VAN ÏJP2REN SN HET ARRONDISSEMENT.
Politiek. Nieuws-, Handels- en Annoneenblad,
Belangrijk Bericht.
BE FAMILIE fiBIiPIOUT.
Tweede Jaar.
Zaterdag 12" Maart 1887.
Plaatsvervangers door vakmannen
beoordeeld.
Abonnementsprijs voorop betaalbaar: 4 fr. per jaar voor do stad. 4 fr. 50 voor den buiten. Per 6 maanden: 2 fr. 50. Annoncem 15 cent. per drukregel. Rechter
lijke eerherstellingen: 1 fr. per regel. Akkoord per jaar of per maand. 10 centiemen per nummer. Afzonderlijke nummers vo._>r artikels, enz. 8 fr. per 100. Alle
berichten van verkoopingen of andere bekendmakingen ten bureele dezer gedrukt worden eens gratis ingelijfd. De annoncen voor België, ter uitzondering der beide Vlaanderen, alsmede
die voor het buitenland worden ontvangen door den Office de Publicité, MagdaienastraaA, Brussel Men wordt verzocht alle hoegenaamde artikels uiterlijk tegen Vrijdag middag vrij en
onderteekend toe te zenden. Artikelen ongeteekend of personnalite/ ten bevattende worden niet opgenomen.
Het overgroot getal nieuwe in
schrijvers laat ons toe den prijs van
ons blad merkelijk te verminderen.
Voortaan zal de abonnementsprijs
voor een heel jaar VOOR DL STAD op
fr. 3-ÖO en VOOR G'ANSCH HET
LAND op fr. gebracht
worden.
Men zal een afzonderlijk nummer
kunnen bekomen aan den prijs van
10 centiemen.
Wij zijn geene winstjagers en zoe
ken enkel onze medeburgers aange
naam te zijn.
Mochte die blijk van onbaatzuch
tigheid door onze lezers naar waarde
geschat zijn en mnchtten zij onze
pogginen aanmoedigen door ons bij
hunne vrienden en kennissen aan te
bevelen! Met ons nieuwe lezers aan
te schaffen, zullen zijzooals men
ziet, niet alleen ons bevoordeeligen,
maar eerst en vooral voor hunne
belangen zorgen.
N. B. Binnenkort zullen nutti
ge boekdeelen onder de oude inschrij
vers verlot worden. Een klein getal
er van nochtans zal aan de nieuwre
inschrijvers ten deel vallen.
De Redactie.
(slot van rekening voor 't Nieuwsblad).
4e Vervolg.
Verlaten wij generaals en kolonels, en
Eerste vervolg.)
Nu M. X. Grijpzout en Grijzout en Cle dit
alles wel overdacht, vond hij zich een zeer
gelukkig man. Hij sloeg eenen laatsten blik
vol vergenoegdheid op de schitterende letters
van het tweede verdiep, nam zijn opvolger
bij de hand, drukte die, tot teeken van
gelukwenschingen, en stapte met M. Van
Boterham het huis binnen.
Nr 218 der Anspachlaan had vier verdie
pen. Links was eene koetspoort langs waar
men tot een mooi achterhuis en eenen groo-
ten tuin geraakte. De opvolger had echter
niet gansch het gedoente overgenomen. Hij
was enkel opvolger der firma en gebruikte in
die boedanigheid alleen den goederenwinkel
en het achterhuis met nevengelegcne werk
plaats. De vier verdiepen van Nr 218 met
koetspoort en tuin behield de familie Grijp
zout voor haarzelven. 't Is hier, dat haar
achtbaar hoofdgesteund door het half mil
joen, dat hij in den treffelijken handel van
reiskoffers, mantelzakken en hoedendoozen
had verdiend, alsmede door de honderddui
zend frank der overname door M. Van
Boterham, zijnen tijd en zijnen geest voortaan
wijden zou aan de belangrijke diensten,
welke het vaderland recht had van zulk een
schitterenden zoon te verwachten.
