloeit gelei delijk aan, zodat we na de tribu- laties van deze week minder water hebben dan te voren, bepaald he den avond 3,31 m. Donderdag was er zelfs een sasdeur volledig open geduwd door de druk, en die nacht is er veel water spoorloos verdwenen. Het valt te bezien of ze hun oefening niet zullen herhalen; nu zijn hun schepen te Nieuwpoort, en daar ze de kortste weg gevon den hebben voor een waterlating is het te vrezen dat ze dezer da gen nog een zwalp bijkrijgen, ten minste als de zee hoog genoeg komt; Immers, de sterke noorder wind Is gedraaid en dat is een groot punt; afwachten blijft de boodschap. We blijven kalm de loop der komende gebeurtenissen afwachten; we houden ons sterk achter ons water en... laat ze maar komen. We worden van langs om meer geïsolleerd: verle den week zijn ze begonnen met de brug over de Lo-vaart, bij Kor tewilde af te breken, om ze te leggen ergens rond Doornik, naar het zeggen van het werkvolk. Dit is enigszins ongerievig, doch an derzijds bezien, toch niet slechter voor ons: we zitn zo goed als vol komen afgezonderd van de buiten wereld, ik durf niet zeggen van de «beschaafde wereld»! Maar ik vrees zo min of meer dat de oor log reeds veertien dagen zal ge daan zijn, vooraleer wij het hier weten... ft "Vervol at. tVu-V-Vó':?! Pt/INCft ontstaan Om*tt*xki abt, "VÏÏT*- eauar WADDENGEBIED ovezAttoomal van. de JSt'tot de ■CUuui HEUVfLL'JN van Stn.-tdt uacüi c&hlidigq cMvabtonung kotran. kam.\

HISTORISCHE KRANTEN

Het Wekelijks Nieuws (1946-1990) | 1952 | | pagina 20