VAN IJPEREN EN HET ARRONDISSEMENT. Politiek, Nieuws-, Handels- en Annoncenblad. Eerste Jaar. Zaterdag 20" Maart 1886. Nummer 12. Abonnementsprijs voorop betaalbaar: 4 fr. per jaar voor de stad. 4 fr. 50 voor den buiten. Per 6 maanden: 2 fr. 50. Annoncen: 15 cent. per drukregel. Recliter- rke eerherstellingen: i fr. per regel. Akkoord per jaar of per maand. 10 centiemen per nummer. Afzonderlijke nummers vo m arlikels, enz. 8 fr. per 100.Alle berichten van verkoopingen ot' andere bekendmakingen ten bureelo dezer gedrukt worden eens gratis ingelijfd. De annoncen voor België, ter uitzondering der beide Vlaanderen, alsmede die'voor het buitenland worden ontvangen door den Office de Publicité, Magdalenastraat, Brussel Men wordt verzocht alle hoegenaamde artikels uiterlijk tegen Vrijdag middag vrij en onderteekend toe te zenden. Artikelen ongeteekend of personnaliteiten bevattende worden niet opgenomen. Een heersch- en dwangmiddel der papen. Eene der oorzaken, waarom de vrije ge dachten zulken tragen voortgang maken onder de pratikeerende personen is tiet bestaan eener zoogezegde noodzakelijke Biecht, een sakrainent der dooden, dat in staat van doodzonde mag ontvangen wor den. De getuigenissen voor de commissien van het schoolonderzoek afgelegd, hebbe l me nigvuldige keeren bewezen, hoe fijn de gees telijken van dit middel weten gebruik te maken,om de lichtgelovige sukkels die met een vermorzeld hart in den stoel dei boe - veerdiglieid gaan nederknielen, door dwang en bedreigingen te doen buigen onder den staf (lees: knoet) der bisschoppen, en ze aldus in het klerikale kamp als nuttige kwantiteiten te doen blijven. Hoeveel voorbeelden kregen wij niet van kinders, die men tegen hunne brave ouders opruide en tot ongehoorzaamheid aanzette, wanneer ze naar de gemeenteschool moesten gaan? Hoeveel gevallen zagen wij met, waarin de biechtvaders de teergevoelige maar te lichtgeloovige vrouwen, tot weder- spannigheid jegens den man aanspoorden en waardoor, helaas! vrede en vreugd uit zoo veel tot alsdan ongestoorde gezinnen, geban nen wierd? De biechtstoel moet dus door eiken vrij zinnigen man geschuwd worden en aanzien als de plaats waar de vrijheden den druk- sten tegenstand onder geheimzinnnige, maai oneerlijke raadgevingen ontmoeten. Hij mag beschouwd worden als eene voortbestaande sociale kwaal, wier smet gedurig dieper in dringt en liet rechtzinnig maatschappelijk leven bedreigt. Hij schijnt ons toe als een verdacht kraam, een ontreffelijk rendez vous waar er gemakeld, gevraagd, op gestookt en gelasterd wordt, aan onze kin ders moederszusters echtgenooten of vrienden, en waar hunne onnoozelheid, een voud of goede trouw dan meermalen door onkiesche peilingen verkracht en verbroken worden. Ook kan een huisvader, jaloersch en bezorgd over liet toekomstig geluk zijner dierbaren, slechts met benepen hart, en om verdere onaangenaamheden binnenshuis te vermijden, toestemmen dat zij er zich bege ven, en licht vervloekt hij misschien liet oogenblik, waarop zijne wilskracht weifelde en eene lamme toegevenlieid er de plaats van innam. Van devroegste jeugd des kinds af wenden de geestelijken reeds dit middel aan, en door de tijden heen schijnt het welhaast een nood zakelijk iets, waaraan men zich soms onge makkelijk onttrekt de kinders hebben immers gezien dat moeder ook ging, met de oudere broeders of zusters, en zoo dringt dat voorvaderlijk misbruik dieper en dieper, terwijl een onnoembare afstand van vrijheid en gezonde rede gewetenloos wordt vol bracht. Om wel het beginsel eener noodzakelijke biecht in te planten, bedient de geestelijkheid zich van zekere middeltjes, eene inkwisi- tie in 't klein