TAN IJPEREN EN HET ARRONDISSEMENT.
Pditiek, Nieuws-, Handels- en Annoneenblad.
DE SCHAPEKCP.
Tweede Jaar.
Zaterdag 1" Januari 1887.
Nunmer 1.
Abonnementsprijs vooop betaalbaar: 4 fr. per jaar voor de stad. 4 fr. 50 voor den buiten. Per 6 maanden: 2 fr, 50. Annoncen: 15 cent. per drukregel. Rechter
lijke eerherstellingen: 1 fr.per regel. Akkoord per jaar of per maand. 10 centiemen per nummer. Afzonderlijke nummers vo.jr artikels, enz. 8 fr. per 100. Alle
berichten van verkoopingen i andere bekendmakingen ten bureele dezer gedrukt worden eens gratis ingelijfd. De annoncen voor België, ter uitzondering der beide Vlaanderen, alsmede
die voor het buitenland wordl ontvangen door den O/fice de PubUcité, Magdalenastraat, Brussel. Men wordt verzocht alle hoegenaamde artikels uiterlijk tegen Vrijdag middag vrij en
onderteekend toe te zenden. -Artikelen ongeteekend of personnaliteiten bevattende worden niet opgenomen.
Het Vlaamsch in het (Herwijs.
In deze laatste tijden werd eiveel gespro
ken over de nederlandsche taain zake van
onderwijs, en over haar geiuik voorge
schreven door de wet van 15 Juni 1883.
Deze wet men weet het vtf-d door een
liberaal ministerie voorgedrag), door de
liberalen ondersteund en door me liberale
Kamermeerderheid gestemd. Ale liberalen,
die daartoe medegeholpen helen, zouden
dus van praktischen zin en geïnd verstand
beroofd zijn, om aan het voonrengen dier
monsterachtigheid, de hand ge'end te heb
ben.... volgens het zeggen vanindere zeer
verstandige liberalen die allebeoordeelen
en beknibbelen Yan de ongenaibare hoogte
hunner superioriteit
Eenigen dier kwaadwilligenpan zelfs zoo
ver, in hunne verblindheid een klerikaal
te zien, in eiken overtuigdeivlaming, al
ware hij zelfs eén flamingant.
Neen, al de flaminganten zi geen kleri-
kalen; velen onder hen zijn mojige strijders,
die zouden punten geven aan mmige hoog
hartige herberg-redenaars di in zake van
politiek op hunne borst zoudemogen schrij
ven: mossel en op hunnen ru: visch!
En om te bewijzen dat de Varasche zaak
en beweging geene uitsluincl klerikale
machine mag genoemd wordt, ziehier hoe
de Liberale Vlaamsche Bond ui Antwerpen
zich uitdrukte, in een vertooghrift aan den
Minister Thonissen, over df taalwet van
1883, het gebruik van hetKederlandsch
regelende in het middelbaar oierwijs:
Antwcim, 1886.
Den Heere Minister van Bvmlandsche
Zaken en Openbaar Over w ijs te
Brussel.
Heer Minister,
Met groote voldoening heeft dj Bestuur
raad van den Liberalen Vlaaméen Bond
van Antwerpen, uit het leerprogrnma van
het koninklijk atheneum voor het'shooljaar
1886-1887, vernomen dat de toepsing der
wet van 15" Juni 1883 op het gruik der
Nederlandsche taal in het Middelbir Onder
wijs, welke wet alreeds op gerije schaal
werd uitgevoerd gedurende het wgaand
schooljaar, te beginnen met. l'October
aanstaande zal voortgezet en uitgebid wor
den.
Wij houden ons overtuigd dat die maat
regel den bloei van ons koninklijk heneum
(3e Vervolg.)
Sedert het voorval met den liauaevogel
had hij meer dnn ooit aan Juslinageij'oomd.
Eiken morgen groette zij hem vriepdJk van
aan haar kamervenster. Doch otriliïr een
woordje te spreken bood zich noot ene ge
legenheid aan. Overigens, noch ci neubel-
maker noch de stadsklerk zoudehpng ge
toefd hebben zulks te bemerken, eiWee dan?
