VAN IJPEREN IN HET ARRONDISSEMENT. PolitiekNieuws-, Handels- en Annoncenblad Eerste Jaar. Zaterdag 25" September 1886. Nummer 39. IJzerenweg. EIGEN KEUZE Abonnementsprijs voorop betaalbaar: 4 fr. per jaar voor de stad. 4 fr. 50 voor den buiten. Per 6 maanden: 2 fr. 50. Annoncen: 15 cent. per drukregel. Rechter lijke eerherstellingen: 1 fr. per regel. Akkoord per jaar of per maand. 10 centiemen per nummer. Afzonderlijke nummers voor artikels, enz. 8 fr. per 100. Alle berichten van verkoopingen of andere bekendmakingen ten but-eele dezer gedrukt worden eens gratis ingelijfd. De annoncen voor België, ter uitzondering der beide Vlaanderen, alsmede die voor het buitenland worden ontvangen door den Office de Publicité, Magdalenastraat, Brussel. Men wordt verzocht alle hoegenaamde artikels uiterlijk tegen Vrijdag middag vrij en onderteekend toe te zenden. Artikelen ongeteekend of personnaliteiten bevattende worden niet opgenomen. Vertrekuren van IJperen naar Eene ongewone zaak. Zaterdag laatst, 18" September, is het nr 1081 van het Nieuwsblad verschenen zonder ons eens te noemen en zonder het minste artikeltje in antwoord op ons schrijven mede te deelen. Wat mag dat wel beteekenen? Er was toch zeker wel stof tot antwoord op ons schrijven van over 14 dagen? Is het Nieuwsbladje kwaad op ons, zijn waarde konfrater of is zijn opsteller misschien naar de badsteden? In elk geval deze windstilte komt ons vreemd voor na geweldige orkanen, welke het Nieuwsblad met zooveel woede op ons hoofd liet losslin- geren. Doch roepen wij niet te luid, want alles is veranderlijk in deze wereld, Iohova alleen is eeuwig en onveranderlijk. Tot geheugensverversching van het Nieuwsblad. De Pruisische minister van binnenland- sche zaken heeft in eenen omzendbrief aan zijne onderhoorigen, zijn gedacht geopperd nopens den opstand in Belgie tijdens de maand Maart, en dan gezeid dat, volgens het algemeen gevoelen, het aan ons Staatsbestuur aan vooruitzicht gemangeld had en dat de onderdrukking der muiterij te LAAT geko men was. De heer substituut Demaret, die den be- schuldigingsakt opstelde in de zaak der plun dering Baudoux vóór het assissenhof van Bergen, drukte ook op de te laat aange brachte hulp. Daaruit mogen wij zekerlijk BRUSSELSCHE ZEDENSCHETS door li.-II. DE QEÉKER. (10* Vervolg). Werkelijk, de schoone dochter des profes sors had den jongeling slecht beoordeeld. Hij was oprecht en goed van gevoelens- O mijnheer, sprak zij en werd lieftallig, ik bedank u voor uwe openhartigheiden om uwe rechtzinnige menschelijke gevoelens moet ik u hoogschatten. Het is inderdaad vreeselijk, onderling voor het leven verbon den te worden en ais aan elkander vreemd, zoo niet vijandig metdertijd, door de wereld te moeten gaan. Het schijnt mij ongehoord, dat mannen van ondervinding en verstand, als uw oom en mijn vader, die dingen niet bevatten willen. Gij hebt gelijk, mejufvrouw. Een hu welijk zonder liefde moet eene hel op aarde zijn, en het is al de edelste gevoelens van het menschelijk hart miskennen, wanneer men in onzen stand, ter wille van het kontrakt of den bruidschataan een jongeling of een meisje den echt opdringen wil. Ik zal u niet ont veinzen dat die gedachte mij alles behalve toelachte, dat ik diensvolgens ons gedwon gen huwelijk enkel als eene formaliteitaanzag, en dat ik gezworen had vergeef het mijl opmaken dat het Staatsbestuur plichtig was aan onvoorzichtigheid en aan onbekwaam- keid; wij willen niet bijvoegen: aan gebrek aan vooruitzicht, want die zonde bestatigen wij bij alle katholieke ministerien, het geheel jaar door. Toen wij dit voor de eerste maal voorhiel den, spotte het