VAN IJPEREN EN HET ARRONDISSEMENT. Politiek, Nieuws-, Handels- en Annoncenblad, DE SCHAPEKOP. Eerste Jaar. Zaterdag 18n December 1886. Nummer 51. IJzerenweg. Abonnementsprijs voorop betaalbaar: 4 fr. per jaar voor de stad. 4 fr. 50 voor den buiten. Per 6 maanden: 2 fr. 50. Annoncen: 15 cent. per drukregel. Rechter lijke eerherstellingen: 1 fr. per regel. Akkoord per jaar of per maand. 10 centiemen per nummer. Afzonderlijke nummers voor artikels, enz. 8 fr. per 100. Alle 'berichten van verkoopingen of andere bekendmakingen ten bureele dezer gedrukt worden eensj, gratis ingelijfd. De annoncen voor België, ter uitzondering der beide Vlaanderen, alsmede die voor het buitenland worden ontvangen door den Office de Publicité, Magdalenastraat, Brussel. Men wordt verzocht alle hoegenaamde artikels uiterlijk tegen Vrijdag middag vrij en onderteekend toe te zenden. Artikelen ongeteekend of personnaliteiten bevattende worden niet opgenomen. Vertrekuren van IJperen naar Poporinghe, 6-50 9-09 10-00 12-07 3-00 4-00"6-25 9-05 9-58. Poperingbe-Hazebrouck. 6-50 12-07 6-25. Houthem, 5-30 8-20 11-16 5-20. Alwie zich laat inschrijven op dit blad voor het jaar 1887, zal hetzelfde van heden af tot Nieuw jaar gratis ontvangen. Het tipje der ooren. Het Nieuwsblad, in zijn nummer 1093, 21e jaar, le bladzijde, 2e kolom, kan moeilijk zijnen wrevel verkroppen omdat het ergens gewaar werd dat de stevigste eensgezindheid op het punt is wederom volop in het liberale kamp te heerschen. Wij zeggen op het punt is, om er te heerschen, en het Nieuwsblad, dat er meer dan wij van weten wil, zegt en verzekert, spottenderwijs wel te verstaan, dat de IV het hoofd in den schoot gelegd en volkomene gehoorzaamheid gezworen heb ben. Het Nieuwsblad weet nochtans zoo goed als wij, als het zulks maar weten wil, dat het bij de liberalen, die verdraagzaam zijn, niet is dat er volkomene gehoorzaamheid en onderwerping gezworen wordt. Waarschijn lijk heeft het eens, al ware het maar om de gewoonte niet te verliezen, willen onze partij beoordeelen, naar hetgene dagelijks in de zijne gebeurt. De IV, zooals het Nieuwsblad onze Raads- heeren noemt, die in de godshuizen noodige hervormingen eischten, kunnen heel gemak kelijk met de overige Raadsheeren en libe ralen medestrijden voor de zege der vrijzin- nigge gedachte zonder daarom het hoofd in den schoot te leggen of volkomene gehoor zaamheid te zweeren en er kan heel ge makkelijk eene toenadering bewerkt worden tusschen den heer Burgemeester en de IV zonder dat de eerste zijne toevlucht neme tot fransche of eigenliefdestreelende kompli- (ie Vervolg.) Loontjens zamelde de uitnoodigingsbiljetten der konijnen in, en liet heel plechtig weten, dat Zijn Hoogedelgestrenge, M. Smikkel, met bezigheden overlast was. Die overlast bestond namelijk hierin, dat de ambtenaar, uit het karton: Punitions administrativeseene doos manillas trok, een dier geurige cigaren opstak, en met de voeten over zijn lessenaar gekruist, lekker begon te rooken. Te 11 ure juist klonk de bel, in't hoekje. De achtbare burgemeester riep zijnen eersten dienaar, Smikkel. Vier portefeuilles, gevuld met eenige dossiers en wel driemaal zooveel riemen grauw papier, werden door Loontjens naar des burgemeesters kabinet gekruid. De boodschapper blies en hijgde zoodanig onder zijnen last, dat het vulqumpecus der lagere beambten noodzakelijk uitroepen moest: Wat is ons divisie-hoofd toch een met werk overlast man! De Brouckere zat voor zijn lessenaar. Kalm en steeds ernstig, herinnerde het gelaat van den waardigen magistraat aan de strenge en edele trekken van den Grooten Zwijger. Met eene diepe reeks