VAN IJPEREN EN HET ARRONDISSEMENT. Politiek, Mieuws-, Handels- en Annoncenblad. Eerste Jaar. Zaterdag 30" Januari 1886. Nummer 5. Abonnementsprijs voorop betaaibaar; 4 fr. per jaar voor de stad. 4 fr. 50 voor den buiten. Per 6 maanden: 2 fr. 50. Annoncen: 15 cent. per drukregel. Rechter lijke eerherstellingen: I fr. per regel. Akkoord per jaar of per maand. 10 centiemen per nummer.Afzonderlijke nummers vo^r ariikels, enz. 8 fr. per 100. Alle betichten van verkoopingen of andere bekendmakingen ten bureele dezer gedrukt worden eens gratis ingelijfd, De annoncen voor België, ter uitzondering der beide Vlaanderen, alsmede die voor het buitenland worden ontvangen door den Office de Publicité, Magdalenastraat, Brussel. Men wordt verzocht alle hoegenaamde artikels uiterlijk tegen Vrijdag middag vrij en onderteekend toe te zenden. Artikelen ongeteekend of personnalitei ten bevattende worden niet opgenomen. Azijn en mostaard voor de raaskallen. De processievaan (alias Nieuwsblad) heeft drie weken gewacht vooraleer ons aan te vallen! 't Is genoeg verstaanbaar hoe diep het antwoord gepeisd en hoe juist het gewikt en gewogen was. Wij zijn noch mossel, noch visch, maar daartusschen is er plaats voor oesters, en die plaats wordt ingenomen door de pennelikkers der processievaau. Intusschen zijn wij uwe tegenstre vers. Dat we u hebben doen razen, kan ie dereen bestatigen wanneer men eenen oog slag op het vuilblad van Zondag laatst werpt: Het Weekblad dit..., het Weekblad dat..., het Weekblad hier..., het Weekblad daar... Wij liggen u op de maag, he kerel?... ge droomt van het Weekblad en men zal allicht denken, dat ge er een op uwen neus draagt. In plaats van te schimpen of van zouteloo- ze bombatische proza af te spinnen, zouden we echter liever zien, dat gij onze artikels weerlegt. Liever een beetje discussie over ernstigo zaken, dan haarklieverij en sabel slagen in het water. Zoo zonden we meerma len het genoegen hebben, uwe wijsneuze kennissen op flesschen te trekken, en vooral de lengte uwer ooren te meten. De drukker uitgever van het Weekblad is over zijne schrijvers (al zijn ze maar, volgens u, van hun eerste broek) zeer tevreden: hij verzekert dat er onder hen geene lieden zijn, welke onder beschuldiging van misbruik van ver trouwen te recht stonden, en dat ze aldus nooit door eenen Procureur des Konings hebben moeten hooren: Gij zijt de schande van IJperen! (Drink een teuge water, om die pil'te slikken.) Ondanks uwe prachtige collectie krabbe laars zullen,we u wel te woord staan. Sedert het gekruind boutje door Jan van Lefflnghe naar het Beverland gestuurd werd, hebt ge evenwel veel verloren, en al de kaloten, schele langrokken, inspecteurs van assuran tiën, latijnbrouwers, Plaatselijke Pols en T. Pot-Brekers (welke kwa-jongensbendeheb ben hem niet kunnen vervangen. Oh! die ou de M. Plaatselijk was délicieus... in het Nieuiosbladwel te verstaan. Ware hij hier nog, hij krege een kruisken en een vaantje, voor de goede oogenbükken die wij met zijne tale doorgebracht hebben. De nieuwe reesen zal nog moeten wachten tot we eens den tijd vinden, ons met den ooimoedigen persoon van ieder in 't bijzonder bezig te houden. De kwibus van het vuilblad zou ons gaar ne in tegenstrijdigheid brengen met onze eigene woorden. Hoor nog eens: tegenover voorvaderlijke dommigheden en dweepend bijgeloof, in naam van den Godsdienst on derhouden, zullen wij optrekken en vooral den priester bevechtendien gij met den Godsdienst niet moet noch moogt verwarren. Gij weet immers wel, dat er slechte pries ters zijn en dat men ook deugnieten onder de gezalfde langrokken aantreft? Als men halveling van 't ras is, moet