STADSNIEUWS. liberalismus spreken,en hoe zou het mogelijk zijn, sommige der hooger opgegevene volzin nen te ontleden, uit te leggen, zonder van katholieken goddienst te gewagen, wat vol strekt in eene onzijdige school niet mag geschieden Het boek is in eene onzijdige school niet op zijne plaats, maar wel in eene broertjes- school of bisschoppelijk kollegiedaar ten minste worden de leerlingen door sermoen en boek, van jongs af, het klerikalismus ingestampt, en een boek, zooals dat waarop onze briefwisselaar wijst, kan daartoe veel bijdragen. Wij meenen ook nog dat het ge bruik zulker boek strijdt tegen de vrijheid van godsdienst en geweten, welke in feit bestaat voor de liberale ouders, en dus ook moet bestaan voor de kinders dier liberale ouders. Eindelijk het is waarlijk ie dom dat er in de officiëele scholen eenor liberale stad, als IJperen, klerikale propaganda gemaakt wordt, niet door voordracht, toespraak of sermoen, maar wel door het gebruik van een boek, dat meer op een kerkboek trekt, dan op eene spraakkunst. Wij bedanken onzen briefwisselaar voor zijne belangrijke mededeeling en denken dat de overheid het aangewezen abuis zal doen ophouden. De heer Ronvaux kandidaat Volksvertegenwoordiger. Sinds lange wacht men te Brussel op het ontslag van den heer Yandersmissen als volksvertegenwoordiger, en het schijnt dat toch eindelijk dat lang verwacht ontslag welhaast komen zal. Te Brussel zal men dus in 't korte eene kiezing voor de Kamer hebben. Wie de libe rale kandidaat zijn moest was nog al moeilijk om voorspellen tot den dag opwelken de heer Schepene van Openbaar Onderwijs te Namen zoo willekeurig en onwettig afgesteld werd. Maar van dien dag af geraakte het heele land in beweging om tegen zulken ongehoor- den aanslag op onze vrijheden te protesteeren en te Brussel ging, om zoo te zeggen, de eenstemmige kreet op: De heer Ronvaux moet onze kandidaat zijn voor de Kamer. Dat zal voorzeker de krachtigste protestatie zijn tegen zijne onwettige afstelling en,wie weet, de oorzaak en her, middel misschien om aan onze eigene verdeeldheid een einde te stellen en ons in dichte gelederen aaneen te sluiten om wat er nog van 't onderwijs overblijft te redden en het land van 't klerikaal juk te verlossen! Tot 's avonds er voor was, tot zelfs de naam van den heer Ronvaux veelal onbe kend, maar dank aan een der tallooze dom migheden, door onze meesters - bedreven, weerklonk deze eensklaps gansch België door. Door zijnen heildronk, in 't onderwij zerscongres uitgesproken, en door de op spraak die deze gemaakt had, scheen de heer Ronvaux het geding der afgeschafte scholen, der vervolgde onderwijzers en der bedreigde gemeentevrijheid in zichzelven te besluiten. De heer Ronvaux was de verlosser! Ook hebben de Brusselaars zich naar Namen gespoed om den achtbaren Schepene de kandidatuur aan te bieden. Hunne poging en hun heilzaam gedacht zijn met den besten uitslag bekroond geweest: De heer Ronvaux heeft aanvaard en de, Brusselsche liberalen, die onlangs nog aan zulke beweenelijke ver deeldheid ter prooi waren, zullen nu als één man ter stembus gaan om den heer Ronvaux ter Kamer te zenden, om hem de verdediging van ons onderwijs, onze onderwijzers en onze gemeentevrijheden op te dragen. Eene nooit gehoorde zegepraal wacht hem en het zou ons geenszins verwonderen, zoo de zooge zegde independenten in het strijdperk niet durfden treden. De dag, opwelken de Brusselsche kiezers En afgrijselijkheid der afgrijselijk heden gij, het schoonste kind, dat mijne oogen zagen, ik beelde mij in dat gij leelijk waart... O gij booswicht! berispte de schoone. En welke nijdige duivel stookte u al die leelike dingen in? Die nijdige duivel was uw oude knecht, die... Fideel? Ha, ha, ha!... Och arme! De brave jongen heeft u zeker een hoop kwaads van mij verteld De brave jongen? De schurk wilt gij zeggen? 