Vierde Concert-Voordracht in het
Willems-Fonds.
Eenige bijzonderheden op boven
staande artikel betrek hebbende.
Mag ik eene observatie maken
op uwe observatie f
STADSNIEUWS.
Liefdadigheidsfeest.
Kamermuziek.
Halfvasten.
Ylaamsch Theater.
lijkheid, dat alle burgers met elkander kun
nen verkeeren; dat vooral diegenen, welke
geroepen zijn in de samenleving eene meer
gewichtige rol le vervullen, steeds in betrek
king kunnen blijven met de volksklas. Daar
toe is er een gemeenschappelijk werktuig
voor de uiting der gedachten noodig, het is
te zeggen, eene gemeenschappelijke taal,
waarvan de meer geleerde zich in elke om
standigheid van het openbaar als van het bij
zonder leven, met gemak kan bedienen. -
C'est la langue, zeide, in zitting van
12 December 1882 ter Kamer van volksver
tegenwoordigers, de wakkere liberaal M.
Arnould, c'est la langue qui est la grande
voie de communication des sentiments te
des idéess; c'est cette grande voie qu'ilnous
faut pleinement, largement accorder aux
populations flamandes.
Edoch, niet alleen onder maatschappe
lijk, ook onder nationaal Belgisch opzicht,
verdient de wet van 1883 niets dan lof.
Kortzinnigen of kwaadwilligen alleen kun
nen het loochenenvoor 's lands welzijn is
het van het grootste belang, dat Walen en
Vlamingen eene grondige kennis bezitten
van elkanders taal)]
Geene stad in Vlaamsch-België, waar gee-
ne Walen, geene in Waalsch-België, waar
geene Vlamingen zich hebben neergezetIs
het dan zoo ongehoord, van dit vlottende
deel der Belgische bevolking te eischen van
de Walen, dat zij de taal der Vlamingen,
van de Vlamingen, dat zij de taal der Walen
zullen kennen en spreken?
Met Minister Thonissen leggen wij dezul
ken, die in de uitbreiding van het Neder-
landsch onderwijs een gevaar beweren te
zien, de volgende beschouwingen vóór de
oogen
Laten wij alle ingebeelde vrees verdrij
ven, en zeggen wij met den uitstekendsten
vertegenwoordiger der Vlaamsche letteren,
die door onze handelsmetropool onlangs op
vorstelijke wijze ter aarde werd besteld
Het ideaal van het toekomstige België is
voor ons eene natie samengesteld uit twee
broederlijk vereende rassen, die beiden op
hun eigen grondgebied gelijke rechten be-
zitten voor wat het gebruik der talen be-
treft; twee rassen, innig verkleefd aan die
vrije instellingen en de eerlijke Grondwet,
welke ons toelieten ons zei ven te worden,
en aan de wereld het [voorbeeld te geven
- van eene verstandelijke, staatkundige en
industrieële ontwikkeling, die ons de toe-
genegen bewondering aller volkeren ver-
zekert,
Wij voegen er bij, en men bedenke het
welslechts in een België, als hier bedoeld
wordt, zal de Vlaming wezenlijk het bewust
zijn verkrijgen, dat hij niet de bewoner is
van een door vreemden overheerscht win
gewest, maar de vrije burger van een vrij
en zich zelf regeerend land, deop eigen waar
de trotsche telg van een volk, hebbende, tot
steun en oorzaak beide vaa een eigen en on
afhankelijk bestaan, eigen zeden, eigen taal,
eigen leven, eigen nationaliteit!
Dit te bewerken, ziedaar het doel der
Vlaamsche Beweging.
Tot bereiking daarvan, moge elk ware Va
derlander het zijne bijdragen
Zoo zij het
October, 188G.
a) Het muzikaal gedeelte.
Wij mogen ditmaal zeggen dat schier de
totaliteit der leden van het Willems-Fonds
in onze tooneelzaal vergaderd was, met het
voorgevoel dat hun iets puiks te wachten
stond. Nevens de aanmoedigende tegenwoor
digheid van onzen achtbaren Burgmeester en
veel onzer Raadsleden, bemerkten wij een
groot getal buitenleden en nieuwsgierigen
opgekomen van Poperinghe, Becelare, Ghe-
luvelt, Komen, Kemmel en Staden.
