stIdsnieuwsT"
Sparen.
Het woord sparen bediedt in zijnen alge-
meenen zin een matig gebruik maken Tan
zijn goed, Tan zijn inkomen,van zijne winst;
het is zijne uitgaven zoodanig schikken dat
men een appelken behoudt tegen den dorst,
zooals het spreekwoord zegt. Die meer dan
gesparig is wordt gierig of vrekkig genoemd,
en die van geen sparen weet, heet men milde
en kwistig.
Gelijk in welke klas der samenleving dat
men zich bevindt, men moet sparen: De
rijkdom van eenen Staat heeft voor grond
slag het goede beleid der inkomsten en uit
gaven; de aanzienlijkste fortuinen blijven
door het geregeld bezorgen der goederen en
door de geschiktheid der inkomsten en ver
teeringen de vaste en eerlijke handelhuizen
zijn en blijven deze, waar een goed toezicht
lieerscht en waar overtollige uitgaven en
kosten vermeden worden; bij den werkman,
zelfs in de armste gezinnen, weet de spaar
zaamheid, door den goeden aanleg en eene
nauwgezette bezorgdheid, in al de behoeften
des huishoudens te voorzien.
De standen der samenleving, volgens de
aanzienlijkheid der fortuinen, worden som
wijlen vergeleken aan eene peer met het
steertjen omhoog. Er zijn zeer weinig schat
rijken, daalt men wat, men heeft meer en
meer lieden in deze standen, nog leeger komt
men nader en nader tot de volksklas: koop
lieden, nijveraars, landbouwers, ambachts
lieden, enz.
Nu in den huidigen tijd moet iedereen
sparen om toe te komen. Hoe slecht de han
del gaat, hoe ongunstig de zaken zijn of
schijnen, men kan nog besparingen doen
tegen meerderen nood, wie twee frank daags
wint, legge het aan gelijk dezen van eènen
frank en half; wie vijf frank wint, leve als
dezen die maar vier frank daags hebben; wie
'sjaars twee duizend, vier duizend, tien dui
zend frank of meer heeft, legge vooraf een
deel ervan weg; die is zeker dat hij iets zal
over hebben voor zijne nazaten.
Het sparen is eene kunst die van kinds
been af moet geleerd worden. De ouders
moeten toezien dat de kinders hunne cen
ten niet gemakkelijk kwijt geraken in de
sneukeiwinkels; maar zij moeten er nu en
dan wat van doen wegsteken, om iels bijeen
te vergaren tegen dat de kinders nieuwe
kleederen noodig hebben. Op deze manier
zien de kinders dat centen en centiemen tot
sommekens komen. De gespaarde penningen
der kinders moeten door de ouders bezorgd
worden als men hen er meester over laat,
zij zouden somwijlen sparen om te kunnen
verkwisten. Sommige dronkaards zouden
ook eenigen tijd nergens uitgaan, om het
geld bijeen te krijgen ten eindehunne zwelg
zucht eens goed te voldoen.
Iedereen zegt 't en kan niet baten dat er
geld gewonnen wordt in een huisgezin, waar
de vrouw geene goede huishoudster is. Dat
is waar en zal immer waar blijv en. Buiten
het vermijden der noodlooze uitgaven, komen
er nog menige dingen die tot de spaarzaam
heid behooren. De kleederen moeten goed
opgepast worden van kuischen en vermaken,
de bedderijen rein en bezorgd, de huismeube
len en keukengerieven in goeden staat van
onderhoud. De huisvrouw moet overal de
eerste en de laatste zijn, en mag hare zaken
niet overlaten aan meiden noch dienstvrou-
wen... De vrouwen die dit lezen, z;ggen
zeker, de schrijver van dit artikel is zeker
een pezewever, een moeialHewel neendat
ben ik niet en moet het niet zijn; nooit be
moei ik mij met de doeninge mijner vrouw,
omdat het geenszins noodig is. Zij heeft orde
in alles, zij ziet alles goed toe, en niets wordt
verwaarloosd.
