De Storm vernielde in één nacht wat Dijkenbouwers in
Tien Eeuwen tot stand brachten
Onze
Week-end
Reportage
9 9
I. - De strijd tussen
mens en zee
ZEELANA
BS. - Toen vroeger
de zee toesloeg
BBL - ü©e d®
jongste natuur
ramp ontstond
HET WEKELIJKS NIEUWS Zaterdag 14 Febr. 1953. Blz. 16.
a
LUCTOR ET EMERGO
tt
VERDEDIGING EN VEROVERING
Uiteraard Is het bouwen van
dijken een voorzorgswerk dat door
de mens wordt uitgevoerd om het
land tegen de hoge zee te bescher
men. Tegen een normale stand van
liet water is het land op natuur
lijke wijze beschermd, doch wan
neer een stormvloed komt opzet
ten, bestaat 'er gevaar dat het wa
ter buiten zijn perken treedt en
daar tegen tracht de kustbewoner
zioh te verdedigen. De zeedijk biedt
dus bescherming. Het bouwen van
diiken is derhalve een eerste
uiting der defensieve houding van
de mens tegenover de zee.
Alhoewel men in de oude ge
schiedenis van sommige volkeren
sporen aantreft van waterwerken
die er op wijzen dat de oude vol
keren vóór Christus reeds ver
trouwd waren met deze problemen
van bescherming tegen het geweld
der zee, moeten wij toch wachten
tot het jaar 1.000 na Christus al
vorens wij de eerste dijkenbouwers
aantreffen en wel in Nederland.
Als overblijfsels treffen wij hier
van aan de terpen in Groningen
en Friesland en de vloedbergen,
ook vloedhillen genaamd, In Zee
land. Dit waren niets anders dan
vluchtheuvels waarheen men bij
overstroming de wijk kon nemen.
Sommige hiervan werden uitge
breid en bereikten zelfs een opper
vlakte van verschillende Ha. waar
op zich dan, voornamelijk in Fries
land, belangrijke nederzettingen
gevormd hebben. De mens vluchtte
dus voor het watergeweld.
Vanaf het jaar 1.000 is, eerst in
Friesland en vervolgens ook in
Zeeland, een bedijking begonnen
volgens een welbepaald plan.
Dit was niet langer een verde
digende houding, maar een aan
vallende. De dijkenbouwer trachtte
land bij te winnen. Vaststaande is
dat een steeds toenemende verzan
ding en een ophoping van slib bij
ebbe' een steeds breder strook
grond bloot liet. Het slib vormde
zeer vruchtbare grond en de be
koring werd de oeverbewoners te
sterk om langs die kant wat ter
rein bij te winnen. Daartoe hoef
de hij alleen maar het water te
beletten bij hoge tij terug deze
stroken land te overspoelen,
het bouwen van een dijk.
DE DIJKENBOUWER
Een springtij, opgezweept door een waar orkaan, heeft in de nacht van 31 Januari op
1 Februari dood en vernieling gezaaid langs de kusten der Noordzee. De Vlaamse kust en
het Scheldegebied werden zwaai- gehavend, de Engelse kust, vooral ter hoogte van da Theems-
monding kreeg het nog erger te verduren, doch het slechtst van al is het gesteld met
Nederland en dan vooral met Zeeland. Nergens, in het door de zee geteisterde gebied, is de
vernieling zo grondig geweest als in Zeeland. Daar zijn ganse landstreken met bloeiende
dorpen verdwenen. De zee heeft er een groot gedeelte land van de kaart geschrapt... in één
nacht. Net ziet er naar uit dat de zee haar verloren rechten met geweld terug veroverde.
Het is of d- woedende elementen wilden wraak nemen op het werk der dijkenbouwers die
stuk voor stuk het land ontrukten aan de zee. In Nederland hoort men vaak de spreuk
u God schiep de zee, de Nederlander de kusten Zeeland koos zich van oudsher tot wapen
spreuk Luctor et Emergo» - «Ik worstel en houd het hoofd boven water». Daarin ligt de
strijd en de tragiek van dit land besloten. Neen, de Zeeuw geeft de verbeten strijd niet
op. Have en goed gingen verloren, honderden inwoners verdronken, maar zij die overleven
hebben weer naar hun vreedzame wapens gegrepen om de zee buiten hun land te jagen
en haar te bedwingen. Bressen worden dicht gemaakt. Zij bakenen weer hun land af om,
:oals zij 't zelf zeggen, te weten waar de vissen en waar de mensen zullen leven.