men dat niet gezeid zijn. Eene andere tegenwerping, als zouden de Vlamingen in 1302 te Kortrijk katholiek, en de Franschen liberaal (verschooning voor het anakronism) geweest zijn, zullen wij ander maal weerleggen. Geduld, en kapitaal met intrest, voor het wachten, zullen u in eens geworden. En nu de steert: Wat liberaal is Kaal is Heb medelijden! Wanneer de naam van klerikaal zelf zoo onwederleggelijk uwe persoonlijkheid af schetst, moet gij alle eergevoel verloren heb ben om hierover te gewagen. Weet gij dan niet, dat er hier nog al vele kale kleri kalen (de naam alleen zegt het) loopen, die weobi buizen, schulden en pretentie 'nebben, dan geld in den zak en verstand, 'in de hersenpan? Wij kennen er en gij ook. En nu, oester, wat c> troensap en Cayenne peper om u te verkloeken. Briefwisseling uit X. Katholieke Liefdadigheid. Als niets komt tot iet Kent iels zich zelve niet. (VI. spreekwoord.) Een ware en oprechte katholiek (zijn er nog zulke?) is liefdadig, als hij kan, en hij ziet wie hem eene almoes vraagt; 't is hem ge noeg dat hij hulpe biedt en smarten lenigt, wie ook de nooddruftige weze. Over veertien dagen lazen wij in dit blad, dat de Gouver neur van Oost-Vlaandeien geweigerd had in een liefdadigheidswerk deel te nemen, omdat de omhaling door liberale damên gedtan werd. 't Is onnoodig te Gent zulke voorbeel den te zoeken, we kunnen ze veel dichter vinden. Het gebeurde had plaats in eene vlaamsche stad, welke wij allen zeer goed kennen, on noodig ze te noemen. Een katholiek advokaatje, dat nog altijd naar kliënten wacht, trad over eenige maan den in huwelijk.-de jongen kon het alleene niet meer uithouden Al de inwoners dier stad (laat ons zeggen X) wisten dat de grootouders van dien aspi rant-vrederechter schamele lieden waren, en uit dien hoofde onderstand genoten; dat zijne grootmoeder namelijk, die Brussel be woont, eene maandelijksche hulpsom van 10 franken kreeg door de burgerlijke Gods huizen van X.; en dat het klerikaal kabouter- manneke de held van dit verhaal zelfs tot zekeren rang kwam, dank zij de liefda digheid sominiger goede zielen, en de jongen verdiende zulks! Tot hiertoe hebben we niets af te keuren, Armoede is geene schande zegt het boek der waarheden, en wij zijn de eersten om te eischen dat armen ondersteund worden, in de maat van het vermogen des gevers en volgens geëvenredigde noodwendigheid. Maar hier verandert de kaart en de waar heid wordt tegen de borst stootend. De ex- voedsteriing der Leuvensche Alma Mater ging een huwelijk aan in zeer voordeelige voorwaarden, door makelarij van den Deken of eenen zijner kapelhaantjes, 't Is in X een zeker middel om, tegen zooveel per cent, wel te trouwen. Iedereen zal met ons instemmen dat het advokaatje, eenmaal daAr, zich zou herinne ren welk zijn sociale oorsprong was, en dat hij, als goede christen, de spreuk van het Evangelie: Wie den arme geejt leent aan God zou toepassen, om zijne lijdende broe ders in Christo in hun lot te helpen. Oordeel, lezer: Na de inzegening van het huwelijk, deed een dischmeester, als naar gewoonte, onder de aanwezigen eene omhaling voor den arme. Maar horresco! het Armbestuur van X is uit liberalen samengesteld, en de jong gehuwde, noch zijne welhebbende bruid ga ven geen rooden duit! de omhaling, gedaan te midden van rijke en milddadige katho lieken, bracht fr. 0,43 (drie-en-veertig cen tiemen) op! Ja maar, disteladvokaatjes en droogstop pels zijn disteldroog! Ziedaar den klerikaal, nederig van af komst, die den arme verstoot! Ziedaar den man, die een schamel verleden onder een rijk tegenwoordig wil verduiken! Masker af, Jezuiet! En nu die historie gekend is, wat moet men nu