STADSNIEUWS. Maar het ongelukkig entre amis tout est permis geeft veel te peizen. Is het uit haat dat het blad zoo half bedreigend van den schrijver des dichtstukjes spreekt, of is het om vroeger eens ondervonden te hebben - qu'entre amis tout n'est pas permis? Raad nu eens, spitsvondig blad, met wie? waar? wanneer? en ter welke gelegenheid? dit gebeurde. Sprekende van den brief des heeren P. Ver meulen, verdraait het Nieuwsblad weeral de waarheid. Het gazetje verwart het getal gedrukte exempl. met het getal uitgedeelde, het bevestigt dat M. Vermeulen maar eenige vrienden heeft, terwijl wij van zijne beste vrienden gesproken hebben. Hier moet deze kleine vervalsching onzer gezegden weerlegd worden, omdat wij zelfs niet beweerd hebben, wat men ons wil doen zeggen. M. Vermeulen, die bij elke gelegen heid door de twee klerikale bladen onzer stad aangevallen wordt, en dit zonder reden, (dat proper werkje duurt al lang) stoort zich daar niet aan en blijft wat hij altijd geweest is en blijven zal: een volksman, in den vol len zin des woords. En de hevige aanvallen, aanhitsingen, zinspelingen, leertje steken der twee pastoors gazetten van IJperen zullen daar niets aan veranderen. En wie laat het Nieuwsblad toe te zeggen dat hij maar 21 vrienden heeft? Dat is te dom om weerlegd te worden; maar wij kennen eene variante op het getal 21: In eene stem ming, waaraan 21 stemmers deel namen, gebeurde het eens dat een voorgesteld per soon 16 buizen kreeg, 3 witte brieftjes en 2 ja, van vrienden? Dat is toch in elk geval nog veel min dan 21 Gemist van adres. (Dit artikel werd, uit plaatsgebrek, 8 dagen verschoven.) Nu eenigen tijd geleden ontving mijne vrouw, op zekeren dag, eene soort van be- richt-uitnoodiging, in aristocratisch fransch opgesteld, van wege de Rousbrugge-Dam'en, om in de feesten des zooveel honderdsten verjaardags van het bestaan huns kloosters mede te doen; om aan het banket, ter dier gelegenheid gehouden, deel te nemen en ein delijk ook een penningje te storten voor het aankoopen van eenen nieuwen preêkstoel. Op het eerste oogenblik zag ik verwonderd naar mijne vrouw, die nooit bij de Rous- brugge-Damen school ging, en vroeg haar om welke reden dat avis-invitaiion hier te recht kwam. Zij wist het zelve niet, maar- naderhand kwamen wij te weten, dat men meende daar ook mijne vrouw te mogen bijrekenen, daar zij goede vriendin is eener huismoeder, die in gemelde school hare op voeding kreeg en zekerlijk aan het jubileum zou deel nemen. Het moet toch gezegd worden, dat de in richters der verjaringsfeesten overal genoo- digden... en geld opscharrelden, en dat ze onbeschaamd hunne papiertjes rondstuurden, op goed valle 't uit. Het spijt me zeer het brieftje niet tot nu gehouden te hebben, in plaats van het, na lezing, in 't vuur te werpen. Hierin moest ik mij niet geneeren, want ik was op voorhand verzekerd, dat er wel eenen nieuwen preêk stoel zou komen, zonder dat ik hem hielp betalen, en dat men wel banket kon houden ik zelf het nu ook wel zou mogen zingen', immers, ik ben ook gansch alleen in de wereld. Alzoo ging dat... De gevoelvolle opperbevelhebber over alle kleêrklopppers, pluimborstels en schoentrek kers van het huis des hooggeleerden dokters, ving aan een slepend aria te fluiten, hetwelk, door zijne onervarenheid in maat of wijze, welhaast yeel gelijkenis had met het: Tot eene andere gedachtenreeks overgaan de, sprak eensklaps Fideel Hawel, als ik dien mijnheer de neef alleen krijg, zal ik hem eens aan zijn adem rieken, en ik zal hem eens mijn gedacht zeggen, ja, waarachtig, ik ga 't hem zeggen, dat... Een ruk aan de bel, kort en vreeselijk als de groet eens misselijken schuldeischers, deed de oude wijsgeer opspringen, driftig en kwaad uitroepende Helaba! brombeer, stekelvarken, is 't om de bel kapot te snakken?... Ik kom al, ik kom al En dit zeggende, ging hij er traag heên. Op dit eigenste oogenblik trad langs de zijdeur onze jager binnen, die zijne zuster Liza bij de hand geleidde. Donderbliksemswas zijn eerste woord, ik dacht waarlijk dat het huis inviel!... Daar komt gij mij in de armen gesprongen als een verschrikt konijntje, den eersten dag van de jacht, en gij ziet eruit, alsof een regiment kurassiers u op de hielen zate!... Nu zie ik, zonder mijne vrouw in dat puur aristo- klerikaal gezelschap te hebben. Wat! eene preêkkuip? waarin de kinders hunne ouders misschien zullen hooren lasterenleeren haten en ongehoorzamen; misschien vervloe ken! Want dat kerkmeubel is wel de plaats waar en meest gezondigd wordt in 't open baar, waar er meest onder den dekmantel van evangelische waarheden haat in 't hart der menschen, gal in de ziel gestort wordt. Daarbij, als liberale vrouw, was de mijne er op hare plaats niet. Dit feest was gehou den voor zuivere, godsminnende katholieken en dibben. Men zegt, men verzekert zelfs, dat er daar vrouwen van onze gemeente raadsleden warenDat schijnt mij ongeloof lijk, want zage men een nederig liberaal mensch in gesprek of betrekking met 'nen kaloot, men zou reeds zijne inzichten en denkwijzen durven verdenkenterwijl die ergernis du monde chic, niet besproken wordt, tenzij tusschen kannen en glazen, als men er niet meegaande de oogen op sluit. Dat zijn redens van ontevredenheid: 't is wat aardig, maar 't is toch zoo! De karakter flauwheid van sommige sullen van liberalen heeft op de kleine burgerij en ok de volksklas eenen noodlottigen invloeden de Hemel spare er ons de te vreezen gevolgen van. Niet alleen durven de katholieken den liberalen vragen in hunne intieme feestjes mede te doen, maar ze durven zelfs de onbe schaamdheid zoo ver drijven, hunne mede werking te vragen voor openbare, belache lijke manifestation, 't is te zeggn processiën, waar iedereen die er aan deel neemt, vooraf weet bespot te worden om zijne medewer king. Ziehier eene uitnoodiging, welke over een tweetal weken aan eenen liberaal gezonden werd: M. Het Bestuur des Broederschaps van het H. Sakrement noodigt UEd, om op Zondag toekomende de plechtige Processie met licht te willen vergezellen. Gelieft UEd., tot dien einde op gemelden dag, ten 8 3/4 uren 's morgens, in de koor van Sinte Maar- tens kerk te bevinden. Geloofd zij hel Allerheiligste Sakre- ment des Autaars. Is men vooraf niet beschaamd zulke onge hoorde uitnoodiging tot liberalen te sturen? En meent men dat wij geen eigenliefde meer in 't lijf hebben, om onzen persoon der spot ternij van aanschouwers en voorbijgangers prijs te geven? Als de processie er zonder ons niet door kan, ze moet maar t'huis blijven en daarmee uit! Doch, ziehier wat we laatstmaal in onze brievenbus vonden: Wij geven het in zijn oorspronkelijk fransch: M. - Les RR. Pères Garmes vous prient d'ho- norer de