VAN IJPEREN EN HET ARRONDISSEMENT.
Politiek, Nieuws-, Handels- en Annoncenblad.
Eerste Jaar.
Zaterdag 4n December 1886.
Nummer 49.
'IJzerenweg.
Abonnementsprijs voorop betaalbaar: 4 fr. per jaar voor de stad. 4 fr. 50 voor den buiten. Per 6 maanden: 2 fr. 50. Annoncem 15 cent. per drukregel. Rechter
lijke eerherstellingen: 1 fr. per regel. Akkoord per jaar of per maand. 10 centiemen per nummer. Afzonderlijke nummers voor artikels, enz. 8 fr. per 100. Alle
berichten van verkoopingen of andere bekendmakingen ten bureele dezer gedrukt worden eens gratis ingelijfd. De annoncen voor België, ter uitzondering der beide Vlaanderen, alsmede
die voor het buitenland worden ontvangen door den Office de Publieiéé, Magdalenastraat, Brussel. Men wordt verzocht alle hoegenaamde artikels uiterlijk tegen Vrijdag middag vrij en
onderteekend toe te zenden. Artikelen ongeteekend of personnaliteiten bevattende worden niet opgenomen.
Vertrekuren van IJperen naar
Poporinghe, 6-50 9-09 10-00 - 12-07 3-00
Alwie zich laat inschrijven
op dit blad voor het jaar 1887,
zal hetzelfde van heden af tot Nieuw
jaar gratis ontvangen.
Het onderwijs en de klerikale partij.
Indien wij sedert een tweetal jaren met
zulke woede ons volksonderwijs zien ver
nietigen om het te vervangen door een geest-
verstompend en afmattend school-houden,
mogen wij wel aannemen dat de geestelijk
heid, ware kampioen voor de belangen der
ikzuchtige kerk, de uitbreiding des lichts
vreest en daarom tracht het volk in de on
wetendheid te houden. Waar beschaving
doordringt, daar verliest de Kerk haren in
vloed, haar gezag. Het onderwijs wordt dan
te recht als eene kwestie an leven of dood
voor de domperspartij aanzien. Van daar
hare woede en haat
Ha! wij kennen u, schreef Victor Hugo,
wij kennen de klerikale partij, 't Is een oude
partij, welke haren staat van dienst bezit.
Zij trekt de wacht op, bij de poort der ortho
doxie. Zij heeft deze twee wonderbare toe
standen uitgedachtonwetendheid en dwa
ling. Zij verbiedt aan het genie en de weten
schap verder dan het misboek door te dringen
en wil het vrij gedacht in het dogma kluis
teren. I)e vooruitgang, welken Europa op
het gebied der verlichting maakte, geschied
de ondanks de klerikale partij. Hare geschie
denis staat wel in liet boek des menscheiijken
vooruitgangs, maar zij slaat op de keerzijde
geschreven. Die partij heeft alles bevochten:
Zij, of liever de geestelijkheid, (want de
eene versmelt in de andere) deed Primelli
met roeden slaan, omdat hij gezegd had dat
de sterren niet vallen. Campanella verscheen
zeven maal ter vierschaar, om bevestigd te
hebben dat het getal werelden oneindig was
en om eenigzins het geheim der Schepping
onderzocht tc hebben. Door de geestelijkheid
werd Harvey vervolgd, om den bloedsomloop
bewezen te hebben. Met de legende van Jo-
zuë tegen zich als bewijs en steunpunt, werd
Gahleus in den kerker geworpen om gezegd
te hebben dat de wereld draait. En na de
openbare afzwering dier zoogenoemde kette
rij, sprak de groote manEpur simuove»
(En toch draait ze Om wille van aposlel
Paulus's werken, werd Kristoffel Colombus
gekerkerd; Pascal werd in naam van den
godsdienst gevloekt, de oude Montaigne in
naam der zedeleer, en de geestige Molière in
naam van godsdienst en zedeleer.
Ja, ja, hoedanig uw naam zij of verandere.
wij kennen u, klerikale of katholieke partij,
om ket even. 't Duurt al lang genoeg, dat gij
beproeft het menschelijk verstand te dwars-
boomen, aan den leiband te hechten,
En zulke partij zou zich van 't onderwijs
willen meester maken, zij die zoo talrijke
geleerden gekerkerd heeft, deed pijnigen,
vervolgde, omdat zij hadden durven stellin
gen vooruit zetten en bewijzen, welke tegen
de achterkruipersleering der oude versletene
kerk streden
De geestelijkheid, in 't algemeen genomen,
met hare enge gedachten en domme vooroor-
deelen aanvaardtgeen enkelen dichter,schrij
ver, wijsgeer of denker op onvoorwaardelij
ke wijze.