meest verachtendie hooggeroemde katholieke liefdadigheid, of de schaamtelooze vorstootine der armen door onzen held? ne> «eezenuiHS öv"-s:i!SaDeïn, Alles geeft aanleiding tot leugens bij de klerikalen. Er is niet een enkel eerlijk ijperling meer, die deze waarheid niet voor axioom aanziet en die, al het Journal d'Ypres lezen, niet het, om zoo te zeggen, ingeboren wantrou wen gevoeld, door alle geschriften van lang- of kortgerokte jesuïten ingeboezemd. Zij kunnen over geen enkel feit verslag geven zonder er wat van af te knotten of bij te voegengeen enkele zienswijze kunnen zij weergeven zonder ze valschelijk te vertolken en geen enkele zinsnede aanhalen zonder er de beteekenis, zoo niet de termen, van te verknoeien. Dat heeten zij bespreken In zijn nummer van 13 dezer, onze confra ter, sprekende over de stemming van den stadsraad, in de zitting van den 9 der loo- pende maand, nopens de herkiezing van een lid der Godshuizen commissie, zegt Als hetgene men ons verzekert waar is, zou de heer Iweins, voorzitter der Ooinmis- sie, 7 stemmen tegen 8 witte briefjes be- komen hebben. Daar is, ons dunkens niet enkel eene personlijke kwestie, maar wel en vooral eene kwestie van grondbeginsel aanvast. De heer Iweins heeft deze nederlaag onder- gaan voor zijnen plicht gedaan te hebben, omdat hij niet toegaf aan de eischen van hen, die al onze weldadigheidsgestichten willen verwereldlijken ie beginnen met Ste Elisabeth om met het Gasthuis le eindi- gen en langs het Nazareth,de Belleenz., voorbijgaande. De daadzaak is beteekenisvol: zij bewijst dat de partij der verwereldlijkers inden Raad reeds de meerderheid heeft en in 't - korte zal de oorlog opentlijk verklaard zijn aan de religieuzen, die hare jeugd, hare familje.hare toekomst en al de vreug- den des levens geslachtofferd hebben om in de strengheid des kloosters ouderlingen, zieken en gebrekelijken te gaan verzorgen. Men zal ze aan de deur willen zetten gelijk ontrouwe dienstmeiden. Medeburgers houdt een oog in 't zeil. Zooveel woorden, zooveel leugens, waar over het eenvoudigste gezond oordeel gauw en goed recht doen zou, indien zij zich zoo dikwijls en met zooveel stoutheid niet voor deden en zoo dat arm gezond oordeel zelve nog bij menig klerikaal kiezer bestonde. Wij vroegen het Journal eens wanneer en onder welke omstandigheden die strek king van verwereldlijking, onzer Godshuis gestichten zich voorgedaan had. Het Journal wachtte zich wel te ant woorden. Het verdook zich en heden komt het met eene nieuwe stoutmoedigheid verze keren dat onze Raadsheeren de nonnetjes uit het weezenhuis Ste Elisabeth willen drij ven, wanneer het de innige overtuiging heeft dat het stadsbestuur maar iets begeert het is de weesmeisjes de lessen der stads school uit de Rijselstraat te zien volgen. Het is onloochenbaar, en op dat punt zal ons niemand tegenspreken, dat die hervor ming eenen gelukkigen invloed oefenen zou op de verstandelijke ontwikkeling en op de vorming van het karakter dier jonge meisjes, terwijl er een einde komen zou aan het een tonig kloosterleven, waaraan die weezen tot aan hare meerderjarigheid onderworpen blijven, Iedereen weet dat en het Journal d' Ypres beter dan wie het ook zij. Maar men moet wel een beetje liegen, niet waar, om er de gewoonte niet van te verliezeu Ziedaar wat wij onzen confrater over on geveer twee jaren zegden. Wij voegden er bij Te Hoei bestaat er, sinds een veertigtal "jaren, zoo wij ons niet bedriegen, een ge- sticht, dat van de Godshuizen afhankelijk is. Het is het weezenhuis Godin-Parna- jon. Het is door nonneljes bestuurd. Tot in den loop van het jaar 1881 heb- ben de hinders het onderwijs in het gesticht