votre presence I'inauguration du nouvel orgue qui a été construit par la maison Pierre Schyven et Cie, de Bru- xelles, d'après leur système breveté de dé- DOUBLE MENT. L'inauguration aura lieu le Mardi 10 Aoüt a deux heures précises. hoezeer gij geneigd zijt met onzen welbe minden advokaat in 't huwelijkswater te schipperen. Kom, Liza, wees toch bedaard; er zij nog nergens potten gebroken. In der gelijke gevallen komt het er op aan zijne tegenwoordigheid van geest in den ransel te hebben en zijne tegenpartij vlak in de oogen te durven zien. Ga gij maar stil naar uw bloemenkamertje, geef uwe zenuwen een glas water, en wordt wat bedaarder, wat bedaarder, zusterken. Het eerste vuur zal ik voor mij nemen... en... donderbliksems! neem u in acht, liniaalklopper!... Hoor, Liesjeik zal u wel roepen, als 't er op aan komt. Wees er niet verlegen in, kom Neen, Theodoor, bad aarzelend het meisje, roep mij niet, als 't u belieft... Ik zie er zeker heel vreemd uit? Wat geeft dat?... Nu, gelijk gij wilt... Nu werd een licht gepiep gehoord en een harden bons. De ruk aan de bel ging alle verbeelding te boven. De arme klok, met ge sprongen veder overgedraaid, zonder den tijd gehad te hebben om te kunnen klinken, hing daar nu piepend en deerniswaardig te wie gelen. Met een Ohwas Liesje-kind de zaal uit gesneld. Haar broeder wandelde in nieuwsgierige spanning, koortsig en peinzend over en weder mompelde Komaan, opening van 't geweervuur... Jadat zal ik hun zeggen,... ja,... juist... Kijk, donderbliksems 1... ik zou ze wel wat Un programme des morceaux sera distri- bué avant la séance. t. s. v. Wij zijn liefhebber van muziek, 't is waar; maar geen liefhebber van kerkmuziek, want wij kunnen de muffe kapeliucht niet verdra gen. De eerw. Paters hebben vergeten den ingangprijs van het concert te bepalen. Maar wij kunnen toch die uitnoodigingen niet aannemen, want we zijn er niet door gevleid. Dat papen zich onder hen vermaken en zonder ons. Daarom aarzelen wij niet te verklaren, dat de 3 uitnoodigingen, waarvan wij hier gesproken hebben, gemist waren van adres. Twee maten en twee gewichten. Het Journal d' Ypres spot met het pro gramma der kermisfeesten van Tuindag. Maar beziet eens het programma der kermis van Kortrijk, de tweede stad onzer provincie, met 27000 inwoners, katholiek tot in 't merg der beenderen. Dat is wel tien keeren ar moediger dan te IJperen, en daarop zegt het Journal niets alhoewel dat programma openbaar voor iedereen te zien hangt. Ja maar, onze overheid is liberaal en de Kor- trijksche is klerikaal, en dat is de reden waar het partijdig blad, alles bij de liberalen afkeurt te IJperen, en de klerikalen, die de zelfde faut begaan ,met vrede laat! O Loyala Vuurwerk. Het vuurwerk van verleden Zondag was prachtig en is goed gelukt, niettegenstaande de maneschijn; die de duisternis kwam weg jagen. Iets waarmede de toeschouwers veel pret hadden was minister Beernaert die Woe ste op zijne rug droeg, terwijl deze het Staats- wiel bewoog, Een welgelukt stuk, voorwaar, zonder achterdocht evenweleen olifant en daarbo ven op een aap in menschekleeren. Die aap draaide een rad tegen stroomhet was België die achteruit sukkelt 363 id. 294 id. 169 id. 110 id. 28 id. 5 id. 1 id. 5.000 fr. 6.350 fr. 7.500 fr. 8.750 fr 3.750 tot 5.000 tot 6.250 tot 7.500 tot 8.750 tot 10.000 fr 10.000 tot 11.250 fr 