Daar is eene volkspreuk die zegt niets
hebben doet veel ontsparen. Waarlijk daar
zijn zeer vele menschendie maar kunnen het
kwisten staken, als zij niet meer hebben.Het
doet zeer aan 't harte te zien hoe sommige
werklieden het toch aanleggen
In de week werken zij als beestenzij
verslijten hun leven in overlast van arbeid,
om voor hun vijftig jaar afgeleefd te zijn; en
op den Rustedag der Christenen, drinken en
slemperen zij dat het eene schande isDe
huismoeder zit te weenen en te zuchten; de
kinders krijten om een stuksken brood, ter
wijl vader in overdaad het gewin van zijnen
zuren arbeid verbrast.
Ouders leert uwe kinders sparen; gij zult
ze niet zien overslaan tot zulke heiilooze
buitensporigheden. Laat zo inschrijven op de
spaarbank, die Belgie door ingericht is om
de kleine sommekens bijeen te brengen en te
doen winst geven. In de postkantooren, bij de
briefdragers kunt gij hierover inlichtingen
bekomen. Ik ken gemeenten waar de spaar
kassen onder 't volk in bloeienden staat zijn;
daar zijn duizenden en duizenden franken op
interest uitgestelden bijeengebracht met
centen en stuivers aan noodlooze uitgaven
onttrokken. Daar zijn werklieden, die 't geld
gereed hebben tegen dat hun zoon moet lo
ten, om dezen te onttrekken aan de verpes
tende zedelooze lucht der kazernen; daar zijn
menschen die voor hunnen ouden dag om
geen broodkommer moeten beducht zijn,
omdat zij zorgzaam gevrocht en matig ge
leefd hebben, omdat zij besparingen gedaan
hebben die in spaarbank vruchtbaar ge
maakt zijn.
Daar zijn menschen die tot den ondergang
komen, omdat zij te zeer in weelde leven, te
vele op reize zijn naar feesten en kermissen;
en nog meest alle ondergangen, hebben voor
oorzaak de pracht en de praalzucht. Het
geldspelen en luisschen maakt ook vele
slachtoffers: rijke lieden verspelen schatten
in de speelhuizen; er worden weddingen ge
daan om duizenden franken en de kinder, n
der werkende klas ziet men opwerpen met en
om geheele stuivers.
Rijk geboren zijn is wel en schoon; maar
rijk worden door zorgen en sparen, is nog
veel schoonerhet gewonnen en gespaard
geld heeft de grootste waarde.
Snipperingen Gier stadsbelangen.
Verleden jaar vroeg de heer Beaucourt,
in eene zitting van den Gemeenteraad, de
verbering van het plaveisel der Kasselstru'at.
Is deze verbetering nog te doen? Dan vragen
wij dat ze beginne. Is ze reeds voleindigd?
Dan bedanken wij qui de droit.
Het schoon weder, dat wij thans genieten,
zal zeker toelaten de begonnen werken te
hernemen en te voleindigen langs den kant
der zwemschool, en onze openbare wande
lingen rond de stad te verbeteren.
Om de nalatenschap van den heer Vanden-
peereboom te kunnen aanvaarden, heeft men
op stadskosten eenige veranderingen toege
bracht aan het museum en aan de openbare
boekerij. Deze kosten zoudenlgedekt worden
door de opbrengst der verkooping van eeni
ge exemplaren Ypriana's en andere werken,
welke nu in dubbel in de bibliotheek bestaan,
sedert deze verrijkt is met de talrijke boek
werken voortkomende uit de nalatenschap.
Dit diene als bericht aan de liefhebbers van
zeldzame en merkwaardige werken.
Men vraagt welke beslissingen nu geno
men zijn door het Vandenpeereboom-Komi-
teit, nopens het oprichten van het standbeeld
des oud-ministers. Het is reeds geruimen tijd
geleden, dat men met de inzameling der
fondsen begonnen is en de inteekenaars zou
den nog al gaarne weten hoe de zaken
tegenwoordig staan. In dit geval zijn zij
de eerste belanghebbenden, en wij vragen,
met hen eene opheldering of oplossing.
Daaraan werken een half dozijn werklie
den. Goed zoo
Indien de schatrijke kerkfabrieken dit
voorbeeld navolgden en iets lieten verdienen
aan de werkende klas, in plaats van duizen
den franks voor een kerktheatraal muziek te
betalen, er zou misschien meer welstand en
min ellende onder de volksklas zijn.
