VAN IJPEREN EN HET ARRONDISSEMENT. Politiek, Nieuws-, Handels- en Annoncenblad. Eerste Jaar. Zaterdag 9n October 1886. Nummer 41. IJzerenweg. EIGEN KEUZE Abonnementsprijs voorop betaalbaar: 4 fr. per jaar voor de stad. 4 fr. 50 voor den buiten. Per 6 maanden: 2 fr. 50. Annoncen: 15 cent. per drukregel. Rechter lijke eerherstellingen: 1 fr. per regel. Akkoord per jaar of per maand. 10 centiemen per nummer. Afzonderlijke nummers voer artikels, enz. 8 fr. per 100. Alle berichten van verkoopingen of andere bekendmakingen ten bureele dezer gedrukt worden eens gratis ingelijfd. De annoncen voor België, ter uitzondering der beide Vlaanderen, alsmede die voor het buitenland worden ontvangen door den Office de Publicité, Magdalenastraat, Brussel. Men wordt verzocht alle hoegenaainde artikels uiterlijk tegen Vrijdag middag vrij en onderteekend toe te zenden. Artikelen ongeteekend of personnaliteiten bevattende worden niet opgenomen. Vertrekuren van IJperen naar Snipperingen in plaats van Snipperiingen. Men zou zeggen dat het Nieuwsblad uit leeft! Zoodanig is het kleurloos geworden. Het heeft sedert eenige weken zijne polemiek met onzen konfrater der Toekomst opge schorst, en sedert twee Zaturdagen gunt het ons met moeite eenige regeltjes. Het einde van het badseizoen is daar zeker voor niets tusschen? Het Nieuwsblad, nieuwsgierig lijk het altijd is, vraagt of wij zijnen opsteller in de badstad gezien hebben? Neen, man. 1° Uw opsteller is ons overschillig. 2° Nulliteiten loopen ongezien voorbij. 3° Groote verstanden worden zoo gauw niet opgemerkt, alhoewel ze soms een zijden buishoedje dragen. Het Nieuwsblad en zijn fransche kon frater geven een afgeschreven verslag van het socialistenkongres... pardon.bisschoppen- kongres, onlangs te Luik gehouden. Beiden vergeten de tegenwoordigheid van den edelen baron Surmont aldaar te melden, benevens zijne deelneming in de werkzaamheden. Geven zij er maar zooveel meer om, dat ze zelfs den doorluchtigen naam van hunnen Meester onder de aanwezigen vergeten? Zulke eene vrijwillige onbeleefdheid jegens eenen chef, kan geene verstrooidheid wezen! Aie, aie! eene oorrekking in 't zicht! Het Nieuwsblad heeft niets geantwoord op onze overwegingen nopens de vergel ij- BRUSSSISOHB ZEDENSCHETS door Ik.-II. DE QUÉKER. (12* Vervolg Welja, lieve lezer, gij hebt het geraden. Die de hevige ruk aan de bel had gegeven was inderdaad de heldhaftige majoor Stekel. Doch nu had hij den schoolvos zoo hiet hij Dr Pyrrhus in 't front gekregen, had hem stormenderhand opgeschept en met lijfwacht naar huis begeleid. De arme dokter hijgde van het te snel gaan; hij hield nog steeds zijn boek onder zijnen linker, zijn regenscherm onder zijn rechterarm. Het stekelvarken zag er vreeslijker uit dan ooit; zijn bullepees trilde in zijne vuist; zijne voet riemen dreigden van spanning te barsten, zijne knevels waren twee donderschermen recht met de toppen ten hemel, en in zijne homerische mismoedigheid had het solda- tenverdriet vergeten zijn hoed af te nemen, iets wat hij trouwens zoo zegde hij enkel voor Napoleon, God en den Koning deed. kinge - tusschen het Bureel van weldadig heid en Vincentiuskring, benevens hun beider bestuurheeren. Het heeft te laat gezien dat het daar weeral een proper werkje waar van hem het monopool toekomt begonnen had, met treffelijke lieden te bespotten, hunne liefdadige inzichten te verdenken, menschen af te spieden, bijzondere gesprekken af te luisteren en