Nieuwsblad met die ziens wijze,zeggende dat men in de jaren 40 de aard appel plaag op den rug der jesuieten schoof... en vergat die twee getuigenissen van wel ingelichte ambtenaars te weerleggen. Ondanks onze veelvuldige berinneringen aan het ka tholiek blad, heeft het die twee getuigenissen nog niet te niet gedaan, in andere woorden het Nieuwsblad heeft nog niet bewezen, dat in het te LAAT aanbrengen der hulp tijdens den laatsten opstand, ons heerlijk ministe rie onverantwoordelijk was. Wij hebben nu toch meer dan 3 weken gewachtZal de wederlegging haast komen of moeten wij blijven wachten gelijk zuster Anna De heer Reinhard, bureeloverste op het stadhuis te Brussel, wees in den jongsten studenten landdag op 5 September, te Ant werpen gehouden, op een onrechtvaardig ministerieel besluit tot aanwerving van per soneel voor de kantoren van het ministerie van binnenlandsche zaken. Onze lezers zullen zich herinneren dat onze brusselschen kor- respondent van dien voor de Vlamingen onrechtvaardigen maatregel, in eene zijner briefwisselingen aan ons blad, gesproken heeft. Wat deed toen het NieuwsbladHet wilde niet gelooven wat onze briefwisselaar melde, trok diens gezegden in twijfel en was vol wantrouwen tegenover de gegevene in lichtingen, er bij voegende dat het van zijnen kant op inlichtingen ging zoek gaan. Welk karakter moet men wel bezitten om zoo iedereen te mistrouwen? Of meet men een ander naar zijne eigene gevoelens van achter docht en kwade trouw? Als de katholieke krantenschrijvers stellig gegevene en ware inlichtingen voor onwaarheid aanzien, welk geloof moeten wij hechten aan hunnen blaai? Drie maanden zijn reeds verzwonden en nog komen de gegevene inlichtingen niet. Dat zijn me de leeuwkens van opzoekers! Beloven, o ja genoeg!!!! Een liberale konfrater wees over eenigen tijd op de schijn vlaamschgezindheid der vlaapische geestelijkheid, en schilderde te reclff dien schijn af, als een middel om beter u mijn leven lang niet te beminnen en mijn jongelingsleven maar gulhartig voort te zet ten. Hoewel Liesje zich moedwillig beschuldig de van iets, waaraan ze nooit gedacht had, zei ze toch heel moedig, zonder te denken, dat een meisje zulk gezegde nooit wagen mag: Ik had ongeveer den zelfden eed gedaan, mijnheer. Doch een hooge blos vloog onmiddelijk daarop over hare wangen. Alfons bedroog zich niet over't geen erin haar binnenste omging. Neen, de schoone Liza had dien eed niet gedaan. Met u te leeren kennen, streelde de fïjnaard voort, ben ik echter tot de overtui ging gekomen, mejufvrouw, dat het mij onmogelijk zou geweest zijn, iu dit vast voornemen te volharden. De schoonheids- en geestes gaven, waarmede u de natuur zoo overvloedig bedeelde, zouden mij ten allen tijde zulk eene hevige bekoring geweest zijn, dat de lust tot zondigen zich niet zou hebben laten wachten. Want ik inag niet liegen, mejufvrouw, en zonder u te vleiengij zijt een der bevalligste jonge dames, welke ik ooit mocht ontmoeten. Dat mocht men heetenmet de deur in huis vallen en toch fatsoenlijk blijven. Welk meisje zou haar bevallig hoofdje; in zoon zijden strik niet steken? Liesje was niet gewoon over dergelijke onderwerpen te han delen, maar toch beviel het haar, zij kon 't bij het volk door te dringen en het te stevi ger onder den heil der papen te houden. Dan vloog het Nieuwsblad in 't harnas, waarna wij hem een drietal vraagjes toestuurden, nopens den overwegenden invloed van het fransch in de geestelijke coliegien, nopens eene quasi-straf' aan pastoor Gezelle om zijne vlaamschgezindheid, door Jan Faict van Brugge opgelegd, en eindelijk nopens de tal rijke protestatien van de