't Was om u van mij afkeerig te maken. Ha, voor den drommel!... Kom, ik ver geef het hem uit ganscher harte, en ziedaar mijn zegel. Die zegel was een handkus. Een hevige ruk aan de bel onderbrak den zoener. Hoor, nu zullen zij zeker daar zijn. Wachten wij hen hier op? vroeg hij. Neen, neen, zei Liesje slim. Een geheim is nooit zoeter, dan als het enkel door twee gedeeld wordt. Laat ons in den tuin terug- keeren. Ja, kom, ik hoor mijn oom majoor al brommen, antwoordde de jonge advokaat. (Wordt voortgezet). den heer Ronvaux volksvertegenwoordiger zullen uitroepen, zal een blijde dag voor Bel gië zijn en een luide hoerakreet zal uit al de hoekjes van 'tland ten hooge stijgen. In het klerikale kamp alleen zal er - geween en tandengeknars zijn. Patroons en werklieden- in eene beschouwing over de crisis en hare oorzaken, behandeld de luiksche hoogleeraar de heer Emile de Laveleye de verhouding tusschen patroons en werklieden. Een der schaduwzijden van de heden- daagsche groote nijverheid, zegt hij onder ander, is de verwijdering, die zij heeft doen ontstaan tusschen werklieden en werkgevers. Voorheen arbeidden patroon en knecht naast elkander. Zij leidden hetzelfde levenzij stonden ongeveer op een en denzelfden trap van ontwikkeling. Heden ten dage vormen zij twee afzon derlijke klassen. De werklieden worden bij eengevoegd in de werkplaatsen, opeengehoopt in bepaalde wijken, waar zij veelal slecht gehuisd zijn en leven van een afwisselend loon, waarvan zij zeggen dat het door de schraapzucht van de kapitalisten op het laag ste peil wordt gehouden. - Het hoofd der onderneming is een be schaafd man, is rijk of goed bezoldigd. Hij voert het bevel als een generaal over een leger. Een afgrond scheidt hem van zijn werkvolk. Daaruit is een geest van vijand schap geboren, die voortsnelt tot dat de vlam uitbarst in tijden van werkstaking. In Engeland heeft men getracht hieraan te gemoet te komen, door de oprichting van comiteiten van verzoening en scheidsrech terlijke uitspraak. Het eerst gebeurde dit in Nottingham, waar de latere minister Mijn- della eene werkstaking wist te doen eindigen door het geschil te doen beslissen door eene commissie, door beide partijen benoemd. Sedert is die instelling van blijvenden aard geworden. Het comiteit bestaat uit twee-en-twintig leden, waarvan de patroons de eene, de werklieden de andere helft be noemen. Het vergadert viermaal 's jaars. In geval van gelijkheid van stemmen, wordt een scheidsrechter benoemd. Vroeger had de voorzitter eene beslissende stem, maar daar van is men terug gekomen. Te Nottingham zijn alle moeilijkheden, die tot dusver zijn gerezen en die komen bij de nijverheid aldaar dikwijls voor op deze vreedzame wijze uit den weg geruimd. Het onschatbare nut van deze instelling is vooral daarin gelegen, dat zij de patroons en de werklieden te zamen brengt, hen aan de zelfde tafel dooreen doet bijeenzitten, om over hunne gezamenlijke belangen te spreken. De werklieden komen zoodoende op de hoog te van de eischen der markt, van de werking der stadhuishoudkundige wetten en leeren aldus de noodzakelijkheid inzien, dat zij soms hunnerzijds moeten toegeven. De heer de Laveleye heeft