Immers, de gewone jaarlijksche kosten
der hoogzaal van St-Maartens beloopen tot
3000 fr. (naar men zegt), en daarvoor hebben
de menschen, die er gaan, het genoegen een
godsdienstig Ave Maria of Agnus Dei op
wereldsche muziek te smaken.
't Zijn diere concerten!
Terwijl wij aan St-Maartens zijn, durven
wij hopen dat, nu de vorst niet meer te vree
zen is, men de verfraaiïngswerken zal herne
men, om dien verlaten en treurigen hoek
onzer stad een meer prettig voorkomen te
geven.
In onze stad is er eene Maatschappij van
Hofbouwkunde gesticht, sedert ruim eene
maand, ter herberg De getemde Leeuwen.
Zij heeft voor doel de uitbreiding der boom-,
bloem- en fruitteelt te bevorderen, door het
inrichten van tentoonstellingen met zomer
en winterplanten, van voordrachten, van
uitstapjes naar tentoonstellingenen hofbouw-
gesticiiten. Al de hoveniers der stad en om
streek maken er deel van. Daar soortgelijke
Maatschappij te IJperen nog niet bestaat,
zou deze wel tot zekeren bijval kunnen ge
roepen zijn. Wij zeggen haar dan ook:
Goedheil! J.
Gemeenteraad van liperen.
Zitting van 20 Maart 1886.
Zijn aanwezig; de heeren Vanheule, Bur
gemeester Bossaert en Leleup, Schepenen
Soenen, Cornette, Brunfaut, Beaucourt, Gra-
vet, Gaimant, Vermeulen, Poupart, Van
Alleynnes, Verscliaeve, Van Daele, Raads-
heeren; Gorrissen, Sekretaris.
De zitting wordt om 5 ure geopend.
De heer Sekretaris geeft lezing van 't ver
slag der voorgaande zitting.
Goedgekeurd.
Godshuizen. Verpachting van landerijen.
Het Godshuizen bestuur legt bij den Raad
de lastvoorwaarden neder voor de verpach
ting van een zeker getal landgoederen gele
gen te Zillebeke, IJperen, Reninghe, Noord-
schote, Voormezeele, Lampernisse, S'-Jan,
Zonnebeke, OostvleterenLangemarck en
Ploegsteert en waarvan de pachten met 1°
October aanstaande eindigen.
De gezegde lastvoorwaarden zijn goedge
keurd, alsook de soumissie, door den heer
notaris Titeca ingediend, om de verpachting
Ie houden.
Inkomrecht op het vreemde vee.
De heer Verschaeve herinnert dat de Koop
handelskring onlangs den wcnsch geuit heeft
van het wetsontwerp Dumont, dat een
inkomrecht vergt op het vreemde vee, in
Belgie ingevoerd, door de Kamers te zien
verwerpen.
Hij is van gevoelen dat het stellen van dat
inkomrecht, verre van in de krisis, waaraan
de landbouw lijdt, te verhelpen en eenige
verbetering in den huidigen zakentoestand
te brengen, geen anderen uitslag hebben zou
dan het bestaan der werkersklassen nog
moeilijker te maken en heel zwaar op deze te
wegen.
Volgens den heer Verschaeve moet men
elders de hulpmiddelen voor den landbouw
zoeken gaan.
De achtbare Raadsheer wijst namelijk op
1°) De uitbreiding van het landbouwonder
wijs en de inrichting in ieder arrondisse-
ments-hoofdplaats van een laboratorium,
waar men, onder toezicht van den Staat,
voedsel en meststoffen kan doen ontleden en
onderzoeken
2°) De stemming van eene strenge wet op
de vervalsching van voedsel en meststoffen
3°) De vermindering der vervoerkosten
voor het kalk en de meststoffen in 't alge
meen
4°) De vermindering van het voorrecht,
door de wet van 16 December 1851 aan de
eigenaars toegestaan
Het is het behouden van dat voorrecht,
zegt de heer Verschaeve, dat eenigdeels het
krediet der landbouwers vernietigtten be
wijze daarvan neemt hij enkel het volgende
feit; in het gansche arrondissement IJperen
is er nog geen enkel inschrijving in gelijk
vormigheid der wet van 15 April 1884 op de
landbouwleeningen genomen geweest.
4°) Gelijkstelling in de openbare toewij
zingen ten koste van het oorlogs- en justitie-
departementgehouden.der inlandsche tarwe,
haver, geerste, enz., met deze van vreemden
oorsprong.