12.000 fr. die aan het hoofd De onderwijzers in Engeland. In de verslagen van den heer Matthew Arnold over het openbaar onderwijs in En geland lezen wij dat er in de scholen van Engeland en van het land van Wales voor 4.998.718 kinderen plaats is dat is voor ruim 500,000 meer dan er werkelijk in de school jaren zijn. Te Londen is er plaats voor 627.361 leerlingen; 573.947 zijn in de school jaren en 447.108 volgen wezentlijk de lessen. De armoede der ouders is veelal eene hinder paal aan de strenge toepassing der school- verplichting. Maar er is toch van jaar tot jaar verbetering en vooruitgang. De heele uitgaaf voor dat onderwijs beloopt tot vijf en vijftig miljoenen. Wat de jaarwedde der gediplomeerde on derwijzers betreft, zij is gemiddeld ruim drie duizend franks 's jaars. Is dat verre boven die duizend armzalige frankskens wachtgeld, die men onze wegge jaagde onderwijzers als eene vernederende aalmoes toewerpt? Maar wat onze klerikalen misschien van schaamte doen blozen en hunne veelschreeu- werij over schoolverkwisting uitlokken zal, dat is de jaarwedde, welke de stad Londen aan hare onderwijzers toestaat. kunnen laten wachtenbeleefdheid voor be leefdheid. Allo! een goed gedacht!... Wat hij voornemens was, weten wij niet, maar wat wij weten is, dat hij toen in den gang stappen hoorde, snel de deur uittrad, langs welke zijne zuster verdwenen was De majoor Stekel en Alfons Delm werden eene minuut daarna door Fideel met veel plecht binnengeleid. Mijnheer de majoor, sprak stotterend Fideel (hoewel het natuurlijker geweest ware zonder gestotter te zeggen: stekelvarken) mijnheer de perfesser Pyrrhus is wel juist voor het oogenblik niet te huis... Hein! hoe zegt ge? onderbrak de ma joor. Waar is hij dan?... Dat Heinliep Fideel als eene ontlossing van vijftig Leidsche elementen door het lijf. De eerste grol des brombeers, de eerste steek van het stekelvarken sloeg Fideel reeds uit zijn lood. De majoor zag er inderdaad sidde- ringbarend uit. Zijn geweldig lange knevels door 65winters vergrijsd,zijne twee dwarsse kaaklidteekens uit Mexico meègebracht, zijn rond bandietenhoedje, zijne korte poolsche vest, zijne voetriemen en zijne bullepees karwats droegen inderdaad weinig bij om Fideels onverschrokkenheid jegens den brombeer op hun graad te houden. Hij stotterde Maar hij zal binnen vijf minuten hier zijn, mijnheer de majoor. (Wordt voortgezet). Te Londen waren er op 25 September 1885: 95 hoofdonderwijzers met eene jaarwedde van 2.500 tot 3.750 fr. id. id. id. id. id. id. id. De hoofdonderwijzers, staan der kindertuinen 47 ontvangen van 2.500 toi 3.750 franks. 161 id. id. 3.750 tot 5.000 franks. 107 id. id. 5.000 tot 6.250 franks. 24 id. id. 6.250 tot 7.500 franks. Nooit is de jaarwedde van eenen hulpon derwijzer hooger dan 5.000 franks. Die cijfers zijn welprekend. Te onzent zijn het de pastoors, de kanun niken en andere alles verzwelgende zwarte raven die de openbare besturen innemen, zich die hooge jaarwedden toeëigenen en er nog allerlei bestuurlijke tanden weten bij te trekken. De uitslag daarvan is dat Engeland snel, zeker en gerust op de wegen van vooruit gang en voorspoed voortwandelt, terwijl bij ons de ellende en de onwetendheid ons lang zamerhand in eenen toestand brengen, die den burgeroorlog onvermijdelijk voor gevolg hebben zal. Leeren en Werken. Vlaamsche Ster. De