Ja, verdiend had hij zijn fortuin. Als een
voudig schrijnwerkersgast was hij begonnen,
doch daar schaamde hij zich niet over, wel
overzien wij de getuigenissen van ministers
en staatsmannen van beide gezindheden. Het
oordeel onzer wetgevers en bestuurders zal
overwegend zijn in deze zaak, welke maar
slechts hier en daar in eene provinciestad of
in een armzalig kalotepapierke verdedigd
wordt.
Toen in de middenafdeeling het ontwerp
d'Oultremont besproken werd, drukte mi
nister Beernaert, in dennaamder Regeering,
zich aldus uitHel kabinet is partijgan
ger van den persoonlijken dienst, die het
leger zedelij ker wij ze beter en sterher zou
maken. Zoodus verlangen onze zeven ka
tholieke ministers den verplichten krijgs
dienst, die ons een beter en sterker leger ge
ven zou. God weet nochtans, hoezeer dit
sterker leger in den lande van noode is, ge
durende dit tijdstip van algemeene bewape
ning en diplomatische onderhandelingen. De
woorden van den katholieken minister Beer
naert veroordeeien plaatsvervanging en
plaatsvervangers, en zijn 'n kaakslag voor
ex-kalote van 't Nieuwsblad.
De minderheid der middenafdeeling deed
in het verslag over den verplichten dienst,
eene nota iulasschen, waaruit wij het vol
gende overnemen: De plaatsvervanging
is, zegt de katholieke heer Nothomb in mij
ne overtuiging, de schreeuwe^dste ont
kenning der demokratische grondbegin
selen, waarop het maatschappelijk order
rust,zij is, in een woord, het onver-
draaglijkst voorrecht in eene samenleving
welke bovenaan in hare Grondwet schreef:
Geen voorrecht meer, gelijkheid voor den
tol. M. Nothomb zegt dat hij niet alléén
van dit gevoelen is, en meldt de gelijkluiden
de zienswijzen der heeren Malou, d'Anethan,
Tlionissen en van den bisschop Montpellier.
Hoe vindt ge dit kwintett van vijf katholieke
gezaghebbende mannen, Nieuwsbladje, die
uw schamel meeningje zoo plat drukken als
'ne pannekoek?
Aan lien, die beweren dat de plaatsver
vanging geene onrechtvaardigheid daarstelt,
integendeel. Is het geen teeken van een spe
ciaal vernuft, een fortuin bijeen te krijgen?
Ook was hij met recht fier over zijne kennis
sen op afgetrokken gebied. Zijne brave
ouders hadden hem nooit eenig ander onder
richt kunnen geven dan dat van Pijke
Loerik, een kleermaker uit het Schuddeveld.
Al wat M. X. Grijpzout en Cie aan geleerd
heid in den koker bezat, had hij erdoor
eigen inspanning moeten binnenpompen. En
dat was niet weinig. Hij hield eene vloeiende
pen, zoowel in 't fransch als in 't vlaamsch,
al waren zijne letters wat te groot, en al
gebruikte hij geen hoofdletters, 't geen hij als
een nutteloos tijdverlies aanschouwde.Schreef
hij daarenboven geen van beide talen naar de
grammatika, fransch sprak hij toch heel uit
drukkelijk, iets wat men van alle Rotschild's,
al zitten ze er nog zoo warm in, niet zeggen
kan.
De heer X. Grijpzout en Cle had in zijne
private studiën steeds een zwak gevoeld voor
de oude klassiekers. Daarom had hij de twee
kinderen, met welke de Hemel zijn huwelijk
had gezegend, namen gegeven volgens zijnen
smaak. Zijn eerstgeborene bad hij Confucius
geheeten, omdat, zoo zegde hij aan den eer
waarden kapelaan, die 't kindje van de erf
zonde had reingewasschen, hij toonen wilde,
dat een mensch, al is hij negociant, ook zijne
mythologie mag kennen. Zijn jongste spruit
antwoordde op den melodyvollen naam van
Leonida en daardoor wilde de verstandige
vader bewijzen dat de geschiedenis van
Rome en van generaal Thermopylus geen
geheimen voor hem bezat.