Die maatregelen alleen, voegt de spreker
er bij, zijn in staat onze landbouwers te hel
pen de krisis doorstaan.
Oin te eindigen protesteert hij in naam der
werkersklassen, tegen het wetsvoorstel der
afgevaardigden van Nijvel en noodigt zijne
medeleden uit om met hem er tegen verzet
aan te teekenen.
Het voorstel des heeren Verschaeve geeft
aanleiding tot eene langdurige woordenwis
seling, waaraan de heeren Bossaert, Van
heule, Vermeulen en Van Daele opvolgentlijk
deelnemen.
De heer Bossaert betwist de bevoegdheid
van den Raad voor die zaak. Hij meent dat
de gemeenteraden niet geroepen zijn om
wenschen uit te drukken nopens kwesties
van algemeen belang en zelfs daar niet over
te beraadslagen hebben.
Hoewel hij in grondbeginsel aanhanger is
van de vrije ruiling, neemt de achtbare
Schepene toch aan dat het inkomrecht op 't
vreemd vee als een redmiddel voor den land
bouw dienen kan.
Hij denkt niet dat de stemming dier be
lasting een gevoelige prijsverhooging van 't
vleesch voor gevolg hebben kan.
Hij zal tegen het voorstel van den heer
Verschaeve stemmen.
De heer Burgemeester verklaart zich
rechtuit aanhanger der vrije ruiling en ver
dedigt met levendigheid en overtuiging het
voorstel van den heer Verschaeve.
Die kwestie, zegt hij, is te dikwijls bespro
ken geweest opdat het noodig weze er lang
over uit te weiden.
Maar wat het inkomrecht betreft, vraagt
de heer Burgemeester zich te vergeefs af,
wien er voordeel uittrekken kan, buiten de
Schatkist, eenige voortbrengers in 't groot
en de machtige grondbezitters.
Het is gemakkelijker de tegenovergestelde
vraag te beantwoorden
Wie zal er de lasten van te dragen hebben?
Zij zullen zwaar op onze bevolking wegen,
daar valt niet aan te twijfelen; de prijs van
't vleesch zal buiten kijf veel verhoogen en,
veronderstellende dat die verhooging maar
tot vijf centiemen per kilo beloopt, dat zal,
aangezien de algemeene verbruiking, voor
onze stad eene heel zware belasting daar-
stellen.
De heer Soenen steunt de zienswijze van
den heer Bossaert.
De heer Van Daele stelt vast dat, in tegen
spraak met de gezegdens van den heer Bos
saert, de Raad het recht bezit om wenschen
te uiten over kwesties van algemeen belang.
Hij is aanhanger der vrije ruiling en zal het
voorstel-Verschaeve stemmen.
Na eenige nieuwe opmerkingen van de
heeren Bossaert, Vanheule en Vermeulen,
wordt het voorstel in stemming gelegd en
aangenomen met elf stemmen tegen drie.
De Raad stelt zich vervolgens in geheime
zitting.
Dj Katienieest te liperen.
Woensdag laatst, 24 Maart, was het de
eerste dag van het Katten/eest.
Ziehier, volgens zekeren kroniekschrijver
waarom dit feest alzoo genoemd werd:
Te IJperen bestond vroeger het gebruik
katten van de stadshalle te werpen, en zulks
geschiedde op den Woensdag der uveede
week van den Vasten, die van daar Katten-
woensdag werd geheeten.
Dit gebruik is zeer oud en dagteekent
reeds van het jaar 962, toen Boudewijn IR
graaf van Vlaanderen, de jaarlijksch viering
daarvan vaststelde.
Vroeger was namelijk Maria Hemelvaart
(15 Aug.) wanneer de kermis inviel, de daar
voor bestemde dag. In 1231, toen de halle
toren en de Lakenhalle waren voltooid
wierp men de katten zoowel van den toren
van het nieuwe als van het oude kasteel en
daarna van den toren van St-Maartenskerk.
Eerst in 1475 werd die plechtigheid, die
jaarlijks op den dag van de groote kermis of
Thuindag - herhaald werd, overgebracht
naar den Woensdag van de tweede Vasten-
week, en de kermis, in die week te IJperen
gehouden, kreeg den naam van Kate- of
koude-Ypre-feest.
