RECHTERLIJKE KRONIJK.
teekenis hechten, welke het in den dagelijk-
schen omgang niet bezit, dus wetens en wil
lens ons schrijven verdraaien hetgeen niet
zeiden gebeurt—is iets kleiner dan eerloosheid,
iets dat door een lager gevoel dan het eerge
voel gedikteerd werd: 't Is de zuiverste na
volging van de handelwijze der jesuïten.
En zoohaast de spitsvondige konf'rater in
Christo iets aantreft dat in zijne kaart niet
valt, raast hij van de rechtbank die onze eer
loosheid moet bestraffen en de gehoonde
waarheid wreken.
Onze veroordeeling ware balsem op zijne
wonde, en indien de justitie bij hem zoo op
perst ligt,komt het uit omgang en gewoonte.
Waar het hart van vol is loopt de mond over,
want gewoonte is eene tweede natuur.
Indien hetgeen men ons als eerloosheid
aanwrijft, als dusdanig moest genomen wor
den, zouden wij binnen de 24 uren den deur
waarder krijgen, want het ware geene kle
rikale edelmoedigheid die vergeten en ver
geven zou. En tot nu toe hebben wij nog
geenen deurwaarder gezien, tot nu toe werd
ons blad nooit om eerloosheid veroordeeld,
en tot nu toe hebben wij nooit kletsen op ons
gezicht gekregen, voor te verre gaand ge
bruik der vrijheid van drukpers.
Wij dagen het blad uit, dat ons als eer
loosheid verwijt wat slechts onze vrijheid is,
ons het bewijs leveren dat het zich ook in
dat geval bevindt.
Wij laten hier den volledigen uitslag vol
gender kiezingen van Dinsdag 11.8 Juni,
voor de vernieuwing der helft der Kamer
van volksvertegenwoordigers. De uitslag is
noodlottig geweest voor de liberalen. Gemel
de Kamer bestond uit 86 katholieken en 52
liberalen; er was dus eene katholieke meer
derheid van 34 stemmen. De liberalen hebben
Dinsdag 11. verloren, 8 zetels te Gent, 2 te
Borchworm en 1 te Charleroi dus 11 zetels,
wat eene verplaatsing uitmaakt van 22 stem
men. Hierdoor wordt de katholieke meer
derheid op 56 stemmen gebracht en bestaat
de Kamer nu uit 97 katholieken en 41 libe
ralen, in de veronderstelling dat bij de
herstemmingen van Dinsdag aanstaande te
Bergen, te Charleroi, en te Verviers de libe
ralen overwinnen. Anders zal de liberale
minderheid nog geringer worden.
Uitslag der wetgevende kiezingen.
Gent.
Aalst.
Audenaarde.
Eecloo.
St-Nicolaas.
Dendermonde.
Ath.
Bergen.
Charleroi.
Soignies,
Thuin.
Doornik.
E*i-oviiicie Luik.
Hoei.
Luik.
Verviers.
Waremme.
Hass'elt.
Maaseik.
Tongeren.
De gevolgen der kiezing.
De liberale lijst heeft te Gent het onderspit
gedolven.
De katholieke kandidaten zijn met eene
kleine meerderheid, wel is waar, allen geko
zen.
De kiezers hebben beslist dat hetjezuïten-
ministerie nog hun vertrouwen geniet en dat
de klerikale belofte- en woordverbrekers bij
hen de voorkeur hebben boven de vredelie
vende, echt vaderlandsche politiek der libe
ralen.
Zij hebben den nek gebogen voor de pries-
tersslaven en de bisschoppelijke strooien
mannen en geweigerd met het liberalism
hand in hand te strijden voor de redding van
't vaderland, voor de ontwikkeling en het
geluk der bevolking.
Zij hebben de priestersregeering boven de
volksregeering verkozen en zij hebben ge
stemd voor:
De verhooging van lasten;
De vernieling van 't volksonderwijs;
De algemeene invoering van het zedebe-
dervend broêrkensonderwijs;
De heerschappij van priesters en kloosters;
De vermindering onzer rechten en vrijhe
den;
De opening der schatkist ten voordeele van
paters en nonnen, kerken en kloosters;
De wetgeving op de kerkhoven;
De onbeperkte macht der priesters;
De vermeerdering der krijgslasten en nog
vele andere, alle even rampzalige dingen,
die den alreeds zoo gespannen toestand van
ons landeken nog veel verergeren zullen en
misschien tot eenen algemeenen volksoproer
aanleiding zullen geven.