Zij verwerpt alles wat in den zin van
voortuitgang en ontslaving geschreven werd,
gevonden, gedroomd, toegelicht, uitgedacht,
door de geniën ontdekt 't. t. z. den schat der
beschaving, het eeuwenoud erfdeel der ge
slachten, het gemeen eigendom van elks ver-
siand.
Bevocht de geestelijkheid onzen Conscien
ce niet, de ster van Vlaanderen, de glorie
onzer zuidnederlandsche letterkunde? En
kan men wel iets bérispelijks vinden in de
gemoedelijke tafereeltjes welke de Meester
ons zoo natuurlijk, met zooveel bezieling
maalde? Maar zij vreesde meer de gevolgen
van den leeslust, de zucht naar kennis, wel
ke de schrijver door zijne meesterwerken
deed omluiken, voedde en verbreidde, dan
de werken zelve, die evenwel, als met de ze
den strijdend, zorgvuldig uit de godvruchtig
dwepende huisgezinnen gebannen werden op
aanraden des priesters. Daar de schrijver
enkel ons vlaamsche volksleven, de kempi-
sche zeden, zoo trouw mogelijk schetste of
schreef naar hetgeen hij zelf zag en kende,
bracht het verbod van Conscience's werken
te lezen in zich zeiven de getuigenis en be
kentenis mede van de onzedelijkheid onzes
volks?
Zoo handelde de geestelijkheid, die met
schijnheiligheid, krachtens eeuwenoud ge
bruik, voor zich alleen het recht wil aanma
tigen den menscheiijken geest te vormen.
Maar moest de menschelijke geest voor haar
openliggen, als de bladzijden eens boeks, zij
ware bekwaam hem te vernietigen, hem ten
minste te bevlekken.
Het heil des volks ligt in het onderwijs,
zegt AugustBlanqui. 'tlsde algemeenekreet:
Licht! Licht! Daarvan wil de vijand niet hoo-
ren; hij put wanhopig zijne laatste krachten
uit om ons tot de middeleeuwen terug te
brengen.
Zoo is het wel degelijk met ons gesteld.
Een strijd, man voor man, tegen de geeste
lijkheid op het terrein van het onderricht.
Wij voor het recht, de vrijheid, het licht
Het papendom vechte dan voor het onrecht,
de verslaving, de domheid! Aan ons de toe
komst, de dankbaarheid der nieuwe genera-
liëfj^jran hen het misprijzen, de vloek van
tijhg-^ot en nageslacht.
Alhoewel wij voorzien dat de Kerk een
maal waefi'öip, misschien kantele, aangetast
en Q,,hare beginselen, overleverin-
'yWelen, vooroordeelen, zelfs
)6.n)enf?ft.^oor de gezon-
rins te rei menschelijk
N^ïfethe: Immer
*- D. N. T.
de vuist.
K. Loie,de opsteller van het Nieuwsblad,
moet een knorpot van 'ne vent zijn, en bur
gerwacht tegen zijn gedacht; want iedere
maal hij de gelegenheid vindt onze burger
wacht te bespotten, is bij er bijDe wachten
zijn pékins de comblains zijn blaaspij
pen men lacht en gekt met de inrichting,
met de nieuwe modellen van kleeren, met de
nieuwe wapens, met de oefening, enzen
dit alles om te doen zien dat men, om van de
wapenschouwing vrij te zijn, maar 3 fr. 's
jaars moet betalen aan den korporaal-tam
boer, om een zuiver geweer te hebben, 't Is
belachelijk dat er zooveel omwegen gemaakt
worden, prietpraat verteld wordt, om zoo 'n
klein dingetje te beknibbelen zonder het
rechtuit te durven noemen of bekennen.
Dat is niet ridderlijk.
Wilden wij dit beknorren, we zouden het
volgende zeggen: De burgerwacht is voor
degenen die op de rollen gebracht worden
een service personnel et obligatoire.
Het is dus niemand toegelaten, zich aan
v rplichten dienst te onttrekken; zulken
dienst moet hij persoonlijk doen. Als er nu
wapenschouwing bevolen wordt, is het voor
iedere wacht, of wij verstaan de wet niet
meer. Elkeen zou dus daar met zijn geweer
moeten zijn. Het is daarom onrechtveerdig,
dat die wachten, welke hun geweer bij den
korporaal tamboer laten kuischen en onder
houden, ontslagen zijn van eenen verplich
ten dienst. De persoon, welke die toelating
geeft, mag dat niet doen, mag zijnen wil in
de plaats der wet niet stellen.
