van Westvlaanderen in 1944 - 45
Onze
Week-end,
Reportage
In afwachting
der geallieerde
landing
«HET WEKELIJKS NTEüWS T Zaterdag April 1052 Blada. 20.'
kin
I.
DE DUITSE PLANNEN
In Februari 1944 werd de Polder
streek van Westvlaanderen door
de Duitsers onder water gesto
ken, om een verdedigingslijn te
vormen tegen een verwachte in
vasie vanwege de geallieerden
Engelsen en Amerikanen, enz. Zij
werd een deel van de zogenaam
de Atlantiek-muur.
Wij hadden gelegenheid, tijdens
onze inspectiereizen in dat gebied,
om daarover veel te vernemen en
met eigen ogen te zien; ander
zijds hadden wij in die streek een
scherp waarnemer, die ons per
brief geregeld kostbare inlichtin
gen verschafte, welke schriftelij
ke mededelingen wij zorgvuldig
bewoorden.
Het versperd Gebied
durend gesloten laten om het ri
vierwater op te houden. In het
eerste geval bespoelt men het
land met zoutwater, wat zeer na
delig is voor bomen en planten,
daar het zout (keukenzout of na-
triumchloried) door zijn gehalte
chloor, alle plantaardig leven ver
giftigt en doodt!
Veel landerijen, in bedoeld kust
gebied, liggen slechts ietwat ho
ger dan de zeespiegel: de ene
meer en de andere minder. Te
noteren dat het nulpunt van het
zeepeil (voor België) gelijk staat
met de gemiddelde hoogte van de
laagwaterstand bij springvloed te
Oostende, wat ongeveer 2,35 m.
lager is dan de gemiddelde water
stand; doch bij hoogwaterstand
rijst het water ongeveer 4,30 m.
en zelfs meer, zodat alsdan een
Vooraf zij erop gewezen dat een
ontscheping van de geallieerden
op onze kust, reeds in 1942 voor
zien was. Zo lezen wij in het «Mé-
morial de Rooseveltdoor R. E.
Sherwood, deel I, blz. 79, dat op
14 Haart 1942 een strategisch plan
opgemaakt werd, voor een inva
sie in het Noorden van Frankrijk,
bestaande in een ontscheping op
het nauwste punt van het Kanaal,
tussen Kales en Le Havre, en dat
achteraf bruggenhoofden moesten
geslagen worden oostwaarts, over
Duinkerke naar Oostende en Zee-
brugge toe Bedoeld plan moest
uitgevoerd worden in de lente van
1943 en droeg, voor geheime me
dedelingen, de naam van ROUN
DUP (rassemblement) en later
die van OVERLORD (opperheer).
Achteraf werd dat plan verla
ten en vervangen door een zoge
naamd plan SLEDGEHAMMER
(voorhamer, bestaande in een ont
scheping op de kust van Norman-
dië, zoals het werkelijk gebeurde
op 6 Juni 1944.)
De Duitsers hadden een fijne
spioendienst en zullen de verschil
lende plannen der geallieerden
wel min of meer gekend hebben,
weshalve zij dan ook verdedi
gingsmaatregelen troffen inge
volge.
HET WATERLAND
Het was geen geheim voor ve
len, dat het kustgebied een laag
land uitmaakt, aan het water ont
trokken na de achtste eeuw onzer
tijdrekening, en door afdammin
gen, alsmede ingewikkelde water
werken, tot vruchtbare landerijen
herschapen.
Daarvan getuigen heden nog na
men zoals de Oude Zeedijk de
Groenendijken de Grave-
Jansdijkdeze laatste herinne
rend aan Jan van Namen (zoon
van Gwijde van Dampierre) die
bedoelde dijk liet aanleggen na
de geweldige overstromingen der
XII" eeuw, ofwel aan Jan Zonder
Vrees die de dijk liet versterken,
na de overstromingen van het be
gin der XV' eeuw. Meteen getui
gen daarvan de vele dorpsnamen,
eindigend op «kerk» of «kapelle»,
als zijnde: St-Jakobskapelle, Oude-
kapelle, Nieuwkapelle, Avekapelle.
Ramskapelle, Eggewaartskapelle,
Kaaskerke, Oostkerke, Steenker-
ke, Stuivekenskerke, en andere
verder in de Polder.