Inderdaad, sinds de klerikalen het bewind
in handen kregen, speelden zij zoowel hunne
rol dat, op alle punten des lands, het volk
aan 't morren viel en zich zoo onrustig en
ongeduldig bewoog, dat men de ergste on
lusten te betreuren had. Ons eertijds zoo
rustig en gelukkig landeken geleek aan eene
golvende, onstuimige zee en nu dat diezelfde
klerikale meerderheid dubbel sterk is gewor
den, nu dat zij stout en vermetel alles zullen
mogen uit den weg ruimen wat hunne heersch-
zucht en dwingelandij in den weg staat, heb
ben wij het ergste te vreezen en mogen wij
ons aan de ongehoordste krenking onzer
rechten en vrijheden verwachten.
België was reeds op den boord van een ga
penden afgrond en nu hebben de kiezers liet
onmeedoogenloos er in doen nederploffen. De
misnoegdheid zal immer toenemen, de ver
bittering der gemoederen aangroeien en ein
delijk de te kort gedane burgerij zal aan 't
muiten vallen, zich in de armen der anar
chisten werpen en dan, o dan is l.et gedaan
met ons vroeger zoo bloeiend en zoo vrij va
derland. De volkswoede zal alles omverwer
pen en in haren bruischenden stroom den
huidigen zakentoestand gansch vernietigen
en in den woelenden kolk der opstanden ver
zwelgen.
Dat alles zullen wij aan den uitslag der
algemeene stemming van Dinsdag 11. te dan
ken hebben. Het spook der omwentelingen
heeft zich dreigend en onheilspellend op onze
toekomst geplaatst en, zonder overdrijving,
hebben wij niets dan de beweenlijkste onlus
ten te wachten; want onze meesters zul
len nu geene reden meer hebben van hunne
dweepzucht achter het masker der gematig-
heid te verbergen.
Alwie 't wel nagaan wil moet bekennen
dat er ons niets goeds te wachten staat en
dat wij de droevigste, ongelukkigste en hope-
loossle tijden beleven.
De hoop op eene aanstaande verandering
van ministerie had de gemoederen wat kun
nen stillen ,ep tot bedaren brengen; maar het
toeval heeft .er anders ovgr beschikt, en wij
moeten genieten wat er van komt.
Zaak Vandersmissen.
Maandag 31 Mei begon het beroemd proces
Vandersmissen, advokaat en volksvertegen
woordiger van Brussel, beschuldigd van zijne
vrouw vermoord te hebben. Ik wil in 't kort,
eenige feiten aanhalen die de moordpoging
voorafgingen. Het was den 12 Januari 11. dat
Vandersmissen kennis kreeg van de betrek
kingen zijner vrouw met de Cadignan. Dit
miek veel gerucht te Brussel en Vandersmis
sen wilde scheiden van zijne vrouw. Doch
zijne gramschap was van korten duur, want
weinige dagen na de vraag van echtscheiding
kwam hij zijne vrouw vinden. (Zij was ver
huisd.) De akt van beschuldiging zegt:
Hij zag dikwijls zijne vrouw, bracht
gansche nachten bij haar over, schreef dage
lijks brieven, die de beste overeenkomst
getuigen. - Dit geschiedde in het duikertje,
zooals men zegt, want hij wist dat hij zich
geheel belachelijk zou maken, dat hij zijnen
toestand als advokaat alsook zijne politieke
positie bedreigde met zoo te handelen; hij
wist ook dat, met zoo te werk te gaan, hij
zich blootstelde aan de minachting en verla
tenheid zijner familie, die hij noodig had om
zijne persoonlijke belangen en fortuin niet
bloot te stellen aan onverhelpelijke rampen.
Ondergang en oneer en dit alles voor den
kus eener vrouw, zegt hij in een van zijne
brieven. Hij wilde zijne eer, zijne reputatie
redden, met de scheiding te vragen, en kon
aan zijne driften niet weerstaan; daarom
wilde hij in 't geheim zijne vrouw bezoeken.