onlangs, toen hij bij eenen vriend te Nottingham op thee- bezoek was, met de secretarissen-werklieden der Trade Unions kennis gemaakt en was verbaasd over hunne gezonde begrippen en de gematigheid hunner oordeelvellingen. Even goed heeft een gemeenschappelijk comiteit van de patroons en werklieden bij den ijzerhandel in Noord-Engeland gewerkt. Het bestaat uit vijf werklieden en vijf pa troons, die in 270 vergaderingen reeds over de 800 geschillen hebben vereffend. Een dergelijk comiteit in Northumber land heeft in 13 j. 8000 geschillen bijgelegd in al die jaren is de arbeid niet langer dan zes dagen gestaakt geweest. Een der goede gevolgen van deze samen werking is geweest, dat de loonen in gemeen overleg rijzen of dalen met de marktprijzen. Daarvoor bestaat bij de steenkolenmijnen eene vaste schaal, waardoor vele moeilijkhe den worden voorkomen. Patroons en werk lieden deelen zoodoende in voor en tegenspoed en elk weet vooraf wat hem toekomt. Meer dan 120,000 mijnwerkers leven reeds onder deze regeling. Die vakcomiteiten verdienen volgens den h.de Laveleye verre de voorkeur boven de ge wone werkrechtersraden (conseils de prud'- hommes), de scheidsrechten waarin mannen uit allerlei vakken zitting hebben en die we gens hunne onbekendheid met de bijzonder heden van elk bedrijf weinig invloed kunnen oefenen en dan ook veelal nutteloos zijn ge bleken." Invloed van het electrisch licht op de oogen. Oefent het electrisch licht, waarvan het gebruik als kunstlicht dagelijks toeneemt, eenen schadelijken invloed op de oogen uit, gelijk eenigen beweeren, of wel is de electri- sche verlichting gezondheidhalve boven de verlichting met gas of petrole te verkiezen Professor Cohn van Breslau heeft dit onder werp tot een punt van studie gemaakt en daarover belangrijke wenken medegedeeld, welke wij zoo eenvoudig mogelijk zullen trachten te ontwikkelen. Het kunstmatig licht moet aan de vier volgende hoofdeigenschappen voldoen 1° Het mag niet verblindend zijn; 2° Er mag geen gebrek aan licht heer- schen; 3° Het mag de oogen niet verhitten 4° Het mag niet trillen noch schittren. Onderzoeken wij in hoeverre het electrisch licht aan die voorwaarden beantwoordt Electrisch licht is zeer verblindend. Vol gens de onderzoekingen van Voit en Renk in Munchen, is de glans van eene electrische lamp zevenmaal zoo groot als die van eenen ronden gasbrander met gelijke lichtsterkte, en twaalfmaal zoo groot als die van eenen gespleten brander. Zulk een schittrend licht prikkelt sterk de oogen,en is zeer schadelijk, ja zelfs gevaarlijk voor het gezicht als men eenigen tijd met het bloote oog op een elec trisch licht ziet. Doch die schadelijkheid is gemakkelijk te voorkomen. Daarvoor hoeft men slechts de lampen zoo hoog te hangen, dat men, bij gewone bezigheid, het licht zelf niet ziet, en ze met eenen ballon in mat glas te voorzien, waardoor, gelijk het uit proefne mingen blijkt, het licht ongeveer 30 per cent van zijne sterkte verliest. Bij gebrek aan licht is men genoodzaakt de voorwerpen, welke men bezien wil, dicht bij de oogen te brengen, iets wat lastig is, en op den duur tot bijziendheid kan aanleiding geven. Is er bij eene electrische verlichting gebrek aan licht, dan bestaat er maar één middel dit te verhelpen, namentlijk, het getal lampen te vermeerderen. Maar die vermeerdering doet in vele gevallen de kosten omtrent tweemaal zoo hoog loopen als bij eene gas- of petrole verlichting. Dit is echter een inconvenient, dat verdwijnen zal, wanneer men het goed koop