waardoor men te weten geraakt als iedereen zich aangeboden heeft. Met dit doel zijn de paaschbrieftjes uitgevon den, welke men op zeker oogenblik gaat terug halen, en bij deze gelegenheid een aalmoesje schooit voor S' Pieters-penning. In de steden houdt men zich veelal met zulke prullen niet op, maar in den buiten is het afhalen der paaschbrieftjes, door den pastoor, een echt onderzoek indien al zijne parochianen te biecht gingen. Ook worden die briefjes zorgvuldig door den biechteling bewaard, om ze den zielenherder als een be wijs van stipte plichtvervulling voor te leggen. Nochtans gebeurt er hier te IJperen iets in dien trant met de eerste kommuniekanten, wien men tussehen Nieuwjaar en Pascben een half dozijn generale biechten oplegt. Volgens den Mechelschcn Katechismus met uitleggingen op iedere vraagis zulks Eene biecht van al de zonden van geheel - het leven, of van een deel deszelfs, zoowel die men alreeds gebiecht heeft, als die men niet gebiecht heeft. Eene generale biecht - is doorgaans geraadzaam voor de eerste kommunie. Als ééne voldoende is, waar om doet men de kinderen zoo een vijf- of zestal keeren kerkwaarts dansen, om er belachelijke generale biechten te spreken? En waarom dwingt men de kinders daartoe, met ze een genummerd briefje aan den biechtvader te doen afgeven, waardoor deze zich verzekeren kan dat zoo'n kind zijne biecht sprak, want het afgegeven nummer moet overeenkomen met hetzelfde nummer op de lijst der eerste kommuniekanteu Zoo weet men aanstonds wien men voorbanden heeft, hetgeen in geenen deele noodzakelijk is; want daar de kinders van natuur zeer onbescheiden zijn, worden er door hen in den biechtstoel meermaals praatjes gehouden, waaruit de biechthoorder te dikwijls gevolg trekkingen afleidt en er zijn profijt en dit der geheele klerikale partij uit trekt. Zulk voordeel geven wij dien mannen, en daarin zit ook de groote kracht van hun bureau d' informations. Meer nog dan dat.- men leert hier biech ten, met voorbereidende lessen te geven om dit werkje goed te kunnen verrichten! Zoo doet zekere oude kwezel, die jaarlijks een aantal jongens en meisjes tot de eerste kom munie opleidt,deze kinders schriftelijk hunne biecht opstellen, welke zij naderhand in een gesloten kistje moeten neerleggen. In hare ledige uren, houdt het verwaand schepsel zich dan waarschijnelijk bezig met de correction des devoirs van hare leerlingen. De kinders die niets |vermoeden, kruipen in het afgelegenste hoekje harer leerzalen, en schrijven zonder achterdocht recht of krom hetgeen zij op de lever hebbenen soms ook wat een ander op de maag heeft. En met zulke stommigheden houdt men een opkomend geslacht onder den hiel! Ook vra gen vragen wij ons gedurig af, als die vrouw daarin eerlijk handelt en hoe het mogelijk is, dat verstandige ouders zulke dommighe den en onbetamelijkheden dulden? Maar wat vooral de aandacht verdient, is de manier waarop men van jongs af bij de kinderen alle eergevoel en eigen wil ver dooft, om er te beter platte slaven van te maken: Het zou wel eéns gebeuren dat be jaarde lieden de absolutie niet krijgen... maar wel den zak. Lichtzinnigen zijn daar onver schillig aan, maar zoo oordeelt erdeMechel- sche Katechismus met uitleggingen op iedere vraag niet over, en ziehier Vraag: - Wat moet men doen als de - Biechtvader goed vindt de absolutie uit te stellen? Antwoord: Men moet zich oot- moediglijk onderwerpen aan zijn oordeel en aanstonds beginnen met zich weerdigte maken om de absolutie later te ontvangen." Vraag: - Mag men iets tegenzeggen als de biechtvader de absolutie wil^uitstellen? Ant.: Men mag den biechtvader verzoeken de absolutie te