Doch Frans studeerde van 's mrgens tot
's avonds eraan, hoe hij met de live buur
vrouw in gesprek zou geraken. Hij 'as voor
al nieuwsgierig om te weten hoe 'dcpnarie-
vogel het maakte. Docli hoe, watteer en
waar dat gevraagd
Een lichtstraal schoot over een par dagen
door zijn brein. Hij nam een plakje en
schreef er met krijt op
Goeden dag, jufvrouw. Hoe v.art de
vluchteling?
Stout gesproken was steeds goed, lad hij
hooren zeggen. Hij wilde probeeren.
loenJustina van haar werk he hoofd
ophief, toonde Frans haar het plan je. Zij
■werd hevig rood, stond open ging van 't
venster weg,
Duivels! dacht Frans, ik bn een
zal helpen bevorderen en ten nutte der stu
diën strekken zal Het spijt ons dan ook dat
enkele belanghebbenden, het nut en de bil
lijkheid dezer toepassing niet inziende, bij
U hebben durven aandringen op de inrich
ting van een dubbel régime, waarvan de
invoering, naar onze meening, niet genoeg
zaam gewettigd is door de omstandigheden
en, van een anderen kant, gevaren zou op
leveren, welke al de heilzame gevolgen, die
algemeen van bedoelde taalwet verwacht
worden, zouden vernietigen.
Wij achten het ons dus ten plichte, Heer
Minister, U eerbiedig te verzoeken, dat Gij,
in het genomen besluit volhardend, de taal
wet van 1883 zoudt handhaven en hare voor
schriften in het atheneum van Antwerpen,
evenals in de middelbare school van den
Staat, zoudt doen eerbiedigen.
Daar het, langs den thans gevolgden weg,
nog minstens vijf jaar duren moet vóór dat
de wet alhier in haar geheel zal toegepast
worden, is het klaarblijkend dat voor nie
mand eenig ernstig bezwaar kan rijzen uit
deze trapsgewijze invoering,en dat daardoor
bijgevolg niemand benadeeld, geen wezenlijk
belang gekrenkt wordt, terwijl van een
anderen kant, de voortreffelijke inzichten
van den wetgever langzamerhand zullen
verwezenlijkt worden.
Inderdaad, Heer Minister, wij meenen
er uitdrukkelijk te mogen op wijzen, indien
de taalwet van 1883 gesteund is op een
paedagogischen grondslag, zoo heeft zij echter
eene maatschappelijke beteekenis, die zich
veel verder strekt dan de enge grenzen der
school zelve.
Het is wel stellig eene hoofdwaarheid der
opvoedkunde, dat het aanvankelijk onderwijs
moet gegrond zij n op de moedertaalniemand
kan dit betwisten. Het is daarom dat, in de
voorbereidende afdeelingen der middelbare
scholen van het Vlaamsche land, het onder
wijs in het Nederlandsch moet worden gege
ven, te zelfder tijd als de leerlingen in de
kennis der Fransche taal onderwezen worden,
ten einde de Fransche leergangen eener
hoogere afdeeling met vrucht te kunnen
volgen.
Indien de wet nu voorts wil, dat gedurende
den heelen verderen duur der studiën in de
eigenlijke middelbare scholen en atheneums,
niet alleen de leergang van Nederlandsch en
de beginselen der Hoogduitsche en Engelsche
taal, maar daarenboven twee andere leer
gangen in het Nederlandsch onderwezen
worden, dan is het, omdat eene meer dan
dertigjarige ondervinding bewezen had, hoe
dwaaskop. Zij is verstoord en verontwaar
digd. Als haar vader 't weet, zal er wat
schandaal zijn. Duivels, duivels!
Hij was schrikkelijk verlegen.
Doch een poosje nadien kwam zij terug en
toonde hem eene oude lei waarop er geschre
ven stond:
Hij is gezond en zingt. Ik dank u.
Zij was vertrokken om uit haar sinds lang
geborgen schoolgerief dat nieuwe middel van
gedachten wisseling te gaan opzoeken.
Franses inval was dus gelukt. Daarom
ging hij nu eiken middag, onder voorwend
sel van dringend werk, naar boven.
Onder andere meer, zullen wij hier aanha-
en uit de gehouden correspondentie
le dag. Iiij. Gij hebt mij niet te
bedanken; om u aangenaam te zijn, brak ik
geerne den hals.
Zij. Zooveel waaghalzerij zal u eens
duur komen te staan, Frans. Ik bid u, wees
voorzichtig. Geloof aan mijne eeuwige er
kentelijkheid.