kostelooze volksvertooning door de Vlaamsche Ster gegeven, heeft veel bijval gehad. Gelijk voorgaande jaren was dit punt van het kermisprogramma eene der grootste aantrekkelijkheden voor het volk. Ook was de schouwburgzaal stampvol. De heeren too- neelisten hebben zich wel uit den slag getrok ken. Stadsmuzeum. Ons stadsmuzeum is met een nieuw ta fereel verrijkt: De Burger en de Dood, door Gustaaf Goppieters. Deze schilderij, die het jaartal 1876 draagt, werd over een tien tal jaren te Antwerpen ten toon gesteld. Gus taaf Coppieters, onlangs te Brussel overleden, was oud-leerling van Portaels en schilderde in zijne ledige uren uit liefhebberij. In de wereldtentoonstelling voor schoone kunsten, in 1885 te Antwerpen gehouden, had hij ook eene schilderij gezondenn° 87, getiteld Te rugkeer van de Vischvangst. Het doek, dat ons muzeuin geschonken werd door Mevrouw Coppieters, in uitvoe ring van den laatsten wil haars betreurden echtgenoots, bevat vijf paneelen elk een af zonderlijk tafereeltje voorstellende: I. Een diklijvige burger zit voor eene wel voorziene tafel, terwijl de Dood, een afzich telijk wezen, met eene zeis in de hand, hem nadert en den verbaasden man eenen zand- looper of uurglas toont, hem doende verstaan dat zijne laatste uur welhaast zal slaan. II. De burger, die het leven nog niet moede is, en het langste koordeke wil zoeken tracht de Dood te overhalen om met hem mede te eten en doet hem den geur van het versch gebraden kieken, dat op tafel staat, opsnuiven. III. Pietje de Dood heeft zich laten over- klappen en zet zich ter tafel bij. Terwijl hij lustig de volle bekers ledigt, draait den Bur ger den zandlooper om tijd te winnen. IV. Pietje is zoo zat dat hij op zijne beenen alleen niet recht houdt en op s' Burgers schouder leunt. Terwijl hij de overige flesch rondzwaait ontneemt de Burger hem zijnen hoed en zeis. V. De Dood verlaat waggelend de burger- woon, steeds de overgeblevene flesch opste kend, terwijl de Burger, kalm zijn pijpje rookend en de zeis behoudend, van den dor pel zijns huizes, Pietje's zwarte schim la chend nakijkt. Het geheel is oorspronkelijk opgevat en geniet bij de bezoekers van het muzeum veel bij val,vooral omdat de schilder Pietje de Dood in dë kleedij onzer IJpersche lijkbidders of krijsChers gestoken heeft. Teekening en ii mev "En hij is met zijn botten in 't water gevallen." enz. EGLISE DES PÈRES CARMES A YPRES. Wat is, vroeg m'een knaapje, Het middel, mijnheer, om in 't leven, In braafheid te handlen, te werken, te streven? Hoe wordt men door ieder geacht en bemind? Door leerendat wordt men vóórzeker, mijn kind! Door leeren, mijn jongen Kent 't menschdom zijn rechten en plichten, Men eischt ze door leeren, en men leert ze verrichten, Door leeren verdrijft men én rampspoed én nood, Het maakt ons in aanzien verheven en groot Wat is, vroeg m'een jongling, Het middel om eerlijk door 't leven, Zoo blij als de vogel door 't luchtruim, te zweven? Ik ken er slechts één, maar 't is treffend en sterk 't Is stichtend, 't is heilzaam, genotvol: het Werk! Door werken, 6 jongeling, Ivan iedere mensch zich verheffen, Men leert er zijn waarde als mensch door beseffen, Het werk is de steun en de troost van het volk. Van geest en van kunst is 't de heerlijkste tolkl V.V. D.W.

HISTORISCHE KRANTEN

Het weekblad van Ijperen (1886-1906) | 1886 | | pagina 2