electrisch licht zal kunnen verschaffen. Het kunstmatig licht, dat veel warmte ontwikkelt, doet de vochten van het uitwen dige oog te snel verdampen, hetgeen een onaangenaam brandend gevoel in de oogle den. Daarboven, wordt het hoofd boven den natuurlijken toestand verwarmd, en hoofd pijn is daarvan het gevolg. Nu, de verhooging van temperatuur is, op eenen afstand van 20 centimeters, bij eene gasvlam tweemaal zoo groot als bij eene electrische vlam van dezelfde lichtsterkte. Pettenkofer en Renk hebben, door menigvul dige proefnemingen aangetoond, dat, in loka len met electrische lampen verlicht, de tem peratuur veel lager is, dan in ruimten met gas- of petrole verlichting. Bovendien brengt electrisch licht geenen rook voort, en te veel rook en stof is voor de oogen schadelijk. In die opzichten is de verlichting met electriciteit verre boven de verlichting met gas of petrole te verkiezen. Iedereen weet hoe onaangenaam eene plot selinge overgang van licht tot donker is. Als het licht trilt, wisselt de lichtsterkte onop houdelijk snel af. Het oog is aan die afwisse ling zeer gevoelig, en wel des te meer, naar mate die afwisseling sneller plaats grijpt. Bij de snelle trillingen van het electrisch licht worden de oogen zeer pijnlijk aange daan, en aanhoudende arbeid wordt in die voorwaarden onmogelijk. Die invloed is op straten en pleinen niet zeer schadelijk, maar in kleinere ruimten biedt hij groote nadeelen aan. De voordeelen van het electrisch licht met betrekking tot helderheid, koelte en zuiver heid der lucht zijn zeer aanzienlijk, doch het laat te wenschen over aan regelmatigheid. Wanneer men het middel zal gevonden^j'yb- ben om de trillingen te doen verdwijnenf-JSal het eenen min schadelijken invloed op" de oogen uitoefenen dan welkdanig andere kunstmatige verlichting. Den hoeren mededingers in den prijskamp voor een handboek voor den Vlaamschen burger, uitgeschreven door het Algemeen Restuur van het Willems-Fonds, wordt her innerd dat de handschriften voor len No vember a. s. vrachtvrij moeten ingezon den worden aan den Secretaris van dit Be stuur, Coupure 181, Gent. De omvang van het handwerk is bepaald op minstens 100 en hoogstens 200 bladz. druks, gewoon formaat der uitgaven van het Willems-Fonds. De werken moeten in de Nederlandsche- taal opgesteld, en goed en leesbaar geschre ven zijn door eene andere hand dan die van den opsteller. Zij moeten eene kenspreuk dragen en ver gezeld zijn van een gesloten briefje, dezelfde kenspreuk ten opschrift voerende, en van binnen den naam en de woonplaats van den schrijver behelzende. Maatschappij de Vlaamsche Ster. Wij komen met innig genoegen te verne men dat de tooneelmaatschappij de Vlaam sche Ster hare reeks vertooningen van het tooneeljaar 1886-1887 aanvangen zal op Zondag 10 October a. s., met de stukken; JAN DWARS of een moedwillige schoonvader, blijspel in 3 bedrijven, en KUSSEN OF VECHTEN, blijspel in één bedrijf. Twee zeer gewaardeerde tooneelstukken, die niet missen kunnen van veel bijval te genie ten. Deze openings-vertooning wordt gegeven, op de kosten der maatschappijdoor de ar- tisten van het Nederlandsch Tooneel van Antwerpen, onder het bestuur van den heer Van Doeselaer. Onze lezers zullen zich nog wel herinneren hoezeer de alomgekende heer Van Doeselaere hier vroeger als kluchtige speler gevierd en toegejuicht werd; hoe onovertrefbaar hij de boertige rollen wist te vertolken en hoe hartelijk hij kon doen lachen. Welnu, die zelfde heer Van Doeselaer is 't, die ons op 10 October