A tout Seigneur, l'honneur! Onze hoog
geschatte vriend de heer Eug. Van Elslande,
van Poperinghe, gaf ons twee stukken uit
zijn rijk repertorium ten gehoore. Bloemen
heeft de fijne muzikant niet van doen: alles
wat wij over zijn talent kunnen zeggen,
hebben meer gezaghebbende pennen vóór de
onze reeds geschreven: wij zouden derhalve
slechts in eene vervelende herhaling herval
len. Zooals altijd heeft de begaafde speler
zijn publiek vervoerd, met zijne twee fanta
sia's over de Treurmarsch van Chopin en
Concertstuk in sol, beiden van De Meersse-
man. Tweemaal werd hij teruggeroepen en
de laatste maal door een honderdvoudig bis!
tot herbeginnen uitgenoodigd. Jammer maar,
dat dit krachtig bis, door een ongelukkig
maar onschuldig misverstaan, geen gevolg
kreeg. Toch bedanken wij rechtzinnig den
talentvollen kunstenaar.
De heeren V. Masscheleyn en A. Igodt,
twee der beste muzikanten onzer Pompiers,
speelden in duo voor piston en trombon,
eenige variation uit Le Virale, op het laatste
oogenblik gekozen in de plaats van het aan
geduide stuk op 't programma. Alhoewel het
nieuwe stuk eene oude kennis was voor de
spelers, hebben deze er waarlijk hun werk
van gemaakt en het na eenige repetitien met
kunst en gloed opgevoerd in 't openbaar.
Een hartelijk bravo voor getweeën.
De heeren A. Del motte en Em. Coffyn,
twee der meest gevraagde kunstzangers on
zer stad, hebben met evenveel juistheid en i
klem, als verleden jaar, De Ridder en de
Herremijl van Concone voorgedragen. Deze
tweezang is zeer schoon; maar met twee
zangersals de onderhavige, komt zijne
schoonheid nog beter uit. Een deel der toe
juichingen,welke hun te beurt vielen, komen
toe aan den vertaler van liet stuk, M. Denys,
den sympathieken onderwijzer van Komen.
Dank aan vertaler en zangers
b) De heer spreker en zijn gezel,
prins Sakala.
Kapitein Vande Velde hebben wij reeds
onzen lezers doen kennen in ons nummer van
over 14 dagen, Zaterdag 5 Maart. Wij hebben
dus weinig bij te voegen: M. Lieven Vande
Velde is een geboren Gentenaar, een kind uit
die fiere stad van Artevelde, welke reeds
zooveel flinke vaderlanders voorbracht. Hij
verbleef eenigen tijd in West-Vlaanderen, te
Veurne namelijk, waar zijn vader grefiier bij
de rechtbank was. Hij vertrok een der eer
sten naar den Congo, waar hij binnen een
jaar en half of binnen twee jaar zal terug-
keeren met den jongen Sakala. Rank van
gestalte, meer dan middelmatige grootte,
bemerkt men bij den heer Vande Velde een
uitdrukkingsvol wezen, en men hoeft geen
gelaatkundige te zijn, om in hem wilskracht
en koelbloedigheid te raden, te veronderstel
len. Ook herinneren wij ons de getuigenis
van Stanley, den onversaagden reiziger,wan
neer hij zegt: In M. Vande Velde vond ik
een ander mi) zeivenDergelijke lof is
ongewoon en doorslaande.
Getrouw aan zijn woord bracht de heer
Vande Velde den jongen Sakala herwaarts.
Deze is een kloeke knaap, zeer groot en wel
gebouwd voor zijnen jeugdigen ouderdom,
13 A 14 jaren. Sakala is een echte prins, de
zoon van den koning van Vivi. Hij is thans
leerling in het eerste studiejaar der Genlsche
middelbare school en zal binnen een tweetal
jaren ons land verlaten, om met zijnen wel
doener, kapitein Vande Velde, naar den Con
go terug te keeren. Onnoodig te zeggen dat
de jongeling in zijn vaderland eene gewich
tige rol zal spelen, vooreerst door zijnen
maatschappelijken rang en vervolgens om
zijneEuropeesche beschaving en geleerdheid,
welke vergeleken bij die der andere Congo-
landers, buitengewoon zal mogen genoemd
worden.
Kapitein Vande Velde behandelt den jongen
prins echt vaderlijk en neemt hem schier
overal mede in zijne voordrachten en uit
stapjes, om hem zooveel mogelijk onze Euro
peesche zeden, onze vlaamsche gewesten en
steden te laten kennen en onze taal te doen
aanleeren. Sakala is weinig praatziek; maar
een geestig gezegde vervoert hem dadelijk en
doet hem luidkeels lachen, terwijl eene dub
bele rij sneeuwwitte tanden te voorschijn
komen. De knaap had eerst dezen winter
sneeuw gezien en vond dit zeer prettig. Zoo
als elke Afrikaan, uit de verzengde streek
herkomstig, is hij aan koude zeer gevoelig;
uit beneemt hem zijn goed humor.