antwoordt de hr. Staatsminister Nothomb:
Dat men de vraag stelle aan iedereen, die
in de zaak noch partij, noch belangheb
bende is: Komt het met het Recht overeen,
dat van twee mannen die geroepen zijn
om denzelfden last te dragen, de eene hem
gedurende 2, 3 of A jaren, dagen nacht,
drage en daarom alles verlaat en opof
fert: famielje, huiselijken haard, bedie
ning of stiel, belangen, vriendschappelijke
i etrekkmgen, vrijheid, dikwijls gezond
heid en leventerwijl de andere zich daar
van vrij koopt door eene kleine som gelds?
De eene geeft lichaam en ziel-, de andere
geeft maar een licht deeltje zijner fortuin!
De eene geeft alles, dc andere bijna niets!
Ik beweer dat het antwoord niet lang
zal achterwege blijven. Dit antwoord,
een schreeuw des gewetens zal klinken:
Ja! dat is onrecht, dat is hoogst onrecht
vaardig
De meest ernstige fout, welke men kan
begaan, is het volk over de maatschappe
lijke rechtvaardigheid te doen twijfelen!
Vroeg of laat moet men het boeten
Deze overwegende reden van rechtvaar
digheid en gelijkheid, welke ik boven aan
de bespreking stel, is mijns inziens vol
doende om den persoonlij hen dienst te
doen stemmen
Ziedaar, Nieuwsblad, eene les van vader
landsliefde voor u en uwe patroons, de klein
moedige Senatoor en vertegenwoordigers der
klerikale kiezers onzer omstreken
Het kath. gouvernement, ten einde de
krisis die den landbouw en de nijverheid
zoo diep treft te kunnen verzachten, heeft
eene commissie uit nijveraars, leeraars en
politieke mannen samengesteld, benoemd.
Deze kommissie is gelast, zittingen in de
voornaamste steden van het land te liou-
den, om inlichtingen te nemen over den
toestand van den landbouw en de nijver-
heid. Meesters en werklieden verschijnen
voor haar, en leggen er hunne grieven en
Naar die Leonida nu, die een schoon meis
je was, had de achtbare opvolger, Beatus
Van Boterham, een verliefd oog gedraaid.
Wij weten niet juist of het zijn rechter of
zijn linker oog was. Doch daar,'gelijk reeds
gemeld is, die laatste in sommige omstandig
heden scheel mocht geheeten worden, en bij
gevolg meer draaide dan zijn gebuur, gelieve
de lezer te veronderstellen, dat de opvolger
zijn linker oog verliefd naar Leonida gedraaid
had. Dat hij ter wille van dat oogdraaien
juist opvolger van X. Grijpzout en Cle ge
worden was, beweerden kwade tongen uit
zijne verwantschap. Doch dit beweren laten
wij voor hunne eigene rekening.
Toen de Eeide heeren op stap en zij aan zij
den mooien marmeren trap waren opge
klommen tot op het eerste verdiep, maakte
de voorzaat eene diepe buiging, op welke de
opvolger met eene nog diepere lichaamsbe
weging antwoordde, en de door zijn begelei
der opengestooten deur binnentrad.
De zaal in welke hij trad rnas met onge-
meene pracht en met uitgezochten smaak
bemeubeld. Over den smaak kon de opvolger
gëen oordeel vellen noch er ook iets van
begrijpen. Doch de pracht deed zijn linkeroog
draaien; hij lachte vol verrukking en liet
aldus zijne tanden in al hunne afgrijselijke
lengte zien.
Wel, hoe bevalt u mijn kot? vroeg M.
X. Grijpzout en Cle. Hij noemde zijn huis
steeds een kot, omdat hij uit het volk was.
Goed? Sappernu! Het doet me plezier. Zet
u, zet u. Wat mag ik u aanbieden?
O, o, voor mij geen enkele druppel
hunne verlangens bloot.