in Jan Dwars en Kussen of vechten nog eens veel en hartelijk zal doen lachen. De naam alleen van dien talentvolle speler is voldoende om iedereen naar de too- neelzaal te lokken. Het zou ons geenszins verwonderen zoo de tooneelzaal dees jaar van af de eerste ver tooning der Vlaamsche Ster veel te klein ware. Wie inlichten bekomen of zich eere- of bijtredend lid maken wil, of wie zich eene persoonlijke kaart wil aanschaffen, wende zich bij den heer Ducorney, voorzitter, of ten bureele van dit blad. Men is bijtredend lid mits eene jaarlijksche bijdrage van 10 franken. Daarvoor mag het lid met al zijne vrouwelijke bloedverwanten, die onder 't zelfde dak wonen, de reeks ver tooningen van 't tooneeljaar bijwonen. Eene persoonlijke kaart voor 't heele too neeljaar is te bekomen aan 5 fr. Rijschool. Dinsdag morgend vangen de leergangen aan voor de heeren officieren en onderoffi cieren der verschillige wapens, die dit jaar naar onze rijschool gezonden worden. Nu reeds komen de heeren officieren in de stad aan en wij zijn gelukkig te mogen melden dat zij nog al talrijk zijn. Naar men ons verzekert zijn zij ongeveer ten getalle van veertig en daarbij zijn er nog een zestigtal onderofficieren en brigadiers, die ook de leergangen volgen zullen. De rijschool brengt een nogal niet te ver smaden voordeel voor de stad aan en zonder haar zou het doodsche IJperen nog veel doodscher worden. Wij stippen dus met voldoening aan dat het getal officieren en onderofficieren er dit jaar niet verminderd is en wij hopen dat zij ook voortdurend in goede verstandhouding met onze burgerij leven zullen. Belooging Ronvaux. Wij vernemen dat eene afvaardiging van de Liberale Vereeniging van IJperen deelne men zal aan de betooging die morgen zondag, om 3 ure namiddag, te Namen plaats heeft, ter eere van den heer I)r Ronvaux. Alwie van de afvaardiging deelmaken wil, is verzocht zich tot den schrijver der Veree niging te wenden. De Bestuurraad der Vereeniging heeft ingelijks een adres naar den heer Ronvaux gezonden, om te protesteeren tegen de wille keurige en onwettige afzetting waarmede de klerikalen den heer schepene Ronvaux hebben denken te treffen. Feesten. Jl. Zondag had er, door de welwillende tusschenkomst van den Burgerskring, bij K. Lelong een luisterlijke prijskamp voor - vogelke-pik plaats. Meer dan 160 mede dingers waren ingeschreven. Er werd hevig gekampt voor de mooie prijzen. Alles is opperbest afgeloopen en gelukt. Nog eens hartelijk bravo! voor de heeren: van den Burgerkringdie zoo wel hunne penningen weten te besteden. Zij hebben nog eens te meer getoond dat zij het kennen om het volk te doen leven, het vermaak aan te- schaffen en vrede en eendracht onder de werklieden te doen heerschen. Daar was verkoop en oprecht en veel plezier. Biljardspel. Binnen eenige weken zal ook een groote prijskamp voor 't biljaordspel gegeven wor den in de herberg het Zilveren Hoofd, Rijselstraat, nog eens dank aan de bereid willige medewerking van den Burgers kring en deze van eenige bijzonderen. I lakbrieven zullen de te volgen voorwaar den bekend maken. Kaartspel. Op 17 October zal er in de herberg de Sier, bij de Statie, een prijskamp voor 't kaartspel ingericht worden, en dat ook al dank aan den BurgerkringWij zijn zeker dat die beide feestjes evenveel bijval genietea en gelijk al de vorige tot eere van den bereid- willigen Burgerskring stekken zullen. Voor de conditiën men zie nze 4e bladzijde^ v

HISTORISCHE KRANTEN

Het weekblad van Ijperen (1886-1906) | 1886 | | pagina 2