Sakala steekt in een nieuwmodisch pak
gelijk onze knechtjongens alleenlijk eene
roode turksche rnuts, met zwarten kwispel,
bedekt zijn pikzwart kroezelhaar. Hij ver
draagt echter met tegenzin, dat te veel
nieuwsgierige oogen hem bekijken, en draait
zich steeds derwijze, dat hij zich aan den
blik des aanschouwers kunne onttrekken.
Om hierover te eindigen zullen wij zeggen
dat de jeugdige neger zich voortreffelijk in
een beschaafd gezelschap gedraagt, hetgeen
een bewijs is der uitmuntende opvoeding,
welke hij geniet bij den vader van den heer-
kap. Vande Velde.
c) De Voordracht.
In oenen Julius Sabbe, in eenen Paul Fre-
dericq bewonderen wij de welsprekendheid,
liet gemak waarmede zij zich van onze taal
bedienen, de kunst waarmede zij hunne
woorden en zinnen weten aaneen te schake
len, om eene rede uit te galmen welke door
gaat als meesterstuk van welluidendheid en
letterkundige waarde. In eenen Karei Par-
inentier, in eenen kapitein Vande Velde be
wonderen wij den gloed, de overtuiging, de
vervoering, waarmede zij zich tot hunne toe
hoorders richten, waarmede zij die aanhoor
ders opwekken en op hunne beurt over
tuigen.
Kap. Vande Velde is geen redenaar, het
mag gezegd worden. Maar hij is met een
heilig vuur bezield, met eene vaste overtui
ging welke hij zijn publiek mededeelt en
overzet; hij heeft het echte geloof in zijn
werk, in het werk zijner medewerkers, in
het werk van onzen Vorst, in de toekomst
Afrika's. En die gaven en deugden bewon
derden wij, verleden Zondag, bij den vader-
lanslievenden soldaat; die rotsvaste overtui
ging, die deelneming in zijn streven en in
zijn lot, voelden wij, bij elk zijner woorden,
in ons gemoed onstaan. Zeggen wij het zon
der dralen: de spreker, op het einde zijner
voordiacht, vooral toen hij met zooveel
geestdrift van onzen koning sprak, was weg
slepend
De rede van den heer Vande Velde be
stond uit twee groote deelen: Eerst gaf hij
eenige aardrijkskundige toelichtingen over
Afrika en den Congo, en behielp zich daarin
van twee groote wandkaarten: de kaart van
Afrika en deze van den Beneden-Congo, door
den spreker zeiven geteekend. Zoo leerden
wij over Afrika en z'jne geheimzinnige bin
nenlanden eene reeks geschied-en aardrijks
kundige bijzonderheden, in verband staande
met de ontdekkingstochten der Portugeezen
en met de reizen van Dr Livingstone en II.
Stanley, den onversaagden reporter van den
New- York-Herald.
Na in breede trekken aangewezen te heb
ben, hoe hij zelf naar den Congo afreisde,
begon de heer Vande Velde zijne eigenlijke
uitleggingen op de 43 zichten, welke wij te
zien kregen en die bij middel van oxyhy-
drisch licht honderden maal vergroot en
opgeklaard waren. De hr. V. De Deyne be
stuurde de tooverlantaarn en heeft zich
opperbest van zijne taak gekweten: Al de
zichten waren zeer klaar en kwamen op het
gepast oogenblik de belangrijke uitleggingen
des sprekers staven.
Zoo zagen wij den breeden Beneden-Congo;
denzelfden stroom bij de Stanley-Falls; eeni
ge landschappen met specimens van palm-
boomen, vetplanten en banaan boo men,- typen
van Congo- en Kwiloubewonersde drie
soorten van woningen der Europeanen; de
helft van het garnizoen van Vivi; Massala en
zijn huisgezin; het zwarte personeel eeniger
statiën; eenige negerinnen en lastdragers; de
hangmat of het draagtoestel 'hamac) der
Congolanders; de portretten der voornaam
ste reizigers van dit oord: Dr Livingstone,
H. Stanley, D1' Allard, Kap. Hanssens en
zijne karavaan, Luit. Dubois (onlangs ver
dronken), Luit. Harou en zijne karavaan,
Luit. Valcke, enz.
Daarna hield de spreker eene gloeiende
toespraak, waarin hij met geestdrift en klem
het werk van onzen Koning in Midden-
Afrika ophemelde. De gansche zaal juichte
dapper het portret van onzen Vorst toe.