buigingen en de noodige men ten, zooals het Nieuwsblad spottend zegt. Beiden hebben enkel het algemeen belang der liberale partij boven zaken van onderhavig belang, misschien wel persoon lijke kwesties, te stellen om seffens elkander de hand te drukken en gezamentlijk eensge zind, in dichte gelederen den algemeenen vijand, het klerikalism te bevechten en in het zand te doen bijten. Komt die stevige eensgezindheid tot stand, wordt die strijd in dichte gelederen tegen de klerikalerij weldra eene wezenlijkheid,zooals wij het met volle betrouwen hopen, dan zullen de klerikale hoofdmannen zich wel tweemaal bepeinzen vooraleer den strijd aan te gaan, want dan zijn zij maar al te zeker, eenige meterslange buizen gratis te krijgen. De tweedracht moest hier te IJperen den val der liberalen en de opkomst der klerika- len bewerken; maar eenmaal dat die twee dracht voor de volkomenste eendracht de plaats ruimen moet, dan ook valt het plan der klerikalen heel en gansch in duigen. Zij hebben dan geene de minste hoop meer ooit ons stadhuis te beklimmen. Van daar de woede van 't Nieuwsblad, bij het vernemen dier opkomende en aangroeiende eensgezind heid der liberale leiders. Denk niet dat bet Nieuwsblad ongerust zijn zou in den .twist of de overeenkomst der liberalen, warè het niet dat het voor hem en zijne patroons eene kwestie van leven óf dood is. Al zijn gespot met die overeenkomst gaat niet hooge boven.zijnen neus, zij is een doorn in zijnen voet, wtés er zeker van; ook doet het met al zijn geschrijf niets anders dan het tipje zijner ooren laten zien. 't Arm bladje! 'uitgaco\Wv Oorsprong van het woord Geuzen. Het was in 1566. Sedert lang reeds lag ons ongelukkig land onder liet hatelijke Spaan- sche juk te zuchten. Van in het begin der 16e eeuw bad de hervormer Luther, zoowel in Zuid- als in Noord-Nederland, talrijke aan hangers gevonden. Het getal ketters groeide dfjürr ijks aan, in zoo verre dat Keizer Karei (Weelde dat de bisschoppelijke en pauselijke 'nqaifiteurs (die sedert het begin der 13e eeuw bestonden) niet sterk genoeg waren om de kett'juffie besmetting te onderdrukken. besloot hij de Inquisitie in de tfg^jfeAsteviger gronden in te rich- scherpen. Zon- ^ïardigde bij op bevel uit, dat van de versterkte lachjes trad Smikkel nader. Hij was zoo plat en nederig hier, als hij in zijn kantoor jegens zijne minderen verwaand en hooghartig was. Hij kwam met een praatje voor den dag van zekere beambten,welke, naar 't scheen, in de herberg zich toelieten niet met den verplichten eerbied over de handelingen van 't Bestuur te spreken. Doch, daar bij die beambten niet noemen kon, en De Brouckere dien dag weinig lust bad zich verdichte praatjes te laten voordisschenmoest hij maar vooruitkomen met de dienstzaken, en namelijk met zijn voorstel nopens den scha- pekop, en de stellige voorschriften van art. 47bis 2, lilt. F. primo. Zou men dat ding niet wat steviger kunnen vasthechten? vroeg de verstandige magistraat, die niet graag oorzaak tot onge noegen gaf. Onmogelijk,M. de Burgemeester,kwekte Smikkel. De schapekop is uit baksteen daarbij duiven nestelen erin, en gij verstaat, de hoeden der dames... grijnslachte hij, met divisie-hoofdachtige geestigheid. Nu, als de hoeden der dames in 't spel zijn, laat den kop dan maar verdwijnen, besloot de magistraat en parafeerde. III. Het was acht dagen lat t, Ik zou dien Godverloenschen papier krabber den hals kunnen breken, tierde Van Nederlandsche Inquisitie der ,16e eeuw. Dit stuk was eene volmacht door den Keizer verleend aan Frans Van der Hulst, om als inquisiteur in de Nederlandsche gewesten werkzaam te zijn. Velen