Terwijl deze reportage, over zee en land bij onze Noorderburen, geschreven wordt is
men in Zeeland zonder verpozen aan het werken en het zwoegen om de erfvijand van het
land buiten te drijven. Men kent en men vreest er zijn macht, men is er beducht voor de
eerstkomende springvloed, die verwacht wordt op 16 Februari e.k., en gans de wereld steunt
met de sterkste middelen der techniek deze heroïsche strijd tegen de titanische natuur
macht.
Deze reportage beoogt een overzicht te geven van hetgeen Nederland in de loop der
tijden op de zee wist te veroveren en hoe de dijkenbouwer stuk voor stuk zijn veroverin
gen uitbreidde. Wij willen eveneens aantonen hoe de natuurelementen, in de loop der tijden,
vaak het verloren terrein trachtten terug te winnen en ten slotte willen wij nader uitweiden
over de noodlottige samenloop van weersomstandigheden die de aanleiding waren tot de
jongste ramp.
door
Dn dijkenbouwer gaat tegen
woordig in grote trekken nog te
werk zoals het eeuwen terug ge
schiedde. Aan onvruchtbare zand
grond heeft hij niet veel, wel aan
het slib dat de vruchtbare grond
vormt. Het aanslibben wordt door
de zee zelf gedaan terwijl de mens
er een handje aan toesteekt. Een
snelle aanslibbing wordt bevorderd
door het zogenaamde greppelen
van het te veroveren land. Greppels
van 30 cm. diep worden loodrecht
op de dijk gegraven over afstanden
van 5 a 10 meter. De afwatering
wordt langs een algemene geul
verzekerd.
Terwijl het terrein aldus ver
hoogd wordt en tevens drooggelegd,
kan men met de aanleg van een
nieuwe dijk beginnen, die het bij-
gewonnen land moet beschermen.
Om dit werk veilig te verrichten,
graaft men vóór de dijk, dus zee
waarts, de zogenaamde dijkputten
die soms 50 op 500 meter breed
zijn, dit om de Zomervloeden baas
te blijven. De dljkpuitten zelf slib
ben spoedig dicht, doch ondertus
sen werd de dijk aangelegd. Op
plaatsen waar dijken gebouwd
worden met kiel, wordt deze aan
gestampt door paarden.
Deze aanleg gebeurt eveneens bij
middel van zand, doch naderhand
wordt steeds gezorgd voor een klei-
bedekklng die langs de zeezijde tot
5°De 'nfeuwe dijk die aldus ont-
stond wordt waterdijk of waker »-
genoemd. De oude dijk, die thans
geen rechtstreeks contact meer
heeft met het water, krijgt de
naam van slaperIn sommige
gevallen wordt de slaper afgebro
ken en wordt het materiaal ge- i
bruikt om als versterking van de
waker, veelal echter laat men de
slaper toestaan. De nieu/wgewonnen
landerijen krijgen de naam van
<r polder
In de meeste gevallen worden de
onderhoudskosten van de dijk ge
delgd met de opbrengst van de
polder. Is dit niet het geval, wat
eerder zelden voorkomt, dan moet
het provinciaal bestuur en de
achterliggende polders tussenkomen
in het onderhoud van de dijk.
Deze eerder vredelievende dlj-
kenaanleg boekt niet altijd goed
resultaat, want de zee geeft zich
niet steeds zo gemakkelijk ge
wonnen. Ook bij dijkbreuken gaat
het niet steeds gemakkelijk de
schade qp deze wijze te herstellen.
Daarom maakt men bij de bouw,
tic verdediging of de herstelling
van dijken dikwijls gebruik van de
zogenaamde zinkstukkenDit
zijn klaargemaakte geraamten in
rijshout die, beladen met puin- en
steenbrokken, op de bodem van de
zee worden neergelaten. De in el
kaar geschoven rijshoutbossen, met
twijgen aan elkaar verbonden, vor
men de zogenaamde wiepen die
over elkaar gelegd en vastgebonden
worden en een stevig roosterwerk
vormen. In het zinkstuk wordt een
zogenaamde betuiningaange
bracht die bestaat uit lange staken
van eiken- of wilgenhout. De zink
stukken worden met sleepboten ter
plaatse getrokken. Hun belasting
met steenbrokken bedraagt tot
1.000 kgr. per m2.