opstellers der ka tholieke VlaamscheVlagge tegen de fransch- gezindheid en de geestelijke kollegien. Ouze drievoudige vraag bleef onbeantwoord natuurlijk. Zelfs verwonderde het ons geen hoopje helklinkende scheldwoorden terug te krijgen, volgens oude gewoonte. Maar nu, in den Landdag op 5 September gehouden, onder 't voorzitterschap van den heer De Beucker, katholiek provintieraads- lid, die als bijzitters twee andere katholieken nevens zich had, senatoor Vanden Bemden en volksvertegenwoordiger Coremans, heb ben wij het volgende eigenaardig dingentje aan te stippen De heer Voorzitter geeft lezing van brie- ven van studenten die klagen over de ver- volgingen die wij lijden in de coliegien om reden van vlaamschgezindheid. (Er is hier spraak van de wederspannige vrije gestichten). Hij meldt dat hij twee leer lingen der jesuiten heeft moeten ontraden het woord te nemen in deze vergadering, omdat zij, zoo zij op den landdag spraken,uit het collegie zouden gebannen ivorden. Dit werd door eenen klerikaal verklaard in het aanzicht van klerikale wetgevers en zulks lokt geen protest uit 1 't Is een bewijs dat het echt waar is 1 Wat zegt ge nu daar van, Nieuwsbladt Afliegen kunt gij niet, en gelooven moet gij, want 'tis een katholiek die 't voorhoudt in eene openbare vergade ring, en daar zou hij toch zeker niet durven liegen? Wij zijn benieuwd daarop uw ant woord, uitvluchtsel.... of niemendalle te ver nemen. Maar ernstig te zijn, hoort ge, en geen onnoozelheid verkoopen. Overweging bij het lezen van eene vergelijking in 't Nieuwsblad. Het Nieuwsblad heeft ter gelegenheid der verschijning van onzes artikels: M. Sur- mont en de arme menscheneene verge- lijkinge gemaakt, om de dischheeren van het Weldadigheidbureel in een kwaad dag- niet verhelen. Daarom ook greep zij naar liet wapen, dat de natuur aller vrouwen ter hand geeft: zedigheid, moetende dienen als prikkel tot nog grooter lof. O, mijnheer! exclameerde zij met een wellustig mondje, de wellevendheid doet u mijne waarde verre overdrijven en verwekt deze grootspraak. In geenen deele, mejufvrouw, weder voer haar partner, die door de naïeveteit van het lieve meisje schier den passenden ernst verloor. Ik zeg nooit iets wat mij niet uit het hart komt en om vleiende koinplimen- ten aaneen te weven, daarvoor heb ik te weinig talent en wereldkennis. Dat dit laatste bewezen onjuist was, be wees hij zelf genoeg op dat oogenblik, maar dat zijne ingenomenheid met Liesjes lieftal ligheid hem uit het hart welde, dat'was maar al te waar. Ik ook moet bekennen, mijnheer, biechtte nu des dokters lieve spruit op, dat mijne - vooringenomenheid, zooals gij dat gevoel hebt willen noemen, te uwen opzichte veel gekoeld is, daar ik gelukkig ben te mogen bestatigen, dat ik te doen heb met een-man van eer, die het hart op de rechte plaats draagt, en voor wien de vooroordeelen en wanbegrippen der wereld niet gelden. Ik moet u gansch mijne achting schenken, om dat ik overtuigd ben,dat gij ertoe onbekwaam zijt, eene vrouw ongelukkig te maken. Maar,heilige deugd toch! De tegenpartij gaf hem de pap in den mond. Zou hij, advo- licht te stellen en de heeren van Vincentius in den zevenden hemel te verheffen, 't Is toch aardig, dat zoohaast iemand katholiek is of wordt, de onpartijdigheid in zijn gewe ten uitdooft, en wel op een punt dat alles wat de liberalen doen, slecht is, en alles wat de klerikalen doen, opperbest heet. En dik wijls doen, in beide gevallen, liberalen en klerikalen juist gelijk, juist hetzelfde! Hou den wij ons bij dergerlijke partijdigheid niet op. en maken wij bij de vergelijkinge van bet Nieuwsblad de volgende aanmerkingen 1° Het orgaan der Boterstraat trekt in twijfel, hetgeen wij als HISTORIEK vermeld hebben. Als een mensch zoodanig de gewoonte van liegen en van de waarheid te verkrachten heeft aangenomen, wordt hem niet het minste feit aangebracht of hij twij felt en vraagt zich af: zou 't waar zijn? Zijn 't geen leugens? enz. Onzekerheid, welke uit de gewooate van liegen voorvloeit. 