Daarom besloot hij zijne vrouw niet in zijn
huis te nemen, doch bij haar te gaan en alzoo,
tot algemeene verblinding, en met het behulp
zijner vrouw, eene veinzerij, eene comedie te
spelen. Hij deed haar zweren dit voor eeuwig
geheim te houden, en deed haar beloven dat
zij zich niet zou verdedigen bij de vraag van
echtscheiding door hem gedaan; ik zal,
zegde hij, de echtscheiding door den burger
stand niet doen uitspreken, als ik ze door
het tribunaal bekom.
Alzoo liet hij haar veronderstellen, dat hij
zijne vrouw na eenigen tijd, (als alles zou
gestild zijn) in'zijn huis zou terug nemen met
haar kind, en dat hij haar den naam van
wettige huisvrouw zou terugschenken.
Zoodus bij zijne advokaten beschuldigde hij
zijne vrouw hem bedrogen te hebben en des
nachts sloop hij in hare kamer, in de Groene
straat, en bracht bij haar den nacht over en
dit gedurende twee maanden.
In den beginne was Madame Vandersmis
sen gelukkig betrekkingen met haren echt
genoot te hebben en hield het geheim ver
borgen; maar later, als zij brieven, bewijzen
en getuigen genoeg had over hunne overeen
komst en betrekkingen, toonde zij zicli an
ders, ook wendde zij pogingen aan om de
echtscheiding te doen falen en enkelijk de
scheiding van tafel en bed separation de
corps) te doen uitspreken.
't Is van toen af bijzonderlijk, dat Vander
smissen verstond dat hij zich in eenen gevaar
lijken toestand bevond. Hij schreef aan zijne
vrouw het volgende briefje, het was den 16
Maart:
Ik zweer bij hoog en bij leeg, op het
- leven van onze dochter Madeleine en op de
eeuwige zaligheid van de ziel mijns vaders,
dat, indien gij één stap zet, één woordje
- rept, één regel van mijn geschrift toont
- aan wie het ook zij, indien gij óene .getuige
doet hooren om te doen blijken dat er tus-
sclien ons overeenkomst bestaat, dat ik mij
voor den kop zal schieten.
Waarschijnlijk geloofde Madame Vander
smissen daaraan niet. De advokaten van Van
dersmissen kregen van die overeenkomst
kennis en verlieten Vandersmissen, hem al
zijne stukken tot het bekomen zijner echt
scheiding wedergevende. Men kan gemakke
lijk verstaan dat Vandersmissen veel spijt
gevoelde alzoo door zijne advokaten verlaten
te worden en hij ging troost zoeken bij eenen
anderen advokaat, Meester Cuius; deze zegde:
«Uw toestand is zeer erg en er blijft u niets
over dan het land te verlaten. 't Is dan dat
hij, zeer aangedaan, den raad zijner boeders
van Aalst ging vragen. Deze, vernemende
hoe flauw hij gehandeld had, waren op hem
verbitterd en verklaarden luidop alle betrek
kingen met hem af te breken; zelfs kreeg hij
niet een enkel glas bier. Deze oneenigheid
gaf hem den genadeslag, en weder te Brussel
aangekomen kocht hij de gazet la Nation,
waarin hij las dat de overeenkomst met zijne
vrouw publiek gekend was. Hij werd woe
dend, richtte zich huiswaarts en kreeg het
inzicht zijne vrouw te vermoorden. Hij ver
brandde wat brieven, nam met zich eenige
brieven van zijne vrouw om aan 't gerecht
af te geven bij zijne aanhouding, alsook zijn
zevenschot (revolver) die geladen was. Wat
vóór middernacht kwam hij in de Groene
straat; zijne vrouw deed op het gegeven
teeken open en hij trok in hare slaapkamer;
hij zegde dat zij sterven moest; hij deed haar
brieven afgeven,verbrandde ze en hij scheur
de eenige blaadjes uit het boekje waarin Mme
Vandersmissen de bezoeken van haren echt
genoot aanteekende.
De ongelukkige vrouw smeekte om gena
de doch hij antwoordde: Verwek uw akte
van berouw, en als ge nog iets te schrijven
hebt vooraleer te sterven, schrijf het seffens,
De arme vrouw scheen te schrijven; om tijj
te winnen en om weg te geraken, zegde zij
dat er brieven op eene bovenkamer waren
Aan eene hevige benauwdheid onderworpen
en te midden der smeekingen zegde zij:
wil niet sterven, ik ben nog te jong en wil
nog van het leven genieten. En, om aan
den beschuldigde te ontsnappen, voegde zij
er bij; Indien gij mij niet meer bemint, jn.
dien gij meent geene bewijzen genoeg te heb
ben voor de echtscheiding die gij vraagt, laat
mij uit, en eer een uur voorbij zij, zal ik er
u geven en gij zult mij op heeter daad nemen
of doen nemen.