Omstreeks het jaar 1920 heeft
men in Zeeland gebruik gemaakt
van betonnen zinkstukken, deze
gaven evenwel onvoldoende resul
taat.
Alhoewel zinkstukken bij de
dijkenbouw ook gebruikt worden,
dienen zij toch meestal om be
dreigde punten van een dijk te be
schermen.
Bij noodherstellingswerken aan
dijken wordt meest gebruik ge
maakt van zakjes zand. Tijdens de
herstellingswerken aan de dijken
op Zeeland bij de jongste ramp
hebben deze vaderlandertjes een
grote rol gespeeld. Zware Ameri
kaanse transportvliegtuigen werden
zelfs ingezet om ganse vrachten
zakjes in de bressen te storten.
Amerikaanse technici hebben
voor de dijkenherstelling een nieu
we techniek uitgewerkt, die zeer
goede resultaten geeft. De bres die
in de dijk geslagen werd, wordt
overbrugd met een ijzeren geraam
te waarop een grote hoeveelheid
zand, stenen en cement wordt op
gestapeld. Gans deze vracht wordt
ondermijnd en wanneer alles klaar
is, doet men het ganse complex in
de lucht vliegen. Do neerstorten
de massa zet zich stevig vast in
de bodem.
DE LANDWINNING IN
NEDERLANDS GESCHIEDENIS
De landwinning speelde een gro
te rol In Nederlands geschiedenis.
Reeds rond de jaren 1308 was in
Zeeland heel wat land op de zee
veroverd. In de Boergondisch -
Overflakkee veroverd en in de Gou
den Eeuw nam het terrein aan
zienlijk uitbreiding in Noord-Beve
land en Zeeuws Vlaanderen.
Meer bepaald willen wij hier een
overzicht geven van de reusachtige
werken tot drooglegging der Zui
derzee, ook wel IJselmeer, ge
naamd naar het stroompje dat er
in uitmondt.
De Zuiderzee kende haax ont
staan in de vroege Middeleeuwen.
In 1170 werden door een ver
schrikkelijke storm de eilanden
Texel, Vlieland en Wieringen voor
goed van het vasteland gescheiden.
Nog erger was het in 1287 toen een
nooit gezien springtij een deel der
kust wegvaagde en 5.000 km2 lan
derijen onder water zette. Meer
dan 50 dorpen werden in 24 uren
tijd verzwolgen. Nederland kende
aan zijn landsgrenzen meer dan
350 km. kust meer. Op geen enkel
punt had de Zuiderzee een groter
diepte dan van 3 tot 6 meter.
Het eerste droogleggingsplan
kwam van de hand van Hendrik
Stevin ten jare 1667. Hoewel het in
behandeling werd genomen, werd
er evenwel niet tot uitvoer beslo
ten. Plannen volgden elkaar op;
het was evenwel eerst in de 19°
eeuw dat de regering besloot tot
handelen over te gaan. Men wilde
evenwel eerst een proef wagen.
Het kleinere Haarlemmermeer, dat
steeds dichter van de stad Amster
dam oprukte, werd in 12 jaren tijds
drooggelegd. 18.000 Ha. akkergrond
kwamen te voorschijn. Het werk
had 13.789.377 gulden gekost. Ten
jare 1849 werkte Ingenieur Van
Diggelen een plan uit waarbij de
monding van de Zuiderzee met een
dijk zou worden afgesloten en
waarbij de wateren van de IJsel
met kanalen naar de zee zouden
worden geleid. De Zuiderzeever-
eniging werd gesticht en het plan
werd uitvoerbaar geacht. Men
schrikte evenwel nog terug voor de
hoge uitgaven.
1918: HET WERK BEGINT
Wijl in Vlaanderen en Frankrijk
het eindoffensief werd voorbereid,
kon men in Nederland zijn aan
dacht aan meer vredelievender
plannen wijden. Onder druk van
de publieke opinie werd eindelijk
het wetsontwerp betreffende de
Habsburgse tijd werden Goeree en drooglegging aangenomen. Enkele
Op de tekening hierboven ziet men duidelijk hoe men bij het droog
leg-gen van de Zuiderzee is te werk gegaan. Men bemerke de grote
dijk, die bij het jongste stormweder goed stand heeft gehouden. Men
lette er tevens op hoe Amsterdam in het binnenland zal komen te
liggen en door de schepen zal moeten bereikt worden door een ka
naal tussen de Zuid-West en de Zuid-Oost Folder.