zelve ontvangen. Maar het Godshuizen be- stuur werd van den eenen kant gewaar dat die nonnetjes, niettegenstaande haren goeden wil, niet juist al de bekwaamheden bezaten om goede onderwijzeressen te mogen heeten en dat van den anderen kant het riet billijk, noch menschelijk was van arme kinderen tot een kloosterleven te dwingen, dat haar in 't geheel niet paste. Dat Bestuur oordeelde dat het verkieze- lijker was zijne kweekelingen in aanra- king te brengen met de kinderen van het volk, in wier midden zij later zullen moe- -> ten leven. Te Hoei zoekt men niet om onbekwame dienstmeiden te vormen men tracht er huismoeders te kweeken. Er werd eenpariglijk besloten dat de weesmeisjes, uitgenomen de vohvassenen- afdeeling, liet onderwijs in de gemeente- scholen genieten zullen en dat de nonnen- onderwijzeressen, dadelijk aan het gesticht gehecht inet den leergang der volwassenen en de bewaking binst de studie uren zullen gelast blijven. Ten gevolge van dat besluit volgen op heden 36 weesmeisjes de lessen der gemeenteschool. Het godsdienstig onderwijs is door den almoezenier der Godshuizen aan de weezen gegeven, zooals liet door de reglementen voorgeschreven is. Hebben de nonnetjes er zwart orn geke- ken? In het geheel niet. Zij hebben het goede begrepen van den maatregel door het Godshuizenbestuur genomen. Zij zijn op haren post gebleven en niemand be- klaagt er zich over, zelfs de plaatselijke geestelijkheid niet, die ongetwijfeld ver- standiger en verdraagzamer is dan de onze, zelfs de plaatselijke drukpers niet, die mis- schien min verblind is door den gezind- heidsgeëst clan onze confrater. Ziedaar, volgens ons, het stelsel dat men - te IJperen zou willen invoeren. Het is zeker dat het verstandige en niet fanatieke deel der bevolking zulks met beide handen - en hartelijk toejuichen zou. Wij moeten niets herroepen van hetgene wij over twee jaren zegden. Het stelsel te Hoei ingevoerd heeft nog altijd onze lieeie sympathie en liet zou mo gen, naar ons nederig goeddunken, tot grond slagdienen eenerovereenkomst tusschen den stadsraad en de Godshuizen commissie. Waarom zou men hier niet mogen doen zooals men ginder doet en waarom zouden de ijperscSS Godshuizen zicli niet met de religieuzen van liet S' Elisabeth's gesticht kunnen verstaan, wanneer de Godshuizen van Hoei zich zoo goed verstaan met de reli gieuzen van het weezenhuis Godin-Parnajon? Waarom Er is vooruitgang! Bij de klerikalen is er vooruitgang in het belasten van liet vleesch. Toen de katholieke vertegenwoordigers van Nijvel in 1885 een recht op het vee voorstelden, dat den 10 juli laatst verworpen werd vroegen zij Voor eene os 15 fr. en nu met hun nieuw voorstel vragen zij 30 fr. per os. De koeien moesten 8 fr. betalen, en in het nieuw stelsel is het 12 fr. Het versch en gezouten vleesch moest, in 1885, maar met 3 fr. belast worden per 100 kil. en nu vragen zij 6 fr. En zoo voorts met de overige veesoorten. Waarbij komt die verandering? De eerste rechten zijn verworpen omdat men de in- komrechten, hoe gering ook, slecht vond voor' de groote meerderheid van het land en nu komt men met een nieuw voorstel, welk dat recht verdubbelt. Die mannen zoeken ruzie en zouden ze wel kunnen vinden. Afstellingenafstellingen Er zou nu kwestie zijn van de afstelling van al de liberale gouverneurs en arrondis- sements-commissarissen die in bediening zijn. Dit zou nog voor de junikiezingen plaats hebben. Moest dit waar zijn: inderdaad de stout moedigheid van ons priesterbeheer zou paal noch perk meer hebben. j En moeten zeggen dat de macht vif j H E f W EEK B L AD

HISTORISCHE KRANTEN

Het weekblad van Ijperen (1886-1906) | 1886 | | pagina 1