Wat aan het water onttrokken
werd door mensenhanden, kan
derwijze weder onder water ge
stoken worden; daartoe kan men
ofwel de sluizen open zetten bij
vloed en sluiten bij ebbe, om het
zeewater landwaarts te jagen; of
wel kan men die sluizen voort
aanzienlijke watermassa kan land
waarts gestuwd worden, en nage
noeg alles onder water gestoken
tot aan de hoogtelijn van 5 m.
(zie kaart Nr 1, De Kustvlakte
naar M. Van Rysselberghe).
Bij de behandeling van dit on
derwerp hebben wij hoofdzakelijk
de streek van Veurne-Ambacht op
het oog, vervolgens die van de
Moeren.
ZOETWATER
OVER VEURNE-AMBACHT
Het begin van het lange drama
in bedoelde streek was een mas
sale ontruiming of evacuatie
van een groot gedeelte der bevol
king. Een eerste brief, dd. 5 Fe
bruari 1944, van onze berichtge
ver luidde als volgt:
We moeten dus vertrekken
vóór de 15 dezer, met pak en zak.
Het bestuur der Noordwatering
(Veurne) had nog niveleringen
uitgevoerd in de gemeente. Vele
plaatsen kwamen aan circa 4 me
ter. Donderdag laatst, 3 Februari,
ben ik naar Brugge geweest om
bij de Kreiskommandantur een
laatste poging te doen ten einde
de situatie te redden; doch niets
gekort. We moeten ontruimen en
daarmee, basta... Van de ganse
gemeente zijn er slechts een
twaalftal gezinnen die mogen blij
ven, waarvan zeker drie, wier wo
ningen nu al omringd zijn door
water; en de boer die op het
hoogste punt van de gemeente
woont moet weg... Krijg me daar
een kop aan? Dat zijn natuurlijk
al van die militaire maatregelen,
doch die er bij is heeft prijs. Nu,
we laten het precies aan ons harte
niet komen; we weten waar naar
toe en hebben vervoer om de gan
se bazar te verhuizen Daarbij,
we hopen dat het op zijn einde
draait...
De Zaterdag 20* daarop volg
de een nieuwe mededeling, lui
dend aldus:
De evacuatie van onze ge
meente is nu een voldongen feit;
de inwoners zijn verspreid over
een twaalftal gemeenten. Hier in
de streek hoort men van niets an
ders meer spreken dan van eva-
cuëren Zestig procent van Oost
ende moet weg en er is sprake
van heel de kust... Veel geruch
ten waarvan enkele echt en an
dere uitgevonden door paniek
zaaiers.
In het begin van deze eva
cuatiegeschiedenis heb ik een peil
schaal geslagen in de vaart, na
vooraf de waterstand gevraagd te
hebben bij de Watering. Zo kon
ik regelmatig de waterstand van
elk ogenblik nagaan. Toen we
Maandag 14° vertrokken, was de
stand 2,65 m. boven de zeespiegel.
Aangezien nu het normaal peil
van onze gracht 2,37 m. boven zee
i3, zo stond het water alsdan
28 cm. boven de 0 van dit kanaal.
De Vrijdag daarop ben ik eens
teruggegaan en stelde ik vast dat
de waterstand 2,75 m. was. Woens
dagmorgen stond de gracht op
2,95 m. en naar schatting was een
oppervlakte van ongeveer 100 ha.
op de 1200 overstroomd. Op geen
enkele plaats is het water reeds
in de huizen gedrongen; enkel
een vijftal inwoners kunnen hun
woning niet meer bereiken ter
oorzaak van het water. Gisteren
(Vrijdag) ben ik weer eens gaan
zien en het peil was onveranderd
gebleven; doch bij het naar huis
gaan kon ik bemerken dat het
water stilletjes liep, wat dus erop
wees dat ze weer water zonden.
De ganse gemeente biedt een
treurige aanblik; men ziet noch
kat noch hen, niets ...niets...; al
leen gesloten huizen en soms een
inwoner die haastig eventjes komt
kijken naar zijn vereenzaamde
woning, maar blij is deze verla
tenheid te mogen ontvluchten.