TlFT HUID/GE'
HIT OVERSTROOMDE 6EBl£0
NöORDZdE
B i G
U i vin afgedrukte kaarten vormen een zeer duidelijke illustratie bij de overstromingen in
Nederland. Links boven: Zeeland in dc Oudheid en links onder: Zeeland in de Middeleeuwen. Deze
kaarten tonen aan dat men reeds heei vroeg begonnen is met de verovering van 't land op de zee.
Vergelijkt men daarbij de kaart rechts, die het huidige Zeeland met zijn overstroomde gebieden voor
stelt,, dan merkt, men dadelijk op dat het voornamelijk die landsdelen zijn. door de mens des
tijds oP de zee veroverd, die thans door het water terug werden opgevorderd. Maar of de Nederlander
zich daarbij zal neerleggen is een andere zaak. «Luctor et Emergo» zegt de Zeeuw.
maanden daarop zou dit reusachtig
werk een aanvang nemen.
Het was de ingenieurs van de
Waterstraat maar al te duidelijk
dat het een onbegonnen werd zou
zijn te proberen het hele IJselmeer
in eens droog te leggen. Men had
immers niet alleen te kampen tegen
het zeewater, maar ook met de wa
tertoevoer van de IJsel; daarbij
kwam het feit dat men Amsterdam
niet van de zee mocht afsluiten.
De derde grootste haven van Euro
pa moest voor het zeeverkeer open
blijven.
Men begon met de aanleg van
een dijk, de afsluitdijk genaamd,
lopend van de Provincie Noord-
Holland naar Friesland. Deze dijk,
32 km. lang en 90 meter breed zal
voor altijd de zeewateren beletten
nog in de Zuiderzee binnen te
stromen. Dit groots werk werd in
een rekordtempo afgewerkt. De
toeristen, die thans Nederland be
zoeken, staan in bewondering voor
dit groots gewrocht.
Daarna begon men kleinere dij
ken te bouwen die gedeelten van
de Zuiderzee afsloten. Het eerst
werd de hand geslagen aan het
Wleringermeer, dat ten dage her
schapen is in de Wieringerpolder,
of de Noord-Westpolder. 20.000
Ha. allerbeste akkerland werden
aldus aan het land geschonken.
Hier is het werk helemaal af. Dor
pen en steden zijn er uit de grond
gerezen, de Wieringerproducten
hebben reeds wereldfaam verwor
ven.
EN NU VERDER
Nog waren de werken in de Wie
ringerpolder niet afgelopen of men
was reeds bezig met het bouwen
van de dam die de Noord-Oost Pol
der zou vrijmaken. Het omzoomde
landsgedeelte dat aldus bekomen
werd heeft een oppervlakte van
48.000 Ha. Ten Zuiden er van ligt
het kanaal dat de wateren van de
IJsel hun afvoer zal laten. Inmid
dels werden ook de plannen klaar
gemaakt voor de verdere verove
ring op het water. De Zuid-West
en de Zuid-Oostpolder, van elkaar
gescheiden door een zeekanaal dat
de waterweg naar Amsterdam moet
worden, hebben veruit de grootste
oppervlakte, resp. 56.000 en 95.000
Ha. akkerland. Hoewel de dijken
voor deze werken er reeds liggen,
werd er met het eigenlijk droog-
leggingswerk nog maar een aan
vang genomen.
222.000 Ha. akkerland aan de na
tie schenken, is dus het groots op
zet dat de Nederlandse regeringen
zich hebben vooropgesteld. Deze
12° Provincie zal 300.000 mensen
kunnen herbergen. Dit zal de belo
ning zijn voor een stout en ge
waagd opzet, dat ontzaggelijke
sommen aan het land heeft, gekost.
Spijts de uitgaven merkeb'.ik hoger
zijn dan eerst voorzien, hoopt, men
dat, het belegd kapitaal een flinke
intrest zal opbrengen.
EEN NIEUW
LANDBOUWGEBIED
68.000 Ha. der vroegere Zuiderzee
zijn reeds in vruchtbare akkerjan-
den herschapen. Holland heeft
dankbaar gebruik gemaakt van de
Marshallhulp. Amerikaanse Diesel
pompen pompen millioenen en mil-
lioenen kubieke meters water uit.
Moderne bulldozers graven kana
len en helpen bij de wegenaanleg;
Amerikaanse tractors en ploegen
bewerken de rijke landerijen. Nog
is het met de Marshallgelden, dat
een ploeg van 1500 werklieden
draineringswerken verricht.