werden alom in de Nederlanden wegens ketterij 't zij ter dood 't zij tot gevan genis of andere straffen veroordeeld. In 1525 werd Lamps Motton hier te IJperen onthoofd en Johanna Van Santhoven te Mechelen levend begraven. De pastoor van Melsen (tus schen Oudenaarde en Gent) die de nieuwe leer in 't open veld predikte, omdat zijne kerk te klein was om de toegestroomde toe hoorders te bevatten, werd reeds in liet vorige jaar in eenen lederen zak genaaid en in de Schelde versmoord. En zoo met honder den anderen. Ondertusschen had de Keizer door het afkondigen van nieuwe verordeningen of plakkaten getoond, dat hij de ketters en hunne aanhangers strenger en strenger wilde zien behandelen. De plaats ontbreekt ons om den inhoud van alle die plakkaten hier op te geven. Wij zullen ons slechts bezig houden met het plakkaat van 14 October 1529: De Keizer stelt daarin, zooals in bet voorgaande, op nieuw vast, dat de ketterij in de Nederlanden dagelijks toeneemt, en dat degenen, die reeds door de Inquisiteurs of door de wereldlijke rechters geboet of gestraft werden, gedurig in hunne dolingen hervallen. Daaruit besluit hij dat de straffen niet streng genoeg zijn. De drukkers, schrijvers, koopers.verkoopers, uitdeelers, lezers, bezitters, ontvangers, ver dedigers of zelfs besprekers van kettersche schriften van Lutber, Wiclef, Huss, enz., zullen een derde van bun goed verliezen en eeuwig gebannen worden. Hetzelfde verbod geldt ook voor de kettersche Nieuwe Testa menten door Adriaan van Bergen, Christoffel van Remonde en Johannes Zei gedrukt en andere dergelijke werken, vooral voor dege ne, die sedert de laatste tien jaren zonder vermelding van schrijver of drukker ver schenen zijn. Evenmin is het toegelaten spot beelden of printen opGod.de Maagd Maria of de heiligen te maken of te bezitten, of integendeel echte heiligenbeelden te vernie tigen. Alle kettersche schriften moeten vóór 25 November door hunne bezitters aan de overheid afgeleverd worden oin verbrand te worden. Dit alles op doodstrafzonder genade! De hervallen ketters zullen verbrand worden; van de anderen zullen de mans ont hoofd, de vrouwen levend begraven en hunne hoofden op staken tentoongesteld worden, behalve nog de verbeurte hunner goederen. Zoen, toen de politiedienaar hem 't dwang bevel bracht aangaande den schapekop. Die schurk Gelief dat te zeggen als ik vertrokken ben, mijnheer, raadde de agent hem aan. Ik zou verplicht zijn tegen u verslag op te maken, voor smaad jegens een stadsambte naar, in 't uitoefenen zijner bedieningen. Drinkt gij 'nen druppel? vroeg Van Zoen zeer zenuwachtig. De dienaar der wet ledigde een half scheut klaren - en vertrok. Maar, vader, zei Frans, stel u toch zoo niet in gramschap. Wij zullen den kop weg nemen en een hokje maken voor de duiven aan den achtergevel. Gij spreekt er op uw gemak van, gij, antwoordde de meubelmaker, trok een papier uit de schuiflade en wierp bet op de tafel. Daar lees! Frans las: Ik, Judocus Koen, verkoop bij deze een huis, gestaan en gelegen Boterstraat, 111, aan sieur Jef Van Zoen, voor den prijs van elf duizend frankonder voorwaarde; Primo dat dit huis, bijgenaamd den Gouden Schapekopzijn ornament op den voorgevel, zijnde een verguld rainshoofd, blijve bewaren, op pene voor den houder van duizend frank te storten in de kas van den arme, wanneer hij dezen kop doet verdwijnen, tenware het huis bij ongeluk Ook op de vreemdelingen waren deze bepa lingen van toepassing. De Keizer schijnt het zelf gevoeld te heb ben, dat deze straffen onmenschelijk waren; want dadelijk voegde bij er bij, dat het hem niet te doen is om iemands leven of goederen, maar