Deze woorden, zegt Vandersmissen, ver
bitterden mij zeer. In zijne woede blies hij de
kaars uit en nam zijnen revolver Madame
Vandersmissen draaide rond de tafel en hij
loste een eerste schot. Het hemd zijner vrouw
sloeg vlam en door deze klaarte mikte hij en
loste een tweede schot.De ongelukkige vrouw
gelukte er in de deur te openen en in den
kelder te vluchten. Vandersmissen volgde
haar; het was donker, hij schoot om klaar te
zien; hij trof ze aan achter de deur en loste
een vierde en vijfde schot. Madame Vander
smissen had nog de macht de trappen op te
loopen en om hulp te roepen. Zij opende de
voordeur en viel op het trottoir. Zij leefde
nog elf dagen.
Vandersmissen werd seffens aangehouden
en ondervraagd; hij scheen weinig ontsteld
en loog niet af dat hij het voornemen gehad
had zijne vrouw te dooden! Aan den onder
zoeksrechter antwoordde hij in dezer voege:
Ik ben bij mijne vrouw gegaan met het in
zicht van ze te dooden, want zoolang zij leeft
zullen mijn kind en ik met schaamte over
dekt zijn, ook was zulk een leven mij onver-
dragelijk geworden.
Des anderendaags herhaalde hij nagenoeg
hetzelfde gezegde. Ik had mij gewapend
met het inzicht mijne vrouw te vermoorden
omdat ik mij zegde dat het 't eenige middel
was om een einde te stellen aan den laster
en de oneer waarmede men mij beschuldig
de en die door hare schuld gingen herbegin
nen. Hij voegt er dan ook nog bij dat, in
dien zij beloofd had het land seffens te verla
ten, hij ze zou gespaard hebben om alzoo al
de geruchten in omloop te logenstraffen.
Zietdaar, lieve lezers, geheel in 't kort
de feiten die de zaak Vandersmissen zijn
voorafgegaan. Deze gebeurtenissen zijn ge
trokken uit de akte van beschuldiging en de
artikels der Nation, betrekkelijk déze zaak
geschreven. Dit is een der vermaardste en
treurigste processen, die zich sedert 't jaar
1830 hebken aangeboden, daarom achten wij
het noodig het aan onze lezers mede te dee-
len. Er blijven nog wel dingen aan te halen,
doch dit is voldoende.
Woensdag, 2 Juni, heeft het Assisenhof
van Brabant Vandersmissen tot 15 jaren
dwangarbeid veroordeeld.
Daar hij aangehouden werd op 9 April
1886, waarop zijne straf begint af te tellen,
zal hij in vrijheid gesteld worden ten laatste
op 10 October 1893, rekening houdende van
den afslag de veroordeelden toegestaan door
de wet van 4 Maart 1870.
Eene petitie is in dit oogenblik te Brussel
in omloop. Zij gaat uit van een groep inde-
pendenten en heeft voor doel om eene straf
vermindering voor Vandersmissen te vragen.
Te Gent werd Ed. Anseele, hoofdopsteller
van den Vooruitveroordeeld tot 6 maan
den gevang, voor misdrijf in het dekreet
der drukpers. Zijne verdedigers waren MM.
P. Janson en V. Arnould. Het openbaar
minsterie was bekleed door M. de Gamond.
De drukker-uitgever van den Vooruit, M.
Van Gyseghem, werd buiten zake gesteld.
Zeggen wij dat Anseele op bevel van het
ministerie vervolgd werd, terwijl andere
bladen, zooals De LandbouwerL'Escaut,
Le National en tutti quanti in hunne aan
vallen tegen den koning gerust gelaten
werden.
Te Brussel werd verledene week Alfred
Defuisseaux, schrijver van den Volkscate
chismus, veroordeeld tot 2 maal 6 maanden
gevang en 300 fr. boete. Zijne verdedigers
waren M. Leo Defuisseaux en Eugène Ro
bert. Het openbaar ministerie werd bekleed
door den heer De Maret. De drukker van
den Volkscatechismus, M. Maheu, werd
buiten zake gesteld. Ziedaar drie processen
die zeer de openbare meening bezig gehou
den hebben.