De bekomen gronden zijn staats
eigendom. Niet het minste perceel
tje is er te koop. Het zijn ook de
staatslandbouwingenieurs, die de
uitbating in handen hebben.
Staatsurbanisten hebben de aanleg
van steden en dorpen zorgvuldig
uitgestippeld; afzonderlijke wijken
voor woongelegenheid, voor in
dustriële doeleinden en van be
stuursgebouwen worden erin voor
zien. Ook hierin komt de Neder
landse nuchterheid tot uiting.
De drie eerste jaren na de droog
legging worden de gronden be
bouwd door grote staatshoeven.
Wanneer een zekere graad van pro
ductiviteit is bereikt geworden, wor
den de gronden in huur gegeven
voor termijnen die alle twaalf jaar
moeten hernieuwd worden. De re
gering houdt zich immers voor
slechts goede landbouwers als huur
ders te hebben. Voldoet iemand
niet, dan wordt zijn pacht na 12
jaar opgezegd.
DE WIERINGERDIJK
WORDT OPGEBLAZEN
De jongste wereldoorlog zou ln
de geschiedenis van de pas ont
gonnen Wieringerpolder een tragi
sche bladzijde schrijven. Op 17
April 1945 werd aan dhr Ovinge,
administrateur van de polder, be
richt dat de bezettingslegers de
Wieringerdijk zouden opblazen. De
opmars van de Canadese legers
moest ten alle prijzen worden
(stopgezet; de Wieringerpolder was
strategisch gebied geworden. On
middellijk wordt in allerijl het no
dige gedaan om de bevolking te
evacueren. Het vee voor zich uit-
jagend, verlaten mannen, vrouwen
en kinderen ln allerijl het bedreigd
gebied. Tegen de middag kondigen
verre ontploffingen aan dat het
onheil is geschied. In enkele minu
ten heeft een zwarte vloed, bela
den, met slib, de polder onder wa
ter gezet. Achttien dagen later ka-
pituleerde het Duits leger.
Met vernieuwde moed werd aan
het werk gegaan. Met de beperkte
middelen die voorhanden waren,
worden ln zes weken tijd de ge
slagen bressen wederom dicht ge
maakt. Zes maanden later stond
de Wieringerpolder weer droog.
Dan eerst bleek er hoe groot de
verwoesting was geweest. Van de
512 hoeven bleven er nog enkel 60
recht, en daarvan waren er nog 40
min of meer beschadigd. Een dikke
laag vuil slib bedekte de vrucht
bare bodem. De Wleringerboer bleef
echter niet bij de pakken zitten;
heden ten dage zijn de gronden
weer zo vruchtbaar als voor het
onheil.
ER BLIJFT NOG VEEL
TE DOEN
Op heden is men reeds begonnen
aan de Zuid-West en Zuid-Oost-
polder. In samenwerking met de
E.C.A. hoopt men ln 25 jaren met
de drooglegging er van klaar te
komen. Men beraamt de kosten op
een slordige 336 millioen dollar;
150.000 Ha. land zullen aldus vrij
komen en plaats geven aan 300.000
mensen.
Eens de Zuiderzee teruggedreven,
blijft er in dit land nog veel te
doen. In de delta's van de Maas en
de Rijn wachten nog grote opper
vlakten op drooglegging, terwijl in
het Noorden ook nog de Wadden
zee, die de eilandenrij van de Frie
se kust scheidt, moet bedwongen
worden.
Nederland, dat sinds eeuwen de
zee bevecht, zal ook hiermede klaar
komen. Het land hoopt enkel op
jaren van vrede om uit de zee een
geheel nieuw land uit te bouwen.
men binnen mensehen ghedinckene
van dierghelicke noyt ghehoort en
hadde, in zulcker wijs, dat haer
die zee verre boven alle dijeken
verhief, doende onsprekelicke groo-
te schade ln Vlaenderen, Hollant
ende Zeelant ende Vrieslant, daer
allomme veel prochien, menschen
ende beesten verdroncken ende on
der andere, zo Scarphout (dat men
nu Blankenberghe noemt) alsdoen
ghelijcx ooc, die prochiekercke van
Onze Vrau ter Strep bij Oostende
Van de band van Vercruysse-
Goethals vinden wij over de ramp
van 1421 nog het volgende:
«In 1421, wierden de waters van
de Maes door oenen geweldigen
storm zoodaenig tegen het land ge
dreven, dat alle de dyken langs de
stranden van dezen stroom opge
recht, doorbroken wierden: in eenen
nagt, verdween en twee en 't zeven
tig dorpen met eene bevolking van
meer als honderd duyzend zielen.