Gisteren hoorde ik van de Hr
Burgemeester, dat de Duitsers
overal aan het meten waren, wa
terpassen, dacht hij. Een ander
inwoner bevestigde mij hetzelfde
en aan deze hadden de soldaten
gezegd, dat ze het water nog wat
zouden doen stijgen en dat de
ingezetenen wier huizen dan nog
niet onder water zouden komen,
zullen mogen terugkeren naar hun
woning. De Burgemeester zegde
me ook, dat hij deze week naar
Brugge gaat om voetstappen te
doen in die zin. Ik voor mij heb
niet veel hoop...! We zullen van
verre eens toekijken hoe alles
evilueert en of deze ontruiming
wel echt voor het water geweest
is.
Een bevoegd persoon vertrouw
de ons toe, dat de Duitsers bij
hun poging tot onder-water-ste
ken, met zeewater een hoogte kun
nen bereiken van VIER meter bo
ven zee, doch met water uit
Schelde en Leie over Brugge-Oost-
ende, zouden ze, als alle om
standigheden gunstig zijn, wel
VIJF meter kunnen bereiken,
edoch, dat zou enkele weken du
ren vooraleer het zover is; maar
dan zou heel de polderstreek over
stromen. Onze zegsman geloofde
niet dat zulks de bedoeling was
van de bezetter, dat de militaire
overheid enkel wil bepaalde ge
deelten in moeras maken, en dat
ze daarom de waterstand niet ho
ger wensen te brengen dan tot
omstreeks 3,50 m.
Het spergebied is een herinnering uit de jongste wereldoorlog die alleen Westvlaan
deren betreft. De geheimzinnige strook langs de kust, die door de Duitse bezetters voor nieuws
gierige ogen was afgesloten, werd dus in hun verdedigingsstelsel geïntegreerd.
De ondervinding uit de eerste wereldoorlog had de Duitsers blijkbaar geleerd dat het
water een geducht wapen is, zij hadden het toen tot hun schade geleerd en het lag voor
de hand dat zij zich op dezelfde wijze zouden trachten te verdedigen tegen een dreigende
invasie der geallieerden tijdens de jongste wereldoorlog.
Wie ten Oosten van het spergebied woonde kon moeilijk het fijne van de zaak afwe
ten over hetgeen daar in de verboden zone gebeurde en na de oorlog is daarover betrekke
lijk weinig geschreven.
Het is ons dan ook een genoegen onze lezers een geschiedkundig overzicht te geven I
over deze gebeurtenissen die aan onze boeren uit Veurne-Ambacht zoveel schade berokkende.
De schrijver van deze reportage hoeven wij niet meer voor te stellen, want voor de lezers
van ons blad is dhr B. H. Dochy, ere-hoofdinspecteur van het Lager Onderwijs, lang geen
onbekende meer. Van zijn hand verschenen de Week-end Reportages; Houthulst en het
Vrijbos» (zie W. N. van 24/2/51), alsmede Cogge en Geeraert» (zie W. N. van 30/10/51),
Deze laatst genoemde reportage handelde over de overstromingen tijdens de oorlog 1914-18.
Het is dus een tegenhanger die wij thans publiceren.
Nu het oorlogsleed voorbij is zullen deze aantekeningen over de geheimen van het
Westvlaamse waterland bij velen de herinnering oproepen aan sombere dagen. Maar tevens
ligt hierin de getuigenis van de werkkracht onzer mensen. Weer snijdt de boer diepe voren
door het land, weer smijt hij het zaad in de vruchtbare grond en opnieuw gedijen de
vruchten. Hofsteden zijn t'allenkant herrezen. Neen, de Vlaamse boer vergaat niet.
en daar een uitzondering te ma
ken. Zo zijn er reeds een vijftal
gezinnen die van die officier mon
delinge toelating bekomen hebben
en teruggekeerd zijn naar hun te
huis.
Ook onze correspondent waagde
het op eigen houtje naar zijn dorp
terug te keren. Vandaar schreef
hij ons op 23 April:
«Ja, we zijn terug thuis... In de
loop van voorgaande week vroeg
ik aan de Heer Burgemeester of
hij er bezwaar in vond, dat ik
met mijn gezin terugkeerde...
waarop hij mij antwoordde dat
hij er persoonlijk niets tegen had,
doch dat ik al de gevolgen voor
mijn rekening moest nemen. Op
een verdere vraag van mij, of de
Duitsers ons moeilijkheden zou
den aandoen zo wij terugkeerden,
antwoordde hij, dat hij zulks niet
geloofde. Hierop besloot ik de
proef te wagen. Morgen zijn wij
reeds een week thuis en we heb
ben nog niemand gezien; we wo
nen met de voorvensters toe en
tonen ons niet veel op straat.