In 1674 werd dit gebruik afgeschaft, maar
op 28 Februari 1714 hersteld, om nog eenige
jaren voort te duren toen er voor goed een
einde aankwam.
Er is veel over den oorsprong van dit zon
derling gebruik geschreven. Te IJperen be
schouwde men 't smijten der katten als
eene godvruchtige ghewoonte, als geschie
denis ter herinnering aan de afzweering der
inwoners van den dienst van Freya, die als
godin van den oorlog en zuster van Odin,
dezen in den oorlog volgde en wier wagen',
volgens de voorstelling, met katten was°be
spannen. Voor die opvatting zou pleiten, dat
te IJperen een tempel van Freya zou gestaan
hebben, en de omstandigheid dat de plechtig
heid oorspronkelijk op eenen dag plaats had
aan Maria gewijd, die bij de christenen de
heidensche godin verving.
Redenbach's Dierengaarde.
Over acht dagen kondigden wij onze lezers
aan dat de heer Redenbach op onze Markt
zijne uitgestrekte dierengaarde opsloeg. Wij
hebben er ons reeds herhaalde keeren naartoe
begeven en immer even tevreden terugge
keerd. Telkenmale wij die lange barak, in
het heen en weer wandelen, voorbijgaan,
worden wij nog altoos geprikkeld om er
wederom binnen te treden.
En geen wonder. Wij meenen luidop te
mogen verzekeren dat er nergens eene rijker
en vollediger dierenverzameling te zien
kwam: vogels, apen, slangen, paarden van
hondengrootte, pelikanen, luipaarden pan
ters, hijena's, olifantenberen van alle
grootte en kleur, tijgers, leeuwen, enz. enz.,
dat alles ontmoet men in die verzameling.
Het gansche dieren; as wordt daar ten toon
gesteld.
Doch dit zijn de eenige aantrekkelijkheden
niet, welke de beroemde gaarde ons aanbiedt.
De koenste en koelbloedigste aller temmers
doet daar zijne beesten kunsten maken op
eene wijze, die u menige huivering door de
leden jaagt.
In het midden dier bloeddorstige en vraat
zuchtige koningen der woestijn is de heer
Redenbach zoo wel op zijn gemak als in den
schoot zijner familje. Hij vermaakt zich en
speelt met beeren en leeuwen, zooals wij het
met schoothondjes doen zouden. En wanneer
zijne lievelingen goed gewerkt hebben, dan
streelt hij ze met een kusje op den gapenden
muil en de scherpe haakvormige tanden; ja,
zijn hoofd durft hij heel en gansch in eenen
leeuwenmuil steken, die zich enkel behoeft
te sluiten om dat hoofd als eene noot te
kraken.
Dat alles is der moeite waard gezien te
worden, en al wie tot nog toe daar geen toe
schouwer van geweest is, heeft er veel bij
verloren.
Dus, lezers, gaat en bezoekt die overgroo-
te dierengaarde, aanschouwt de ongehoorde
stoutmoedigheid en het innig verkeer des
temmers met die wilde beesten en gij zult er
u volkomen van beloven.
Diter's Renbaan.
De Cirk Diter levert nog eene bron van
talrijke avondgenoegens. De renbaan is niet
al te groot, maar zij ziet er netjes uit en is
ruim genoeg om een duizend menschen ge
makkelijk te plaatsen.
De drie, vier uren, die men er in door
brengt vliegen zoo ras voorbij, dat het mid
dernacht geraakt voor men het gewaar
wordt.
Wij zullen al de vermakelijkheden in het
bijzonder niet bespreken en enkel zeggen dat
de paarden, in vrijheid gedresseerd, heel
mooie toeren doen en dat men den ijperschen
clown, met zijn goed afgericht zwijntje, moet
aan het werk zien om er zich een gedacht
van te kunnen vormen.
Twee jonge juffertjes, die nauwelijks de
wieg ontgroeid zijn, en eene dame geven be
wijzen dat zij volmaakte paardenrijdsters
heeten mogen en oogsten derhalve ook luid
ruchtige toejuichingen in.
De wilde uit Indie is ook een paardenrijder
Men werkt neerstig aan de Halle. Na de
herstelling van het dak langs den noordkant,
heeft men nu de herstellingswerken begonnen
aan het binnendak van het stadhuis.