te veropenbaren Schoon en deftig werk, lie? Het Nieuwsblad kan niet bewijzen dat het Staatsbestuur onverantwoordelijk was in het te laat dempen van den opstand der maand Maart. Wij zagen hem, zegt het; 't kan zijn; maar stop ons den mond met te bewijzen dat wij in 't ongelijk zijn, en scheldt ons niet uit voor pedant hetgeen de zaak niet verder brengt. Dat is zeker zoo moeilijk niet, in zoo 'ne groote papier uitgestrektheid als het Nieuwsblad, met 'nen verfrischten opsteller uit de badstad? Het Nieuwsbladie zegt geen woord om het antivlaamsch katholiek onderwijs te verdedigen, dat in den Landdag der vrije studenten, op 5 September, te Antwerpen zoo deerlijk over den hekel gehaald werd. Om onzen konfrater nog meer te overtuigen, drukken wij hier een deel der redevoering over, van den heer Frans Reinhard, bureel overste op het stadhuis te Brussel, nopens het verfranscht klerikaal onderwijs der hoofdstad. Men zal dan zien welke partij in werke lijkheid den naam van partij van Frankrijk verdient, in plaats van zeggende woorden te gelooven uit den mond van»eenen klerikalen k wekker. Daarna beklom de heer Reinhard, van Brussel, het spreekgestoelte. Na het bestuur van den Landdag over den hekomen uitslag bij de bisschoppelijke over heid geluk gewenscht te hebben, hoe gering die eerste vrucht ook moge schijnen, spoorde hij hetzelve aan daarin slechts eenen prikkel tot nieuwe werkzaamheid te zoeken om tot eene volledige toepassing der bepalingen van de wet van 15 Juni 1883 op al de middelbare scholen der geestelijkheid in de Ylaamsche gewesten te komen. Met het oog op 't lager onderwijs, toonde hij <nor het aanhalen van officiëele cijfers en vaMuten dat het er ellendig uitziet met het Ne|L?landsch in de paterkens-, nonnekens- en uxidere katholieke scholen te Brussel. Zoo is gebleken dat 8 paterkensscholen in Eh, ja, zoo gaat dat, zoo gaat dat... hijgde de dokter, bij het binnentreden. Men gaat uit en weet niet eens wanneer men terug keert. Wat mag ik u aanbieden majoor, een glaasje porto? Wat, porto? Wijfjesdrank die porto. Hebt ge geen Schiedammer, Pyrrhus? Jawel, jawel, zei de emeritus en schelde zijn knecht. Deze die te vergeefs in den hof naar de jongelui getuurd had, kwam met een lang gezicht binnen. Fideel, wat besten Schiedammer en een glaasje anijs voor mij. Seffens, mijnheer, sprak bibberend van angst de oud-ordenans bij het in 't oog krijgen zijns gevreesden oud-dwingelands. Eh wel, ja. zoo gaat dat, majoor, her haalde M. Pyrrhus. Men gaat uit, en weet... Zoo gaat dat, zoo gaat dat! beet de majoor er onderbrekend in. Maar, sakker loot! had ik u, op den hoek der straat, niet zien rechtsaf slaan, u in front geloopen en bij den kraag gevat, dan waart ge nog op marsch, kerel. Neen, beweerde Liza's vader. Ik kwam recht op hier af, want ik moest u zien; ik moest u dat vertellen, Fideel had op een groot schenkbord een 1885 deelnamen aan den kantonalen prijs kamp tusschen de leerlingen der lagere scho en van Brussel. Daarvan bekwamen 1 School (met 14 mededingende leerlingen) 2 1 prijzen van Nederlandsch. 2 Scholen (eene met 23 en eene met 16 mede dingende leerlingen) elk 1 prijs van Ne derlandsch. 