HET GEVREESDE ZOUT
WATER
Een blik op het overstroomde gebied. Ternauwernood kon de land
bouwer zijn hofstede beveiligen tegen het aanrukkende water. Op de
voorgrond een opgeworpen dam, die het neerhof moest beschermen.
...EN DE BOER ZAAIT VOORT
Juist een maand nadien, zij op
20 Maart 1944 stuurde onze cor
respondent andermaal een schrij
ven met volgende inlichtingen:
Gisteren ben ik weer eens
gaan zien naar onze uitgestorven
gemeente. Vooreerst de toestand
van het water: in de verlopen
weken is de hoogte practisch de
zelfde gebleven t.t.z. 2,95 m. bo
ven de zeespiegel. De overstroom
de oppervlakte is ook dezelfde
gebleven en de landlieden waren
gisteren volop bezig de droogge-
bleven akkers te bemesten en te
bezaaien, alsof er niets gebeurd is
en verder niets kan gebeuren!
Dat is ons taal Vlaamse volk:
doorbijten, met volle moed door-
boeren, mesten en zaaien tot te
gen de rand van hun overstroom
de akkers, spijts gevaar dat al
hun arbeid verloren kan zijn. Ik
heb er gezien die akkers bezaaiden
welke ongetwijfeld onder water
zullen lopen als het peil nog enige
centimeters stijgt. Maar, de men
sen alhier hebben volle hoop dat
het niet meer zal stijgen; ik pre
cies ook... en ziehier waarom.
Zoals ik vroeger zei, hebben
de militairen onze streek over
stroomd met water uit de Ijzer,
al over de Fintele en het sas van
Kortewilde. Zolang het niet regent
is de watertoevoer uit de IJzer
onbeduidend. Moest het nu gewel
dig regenen, dan zouden ze het
waterpeil van de Lo-vaart verho
gen om door de Kortewilde de
Steengracht te spijzen. Doch: een
hoog peil van de Lo-vaart zou
dit van de vaart Veurne-Nieuw-
poort ook verhogen en alle scheep
vaart in deze drukbevaren vaart
verhinderen. Voeg daarbij dat het
sas van Kortewilde gebouwd is
om de druk op te vangen komen
de van de Lo-vaart, daar deze
laatste normaal enige centime
ters hoger staat dan de Steen
gracht; dus: moesten ze proberen
eerst de Lo-vaart te verhogen voor
een paar dagen, totdat het water
alhier gestegen is, en dan de Lo-
vaart aftappen, om de scheep
vaart te herstellen, dan zou het
sas van Kortewilde de druk van
het water uit de Steengracht niet
kunnen weerstaan, en zouden de
sluisdeuren opengedrumd worden.
Ik geloof dus niet, dat in onze
streek het waterpeil nog zal stij
gen, te meer dat andere ge
meenten uit de streek, o.a. Lam-
pernisse, Oostkerke, Oudekapelle,
Nieuwkapelle en Kaaskerke, dan
veel meer gevaar lopen. In Oude
kapelle is het een echte zee, zo
danig dat het water over de weg
slaat als het waait; daar zijn boe
ren die per rijtuig hun hof moe
ten verlaten als zij ergens willen
gaan, omdat het omringd is van
water. Ik zelf heb in Lampernisse
woningen gezien waar het water
twee meter van de deur staat. Bij
ons zijn twee, zegge twee huizen
die afgezonderd zijn door het wa
ter, en waar het praktisch onmo
gelijk is te wonen, doch geen en
kele straat staat onder water; de
mensen gaan hun land bewerken,
hun woning bezoeken; vreemden
kunnen komen... stelen.
Een paar officieren van de
Feldgendarmerie van Diksmuide
zijn aangesteld om de waterstand
te controleren, een daarvan is ook
een boer, deze laatste doet al wat
hij kan om zoveel mogelijk land
bouwers te laten terugkeren, om
dat hij inziet dat de uitstippeling
van de te-overstromen-zone ver
keerd uitgevallen is. Edoch: hij
heeft slechts bevoegdheid om hier
Spijts al hun pogingen gelukten
de Duitsers er niet in met rivier
water onze Polderstreek onder
water te steken: de droge lente
van 1944 bracht daartoe geen vol
doende watertoevoer. En toch
moet kost wat kost, bij middel
van water, een versperd gebied
tot stand gebracht worden.