2° Wij roemen de opoffering en edelmoe digheid van de leden des dischraads even als het Nieuwsbladze bezwaddert door ver denking, kleingeestigheid en spotternij, over de 52 eens welke, zegt het, iedere dischheer jaarlijks in de schaal der armen geeft. Meet nooit godvruchtigblad.eens anders liefdadig heid naar eigene schraapzucht, vrekkigheid. Wilden wij even partijdig zijn als gij, we zouden kunnen die buitengewone brave Vincentiusbeeren verdenken,niet al de gaven van den H. Geest en de goddelijke deugden te bezitten, welke gij hun toeschrijft. Wij houden ze dus liever voor den nee plus ultra! 3° Het Nieuwsblad keurt de handelwijze van M Surmont goed in grond en vorm. Het is onbegrijpelijk dat eeri oprechte, godvree- zend katholiek goedkeure dat rijke menschen hunne hulp en onderstand aan schamele broe ders in chrislo weigeren, al wezen deze broeders ook maar dischgenoten van een officieel weldadigheidsbureel. Wat de goed keuring betreft aan de adellijke en kiesche spreuk van den baron, hier ten minste ziju wij verwondert eene ongemanierdheid te zien toejuichen. 4° Wij wisten niet dat de schrijver van eene vergelijkinge zich zeiven zooveel toupet toekende met zich als vermoedelijke raadgever of advokaat des barons voor te stellen, moeste deze den schrijver nopens ons artikel te rade gaan. Min hoogmoed, als 't u belieft, dat past beter aan nederige, kristene menschen. En 'tzou in dees geval wel kun- kaat. geding laten schieten? O neen! Hij zou eens toonen, waartoe hij bekwaam was. En in het liefste aller toontjes kweelde hij Ongelukkig, mejufvrouw? Indien ik ooit het zeldzame geluk geniet, eene vrouw te vinden, die mijn hart verstaat, die de volheid van liefde, welke erin sluimert, bevatten kan, want ik mag het u wel zeggen: tot hiertoe heb ik nooit ernstig bemind welnu, die vrouw zal ik vereeren, liefhebben, aan bidden als het levende beeld des heils mij uit den hemel toegezondenen geene moeite op aarde zal mij te groot schijnen, om haar levenspad met de rozen der liefde te be strooien.... Drommels, dacht hij, na die periode meesterlijk te hebben uitgeorgeld, drommels, ik word een virtuoos. Ik had moeten leeren verzen maken. En nu 't effekt, laat ons hoo- ren? 't Effekt was allerbesthet malle vischje had aangebeten. Gij aanschouwt de echtelijke roeping op eene waardige, edele wijze, mijnheer, zei het eenvoudig kind. Als vrouw durf ik u, in naam van ons geslacht, de verzekering geven, dat deze van wien gij spreekt eene wangeboorte zou moeten zijn, om zulk eene verhevene ge negenheid niet met de schoonste wederliefde te beloonen, en u zoo gelukkigen echtgenoot te maken als zij de benijdenswaardigste der gaden wezen zal.. Sapperloot 1 het mooi vogeltje was tot over HET WEEKBLAD Poporinghe, 6-50 9-09 10-00 12-07 3-00 4-00 6-25 9-05 9-58. Poperinghe-Hazebrouck. 6-50 12-07 6-25. Houthem, 5-30 8-20 11-16 5-20. Komen, 5-30 8-05 8-20 9-58 10-10 11-16 2-41 2-53 5-20 8-58. Komen-Armentiers, 5-30 8-05 11-16 2-53 8-58. Ronsselare, 7-4510-45 12-20 4-10 6-30. Langeinarck-Ostende, 7-23 12-22 3-58 6-22. ICortrijk, 5-30 8-20 9-58 11-16 2-41 5-20. Kortrijk-Brussel, 5-30 9-58 11-16 2-41 5-20. Koi'trijk-Gant, 5-30— 3-20 11-16 2-41, 5-20.

HISTORISCHE KRANTEN

Het weekblad van Ijperen (1886-1906) | 1886 | | pagina 1