De Storm vernielde in één nacht wat Dijkenbouwers in Tien Eeuwen tot stand brachten Onze Week-end Reportage 9 9 I. - De strijd tussen mens en zee ZEELANA BS. - Toen vroeger de zee toesloeg BBL - ü©e d® jongste natuur ramp ontstond HET WEKELIJKS NIEUWS Zaterdag 14 Febr. 1953. Blz. 16. a LUCTOR ET EMERGO tt VERDEDIGING EN VEROVERING Uiteraard Is het bouwen van dijken een voorzorgswerk dat door de mens wordt uitgevoerd om het land tegen de hoge zee te bescher men. Tegen een normale stand van liet water is het land op natuur lijke wijze beschermd, doch wan neer een stormvloed komt opzet ten, bestaat 'er gevaar dat het wa ter buiten zijn perken treedt en daar tegen tracht de kustbewoner zioh te verdedigen. De zeedijk biedt dus bescherming. Het bouwen van diiken is derhalve een eerste uiting der defensieve houding van de mens tegenover de zee. Alhoewel men in de oude ge schiedenis van sommige volkeren sporen aantreft van waterwerken die er op wijzen dat de oude vol keren vóór Christus reeds ver trouwd waren met deze problemen van bescherming tegen het geweld der zee, moeten wij toch wachten tot het jaar 1.000 na Christus al vorens wij de eerste dijkenbouwers aantreffen en wel in Nederland. Als overblijfsels treffen wij hier van aan de terpen in Groningen en Friesland en de vloedbergen, ook vloedhillen genaamd, In Zee land. Dit waren niets anders dan vluchtheuvels waarheen men bij overstroming de wijk kon nemen. Sommige hiervan werden uitge breid en bereikten zelfs een opper vlakte van verschillende Ha. waar op zich dan, voornamelijk in Fries land, belangrijke nederzettingen gevormd hebben. De mens vluchtte dus voor het watergeweld. Vanaf het jaar 1.000 is, eerst in Friesland en vervolgens ook in Zeeland, een bedijking begonnen volgens een welbepaald plan. Dit was niet langer een verde digende houding, maar een aan vallende. De dijkenbouwer trachtte land bij te winnen. Vaststaande is dat een steeds toenemende verzan ding en een ophoping van slib bij ebbe' een steeds breder strook grond bloot liet. Het slib vormde zeer vruchtbare grond en de be koring werd de oeverbewoners te sterk om langs die kant wat ter rein bij te winnen. Daartoe hoef de hij alleen maar het water te beletten bij hoge tij terug deze stroken land te overspoelen, het bouwen van een dijk. DE DIJKENBOUWER Een springtij, opgezweept door een waar orkaan, heeft in de nacht van 31 Januari op 1 Februari dood en vernieling gezaaid langs de kusten der Noordzee. De Vlaamse kust en het Scheldegebied werden zwaai- gehavend, de Engelse kust, vooral ter hoogte van da Theems- monding kreeg het nog erger te verduren, doch het slechtst van al is het gesteld met Nederland en dan vooral met Zeeland. Nergens, in het door de zee geteisterde gebied, is de vernieling zo grondig geweest als in Zeeland. Daar zijn ganse landstreken met bloeiende dorpen verdwenen. De zee heeft er een groot gedeelte land van de kaart geschrapt... in één nacht. Net ziet er naar uit dat de zee haar verloren rechten met geweld terug veroverde. Het is of d- woedende elementen wilden wraak nemen op het werk der dijkenbouwers die stuk voor stuk het land ontrukten aan de zee. In Nederland hoort men vaak de spreuk u God schiep de zee, de Nederlander de kusten Zeeland koos zich van oudsher tot wapen spreuk Luctor et Emergo» - «Ik worstel en houd het hoofd boven water». Daarin ligt de strijd en de tragiek van dit land besloten. Neen, de Zeeuw geeft de verbeten strijd niet op. Have en goed gingen verloren, honderden inwoners verdronken, maar zij die overleven hebben weer naar hun vreedzame wapens gegrepen om de zee buiten hun land te jagen en haar te bedwingen. Bressen