Nu zouden zij hun toevlucht ne
men tot zout- of zeewater!
Op Donderdag 20 April maak
ten zij daarmee een begin. Vol
gens onze vertrouwensman stond
het water de Vrijdag 21° op het
peil van 2,92 m. en tegen 's Zon
dags op 2,94 m., zij dus een stij
ging van één centimeter per dag.
De Duitsers zegden niet aan de
Dienst van de Watering op welk
peil zij de waterstand wilden bren
gen, maar zij gaven order om de
streek van Oudekapelle en omlig
gende droog te trekken. Daartoe
moest een afdamming aangelegd
worden, die zou lopen over For-
tem, Lampernisse, Oostkerke, Per-
vijze, Schoorbakke; al het water
ten zuiden van die lijn moest in
de IJzer gepompt worden. Op
Maandag 24 April zouden ze be
ginnen pompen, aan het IJzermo
nument te Diksmuide,... nog eer
de dam aangelegd was. Want,
vooraleer zij bedoelden dam zou
den klaar krijgen, met vrijwilli
gers of verplicht te-werk-gestel-
den en met een pomp die veel te
klein was, dat alles voor een op
pervlakte van circa 12.000 hect
aren, ja... intussen zou er veel
gebeuren. Een bevoegd persoon
die bij de werken rechtstreeks
betrokken was, verklaarde dat er
maar weinig hoop bestond op wel-
gelukken, te meer daar de Duit
sers het peil van de Lo-vaart te
hoog hielden: eerst hadden ze be
loofd de Lo-vaart laag te houden
en dan kon er veel water langs
daar weggepompt worden.
Tn Veurne-Ambacht heeft het
water aan de Duitsers heel wat
hoofdbrekens bezorgd: blijkbaar
hebben zij vanwege de bevoegde
diensten de gewenste tegemoetko
ming niet ondervonden, wat ook
maar goed was. Onze zegsman
scheen daarin een mal genoegen
te hebben, want In een brief
schreef hij:
We hebben hier een grond-
hoogte van 3,50 m. k 4 m. Mijn
dorpel ligt op 4,22 m. en tegen
dat ik water binnen heb, dan
staat heel Veurne-Ambacht blank,
dat is toch zo klaar als water. Wij
wachten kalmpjes af wat ze met
dat water zullen foefelen. Ik ben
dichtbij de vaart en kan meer
malen per dag nagaan, hoe de
toestand is en evolueert; ja, ge
loof mij, we gaan eiken avond
met gerust gemoed ter ruste.
Intussen ging de bevloeiing niet
vooruit en zulks spijts de spring
vloed van 23 Anril, die nogal een
goede zwalp gaf, aangezien de zee
steeg tot 5 meter. In vérband
daarmede deelde onze vertrou
wensman ons het volgende mede,
in datum van 1 Mei:
«Bij ons stond het water op
Vrijdag 28 April op 3,00 m., doch
zakte naderhand op 3.03 m. De
watervlakte in de streek is wat
uitgebreid: Bulskamp en Oeren-
broek kregen hun deel; de weg
Steenkerke-Avekapelle staat op
e:n lengte van een honderdtal me
ter onder een waterlaag van een
tiental centimeter; daar is een
landbouwer d'e mocht blijven en
die een van de eerste geïsolleerd
zit.
Eggewaartskapelle is ook af
gesneden van Avekapelle, daar de
weg bij Ma Campagne een tien
tal meter ver onder water staat.
DE WATERDAM
Hoger spraken wij van een
damdie zou aangelegd wor
den ten zuiden van Veurne-Am
bacht; nu zou die een nieuwe lijn
volgen, te weten: van aan de
Millebrug (tussen Oeren en de
Kortewilde) naar de Knollekapel
te Eggewaartskapelle, vandaar
naar de Kruise, verder naar Zou-
tenaaie en tot aan de spoorweg,
alsdan de spoorweg volgend tot
aan de oude Aavaart, langs deze
tot aan de baan Veurne-Diksmui-
de en daarlangs verder tot aan
Schoorbakke.