5 Scholen (met 9 tot 20 mededingende leer lingen) geenen enkelen prijs. «Terwijl de leerlingen der officiëele scholen gemiddelde getallen van 8,73 punten, 8,10 punten, enz. behaalden op een maximum van 10, bekwamen de mededingers door de pa terkensscholen voorgesteld gemiddeld 1 School 3,28 punten per leerling 1 2,30 6 Scholen, minder dan 2 punten per leerling ja er was zelfs eene school welke maar 0,1 punt per leerling behaalde. «Verder haalde spreker eene meisjesschool der T Kintstraat aan, welke bestuurd wordt door Waalsche nonnen uit Namen, die geen woord Nederlandsch kennen, en eene vrije katholieke school der Ghislemslraatwaar de heer Markies De la Boëssière van geen Nederlandsch als voertaal voor het onderwijs wil hooren spreken. «De vergadering bekrachtigde dan ook het voorstel; te eischen dat op de katholieke la gere scholen het stelsel der stadsscholen zou toegepast worden, waar, gedurende de twee eerste jaren, het onderwijs in de moedertaal der leerlingen moet gegeven worden. Flandria Openbare orde en rust. Wij schrevc-n vroeger in ons blad: Belgie is nooit woeliger en in onrustwekkender toestand dan onder klerikale ministerien. Dan schijnt het volk geen vertrouwen in zijne bestuurders te hebben, de openbare meening gist, woelt en vreest de onzekere, maar dikwijls vreeselijke gevolgen eener klerikale, partijdige politiek, welke tegen recht en rede doorgedreven wordt. Voor het verleden hoeven wij slechts, het historieboek in de hand, op 1857, 1878 en 1884 te wijzen, toen al de wilskracht van onzen grondwette- lijken vorst noodig was, om ons duurbaar vaderland van al de gruwelen eens burger- oorlogs te sparen. In een artikel De toestand in ons land omstreeks de maand April, in het Weekblad verschenen, gaven wij voorbeelden, bewijzen uit de laatste twee jaren klerikaal bestuur, voorbeelden die volkomen onze gezegden be krachtigden nopens den ophoudenden staat kruikje Schiedammer en een karafje anijs binnen gebracht. Deze laatste was de lieve lingsdrank des emeritus'. Het grootste glas der keuken was door den knecht die des majoors goesting kende voor het stekel varken opgezocht en volgeschonken. De dokter stiet met zijn glaasje anijs tegen den Schiedammer des majoors aan, als met een ei tegen een kanonkogel, en sprak een zeer welgemeend libit uit, waarop de brombeer met een heeschen grol antwoordde en het geestrijk vocht door zijne keel joeg. Ah, die spirituslamp! riep M. Pyrrhus uit. Wat? Spirituslamp? snauwde M. Stekel. Ja, D.r Alkali, de chemist, de spiritus lamp! lachte de hooggeleerde dokter, blij iemand gevonden te hebben bij wien hij zijn kollega, naar professors gebruik, kon be lachelijk maken. Weet gij wat hij mij durfde vertellen? Neen? Hewel, 't is nooit gehoord, 't is monstruëus.Hij durfde mordicus houden staan en unguibus et roslro verdedigen, dat Romulus en Remus met de melk eener vossin! eener vossin, hoort gij wel? gevoed zijn geworden. Hewel, hoe vindt gij dat? Die sakkerlootsche domkop! lachte de majoor en trok een mond zoo breed dat zijne knevels zijne ooren raakten. En gij hebt hem van woeling der openbare nieening onder een hevig ultramontaansch ministerie. Natuurlijk geven de katholieke bladen eene andere beteekenis aan de getuigenis der feiten en loochenen de lessen van het verle den, geput uit de onvervalschte, onpartijdige geschiedenis. Voor hen bestaat slechts de woelgeest van het liberalismus en de vreed zaamheid van het klerikalismus. Nochtans zijn de katholieken wel zoo vreedzaam niet gebleven, alsof onze klerikale konfrater (n° 1078) het wel wenscht. Denk eens op het liberaal bestuur van 1878 tot 1884,en zeg dan, na overweging der daadzaken, wie toen de woeligsten, de ruststoorders, de lawaaima kers, de oproerlingen waren En