worden dicht gemaakt. Zij bakenen weer hun land af om, :oals zij 't zelf zeggen, te weten waar de vissen en waar de mensen zullen leven. Terwijl deze reportage, over zee en land bij onze Noorderburen, geschreven wordt is men in Zeeland zonder verpozen aan het werken en het zwoegen om de erfvijand van het land buiten te drijven. Men kent en men vreest er zijn macht, men is er beducht voor de eerstkomende springvloed, die verwacht wordt op 16 Februari e.k., en gans de wereld steunt met de sterkste middelen der techniek deze heroïsche strijd tegen de titanische natuur macht. Deze reportage beoogt een overzicht te geven van hetgeen Nederland in de loop der tijden op de zee wist te veroveren en hoe de dijkenbouwer stuk voor stuk zijn veroverin gen uitbreidde. Wij willen eveneens aantonen hoe de natuurelementen, in de loop der tijden, vaak het verloren terrein trachtten terug te winnen en ten slotte willen wij nader uitweiden over de noodlottige samenloop van weersomstandigheden die de aanleiding waren tot de jongste ramp. door Dn dijkenbouwer gaat tegen woordig in grote trekken nog te werk zoals het eeuwen terug ge schiedde. Aan onvruchtbare zand grond heeft hij niet veel, wel aan het slib dat de vruchtbare grond vormt. Het aanslibben wordt door de zee zelf gedaan terwijl de mens er een handje aan toesteekt. Een snelle aanslibbing wordt bevorderd door het zogenaamde greppelen van het te veroveren land. Greppels van 30 cm. diep worden loodrecht op de dijk gegraven over afstanden van 5 a 10 meter. De afwatering wordt langs een algemene geul verzekerd. Terwijl het terrein aldus ver hoogd wordt en tevens drooggelegd, kan men met de aanleg van een nieuwe dijk beginnen, die het bij- gewonnen land moet beschermen. Om dit werk veilig te verrichten, graaft men vóór de dijk, dus zee waarts, de zogenaamde dijkputten die soms 50 op 500 meter breed zijn, dit om de Zomervloeden baas te blijven. De dljkpuitten zelf slib ben spoedig dicht, doch ondertus sen werd de dijk aangelegd. Op plaatsen waar dijken gebouwd worden met kiel, wordt deze aan gestampt door paarden. Deze aanleg gebeurt eveneens bij middel van zand, doch naderhand wordt steeds gezorgd voor een klei- bedekklng die langs de zeezijde tot 5°De 'nfeuwe dijk die aldus ont- stond wordt waterdijk of waker »- genoemd. De oude dijk, die thans geen rechtstreeks contact meer heeft met het water, krijgt de naam van slaperIn sommige gevallen wordt de slaper afgebro ken en wordt het materiaal ge- i bruikt om als versterking van de waker, veelal echter laat men de slaper toestaan. De nieu/wgewonnen landerijen krijgen de naam van <r polder In de meeste gevallen worden de onderhoudskosten van de dijk ge delgd met de opbrengst van de polder. Is dit niet het geval, wat eerder zelden voorkomt, dan moet het provinciaal bestuur en de achterliggende polders tussenkomen in het onderhoud van de dijk. Deze eerder vredelievende dlj- kenaanleg boekt niet altijd goed resultaat, want de zee geeft zich niet steeds zo gemakkelijk ge wonnen. Ook bij dijkbreuken gaat het niet steeds gemakkelijk de schade qp deze wijze te herstellen. Daarom maakt men bij de bouw, tic verdediging of de herstelling van dijken dikwijls gebruik van de zogenaamde zinkstukkenDit zijn klaargemaakte geraamten in rijshout die, beladen met puin- en steenbrokken, op de bodem van de zee worden neergelaten. De in el kaar geschoven rijshoutbossen, met twijgen aan elkaar verbonden, vor men de zogenaamde wiepen die over elkaar gelegd en vastgebonden worden en een stevig roosterwerk vormen. In het zinkstuk wordt een zogenaamde betuiningaange bracht die bestaat uit lange staken van eiken- of