Donderdag 27 April was er be
richt gekomen bij de Watering,
dat bedoelde dam moest klaar zijn
tegen 3 Mei en zulks op peil van
4 meter; rekenend op een golfslag
van 30 S, 40 cm., bleek die dam
gebouwd voor een waterhoogte
van circa 3,50 m. De vraag was:
of de Duitsers dat waterpeil zou
den bereiken. Wie enigszins in de
zaak betrokken was en kennis
had van watering, stond sceptisch
tegenover het waterspel, dat se
dert een drietal maanden aan
gang was. De vraag was dan ook,
of die dam zou stevig genoeg zijn
om de druk van het water tegen
te houden, daar hij aan de basis
slechts 1,50 m. breedte zou heb
ben en gans met losse aarde ge
maakt was, zonder aandrukken of
iets dergelijks. Daarbij, het had
er de schijn van, dat de Duitsers
zelf niet akkoord gingen over die
dam. Naar medegedeeld werd uit
betrouwbare bron, had een der
gelijke grap plaats gehad in de
streek van Gistel: de ene chefs
lieten toe een zeker gebied droog
te trekken, en de andere verbo
den de pompen in werking te stel
len...!
Op 19 Mei 1944 verstrekte onze
vertrouwensman ons volgende in
lichtingen;
Sinds enkele dagen komt er
nogal veel water af: de ene bewe
ren zout- en de andere zoet-water
van de Schelde. In alle geval het
water staat nu op 3,22 meter en
smaakt als pekel. We zitten vol
ledig afgezonderd; om van onze
gemeente te geraken is het kwes
tie van een paar honderd meter
ver door het water te rijden met
de flets, ofwel... erdoor te plas
sen. De mensen hier nemen deze
toestand niet te tragisch op, ze
hadden er zich aan verwacht en
berusten in hun lot. Het is erger
gesteld met de landbouwers die
nu al hun weiden zien overstro
men, en geen blijf meer weten
met hun vee. Dat wordt een ake
lige historie voor de melk-en bo-
terkwestie. De overstroomde op
pervlakte bedraagt zo ongeveer
een vierde van de gemeente; nog
steeds vloeit het water stilletjes
voort en breidt zich verder uit.
Het wordt een drama zonder weer
ga... en zeggen dat het officieel
vaststaat dat ze zullen 'er ste
ken tot op 3,60 m. Ik voor mij
geloof niet dat ze zulk peil kun
nen bereiken, doch ik houd reke
ning met een verhoging van nog
een 20 cm., dus tot op 3,40 m.
En tóch blijven wij!
Geloof me vrij als ik u zeg,
dat we ons hier veilig voelen te
midden het water: we gelijken zo
wat op de landlieden uit de oude
tijd die zich ook verschansten
achter het water om zich te be
schermen tegen al wat niets goeds
in het schild voerde; één verschil:
die moesten zelf zorgen voor hun
veiligheid en ons wordt ze opge
drongen tegen wil en dank; we
aanvaarden ze gretig. Nu zullen
we zorgen een schuit bij der hand
te hebben om toch het nodige te
kunnen bijhalen; daarbij, we heb
ben nog hout genoeg om een vlot
te maken als 't moet. In elk ge
val we blijven zolang we kunnen,
en voor het water maken we ze
ker geen plaats, ten ware het in
ons huis liepe en ons drinkwater
besmette: dan geven wij de pijp
aan Maarten; maar tegen dat het
zo ver komt, zal er veel water
naar de zee, of liever... naar hier
moeten vloeien...
De toestand in het versperde
gebied bleef wekenlang ongewij
zigd, zoals blijkt uit een schrijven
van 4 Juni 1944:
«Van het waterfront is er deze
maal niet veel te vertellen: heden
morgen staat het op 3,30 m. De
laatste dagen is het een zestal
centimeter gezakt; het hoogste
peil is geweest 3,36 m. Sedert en
kele dagen sturen ze geen water
meer, naar het zeggen van de
kantonnier van de Watering: het
zou immers de moeite niet lonen
de sluizen te openen, voor enige
minuten dat de zee hoger staat
dan het binnenwater. Deze week
is er weer hoge vloed met de volle
maan, en dan verwachten we nog
een zwalp. Anderzijds leven we
hier ons eilandersleven gezapig
voort, doch we zijn nu schiereilan-
ders geworden. Enkele boeren
hebben een honderd twintig stro-
ballots bijeengebracht en een over
weg gemaakt door het water, zo
dat we nu ten minste droogvoets
de buitenwereld kunnen bereiken.