De stad Dordrecht wlerd alsdan
van het vaste land afgescheyden,
en geheel het land tot aen Ger-
truydenberg, wlerd eenen zee-boe
zem, die men nog heden den bies
bos noemd. Het top-punt der too-
rens van de dorpen, wlerd ln 1514
nog gezien. In 1570 regte een schrik -
kelyken storm in het noorden van
Europa groote verwoestingen aen.
Dezen geweldigen wind wierp de
dyken van Holland en Vlaenderen
omverre. Amsterdam was geheel
overstroomd, benevens verscheyde-
ne andere steden. Meer als dertig
duyzend menschen verloren het le
ven door dezen beweenelyken voor
val. Holland heeft sedert dit tyd-
stip nog verscheyde mael zyne dy
ken doorboord gezien, waer door
overstroomingen in verscheyde dis-
strikten veroorzaekt zyn; maer het
heeft door geene algemeyne water
vloeden meer geplaegd geweest».
Van dezelfde schrijver vinden we
een verhaal over de natuurramp,
die een groot gedeelte van Europa
teisterde tijdens de Winter van
1570-1571:
1570 t'eynde van 9 November.
Den winter tusschen de jacren
1570 en 71 was soo fel, van het eyn-
de van 9 November tot het eynde
van February daer naer dat alle de
rivieren bevrosen synde, men ge
durende dese drye maenden, over
deselve met waghens conde ryden,
en menigte van fruitboomen, selfs
tot in langedoc (Frankrijk) tot den
wortel door den vorst waeren be
dorven, een handschrift cron. van
's Hertogenbosch, segt dat desen
vorst began den avond van St-Nl-
clais den vijfden October en
deurde tot lichtmisse, behalyens dat
4 i k. 1
v* vfwspw
EEN RIJKE TOEKOMST
Nederland Is op sommige gebie
den veel voor op ons. Zo is er de
vestigingswet reeds lang van toe
passing, waar er hier nog maar zo
en zo over gesproken wordt. Zo
wordt er m de nieuwe polders aan
niemand gronden verhuurd, tenzij
deze reeds het nodige kapitaal, in
de hand, bezit om zijn huur te be
talen en om zich het nodige alaam
aan te schaffen. Daarbij moet hij
zich eerst een hoeve en de nodige
bijgebouwen hebben gebouwd.
Eerst dan kan hij over de hem
toegewezen gronden beschikken.
De gronden zijn er buitengewoon
vruchtbaar, Per Ha. oogst men er
40 quintalen tarwe, tegen 15 in
Amerika, 55.000 kgr. suikerbieten
tegen 35.000 kgr., 36 ton aardappe
len tegen 16 ton in Amerika. Erw
ten telen er buitengewoon goed:
oogsten van 3.700 kgr. per Ha. zijn
er geen uitzondering. Haver levert
er gemiddeld 4.800 kgr. per Ha.
lm
Ecu troosteloos beeld van Oude Tonge op Duiveland.
(Cliché De Gazet »J
Hoe omvangrijk deze ramp ook
is die we verleden en deze week
nog te aanschouwen kregen, toch
is het de eerste maal niet dat de
zee de Lage Landen teisterde.
Hoger maakten we reeds melding
van de rampen die het ontstaan
gaven aan de Zuiderzee.
Bij de St-Ignatiusvloed, zoals
men het springtij van 1 Februari
jl. Is gaan noemen, heeft men be
roep kunnen doen op de machtig
ste middelen der techniek om de
gevolgen der ramp enigszins te be
perken. Vliegtuigen, helicopters,
amphibiewagens en alles wat men
maar kan indenken werd Ingezet
om de ln nood verkerende mensen
te redden.
Vroeger was het anders en toch
moest men het hoofd bieden aan
vaak nog geweldiger rampen.
Met betrekking tot de ramp van
1287 lezen wij in een geschiedkun
dig werk van zekere Goethals-Ver-
cruysse dat in 1831 bij Gambart de
Courval in Kor tri jk werd uitge
geven
In 1287 overstroomde eenen
sclirikkelyken watervloed geheel
Zeeland, en dit deel van Vriesland,
't geene ten oosten der Zuyderzee
gelegen is. Eene zeer groote uytge-
strektheyd van grond, door de wa
ters ondermynd, scheydde zich af
en wierd door de zee verzwolgen.