wilgenhout. De zink stukken worden met sleepboten ter plaatse getrokken. Hun belasting met steenbrokken bedraagt tot 1.000 kgr. per m2. Omstreeks het jaar 1920 heeft men in Zeeland gebruik gemaakt van betonnen zinkstukken, deze gaven evenwel onvoldoende resul taat. Alhoewel zinkstukken bij de dijkenbouw ook gebruikt worden, dienen zij toch meestal om be dreigde punten van een dijk te be schermen. Bij noodherstellingswerken aan dijken wordt meest gebruik ge maakt van zakjes zand. Tijdens de herstellingswerken aan de dijken op Zeeland bij de jongste ramp hebben deze vaderlandertjes een grote rol gespeeld. Zware Ameri kaanse transportvliegtuigen werden zelfs ingezet om ganse vrachten zakjes in de bressen te storten. Amerikaanse technici hebben voor de dijkenherstelling een nieu we techniek uitgewerkt, die zeer goede resultaten geeft. De bres die in de dijk geslagen werd, wordt overbrugd met een ijzeren geraam te waarop een grote hoeveelheid zand, stenen en cement wordt op gestapeld. Gans deze vracht wordt ondermijnd en wanneer alles klaar is, doet men het ganse complex in de lucht vliegen. Do neerstorten de massa zet zich stevig vast in de bodem. DE LANDWINNING IN NEDERLANDS GESCHIEDENIS De landwinning speelde een gro te rol In Nederlands geschiedenis. Reeds rond de jaren 1308 was in Zeeland heel wat land op de zee veroverd. In de Boergondisch - Overflakkee veroverd en in de Gou den Eeuw nam het terrein aan zienlijk uitbreiding in Noord-Beve land en Zeeuws Vlaanderen. Meer bepaald willen wij hier een overzicht geven van de reusachtige werken tot drooglegging der Zui derzee, ook wel IJselmeer, ge naamd naar het stroompje dat er in uitmondt. De Zuiderzee kende haax ont staan in de vroege Middeleeuwen. In 1170 werden door een ver schrikkelijke storm de eilanden Texel, Vlieland en Wieringen voor goed van het vasteland gescheiden. Nog erger was het in 1287 toen een nooit gezien springtij een deel der kust wegvaagde en 5.000 km2 lan derijen onder water zette. Meer dan 50 dorpen werden in 24 uren tijd verzwolgen. Nederland kende aan zijn landsgrenzen meer dan 350 km. kust meer. Op geen enkel punt had de Zuiderzee een groter diepte dan van 3 tot 6 meter. Het eerste droogleggingsplan kwam van de hand van Hendrik Stevin ten jare 1667. Hoewel het in behandeling werd genomen, werd er evenwel niet tot uitvoer beslo ten. Plannen volgden elkaar op; het was evenwel eerst in de 19° eeuw dat de regering besloot tot handelen over te gaan. Men wilde evenwel eerst een proef wagen. Het kleinere Haarlemmermeer, dat steeds dichter van de stad Amster dam oprukte, werd in 12 jaren tijds drooggelegd. 18.000 Ha. akkergrond kwamen te voorschijn. Het werk had 13.789.377 gulden gekost. Ten jare 1849 werkte Ingenieur Van Diggelen een plan uit waarbij de monding van de Zuiderzee met een dijk zou worden afgesloten en waarbij de wateren van de IJsel met kanalen naar de zee zouden worden geleid. De Zuiderzeever- eniging werd gesticht en het plan werd uitvoerbaar geacht. Men schrikte evenwel nog terug voor de hoge uitgaven. 1918: HET WERK BEGINT Wijl in Vlaanderen en Frankrijk het eindoffensief werd voorbereid, kon men in Nederland zijn aan dacht aan meer vredelievender plannen wijden. Onder druk van de publieke opinie werd eindelijk het wetsontwerp betreffende de Habsburgse tijd werden Goeree en drooglegging aangenomen. Enkele Op de tekening hierboven ziet men duidelijk hoe men bij het droog leg-gen van de Zuiderzee is te werk gegaan. Men bemerke de grote dijk, die bij het jongste stormweder goed stand heeft gehouden. Men lette er tevens op hoe Amsterdam in het binnenland zal komen te liggen en door de