Deze die westwaarts op reis moe
ten trachten dan maar op ene of
andere manier de plas over te
steken. De populairste manier is:
schoenen en kousen uitdoen, de
broek opstropen, de fiets op de
schouders nemen en... vooruit.
Anderen die hun fiets minder ont
zien, voorzien zich van een paar
botten en trappen er met hun
fiets maar door. Zolang het water
op straat maar een dertig centi
meter diep is, en op voorwaarde
dat men het voorzichtig aan boord
legge, gaat het nog al. Natuurlijk:
de roest aan de fiets niet in aan
merking genomen. Daar zijn er
ook die er blootsvoets doorpiassen
en hun fiets meevoeren op een
handwagentje: ook al een oplos
sing. De aristocratische overzet
geschiedt bij middel van paard
en kar. Het is werkelijk eens in
teressant om na te gaan hoe de
mensen het aan boord leggen om
er hier in of uit te geraken; voor
al vreemden, die de weg niet zo
goed kennen en niet weten hoe
diep het water wel is. Dat wordt
al eens een lolletje...
En toch troosten we ons nog
altijd bij de gedachte, dat we zo
veel minder zorgen hebben, dan
de mensen uit de gebombardeerde
centra; daar moet het leven on
houdbaar woren mettertijd...!
Zoals we hoger vermeldden wil
den de Duitsers het noorderge
deelte van Veume-Ambacht, west
van de baan Diksmuide-Veurne,
onder water steken, en het zuider
gedeelte van die streek vrijwaren.
Wat waren ze verwonderd, dat
het water niet lopen wilde waar
zij het voorzien hadden en daar
alleen... Ze zouden dus water stu
wen met alle geweld en het be
stuur der Wateringen kreeg een
zekere tijd, ongeveer een goede
veertien dagen, om door betere
damwerken, het niet voorziene ge
bied van verdere overstroming te
vrijwaren. Vandaar dat na over
eenkomst inzake de te volgen af-
dammingslijn, de Watering met
man en macht aan het werk toog
om tegen een bepaalde datum
klaar te zijn met die dam, want
dan zouden de Duitsers water ste
ken, gedaan of niet gedaan. En
werkelijk, de damwerken waren
klaar vooraleer het waterpeil ver
hoogde; de streek ten zuiden van
de dam mocht droog gepompt
worden, hetgeen zo goed als ge
daan was tegen einde Juni. Zo
had de Watering door haar dam,
ruim 8.000 ha. van overstroming
gevrijwaard. Van de landbouwers,
ten zuiden de dam. eiste de Wa
tering 100 fr. per hectare om de
onkosten te dekken. Sinds het vol
einden van bedoeld werk was het
waterpeil benoorden de dam zo
wat 35 cm. gestegen, ttz. in de
streek van Steenkerke, Booltshoe-
ke, Ramskapelle, Pervijze, enz. De
boeren uit die streek waren dan
ook erg gebeten op de Watering,
en beschuldigden deze laatste me
de te helpen met het Duitse leger!
Men zocht een plichtige en nam
deze die gemakkelijkst in de greep
lag. In al hun beoordelingen ver
gaten veel mensen de ware aard
der zaak te beschouwen en in aan
merking t* nemen bij onderhavig
geval: dat er water genoeg in de
zee is, om gans Veurne-Ambacht
tot op peil 8,50 m. en dieper nog,
onder water te zetten. Mét of zón
der dam kon er evenveel water
gestuwd worden op het noorder
gedeelte!
HET ONWILLIQ WATER
Anderzijds, dat de Duitsera veel
last hadden met die overstroming,
blijkt uit volgende brief, dd. 24
Juni 1944:
«Het heeft er de schijn van dat
de Duitsers eindelijk het probaat
middel gevonden hebben, om ons
er onder te krijgen,., namelijk
dóór de Nieuwpoortvaart, de Lo-
vaart en dóór het sas van Korte
wilde in de Steengracht. Maar
daarvoor moeten ze hun scheep
vaart stopzetten in de Nieuwpoort
vaart. Zaterdag 17* beleefden we
hier een kleine sensatie. Rond de
middaguren kwam het water zo
al opeens geweldig opzetten, rich
ting West-Oost. In één tel was
gans onze kolonie te been; allen
tuurden naar de vaart en bespra
ken het geval. Er was geen twij
fel: het water kwam van Korte
wilde, en stijgen, stijgen... men
zag de weg toestromen terwijl
men erop keek. Dat duurde zo
een paar uur; toen zakte het wa
ter een weinig. In de loop van de
namiddag was het geklommen tot
3,47 m. hoogte peil, en 's avonds
stond het weer op 3,55 m. De slim
merds hadden het sas van de Fin
tele laten openstaan en waren
heel verwonderd dat te Nieuw-
poort het peil van de IJzer 70 cm.
gestegen was. Hun eerste poging
gaf niets... Maar wacht, dachten
ze...!