geven, maar men moet zich wel wachten van hem daartoe te pramen of er te veel op aan te dringen. Vraag: Mag men morren tegen zijnen biechtvader omdat hij de absolutie heeft uitgesteld? Ant.: Neen, en dit is doorgaans een teek en dat men de absolutie inderdaad nieT waardig is. Vraag: Als iemand de absolutie niet ont- vangen heeft, wanneer - moet hij dan we- derom te biecht gaan?: Ant.: Op den tijd, die door den biechtvadèr gesteld is, en hij moet hem zeggen dat ljiij in de voorgaande biecht de absolutie niett heeft-ontvangen. Volgens bovenstaande uittreksel moet de boeteling altijd maar xerugkeeren naar den biechtstoel, eer hij het schuifken krijgt of niet, en Jan nog zonder poot te spelen. Diepe zedeleer, voorwaar, die aan redelijke schepsels zulke monsterachtigheden wijs maakt! Ten bewijze boe gevaarlijk, in vele ge vallen het biechten is, zullen wij Zaterdag hierop terugkeeren en twee onloochenbare, echtgebeurde feiten aanhalen. Pessimist. 't Is schande Om de schandelijke vernietiging onzer goede scholen, zoo mogelijk, te verrecht vaardigen, doet de klerikale drukpers op merken dat zij door aangenomene, vrije scholen vervangen worden. Ja, maar welke scholen? Dat is 't wat de heer Vanderkindere zich afvraagde in eene redevoering, welke hij in de laatste vergadering van de Ligue de I'Enseignetnent, waarvan hij voorzitter is, uitgesproken heeft. Wat is eene school, heeft hij gezegd, als zij in handen is van eenen onbekwamen, misschien van eenen onwaardige Zijn het de banken, de lessenaars, de zwarte borden, die de school uitmaken, of wel is het de ziel,het woord en liet voorbeeld der onderwijzers? Wij weten maar al te wel,helaashoe men de kinderen in de werkhuizen der Vlaande ren, die onder den leugenachtigen titel van kantwerkscholen bekend staan, uitbuitte, men deed er lichaam en geest verkwijnen. Nu hebben wij dat zelfde schoon stelstel met een nieuwen luister omgeven: aangeno mene school is maar al te dikwijls hetzelfde als geene school. Volkomen juist? Inderdaad op de honderden en honderden onderwijzers met God, die zich laatst voor den wehvillendsten aller jury's aangeboden hebben om eene bekwaambeidsdiploina te bekomen, een vijftiental ten hoogste zijn er in gelukt. De anderen waren van eene onwetend heid, die aan niets te vergelijken valt. Dus de gestichten, die door het Staatsbe stuur geroepen zijn om onze goede officieele scholen te vervangen hebben van de school niets dan den naam. En zeggen dat deze afwezigheid, deze ver- vernietiging van alle onderwijs daarbij nog' bij de drie millioenen meer kost aan de gemeenten dan vroeger. 't Is schande, meer dan schande! Een mislukt mirakei. Overeen paar weken kwamen tweejesuï- ten te San-Angiola, in Italië, aan om er eene zending te prediken. De sermoen n, die het meest op het gemoed werken moesten, had den 's avonds plaats. In een dezer avond sermoenen sprak de zendeling lang en inet vuur over de goedheid en de bermhertigheid der allerheiligste Maagd Maria. Op liet oogenblik dat hij meende alle aanwezigen overtuigd te hebhen van. dnjsmla mirakelen, door de Moeder Gods verricht, nam hij, eene ingetogene houding aan die van begeestering en.ingeving getuigde en zegde: lieve en ge trouwe kristenen eene der grootste weldaden zal u te beurt vallen; de bermhertige Moeder van den Zaligmaker zal zich geweerdigen in uw midden te verschijnengij zult van die zeldzame uitverkorenen zijn, die de heilige Maagd met eigen oogen in eene verschijning mogen aanschouwen. Wat er ook gebeure weest onbevreesd en houdt u allen als goede en kloeke geloovigen en toont dat gij die on schatbare weldaad ten volle waardig zijt. Nauwelijks waren die woorden