schepen zal moeten bereikt worden door een ka naal tussen de Zuid-West en de Zuid-Oost Folder. TlFT HUID/GE' HIT OVERSTROOMDE 6EBl£0 NöORDZdE B i G U i vin afgedrukte kaarten vormen een zeer duidelijke illustratie bij de overstromingen in Nederland. Links boven: Zeeland in dc Oudheid en links onder: Zeeland in de Middeleeuwen. Deze kaarten tonen aan dat men reeds heei vroeg begonnen is met de verovering van 't land op de zee. Vergelijkt men daarbij de kaart rechts, die het huidige Zeeland met zijn overstroomde gebieden voor stelt,, dan merkt, men dadelijk op dat het voornamelijk die landsdelen zijn. door de mens des tijds oP de zee veroverd, die thans door het water terug werden opgevorderd. Maar of de Nederlander zich daarbij zal neerleggen is een andere zaak. «Luctor et Emergo» zegt de Zeeuw. maanden daarop zou dit reusachtig werk een aanvang nemen. Het was de ingenieurs van de Waterstraat maar al te duidelijk dat het een onbegonnen werd zou zijn te proberen het hele IJselmeer in eens droog te leggen. Men had immers niet alleen te kampen tegen het zeewater, maar ook met de wa tertoevoer van de IJsel; daarbij kwam het feit dat men Amsterdam niet van de zee mocht afsluiten. De derde grootste haven van Euro pa moest voor het zeeverkeer open blijven. Men begon met de aanleg van een dijk, de afsluitdijk genaamd, lopend van de Provincie Noord- Holland naar Friesland. Deze dijk, 32 km. lang en 90 meter breed zal voor altijd de zeewateren beletten nog in de Zuiderzee binnen te stromen. Dit groots werk werd in een rekordtempo afgewerkt. De toeristen, die thans Nederland be zoeken, staan in bewondering voor dit groots gewrocht. Daarna begon men kleinere dij ken te bouwen die gedeelten van de Zuiderzee afsloten. Het eerst werd de hand geslagen aan het Wleringermeer, dat ten dage her schapen is in de Wieringerpolder, of de Noord-Westpolder. 20.000 Ha. allerbeste akkerland werden aldus aan het land geschonken. Hier is het werk helemaal af. Dor pen en steden zijn er uit de grond gerezen, de Wieringerproducten hebben reeds wereldfaam verwor ven. EN NU VERDER Nog waren de werken in de Wie ringerpolder niet afgelopen of men was reeds bezig met het bouwen van de dam die de Noord-Oost Pol der zou vrijmaken. Het omzoomde landsgedeelte dat aldus bekomen werd heeft een oppervlakte van 48.000 Ha. Ten Zuiden er van ligt het kanaal dat de wateren van de IJsel hun afvoer zal laten. Inmid dels werden ook de plannen klaar gemaakt voor de verdere verove ring op het water. De Zuid-West en de Zuid-Oostpolder, van elkaar gescheiden door een zeekanaal dat de waterweg naar Amsterdam moet worden, hebben veruit de grootste oppervlakte, resp. 56.000 en 95.000 Ha. akkerland. Hoewel de dijken voor deze werken er reeds liggen, werd er met het eigenlijk droog- leggingswerk nog maar een aan vang genomen. 222.000 Ha. akkerland aan de na tie schenken, is dus het groots op zet dat de Nederlandse regeringen zich hebben vooropgesteld. Deze 12° Provincie zal 300.000 mensen kunnen herbergen. Dit zal de belo ning zijn voor een stout en ge waagd opzet, dat ontzaggelijke sommen aan het land heeft, gekost. Spijts de uitgaven merkeb'.ik hoger zijn dan eerst voorzien, hoopt, men dat, het belegd kapitaal een flinke intrest zal opbrengen. EEN NIEUW LANDBOUWGEBIED 68.000 Ha. der vroegere Zuiderzee zijn reeds in vruchtbare akkerjan- den herschapen. Holland heeft dankbaar gebruik gemaakt van de Marshallhulp. Amerikaanse Diesel pompen pompen millioenen en mil- lioenen kubieke meters water uit. Moderne bulldozers graven kana len en helpen bij de wegenaanleg; Amerikaanse tractors en ploegen bewerken de rijke landerijen. Nog is het