Het sas van de Fintele moest
toe en met een paar schoorbal
ken er tegen was daar niets meer
te vrezen... Met de hoge tij van
Zaterdagnacht herhaalde zich het
zelfde, ook Zondag, Maandag en
Dinsdag. Op Zondagmiddag ging
mijn gebuur, geschoeid met hoge
laarzen, zien naar de Kortewilde,
hoe hoog het water stond op de
peilschaal in de Lo-vaart: 8,65 m.;
dat zou dus ongeveer het peil zijn
van de hoogwatertij van dit sei
zoen. Als men daarbij rekening
houdt met het feit, dat die dagen
een geweldige noorderwind woel
die het water van de zee opdreef,
zo mogen we dus min of meer
met grond veronderstellen, dat
dit het hoogste peil is, dat ze deze
tijd van het Jaar kunnen berei
ken. Nog niet om te wanhopen...
Dinsdagavond, 20 dezer, de
laatste maal dat ze water staken,
stonden we op 3.54 m.: zo goed
als al de landerijen zijn dan onder
water gelopen of werden ervan
doortrokken, zodat alle gewassen
daardoor vernield zijn, uitgezon
derd voor enkele hoge percelen.
Waar het zoutwater slechts en
kele uren gestaan heeft, is alles
reddeloos verloren. Die avond wer
den de sasdeuren van de Korte
wilde toegedraaid, of liever, bijna
toe. want ze hebben ze met geen
middel toegekregen, wegens de
druk van het water; er blijft een
opening van 30 cm. langswaar dag
en nacht veel water wegvloeit, te
rug de Lo-vaart in. Te noteren
dat sinds die avond, de Lo-vaart
terug laaggetrokken werd, naar
het schijnt, om de opgeëiste bin
nenschepen toe te laten naar
Nieuwpoort te varen waar ze, ge
vuld met zand en cement, in de
havengeul zullen gezonken wor
den, In geval van onverwachte, of
liever nu verwachte gebeurtenis
sen. De Lo-vaart staat thans
30 cm. lager dan ons water, het
welk gemakkeliik wegvloeit gelei
delijk aan, zodat we na de tribu-
laties van deze week minder water
hebben dan te voren, bepaald he
den avond 3,31 m. Donderdag was
er zelfs een sasdeur volledig open
geduwd door de druk, en die
nacht is er veel water spoorloos
verdwenen.
Het valt te bezien of ze hun
oefening niet zullen herhalen; nu
zijn hun schepen te Nieuwpoort,
en daar ze de kortste weg gevon
den hebben voor een waterlating
is het te vrezen dat ze dezer da
gen nog een zwalp bijkrijgen, ten
minste als de zee hoog genoeg
komt; Immers, de sterke noorder
wind Is gedraaid en dat is een
groot punt; afwachten blijft de
boodschap. We blijven kalm de
loop der komende gebeurtenissen
afwachten; we houden ons sterk
achter ons water en... laat ze
maar komen. We worden van
langs om meer geïsolleerd: verle
den week zijn ze begonnen met
de brug over de Lo-vaart, bij Kor
tewilde af te breken, om ze te
leggen ergens rond Doornik, naar
het zeggen van het werkvolk. Dit
is enigszins ongerievig, doch an
derzijds bezien, toch niet slechter
voor ons: we zitn zo goed als vol
komen afgezonderd van de buiten
wereld, ik durf niet zeggen van
de «beschaafde wereld»! Maar ik
vrees zo min of meer dat de oor
log reeds veertien dagen zal ge
daan zijn, vooraleer wij het hier
weten... ft "Vervol at.
tVu-V-Vó':?! Pt/INCft ontstaan Om*tt*xki abt, "VÏÏT*- eauar
WADDENGEBIED ovezAttoomal van. de JSt'tot de ■CUuui
HEUVfLL'JN van Stn.-tdt uacüi c&hlidigq cMvabtonung kotran. kam.\