Het lak meer den Dollaert
genaemd, nam de plaats in van de
vrugtbaerste bebouwde landen».
In 1334 werd de Vlaamse kust
geteisterd op 23 November door een
springvloed die de naam kreeg van
St Clementsvloed.
De volgende Vlaamse dorpen
werden toen verzwolgen door de
zee.
Terstreep (Oostende), Oud-Wen-
duine, Scarphout (Blankenberge),
Koude Kerke (Hcist) en Oud-
Knokke.
Nicolaes Despars schrijft er in
zijn Cronijcke van den lande ende
graefscepe van Vlaenderenhet
volgende over; «ende up St-Clc-
mensdach daer naer (1334) in die
maent van novembre, rees er zulck
een horrible tempeest van winden
up, niet zonder veel diversche ver-
schrikelicke donderslaghen ende
zeer afgrijselicka büxemen, dat
er in den tusschen tyd, twee daegen
waeren dat het niet en vroes, den
dag voor nieuwjaar viel er soo groo-
ten sneeuw dat tot 's Hertogen
bosch, den 11 en 12 February, de
ovetetrooming soo was, dat men
met schepen over de straetem vaer-
de; daer naer ernaem den winter,
het vroos soo danig dat men den
thienden Maarte met peerden en
wagens reed over de maes, de wa-
hal enden rhyn
Hier een aantekening over de
Ook Engeland werd op verschrikkelijke wijze door het glertij getroffen,
De niets ontziende stormwind Joeg te Skegness, In Linolnshlre, een
aantal woonwagens en barakken van een kamp op een hoop bij elkaar,
terwijl de streek onder water liep. Tientallen personen werden ernstig
gekwetst en velen konden zich met moeite uit hun schamele verblijf
plaats redden.
(Cliché Het Nieuvt S. Doft)
watersnood die Nederland teister
de op 22 November 1687.
Den 22 November 1687 was een
zeer zwaar Onweer, waar op een
hoge Watervloed volgde, die op ver
scheidene plaatsen van Nederland
aan dijken en dammen groote scha
de deed. De Provincie Groningen
gevoelde dien Watersnood voorna
melijk, want ln de zelve wierden
631 hulzen geheel weggespoelt, en
616 zeer beschadigt; 1558 menschen
1387 paarden, 7861 koelen, 1590
schapen, 171 zwijnen, nevens een
grote menigte ander klein vee ver
dronken
Onder de meer recente overstro
mingsrampen vermelden wij ^erst
deze van 1825, waarbij een groot
gedeelte van Noord-Holland onder
water kwam en gedurende niet
minder dan 15 maanden drijven
de bleef. Bij deze ramp kwamen
ook 2/3 van Friesland en een deel
van Overrijsche onder water. In
1916 brak een zeedijk door in Wa
terland (Noord-Holland) over een
lengte van 1.500 meter. Ook de dijk
van de Anna-Paulownapolder be
zweek, evenals de Eemdijk bij
Amersfoort en de Zuiderzeedijk bij
Elburg. Al deze dijkdoorbraken ge
beurden bij zware storm gepaard
met overslaande golven. Het waren
vooral de slechte en lage gedeelten
van de dijken die het moesten
ontgelden.
Ten slotte moeten wij de ramp
vermelden die Walcheren trof op
3 October 1944 Thans waren het
niet de natuurelementen, dooh wel
de vliegerbommen die het deden.
Door R.A.F.-bombardementen wer
den een 4-tal bressen geslagen in
de dijk namelijk bij West-Kapelle,
Veere, de Nolle en Fort Rammekes.
Door storm en door werking van
ebbe en vloed werden deze bressen
steeds breder, terwijl diepe geulen
werden uitgeschuurd.
Het getij is de polsslag der zee
en tot diep in het land is dit na
tuurverschijnsel voelbaar. Eb en
vloed wisselen elkaar twee maal
per dag af met een tussenruimte
van bijna twaalf uur. Er zijn ook
streken waar dit verschijnsel en
kel éénmaal per dag merkbaar is.
Het is dank zij de hoge tij dat
sommige havens, zoals Londen,
Antwerpen, Rotterdam en Ham
burg voor grote schepen toegan
kelijk zijn.
Deze beweging der zee is afhan
kelijk van aantrekkingskracht van
zon en maan op wateroppervlak.