met de Marshallgelden, dat een ploeg van 1500 werklieden draineringswerken verricht. De bekomen gronden zijn staats eigendom. Niet het minste perceel tje is er te koop. Het zijn ook de staatslandbouwingenieurs, die de uitbating in handen hebben. Staatsurbanisten hebben de aanleg van steden en dorpen zorgvuldig uitgestippeld; afzonderlijke wijken voor woongelegenheid, voor in dustriële doeleinden en van be stuursgebouwen worden erin voor zien. Ook hierin komt de Neder landse nuchterheid tot uiting. De drie eerste jaren na de droog legging worden de gronden be bouwd door grote staatshoeven. Wanneer een zekere graad van pro ductiviteit is bereikt geworden, wor den de gronden in huur gegeven voor termijnen die alle twaalf jaar moeten hernieuwd worden. De re gering houdt zich immers voor slechts goede landbouwers als huur ders te hebben. Voldoet iemand niet, dan wordt zijn pacht na 12 jaar opgezegd. DE WIERINGERDIJK WORDT OPGEBLAZEN De jongste wereldoorlog zou ln de geschiedenis van de pas ont gonnen Wieringerpolder een tragi sche bladzijde schrijven. Op 17 April 1945 werd aan dhr Ovinge, administrateur van de polder, be richt dat de bezettingslegers de Wieringerdijk zouden opblazen. De opmars van de Canadese legers moest ten alle prijzen worden (stopgezet; de Wieringerpolder was strategisch gebied geworden. On middellijk wordt in allerijl het no dige gedaan om de bevolking te evacueren. Het vee voor zich uit- jagend, verlaten mannen, vrouwen en kinderen ln allerijl het bedreigd gebied. Tegen de middag kondigen verre ontploffingen aan dat het onheil is geschied. In enkele minu ten heeft een zwarte vloed, bela den, met slib, de polder onder wa ter gezet. Achttien dagen later ka- pituleerde het Duits leger. Met vernieuwde moed werd aan het werk gegaan. Met de beperkte middelen die voorhanden waren, worden ln zes weken tijd de ge slagen bressen wederom dicht ge maakt. Zes maanden later stond de Wieringerpolder weer droog. Dan eerst bleek er hoe groot de verwoesting was geweest. Van de 512 hoeven bleven er nog enkel 60 recht, en daarvan waren er nog 40 min of meer beschadigd. Een dikke laag vuil slib bedekte de vrucht bare bodem. De Wleringerboer bleef echter niet bij de pakken zitten; heden ten dage zijn de gronden weer zo vruchtbaar als voor het onheil. ER BLIJFT NOG VEEL TE DOEN Op heden is men reeds begonnen aan de Zuid-West en Zuid-Oost- polder. In samenwerking met de E.C.A. hoopt men ln 25 jaren met de drooglegging er van klaar te komen. Men beraamt de kosten op een slordige 336 millioen dollar; 150.000 Ha. land zullen aldus vrij komen en plaats geven aan 300.000 mensen. Eens de Zuiderzee teruggedreven, blijft er in dit land nog veel te doen. In de delta's van de Maas en de Rijn wachten nog grote opper vlakten op drooglegging, terwijl in het Noorden ook nog de Wadden zee, die de eilandenrij van de Frie se kust scheidt, moet bedwongen worden. Nederland, dat sinds eeuwen de zee bevecht, zal ook hiermede klaar komen. Het land hoopt enkel op jaren van vrede om uit de zee een geheel nieuw land uit te bouwen. men binnen mensehen ghedinckene van dierghelicke noyt ghehoort en hadde, in zulcker wijs, dat haer die zee verre boven alle dijeken verhief, doende onsprekelicke groo- te schade ln Vlaenderen, Hollant ende Zeelant ende Vrieslant, daer allomme veel prochien, menschen ende beesten verdroncken ende on der andere, zo Scarphout (dat men nu Blankenberghe noemt) alsdoen ghelijcx ooc, die prochiekercke van Onze Vrau ter Strep bij Oostende Van de band van Vercruysse- Goethals vinden wij over de ramp van 1421 nog het volgende: «In 1421, wierden de waters van de Maes door oenen geweldigen