Alfred Defuisseaux, wiens aanhouding
bevolen werd, is kunnen vluchten. Hij heeft
in een rijtuig het Hollandsch grondgebied
kunnen bereiken.
La Ré forme verhaalt:
Vrijdag namiddag, terwijl de jury aan
het beraadslagen was, verliet Defuisseaux
het justicie-paleis en nam aan de Louise-
poort een rijtuig met twee paarden bespan
nen.
De koetsier zag al gauw dat hij vervolgd
werd door eene vigilant waarin 3 personen,
3 policie-agenten zaten en door een wit
paard werd getrokken.
Dan begon de wedstrijd tusschen de tw#
rijtuigen door honderd straten en straatjes.
De agenten werden eindelijk gefopt; Defuis-
LIBERALEN. CLERICALEN.
IPi-ovïticie Oostvlaanderen.
Auger Vincent
Cal lier, aftr.
De Hemptine, aftr.
Devigne, aftr..
Lippens, aftr.
Rolin-Jacmyns, aftr.
Wagener, aftr.
Willequet, attr.
Bergerem 3966
De Hemptine L. 3983
De Moerman, 3954
De Smet, 3974
Eeman. 3969
Fiévé 3959
Van Cleernputte, 3949
Vercruyse,
3960
Van der Noot. 635
Geen strijd.
Geen strijd.
Geen strijd.
Geen strijd.
3842
3794
3834
3799
3830
3798
3799
3799
De Sadeleer, aftr. 1388
Van Wambeke, aftr. 1332
Verbrugghen, aftr. 1381
Woeste, aftr. 1360
De Bleeckere, aftr. 800
De Volder, 817
Magherman, aftr. 793
Kervyn de Lettenhove aftr. 458
.Tanssens, aftr. 606
Van Naemen, aftr. 718
Verwilghen, aftr. 601
De Bruyn. aftr. 855
De Kepper, aftr. 875
Van den Steen. aftr. 825
Provincie Henegaowen.
de Kerchove,aftr. 1087 l>u Roy deBlickuy 702
Burieu, aftr. 986 Mouligneaux 752
Saintelette. aftr. gek. 2039 Corbisier ball. iö02
Hardy, aftr. ball. 1748 Harmignie id. 1573
•Lescarts, aftr. ball. 1526
Masquelier, aftr. ball. 1487
Houzeau, aftr. gek.
Garlier, ball.
Pichuèque. ball.
Steurs, ball.
1868
1771
1564
1365
Pirmez, aftr. gek.
Gillieaux, aftr. gek.
Lambert, aftr. gelt.
Lucq, aftr. ball.
Mondez, aftr. ball.
Sabatier, id.
Vandam. id.
263S Drion, gek.
2593 Noel. ball.
2571
2493
2468
2534
2520
2734
2481
Paternoster, aftr.
Scoumanne,
Thiriar,
Anspach
Gigot, aftr.
Warocque
1435 Engelbienne 1241
1302 Mabille 1152
1317 Lemercier 1166
1245 Derbaix
1237 Hazard
1295 Losseau
996
991
1023
Bara, aftr. 1762 Cossé de Maulde 1369
Carbonnelle, aftr. 1763 Hecq 1296
Crombez, aftr. 1758 Pillons 1319
Desfontaines 1786 Stiénon 1350
De Macar, aftr.
655 De Vaux
,578
Warnar, aftr.
669 Devlie,
572
Dupon, aftr.
1835 Robert-Gillon,
337
Fléchet aftr.
1849
Frère-Orban, aftr. 1893
Hanssens, aftr.
1912
Jamme, aftr.
1899
Magis, aftr.
1860
Neujean, aftr.
1851
Neef-Orban. aftr.
1845
Warnant. attr.
1886
d'Andrimont, aft.
g. 1813 Loslever, aft. g.
1795
Mallar. aftr. ball.
1741 Demaret
1692
Peltzer, id
1723 Fettweys, ball.
1732
Grosfils
1711 del Marmol, bal.
1740
Heptia,
537 Aneion,
582
Lejeune, aftr.
535 Cartriivvels.
585
Limburg.
Geen strijd.
de Pitteurs-Hiegaarts, aftr.
621
Thonissen, aftr.
631
Geen strijd.
Cornesse, aftr.
297
Geen strijd.
Meyers, aftr.
528
Schaetzen, aftr.
529