Bij volle en nieuwe maan is deze
aantrekkingskracht het sterkst
doch zij laat zich slechts 2 dagen
later voelen. Dan spreekt men van
een springvloed. Op 30 Januari was
het volle maan. de springvloed
kwam dus op 1 Februari. De ka
lender zegt ons dat het op 14 Fe
bruari nieuwe maan is, twee dagen
later, dus op 16 Februari, zal het
weer springvloed zijn.
Dijken en havenbeocheralngeo
zijn steeds berekend op het üj-
verschil dat bvb. te Oostende 5 m.
bedraagt. Dit hoogteverschil van 6
meter wordt te Oostende evenwel
slechts vastgesteld bij springtij,
doch veiligheidshalve heeft men de
dijken opgehoogd tot 7 meter. Tpt
vóór 1 Februari had men slechte
éénmaal, namelijk ln 1877, een
hoogteverschil van 6,88 m. geregis
treerd in deze haven. Het was een
maximum dat op 1 Februari over
troffen werd door een hoogtever
schil van 7,20 m.
Neemt men dit als vertrekpunt
dan blijkt duidelijk dat geen en
kele dijk op dergelijke springvloed
berekend was.
DE «DEPRESSIE Z»
Als wij het uitzonderlijk spring
tij factor nummer één noemen ml
deze ramp, dan mogen wij facto:
nummer twee niet vergeten die,
door de Britse weerkundigen werd
aangekondigd als Depressie Z
van Zoeloe
Deze depressie werd geboren
een kleine maar grillige cycloon,
nabij de Azoren, vanwaar de weer
kundigen haar ontstaan aankon
digden, reeds een 3-tal dagen
voordien. Doch de kleine cycloon
werd gevoed met warme lucht die
zich alseen muur uitstrekte van
Afrika tot IJsland. Toen warme en
koude lucht zich vermengden, de
den er zich klimatorische storin
gen voor waardoor zich een storm
ontwikkelde die onverbiddelijk over
de Atlantische Oceaan voorwaart
gestuwd werd naar Schotland en
het Noorden van de Noordzee, door
een reusachtige massa warme lucht
die tevens de storm voedsel be
zorgde voor zijn furie.
EEN FATALE ONTMOETING
Op het ogenblik dat de storm de
nauwe fleshalsvan 'de Noord
zee bereikte stak daar het spring
tij met volle geweld op. Deze fa
tale ontmoeting heeft de ergste
gevolgen gehad voor de omliggen
de kustgebieden - en daar op deffl
tijd van het jaar de uitmondende
stromen en rivieren een grote
massa water uit het binnenland
verzetten, was de weerbots tot ver
in het binnenland geweldig.
De verwoestingen door deze twee
vernielende elementen, springtij
en storm, aangericht, beschreven
we reeds vroeger. In dit nummer
geven wij daarvan verder het droe
vig bilan.
En hoe het met deze storm ver
liep? De Britse weerkundigen had
den voorspeld dat de storm verder
zijn woede zou botvieren in Oost-
Europa en meer bepaald in Polen
en Rusland. Deze voorspelling is
anders uitgevallen. Het geweld van
het natuurelement scheen plots
verzadigd en het stierf uit boven
Oostenrijk. Zondagnamiddag, 2 Fe
bruari, terwijl in de geteisterde ge
bieden de reddingswerken in volle
gang waren en de wereld met
S.O.S.-berichten overrompeld werd.
meldde men uit Wenen dat de zon
er scheen alsof het reeds een vroe
ge Zomerdag was. GEMO.
flWRMM UOOE TL) VER-
OORZMKT DOOR /VOoRDEJ 'M
STORM l/RR 11RKM PER
OOR.
(Jaar de.
OldZnigepaancL,me£ S«//v&ri/', ale:
gzoot^te. i/e/iuTocéyClng&H aanu'cktte
Een algemene kaart waarop de weg, door de storm gevolgd, zeer duidelijk Is uitgetekend. Het zinkend
schip, getekend tussen Ierland en Schotland, duidt ongeveer de plaats aan waar zich de ramp voor
deed met de veerboot waar zoveel slachtoffers te betreuren vielen. Onderaan, in het gebied door «n
stippellijn aangeduid, kan men zich heel goed voorstellen hoe de opgezweepte zee door de nauwe uit
weg van het JSanaal wwtólijk «yjftWlotoB 4« MUiijb'fitaUg fc«st«n bOtviW»
.4»