storm zoodaenig tegen het land ge dreven, dat alle de dyken langs de stranden van dezen stroom opge recht, doorbroken wierden: in eenen nagt, verdween en twee en 't zeven tig dorpen met eene bevolking van meer als honderd duyzend zielen. De stad Dordrecht wlerd alsdan van het vaste land afgescheyden, en geheel het land tot aen Ger- truydenberg, wlerd eenen zee-boe zem, die men nog heden den bies bos noemd. Het top-punt der too- rens van de dorpen, wlerd ln 1514 nog gezien. In 1570 regte een schrik - kelyken storm in het noorden van Europa groote verwoestingen aen. Dezen geweldigen wind wierp de dyken van Holland en Vlaenderen omverre. Amsterdam was geheel overstroomd, benevens verscheyde- ne andere steden. Meer als dertig duyzend menschen verloren het le ven door dezen beweenelyken voor val. Holland heeft sedert dit tyd- stip nog verscheyde mael zyne dy ken doorboord gezien, waer door overstroomingen in verscheyde dis- strikten veroorzaekt zyn; maer het heeft door geene algemeyne water vloeden meer geplaegd geweest». Van dezelfde schrijver vinden we een verhaal over de natuurramp, die een groot gedeelte van Europa teisterde tijdens de Winter van 1570-1571: 1570 t'eynde van 9 November. Den winter tusschen de jacren 1570 en 71 was soo fel, van het eyn- de van 9 November tot het eynde van February daer naer dat alle de rivieren bevrosen synde, men ge durende dese drye maenden, over deselve met waghens conde ryden, en menigte van fruitboomen, selfs tot in langedoc (Frankrijk) tot den wortel door den vorst waeren be dorven, een handschrift cron. van 's Hertogenbosch, segt dat desen vorst began den avond van St-Nl- clais den vijfden October en deurde tot lichtmisse, behalyens dat 4 i k. 1 v* vfwspw EEN RIJKE TOEKOMST Nederland Is op sommige gebie den veel voor op ons. Zo is er de vestigingswet reeds lang van toe passing, waar er hier nog maar zo en zo over gesproken wordt. Zo wordt er m de nieuwe polders aan niemand gronden verhuurd, tenzij deze reeds het nodige kapitaal, in de hand, bezit om zijn huur te be talen en om zich het nodige alaam aan te schaffen. Daarbij moet hij zich eerst een hoeve en de nodige bijgebouwen hebben gebouwd. Eerst dan kan hij over de hem toegewezen gronden beschikken. De gronden zijn er buitengewoon vruchtbaar, Per Ha. oogst men er 40 quintalen tarwe, tegen 15 in Amerika, 55.000 kgr. suikerbieten tegen 35.000 kgr., 36 ton aardappe len tegen 16 ton in Amerika. Erw ten telen er buitengewoon goed: oogsten van 3.700 kgr. per Ha. zijn er geen uitzondering. Haver levert er gemiddeld 4.800 kgr. per Ha. lm Ecu troosteloos beeld van Oude Tonge op Duiveland. (Cliché De Gazet »J Hoe omvangrijk deze ramp ook is die we verleden en deze week nog te aanschouwen kregen, toch is het de eerste maal niet dat de zee de Lage Landen teisterde. Hoger maakten we reeds melding van de rampen die het ontstaan gaven aan de Zuiderzee. Bij de St-Ignatiusvloed, zoals men het springtij van 1 Februari jl. Is gaan noemen, heeft men be roep kunnen doen op de machtig ste middelen der techniek om de gevolgen der ramp enigszins te be perken. Vliegtuigen, helicopters, amphibiewagens en alles wat men maar kan indenken werd Ingezet om de ln nood verkerende mensen te redden. Vroeger was het anders en toch moest men het hoofd bieden aan vaak nog geweldiger rampen. Met betrekking tot de ramp van 1287 lezen wij in een geschiedkun dig werk van zekere Goethals-Ver- cruysse dat in 1831 bij Gambart de Courval in Kor tri jk werd uitge geven In 1287 overstroomde eenen sclirikkelyken watervloed geheel Zeeland, en dit deel van Vriesland, 't geene ten oosten der Zuyderzee gelegen is. Eene zeer