In de werkelijkheid ware het nutteloos die
wachten te doen komen naar de wapenschou
wingen, maar in princiep ware het juist,
zeer rechtveerdig.
De waarheid a. u. b.
Het Nieuwsblad zegt dat wij zijnen T.
Pot-Breker een complaisante verslagge
ver genoemd hebben. Alhoewel die opstel
ler heel gemakkelijk (zelfs waarschijnlijk)
een complaisante verslaggever is of zijn
kan, hebben wij het hem toch niet gezegd.
Het Nieuwsblad neemt dan weeral zijn
gedacht voor het onze. Maar ter zake.
In n° 1077 van 't Nieuwsblad (21 oogst
1886), werd er over een zeker Leielied ge
sproken, in de prijsdeeling van 't geestelijk
kollegie uitgevoerd; het was «een echt
vlaamsch pereltje, zoo de poëzie als het mu
ziek; men wenschte «schrijver en komponist
hertelijk geluk de schrijver werd als
Gezelle's volgeling voorgesteld, en de kompo
nist als een verdienstelijke discipel van
Peter Benoot»!
Dit deed ons natuurlijk lachen; 't zou ons
den steller dier regelen als complaisante
verslaggever moeten doen verdenken; want
is het waan of platbroekerij er is
hier stellig overdrijving: veel geschreeuw
voor weinig wol.
Toen antwoordde een onzer medewerkers
IJperen bezit een bevoegde criticusdie
bijna aan den hiel van Max Rooses en Dr
Nolet de Brauwere raakt: 't Is T. Pot-
Breker. In zijne krietiek is hij echter zoo
zeer niet te vreezen, als zijn naam het wel
zou laten vermoeden; volgens hem is altijd
alles opperbest, overheerlijk.
lederen tooneelspeler voorzegt hij een
vermaard declamator te worden; iederen
poëet belooft hij eens Vondel te evenaren
en in eiken komponist ziet hij Wagner's
gelijke. Goed dat het kunstblad, waaraan
hij zijne kritiek als primeur schenkt, in de
geleerde wereld onbekend staat, anders
stege een kreet van medelijden op voorden
rechter die zoo den kunstsmaat zijn pu-
blieks weet te louteren. Even verheugd
mogen daarom de slachtoffers zijner be-
oordeelingen wezen, wanneer er op hunnen
ongekenden naam zulke ongepaste verge-
lijkingen gemaakt worden, derwijze dat
men een poëetaster aan Gezelle. en een
beginneling in de muziekkunst aan Peter
Benoit gelijk stelt! Of onze vlaamsche
maestro in dit gezelschap zijn schik vindt
denken wij niet.
In ons blad hebben wij dan nooit de uit
drukking van complaisante verslaggever»
gebruikt, en wanneer het rechtveerdig, eer
lijk, treffelijk, katholiek Nieuwsblad zulks
beweert, kwetst het de waarheid,'t. t. z. het
liegt!
Hap ingelicht.
Het Nieuwsbladvolgens verscheidene
bewijzen welke wij bij gelegenheid opgaven,
werd somwijlen door ons genoemd het blad
van het nieuws3 weken nadien, 't Is nu
nog sterker.
Op 19n Oktober laatst zetelde de werk-
cominissie te IJperen; het Nieuwsblad geeft
over hare werkzaamheden een verslag, inge
lijfd in zijne nummers van 20 en 27 Novem
ber, 't is te zeggen VIJF WEKEN NA DE
ZITTING
Dat heet eene primeuruit den ouden
tijd. Dit verslag is niets dan eene platte,
slaafsche vertaling van den compte-rendu
uitliet Journal d'Ypres. De onwaarheid,
welke het Journal in den mond van eenen
der getuigen gestoken had, wordt nog eens
in het Nieuwsblad herhaald, ondanks ge
dane protestatië. Is 't weer uit eerlijkheid dat
het blad zoo handelt?
Nochtans zijn we eenigzins toegevend, als
we overdenken dat het nog al een ferme toer
zou geweest zijn voor den rédacteur-opstel
ler in dezelfde week zijnen compte-rendu
voor het Journal en zijn verslag voor het
Nieuwsblad te leveren
Iemand overlasten ware hem vóór tijd
doen verslijten!