uitgespro ken of de kerkdeur ging open en een groot statig Mariabeeld wiens kleederen tot aan den grond raakten, verscheen er en kwam de kerk in gestapt. Onnoodig te gewagen van den schrik en de verbazing der menigte kristenen. De ontroe ring was zoo groot en levendig dat verschei dene vrouwen in onmacht vielen en dat an deren op de knieën vielen en zich met het gelaat tot tegen den grond bogen. Nog ande ren uitten scherpe schreeuwen en veroor zaakten zulke verwarring en overrompeling dat de pas verschenen Moeder-Maagd omver geloopen werd. En wat zag men? Een hol beeld dat op de schouders van een korten dikken boer rustte, die zich zoo onder de rokken der heilige Maagd verschuilen kon om het te doen voortgaan. Dan was 't dat het gehuil onbeschrijfelijk werd en de bedrei gingen tegen den jesuït geene palen kenden. Hoe hij aan het gevaar ontkomen is, weten wij niet, maar zeker is het dat hadde hij in de handen geraakt der vergramde en gefopte San-Angiolonaarshij er een slecht kwaart zou ondergaan hebben. Dezen, die daar tegenwoordig waren, moeten nu een aardig gedacht hebben over alle oude en nieuwe mirakelen. öoe niet aan een ander wat gij niet wilt dat men u doe. Och, dat kennen ze niet, onze rijke IJper- sche kaloten, die toch zoo dikwijls in hunne -bladen laten uitbazuinen tot welken hoogen graad zij de christelijke deugden van broe derliefde of medelijden jegens anderen broe ders in Christo koesteren Ziehier weeral een voorbeeld, dat het te genovergestelde bewijst, en waarvan er tegenwoordig veel in stad gesproken wordt: Over eenige dagen bood zich de weduwe C, eene vrouw van 70 a 80 jaren, bij eenen rij ken klerikaal aan, om een zijner huizen, dat publiek te huren hangt en in onze stad ge legen is, te pachten. De dame des huizes vroeg haar: Tot wie heb ik de eer te spreken? Ik ben de we duwe C. Ha, hernam de andere meesmui lend, 't is uw echtgenoot, welken men laatst burgerlijk begraven heeft?— Juist.—Wacht, ik zal er mijnen man over spreken. Na eenige minuten kwam de vrouwelijke jesuiet terug, zeggende: Ons huis is niet te huren, maar wel te koopen en gelijk gij het inzicht niet hebt het te koopen, denk ik dat wij geene zaken zullen maken."(Wij doen hier onze lezers opmerken, dat het antwoord der huismeesteres op verre na zoo beleefd niet was als wij het neêrgeschreven hebben; kieschheidshalve kunnen wij hier de juiste termen niet weèrgeven). Van daar ging de vrouw naar eenen oud-notaris, om een huis te huren, in de Mondstraat gelegen en dat welhaast zal ledig komen. Daar waren het juist dezelfde woorden, alsof de twee afge sproken waren, maar M. Geldzak, in plaats van het aan iemand anders te vragen, sprak aanstonds, toen hij wist wie de vrouw was "De huurprijs is 800 fr. Een prijs meer dan twee maal te hoog, en daar de vrouw eene opmerking, betrekkelijk dien duren prijs maakte, brak de oude klerikaal op eene brutale wijze het gesprek af. Alhoewel M. Surmont rijk is en klerikale senator, draagt hij toch schoenen aan 12,50 iï'. 'taa-Gant komen. IJpersche schoenmakers, leel't aiücil&udi Gesprek van twee kaloten, in de groote klerikale herberg, op de Markt, en door eenen masker gehoord: Maar, waarom zegt het Proqres altijd Mons Colaert Hoor, zegt de andere, dat is eene abre- viatie of verkorting van Monster Colaert. Weekblad Dank voor uw goed onthaal. Gij neemt mijne gedachten op zonder tegenzeg, Zou ik wel beter lukken in Ieperen dan in Athenen? Zou ik hier wel menschen vinden! of zijn mijne gedachten geene aanmerkin gen waard? Het spreekwoord luidt: die niet en zegt stemt toe! naam HET V/EEK BLAD

HISTORISCHE KRANTEN

Het weekblad van Ijperen (1886-1906) | 1886 | | pagina 1