groote uytge- strektheyd van grond, door de wa ters ondermynd, scheydde zich af en wierd door de zee verzwolgen. Het lak meer den Dollaert genaemd, nam de plaats in van de vrugtbaerste bebouwde landen». In 1334 werd de Vlaamse kust geteisterd op 23 November door een springvloed die de naam kreeg van St Clementsvloed. De volgende Vlaamse dorpen werden toen verzwolgen door de zee. Terstreep (Oostende), Oud-Wen- duine, Scarphout (Blankenberge), Koude Kerke (Hcist) en Oud- Knokke. Nicolaes Despars schrijft er in zijn Cronijcke van den lande ende graefscepe van Vlaenderenhet volgende over; «ende up St-Clc- mensdach daer naer (1334) in die maent van novembre, rees er zulck een horrible tempeest van winden up, niet zonder veel diversche ver- schrikelicke donderslaghen ende zeer afgrijselicka büxemen, dat er in den tusschen tyd, twee daegen waeren dat het niet en vroes, den dag voor nieuwjaar viel er soo groo- ten sneeuw dat tot 's Hertogen bosch, den 11 en 12 February, de ovetetrooming soo was, dat men met schepen over de straetem vaer- de; daer naer ernaem den winter, het vroos soo danig dat men den thienden Maarte met peerden en wagens reed over de maes, de wa- hal enden rhyn Hier een aantekening over de Ook Engeland werd op verschrikkelijke wijze door het glertij getroffen, De niets ontziende stormwind Joeg te Skegness, In Linolnshlre, een aantal woonwagens en barakken van een kamp op een hoop bij elkaar, terwijl de streek onder water liep. Tientallen personen werden ernstig gekwetst en velen konden zich met moeite uit hun schamele verblijf plaats redden. (Cliché Het Nieuvt S. Doft) watersnood die Nederland teister de op 22 November 1687. Den 22 November 1687 was een zeer zwaar Onweer, waar op een hoge Watervloed volgde, die op ver scheidene plaatsen van Nederland aan dijken en dammen groote scha de deed. De Provincie Groningen gevoelde dien Watersnood voorna melijk, want ln de zelve wierden 631 hulzen geheel weggespoelt, en 616 zeer beschadigt; 1558 menschen 1387 paarden, 7861 koelen, 1590 schapen, 171 zwijnen, nevens een grote menigte ander klein vee ver dronken Onder de meer recente overstro mingsrampen vermelden wij ^erst deze van 1825, waarbij een groot gedeelte van Noord-Holland onder water kwam en gedurende niet minder dan 15 maanden drijven de bleef. Bij deze ramp kwamen ook 2/3 van Friesland en een deel van Overrijsche onder water. In 1916 brak een zeedijk door in Wa terland (Noord-Holland) over een lengte van 1.500 meter. Ook de dijk van de Anna-Paulownapolder be zweek, evenals de Eemdijk bij Amersfoort en de Zuiderzeedijk bij Elburg. Al deze dijkdoorbraken ge beurden bij zware storm gepaard met overslaande golven. Het waren vooral de slechte en lage gedeelten van de dijken die het moesten ontgelden. Ten slotte moeten wij de ramp vermelden die Walcheren trof op 3 October 1944 Thans waren het niet de natuurelementen, dooh wel de vliegerbommen die het deden. Door R.A.F.-bombardementen wer den een 4-tal bressen geslagen in de dijk namelijk bij West-Kapelle, Veere, de Nolle en Fort Rammekes. Door storm en door werking van ebbe en vloed werden deze bressen steeds breder, terwijl diepe geulen werden uitgeschuurd. Het getij is de polsslag der zee en tot diep in het land is dit na tuurverschijnsel voelbaar. Eb en vloed wisselen elkaar twee maal per dag af met een tussenruimte van bijna twaalf uur. Er zijn ook streken waar dit verschijnsel en kel éénmaal per dag merkbaar is. Het is dank zij de hoge tij dat sommige havens, zoals Londen, Antwerpen, Rotterdam en Ham burg voor grote schepen toegan kelijk zijn. Deze beweging der zee is afhan kelijk van aantrekkingskracht van zon