2e dag. Hij. Ik wou dat ik kanarie
vogel was.
Zij. Waarom?
Hij. Om steeds bij u te zijn.
Zij. O! Deugniet.
3e dag. Zij. Weet gij niet wat er in
den Dierentuin te doen is?
Hij. Jawel, nachtconcett met dissol-
vingvieios. Komt gij er?
nuttig, hoe noodzakelijk, hoe onmisbaar liet
is voor de Vlaamsche burgerij der middel- en
hoogere standen, hare moedertaal op eene
behoorlijke wijze te kunnen gebruiken in het
maatschappelijk verkeer.
De wetgever wilde den dam wegbreken,
die de lagere van de hoogere standen af
scheidt; de zonen der meer gegoede burgerij
zouden voortaan in staat worden gesteld om
hunne gedachten, ook over anderezaken dan
die van den gewonen omgang, in een zuiver
en sierlijk Nedérlandsch uit te drukken. Zoo
hoopte men den beschavenden invloed der
meer verlichte standen op de minder begun
stigde te bevorderen, en daardoor liet gemid
deld peil der algemeene beschaving te ver-
hoogen.
Het is eene maatschappelijke noodzakelijk
heid, dat alle burgers met elkander kunnen
verkeeren, dat vooral diegenen,welke geroe
pen zijn in de samenleving eene meer gewich
tige rol te vervullen, steeds in betrekking
kunnen blijven met de volksklas. Daartoe is
er een gemeenschappelij k werktuig voorde
uiting der gedachten noodig, het is te zeggen
eene gemeenschappelijke taal, waarvan de
meer geleerde zich in elke omstandigheid
van het openbaar als van hét bijzonder leven,
met gemak kan bedienen.
De verfranschte inrichting van liet mid
delbaar onderwijs sedert 1850 had dit groot
maatschappelijk belang geheel uit het oog
verloren, en alzoo een toestand in het leven
geroepen, waar van de voortduring aliernood-
iottigst zou zijn voor de hoogste belangen des
lands.
De wet van 1883 is eene eerste ernstige
poging om daaraan verbetering toe te bren
gen het is daarom, dat wij niet gedogen
kunnen, dat eene schendende hand aan dit
werk worde geslagen.
Nog in een ander opzicht, is de bedoelde
wet van het grootste gewicht. Zonder haar,
zou de toepassing der beide andere taalwet
ten van 1873 en 1878, alsmede elke verbete
ring of vollediging welke mettertijd aan deze
wetten zou kunnen gebracht worden, onver
mijdelijk op onoverkomelijke moeielijkheden
en practisclie bezwaren stuiten.
Hoe zullen, inderdaad, de bestuurlijke
overheden van allen rang, de rechters, aclvo-
katen, leden der parketten, enz. de verplich
tingen kunnen vervullen, die hun door de
bedoelde wetten zijn opgelegd, indien zij
geene voldoende kennis van het Neaèi laudscti
bezitten om deze taal in de uitoefening hun
ner bediening op gepaste wijze te gebruiken?
En indien dit niet liet geval is, zal elke
Zij. Ja, met vader.
Hij. Helaas!
Daags na hei feest in de Zoölogie.
Hij. De band, weike ik terloops in den
donkeren u drukte, gloeit mij nog. Ik ben
zoo gelukkig.
Zij. Zoo, zoo! En waarom dan?
Hij. - Omdat ik u bemin. En gij
Nauwelijks had het meisje dat gelezen of
zij verdween van 't venster, doch eenige
minuien nadien verscheen eene hand, die de
lei hield, waarop stond:
Dat weet gij wel.
Om dat te bekennen durfde 't meisje zelf
zich niet toonen.
Van dien dag af gelastte Frans de brieven
post met het overbrengen zijner verklarin
gen. Hij schreef het adres met eene fijne pen
en een licht meisjesschrift alsof er eene vrien
din schreef. Dit met het doel de waakzaam
heid van Argus Smikkel te misleiden. Na
zijn zesden brief, begon liet meisje te ant
woorden. Zij ontmoetten malkander ver
scheidene malen op de wandeling en waren
welhaast zoo smoorlijk verliefd, dat heel de
buurt het wist, uitgenomen de vaders zeiven
van onze burgerlijke Romeo en Juliët.
IV.