om het behoud van 't geLoof en van de openbare rust. Daarna komt bet plakkaat nog terug op de kettersche schriften. Het verbiedt den Bijbel te vertalen, te schrijven, te drukken (of zelfs te binden) in 't Nederlandsch of in 't Fransch of in eene andere taal dan Latijn. De herbergiers en hotelhouders moeten de bij lien verblijvende ketters binnen de veer tien dagen aanklagen en er in bet vervolg geen meer ontvangen, op "doodstraf en ver beurte der goederen. Om de ketterij spoediger uit te roeien wordt aan den aanklager de helft der ver beurde goederen beloofd, indien de waarde dier goederen beneden de 100 pond grooten blijft; zoo niet, zal de aanklager van 't overi ge nog een tiende deel ontvangen. De rest zal den Keizer toekomen en, God ter eere, aan godvruchtige en goede werken besteed worden. Men moet bemerkt hebben, dat in dit plak kaat de kwistige toepassing der doodstraf onder hare hachelijkste vormen en de hooge premiën aan de verklikkers beloofd eene verschrikkelijke verscherping, der vroeger genomen maatregelen waren. Een geleerd katholiek geschiedschrijver, wijlen Prof. Edm. Poullet van Leuven, noemde het te recht: Een drakonisch stelsel, onzinnig, weder rechtelijk, wreed in zijnen eenvoud, dat van geen hoegenaamd onderscheid rekenschap hield en met dezelfde straf [den dood'daden trof, waarvan de strafbaarheid en de inwen dige belangrijkheid geheel en al verschillend waren. Ziedaar dus de verschrikkelijke wetgeving daar Keizer Karei in de Nederlanden geves tigd om er het opkomende Protestantisme te versmachten. Hoe vervult zij ons lieden met afgrijzen en walg! Is bet dan te verwonderen dat duizende ambachtslieden en handelaars ons land verlieten om in veiliger plaatsen ongestoord hun bedrijf te kunnen uitoefenen! Enkele jaren waren er noodig om onze rijke en vruchtbare provinciën in een arm en verlaten land te herscheppen. Ha! wat af schuwelijke misdaden heeft de Roomsche geestelijkheid niet moeten plegen om hare heerschappij over het Vlaamsche volk te kunnen behouden! Slot volgt.) faljiet ging, in welke veronderstelling de houder last heeft gemelden vergulden scha- pekop af te nemen. Hier volgen de andere voorwaarden. Maar dat is belachelijk! riep Frans. Zooveel -gij wilt, zei Van Zoen, maar 't is de verkoopakte. Meester Dellarok is gelast die uit te voeren, nu Koen dood is. M. Koen was die originate bankier, over eenige jaren meer dan tienmaal iniljonnair gestorven. Sakkerloot! dacht Frans en krabde in zijn haar. Ei, ei! hoorde men op straat roepen. Hij is daar, hij is daar! Een ladder, een ladder!... Frans liep buiten zien. De neuzen vaneen tiental personen waren naar den schapekóp gericht. Hij, die daar zat, was jufvrouw Juslina's kanarievogel, die middel had ge vonden zijn kooitje te veriaten. Het arme meisje stond ook daar naar haar vogel (je te kijken, en tranen stonden in hare niooie blauwe oogen. Want mooi was ze, met hare fijne slanke gestalte en hare gitzwarte vlech ten; het echte beeld barer zalige moeder, verzekerde de buurt. Zij leek niet in het ininst aan haar papa, noch naar lijf, noch naar ziele. De kanarievogel zat op den nog overgeble ven hoorn van den schapekop en iloot een lustig deuntje. Baas Van Zoen bad er heel HET WE Komen, 5-30 8-05 8-20 9-58 10-10 11-16 2-41 2-53 5-20 8-58. Komen-Armentiers, 5-30 8-05 11-16 2-53 8-58. Rousselare, 7-45 10-45 12-20 4-10 6-30. Langemarck-Ostende, 7-23 12-22 3-58 6-22. Kortrijk, 5-30 8-20 9-58 11-16 2-41 —5-20. Kortrijk-Brussel, 5-30 9-58 11-16 2-41 5-20. Kortrijk-Gent, 5-30—3-20 11-16 2-41, 5-20. t -

HISTORISCHE KRANTEN

Het weekblad van Ijperen (1886-1906) | 1886 | | pagina 1