en maan op wateroppervlak. Bij volle en nieuwe maan is deze aantrekkingskracht het sterkst doch zij laat zich slechts 2 dagen later voelen. Dan spreekt men van een springvloed. Op 30 Januari was het volle maan. de springvloed kwam dus op 1 Februari. De ka lender zegt ons dat het op 14 Fe bruari nieuwe maan is, twee dagen later, dus op 16 Februari, zal het weer springvloed zijn. Dijken en havenbeocheralngeo zijn steeds berekend op het üj- verschil dat bvb. te Oostende 5 m. bedraagt. Dit hoogteverschil van 6 meter wordt te Oostende evenwel slechts vastgesteld bij springtij, doch veiligheidshalve heeft men de dijken opgehoogd tot 7 meter. Tpt vóór 1 Februari had men slechte éénmaal, namelijk ln 1877, een hoogteverschil van 6,88 m. geregis treerd in deze haven. Het was een maximum dat op 1 Februari over troffen werd door een hoogtever schil van 7,20 m. Neemt men dit als vertrekpunt dan blijkt duidelijk dat geen en kele dijk op dergelijke springvloed berekend was. DE «DEPRESSIE Z» Als wij het uitzonderlijk spring tij factor nummer één noemen ml deze ramp, dan mogen wij facto: nummer twee niet vergeten die, door de Britse weerkundigen werd aangekondigd als Depressie Z van Zoeloe Deze depressie werd geboren een kleine maar grillige cycloon, nabij de Azoren, vanwaar de weer kundigen haar ontstaan aankon digden, reeds een 3-tal dagen voordien. Doch de kleine cycloon werd gevoed met warme lucht die zich alseen muur uitstrekte van Afrika tot IJsland. Toen warme en koude lucht zich vermengden, de den er zich klimatorische storin gen voor waardoor zich een storm ontwikkelde die onverbiddelijk over de Atlantische Oceaan voorwaart gestuwd werd naar Schotland en het Noorden van de Noordzee, door een reusachtige massa warme lucht die tevens de storm voedsel be zorgde voor zijn furie. EEN FATALE ONTMOETING Op het ogenblik dat de storm de nauwe fleshalsvan 'de Noord zee bereikte stak daar het spring tij met volle geweld op. Deze fa tale ontmoeting heeft de ergste gevolgen gehad voor de omliggen de kustgebieden - en daar op deffl tijd van het jaar de uitmondende stromen en rivieren een grote massa water uit het binnenland verzetten, was de weerbots tot ver in het binnenland geweldig. De verwoestingen door deze twee vernielende elementen, springtij en storm, aangericht, beschreven we reeds vroeger. In dit nummer geven wij daarvan verder het droe vig bilan. En hoe het met deze storm ver liep? De Britse weerkundigen had den voorspeld dat de storm verder zijn woede zou botvieren in Oost- Europa en meer bepaald in Polen en Rusland. Deze voorspelling is anders uitgevallen. Het geweld van het natuurelement scheen plots verzadigd en het stierf uit boven Oostenrijk. Zondagnamiddag, 2 Fe bruari, terwijl in de geteisterde ge bieden de reddingswerken in volle gang waren en de wereld met S.O.S.-berichten overrompeld werd. meldde men uit Wenen dat de zon er scheen alsof het reeds een vroe ge Zomerdag was. GEMO. flWRMM UOOE TL) VER- OORZMKT DOOR /VOoRDEJ 'M STORM l/RR 11RKM PER OOR. (Jaar de. OldZnigepaancL,me£ S«//v&ri/', ale: gzoot^te. i/e/iuTocéyClng&H aanu'cktte Een algemene kaart waarop de weg, door de storm gevolgd, zeer duidelijk Is uitgetekend. Het zinkend schip, getekend tussen Ierland en Schotland, duidt ongeveer de plaats aan waar zich de ramp voor deed met de veerboot waar zoveel slachtoffers te betreuren vielen. Onderaan, in het gebied door «n stippellijn aangeduid, kan men zich heel goed voorstellen hoe de opgezweepte zee door de nauwe uit weg van het JSanaal wwtólijk «yjftWlotoB 4« MUiijb'fitaUg fc«st«n bOtviW» .4»

HISTORISCHE KRANTEN

Het Wekelijks Nieuws (1946-1990) | 1953 | | pagina 16