Ja, de stad Brussel had het geding gewon
nen, dat de meubelmaker Van Zoen tegen
haar had ingespannen
overwinning, met zooveel inspanning en
moeite door de Vlaamsche bevolking op het
gebied barer taal behaald, slechts eene be-
driegelijke voldoening, eene ware teleurstel
ling blijven.
De wet van 1883 beantwoordt dus aan
eene maatschappelijke behoefte van het aller
grootste belang; zij is, in de inzichten derge
nen die haar stemden,eene wet van openbare
orde. Het is dus strijdig met elk gezond be
grip van staatkunde en recht, de toepassing
dezer wet afhankelijk te maken van bestuur
lijke willekeur of onwil, persoonlijke voor
liefde of tegenzin, modezucht, enz.
Waar het openbaar belang gebiedt, moeten
beschouwingen van ondergeschikten aard
zwichten.
Wij kunnen dan ook niet aannemen, dat
de inrichting van een dubbel stelsel, waar-
tusschen de huisvaders, naar eigen, veeltijds
bekrompen inzicht, vrijelijk zouden kiezen,
de uitvoering der wet zou komen verhinde
ren of beperken. Want op die wijze zou de
geest der wet overtreden, de bedoeling van
den wetgever geheel miskend worden.
Dit wil echter volstrekt niet zeggen, dat
wij ons zouden verzetten tegen het nemen
van zekere maatregels, welke alleen voor
doel zouden hebben, de in- en uitvoering dei-
wet te vergemakkelijken, of de moeielijkhe-
den uit den weg te ruimen, die in zekere
omstandigheden uit hare toepassing zouden
kunnen voortvloeien.
Reeds in 1881, heeft de bestuurraad van
den Liberalen Vlaamschen Bond zich in
dezen zin uitgedrukt, en bewijzen gegeven
van zijne gematigdheid in het voorstaan van
de eischen der Vlaamsche bevolking.
Zoo zou hel kunnen gebeuren dat een leer
ling, geboren in de Waalsche gewesten, en
geheel onbekend met de eerste beginselen
onzer taal, in den beginne moeite zou hebben
om zekere Nederlandsche leergangen te vol
gen. Ten behoeve van zulke leerlingen, zou
den wij wel kunnen aannemen, dat er afzon
derlijke afdeelingen werden ingesteld, indien
althans het aantal dergenen, die in dit ge
heel uitzonderlijk geval verkeeren, aanzien
lijk genoeg werd geacht om de kosten dezer
verdeeling te wettigen.
Het spreekt echter van zelf, dat wij dan
ook zouden aandringen op hei nemen van
denzelfden maatregel ten voordeele van
Vlaamsche leerlingen, welke in een geval
van denzelfden aard zouden verkeeren in de
middelbare scholen en atheneums van de
Waalsche gewesten.
I' De gemeentewet kent aan de gemeente
duidelijk het rechttoe van langs den open
baren weg de politie en de orde te handha
ven. Zij mag de schadelijke, ongemakbarende
eu gevaarlijke gestichten aan eene verorde
ning onderwerpen, en wat is nu wel gevaar
lijker dan een meubelmakerswinkel met een
vergulden sohapeköp aan den voorgevel,
stekende meer dan 0m85 boven het betreden
pad uit, welke schapekop reeds een hoorn
verloren heeft, ergo, zijn heel evenwicht
zou kunnen verliezen, en die daarenboven
huisvesting geeft aan een koppel duiven,
welke enkel schijnen geboren te zijn om dé
goede burgers te bevuilen?
Zoo redeneerde het divisiehoofd Smikkel.
Maar de veroordeelde verweerder rede
neerde teenemaal anders.
De hoop doctrinairs, die de rechtbank
uitmaken, zoo dacht hij, geven altijd gelijk
aan de papierkrabbers van hun soort. Moeder
Themis beveelt de Belgen om hen te beletten
elkaar te bestelen. Zeer proper! Nog proper
der is mijn toestand; 1400 fr. proceskosten
en 300 fr. boet! Hoe zal ik er komen? Had ik
liever den kop naar beneèn gehaald en 1000
fr. aan de armen gegeven, zooals 't mijne
vrouw zei. En zeggen, dat die ellendige
schurk van een penneükker mij die poets
heeft gespeeld. Vreesdeik niet meer 't gevang
dan God den Vader, ik sloeg hem zie, ik sloeg
hem... (Wordt voortgezet).
HET