"Als nu de commissie het gansche zal land
doorreisd hebben, en alle mogelijke inlich-
tingen over landbouw en nijverheid geno-
inen hebben, dan zullen de kamers zich
met hunne werken bezig houden. Alle mid-
delen mogelijk om de krisis te bevechten,
Zullen door het katholiek gouvernement
in het werk gelegd worden en wij zijn ze-
ker dat daaruit de beste vruchten spruiten
zullen.
Djing, djing, djing, boem
Wie schreef dat? Het Nieuwsblad in n1'
1076, op 14 Augusti 1886, 2de bladz., 2e ko
lom. We kunnen niet zeggen of het fragment
van eigen penne komt of uit eene andere ga
zet 't staat er niet bijMaar. ter zaak.
Dieopgemelde kommissie heeft met 15
stemmen tegen 3 en 5 houdingen den wensch
uitgedrukt, door de wetgeving de plaatsver
vangers af te schaffen en den persoonlijken
dienst in te voeren
De hli. Arnould, Buis, Cauderlier, P. de
Hauleville (kath. opsteller van 't Journal
de Bruxélles), d'Oultremont (ook een kleri
kaal), de Ridder, Guillery, Harzé, Lagasse
(nog een róode) Montefiore, Lévy, Pirmez,
Prins, Sabatier en Saincielette hebben voor
gestemd.
Drie klerikalen moesten tegen, stemmen
van de bisschoppen: HH. Debruyne Jacobs
en Meeus.
Onder de vijf die zich onthielden, de hh.
Cornet, Dejace, Ilenry, Lammens en Moris-
seaux waren er drie klerikalen en namelijk
de twee laatsten, de hh. Lammens en Moris-
seaux, die zich voor den persoonlijken dienst
verklaarden, maar over .nevengeschikte za
ken niet hun volle bescheid hadden.
Het princiep heeft dus in wezenlijkheid
met 18 stemmen tegen 3 gezegepraald
Hewel, Nieuwsblad, hoe vindt ge uwe
opgehemelde j, kommissie, en hoeveel is uw
neus wel gegroeid terwijl gij dit laast
Rapen wij nu een en ander uit de debat-
vocht. Wat ziet uw salon er lief en gezellig
uit. Och, och, geneer u niet, geneer u niet,
geen enkele druppel vocht voor rnij. O, o!
Ja, dat gaat nog al, zei M. X. Grijpzout
en Cls en trok aan de schelkoord. Sappernu!
hij heeft erlang aangewerkt; Ik wil spreken
van Confucius, M. Confucius, mijn zoon,
mijn beste heer. Gij moet weten dat hij in,de
fraaie kunsten doet. Ja, hij doet erin, anders
ware hij de zoon van zijn'vader niet. En zoo
heeft hij ons alles wat liier is den meubelma
ker voorgetëekend. Natuurlijk onder mijn
welwillend toezicht...
O, o, natuurlijk, natuurlijk, viel de op
volger in. Wat is het knap getroffen. Och,
och!...
De deur ging open en eene lange, blèëke
vrouw trad binnen. Zij bleef stil staan alsof
zij uit hout was en vestigde met -hare "diepe,
grijze oogen haren meester, die steeds voort
ging de schilderijtjes en de bronzen van het
salon aan M. Beatus' bewondering prijs te
geven. Eindelijk draaide hij zich om en bezag
norsch de binnengekomène.
Bertine, zei hij hard en kort, breng ons
eeneflesch Madera.... Besten, hoor, Bertine.
O, o, dacht de opvolger, hij heeft er
ook slechten. Welke onderscheiding voor
mij. Zou hij weten, dat mijn hart voor
Leonida?... Och, och!
De gevraagde wijn was spoedig daar. Ber
tine plaatste de twee glazen neder, ontkurkte
de flesch, groette langzaam en ging traag en
gelaten hêen, als een werktuig, als een slaaf.
Sappernu! Nuc est bibendibus! zou de
latijnsche dichter zeggen. Ik geloof dat het
HET
x
V