Over het boek,
net lezen en de boekerijen.
Vervolg.)
Uit overvloed van stof waren we, verleden
Zaturdag, gedwongen het vervolg dezer
kwestie tot dit N1' te verschuiven. Wij had
den dan een eerste artikel van Flandria
overgenomen, welk in het brusselsch blad
verscheen den 6 Juni 1886.
In de drie volgende artikels welke het
kunstblad aan deze zaak wijdt, zijn er twee
betrekkelijk den toestand der stadsvolksboe
kerij en één op iiet misbruik der overvloedige
uitdeeling van fransche prullen in de prijs
uitreikingen. 't Is gemakkelijk verstaanbaar
dat al die onbeduidende werkjes geen nut
stichten in het huisgezin, waar de overgroote
meerderheid der leden geen fransch kunnen
lezen, het maar gebrekkig verstaan en hoe
genaamd geene letterkundige langue uni-
verselle begrijpen.
Dit gezegd, ziehier de drie overige artikels
uit Flandria overgedrukt:
Tweede artikel (13 Juni 1886).
Een uiterst geschikt middel, om door het
verspreiden van goede en nuttige werken,
den leeslust aan te vuren, bestaat in de prijs-
deelingen waar de gegevene boeken, door
tusschenkomst der kinds, den weg nqar den
huiselijken haard nemen. Men houdt hier
jaarlijks prijsdeeling in onze gemeente
scholen, in het gemeente- en bisschoppelijk
kollegie, in de zondagscholen. Welk een uit
muntende gelegenheid om degelijke boeken
bij het volk te doen doordringenHelaas,
van die schoone gelegenheid maakt men geen
gebruik.
»_ln het Volksbelang van 17" Januari
1885, lezen wijIn de stad IJperen wonen
«11211 nederlandsch- sprekende burgers en
430 fransprekende burgers, benevens 3354
die twee talen machtig zijn. (Wij hebben
zelf het woord machtig onderstreept, omdat
wij er de aandacht op vestigen.) Welke is de
plicht van wereldlijke en geestelijke overhe
den, tegenover de welsprekendheid dier cij
fers In de prijsdeelingen vooral V laam-
sche werken uit te deel en.
En dit is niet zooEr komt zelfs geen
Vlaamsch boek tegen 25 Fransche prulwerk
jes. Zelfs geeft inen Fransche zeever voor
prijsboek in de Vlaamsche taalEn wanneer
men, tegen alle gewoonte, aan leerlingen
der hoogste klassen eenige Vlaamsche wer
ken als prijzen geeft, zijn deze leerlingen
veelal buitenkinders of kostgangers, die na
de plechtigheid, hun boek naar het geboorte
dorp mededragen, zoodanig dat er van de
weinig Vlaamsche uitgedeelde werken bijna
geene in IJperen-stad blijven. Het volk, gee
ne voldoende werken onder de uitgedeelde
prijsboeken vindende, gaat zich dan in de
stadsboekerij gerieven. Deze bestaat uit de
Bibliothèquepublique en uit de Bibliothè-
que populaire.
De eerste is zeer rijk en bevat kostelijke
werken, vooral sedert de aanhechting der
boekerij van wijlen den Staatsminister Alf.
Vanden Peereboom. Hare waarde en rijkdom
ingezien, wordt ze betrekkelijk weinig be
zocht.
De Bibliothèque populaire is arm, be
vat uitnemend veel vodden, öuderwetsche
nietswaardige boekjes, welker verzameling
ik geen 50 frs betalen wou. En toch wordt
de boekerij bezocht, en daar de voorraad
ware nuttige werken zeer beperkt is, ofwel
HET WEEKBLAD
4.00 6-25 9-05 9-5S.
Poperinghe-Hazebrouck, 6-50 12-07 6-25.
Houthem, 5-30 8-20 11-16 5-20.
Komen, 5-30 8-05 8-20 9-58 10-10 11-16
2-41 2-53 5-20 8-58.
Komen-Armentiers, 5-30 8-05 11-16 2-53
8-58.
Rousselare, 7-4510-45 12-204-10 6-30.
Langemarck-Ostende, 7-23 12-22 3-58 6-22.
Kortrijk, 5-30 8-20 9-58 11-16 2-41 —5-20.
Kortrijk-Brussel, 5-30 9-5811-16 2-41 5-20.
Kortrijk-Gent, 5-30 3-20 11-16 2 41, 5-20.
-iech'°&!jr