feitelijk stondendie lieden in hun onvaderlandsch werk alleen, omdat de openbare meening, het ver- lichtste deel des volks, weigerde in de woeling deel te nemen. Toen was het de klerikale partij die de onderlaag leed, en door de geestelijk heid geholpen, den schooloorlog aanging, waarin zoo ettelijke treurige episoden voor kwamen. Toen waren de tegenstandsmid delen zoo vreedzaam en zoo wettig niet. De duizende smeekschriften, waarvan de klerikale schrijver gewaagt, waren niet allen onberispelijk en geldig, aangezien menige handteekens aan de goede trouw van welmeenende lieden, met leugens en bedrog, ontfutseld waren! Werden de hoonendste ser moenen niet eiken zondag van den preek stoel afgekondigd tegen den Vorst, zijn bestuur en de wet, door priesters welke door eenen onzijdigen Staat bezoldigd zijn? In de verachterde boerendorpen werd het onder wijzend personeel beschimpt, uitgejouwd, vervolgd zelfs door eene dweepzieke geeste lijkheid, in die goddelijke taak geholpen, door de onverschilligheid van eenen lompen gemeenteraad, van eenen burgemeester, die nochtans onder eed beloofd had de wetten van het belgisch volk na te leven en te eerbiedigenIn den biechtstoel (een hok of komeerekot waar zooveel hatelijkheden in geblazen worden) werden de kinderen tot ongehoorzaamheid tegen hunne meesters en ouders aangedreven, de huismoeder werd tot ongehoorzaamheid tegen haren man aange zet; alle middelen werden openlijk en in 't duister aangewend, oin twist en'tweedracht in de tot dan vreedzame huisgezinnen te sto ken! Men weet maar al te wel, hoeveel schoone huwelijken, door die gevloekte tus- schenkomst der geestelijken, ln een oprecht hellekraam veranderden, waar er getwist, gekrakeeld werd over de keus der school,het geluk der hinders, de eeuwige verdoemenis der ouders en den wil van M. den Pastoor Dat was zeker zoo vreedzaam niet? En alsof de onderwijzers en onderwijze- gezegd, dat het eene hertin was, aan dien bullebak? Eene hertin, eene hertin? wedervoer M. Pyrrhus terechtwijzende. Maar gij zijt er evenmin, majoor! 't Was eene wolvin. Wat zou dat nu? Iemand durfde hem, Ma joor Stekel, tegenspreken, 't Was ongehoord sakkerloot! Eene wolvin, sakkerloot! riep hij uit. Zijt gij van uw zinnen, Pyrrhus? Hoe, van mijn zinnen? Gij wilt schert sen, hee! vermaande heel vaderlijk en ver wonderd de textvaste hoogleeraar. Maar de majoor schoot uit: Schertsen? Wie ik? Bij alle sakker lootsche donders niet! Ik scherts nooit! Eene hertin, zeg ik, en daarmee uit. Ha, ha, ha, ha! schaterde Liza's vader en schokte van pret. Inderdaad heel kluchtig? Eene hertin? Kreeg de majoor eene zinnenverbijstering? Eene her tin! Itisum tenealis! Maar de dappere krijgsheld, die zijn ontzag gekrenkt voelde, stiet een Wat? uit, met zooveel oorlogszuchtige kracht dat de ruiten in de ramen daverden. Ln wat zegt Sandrarl hiervan, pagina 102? ging de professor kalm en kloekberaden voort. HET WEEKBLAD Poporinghe, 6-50 9-09 10-00 12-07 3-00 4.00 6-25 9-05 9-58. Poperinghe-Hazebrouck. 6-50 12-07 6-25. Houthem, 5-30 8-20 11-16 5-20. Komen, 5-30 8-05 8-20 9-58 10-10 11-16 2-41 2-53 5-20 8-58. Komen-Armentiers, 5-30 8-05 11-16 2-53 8-58. Rousselare, 7-4510-45 12-204-10 6-30. Langemarck-Ostende, 7-23 12-22 3-58 6-22. Kortrijk, 5-30 8-20 9-58 11-16 2-41 5-20. Kortrijk-Brussel, 5-30 9-58— 11-16 2-41 5-20. Kortrijk-Gent, 5-30— 3-20 11-16 2 41, 5-20. V.

HISTORISCHE KRANTEN

Het weekblad van Ijperen (1886-1906) | 1886 | | pagina 1