Maar de geestdrift der aanschouwers ken
de geene palen en aan hunne bravo's en
handgeklap scheen geen einde te komen,
toen op het doek de portretten verschenen
van prins Sakala en van den knappen reiziger
Kap. Vande Velde, 't Moet hem eene goede
stond geweest zijn, te midden zijner bewon
deraars, die in hem de kostelijke deugden
van koenheid en onverschrokkenheid veree
ren, nevens zijne onvoorwaardelijke zelfsop-
offering in een zoo grootscli werk, als de
beschaving van een verstoken werelddeel
Eere aan den onversaagden werker en
beschaver! S.
Volgens eene fransche gazet zou kap. Van
de Velde reeds 68 maal zijne voordracht
gegeven hebben, sedert zijne terugkomst in
België!
Hij gaf ze over 14 dagen in de Afdeeling
yan het W. F. te Lier, verleden donderdag
sprak hij in de koormaatschappij te Gent;
in Roeselare is hij voor later gevraagd. On-
middelijk na zijnen terugkeer, gaf hij de
voordracht op zeer wetenschappelijke wijze,
in het Aardrijkskundig Genootschap van
Londen. De kapitein is dus een rustelooze
werker, een reizende apostel gelijk men
hem over veertien dagen in 't Weekblad
noemde.
Men schrijft hem het inzicht toe, eerst
daags zijne nota's en reisindrukken op het
papier te zetten, en ze in volksboek door het
Willems-Fonds te laten uitgeven.
Dat is een goed inzicht en we verlangen
reeds met ongeduld 1
In een der zichten bemerkten wij, zondag
laatst, Massala en zijn huisgezin, vóór zijne
tent gezeten. In Europa dacht men algemeen
dat Massala koning was! In 't geheele niet:
hij is slechts bet opperhoofd eeuer kleine
hoeveelheid zwartenhetgeen men aldus zou
mogen omschrijven Massala is burgmeester
van een Congolaansch dorpje. Na zijne te
rugkomst uit Europa had hij 45 koffers me
de, gevuld met geschenken, speelgoed, aar
digheden enz. Daarmede heeft hij in zijn
dorp tentoonstelling gehouden, a l'instar
dAnversl Wat het voorbeeld doet, he?
Veel personen hebben bemerkt hoe de hr.
Vande Velde binst de voordracht met trillen
de stem sprak over de hangmat (hamac),
waarin men zijnen broeder Jozef naar Issan-
ghila overbracht. Verbeeldt dit zicht den
broeder des sprekers in eene hangmat door
twee negers bedragen? Men zegt ja! In dit
geval bewonderen wij de gemoedssterkte
van den spreker, die vrijwillig zulke treuri
ge herinnering voor zijnen geest terug roept
en telkenmale de wonde openrijt, welke dit
bitter afsterven in zijn minnend broederhar-
te sloeg 1
La Fontaine schreef eens h-t fabeltje over
den gaai die zich met pauwenpluimen op
siert. Hier is iets in dien trant: Veel der ten
toongestelde zichten in de voordracht van
zondag laatst, staan ook in Les Beiges au
Congo van den mouvement géographique.
Maar al die zichten werden ter plaatse iri
Afrika afgenomen door den heer Vande Vel
de, juist gelijk eene menigte portretten. Dan
heeft ze een fransche schrijver m zijnen idem
ingeiascht, alsof het een werk van eigen fac
tuur mochi heeten! Zóó verkrijgt rnen be
roemdheid... met het werk van anderen 1
De vlaainschhaters en de franschdollou,
anders gezegd de franskiljons, prétendeeren
dat er wel tien menschen meer in de confé-
rencie van capitaine Vande Velde zouden
geweest zijn, indien deze conférencie in 't
fransch geweest ware 1 Zij critiqueeren dus
het Vlaamsch 1
Tien menschen meer 1 God van den hoogen
hemel 1 En daarom zou men moeten fransch
spreken, om die tien personen te contentee-
ren? Men zou daarvoor de traditiën van het
Willems-Fonds moeten met de voeten tre
den? Maar de Willems-Fonds is geene fran
sche sociëteit, als zij feesten organiseert is
het avant tout voor de membersDaarbij
zou het volgens het règlement niet mogen
zijn van fransche conférencies te or gaai-
seeren. Daarvoor zijn de cercles liltéraires.
Of meent ge dat men zoo goed in 't vlaamsch
geen sujet kan traiteeren of exposeerden
gelijk in 't fransch? Als men niet te dom is
om vlaamsch te verstaan, is er altijd moyèn
iets te leeren.... zelfs in 't vlaamsch 1
Zulk eene critique is belachelijk't is
ridicule! Maar 't is nog al pénibel zulke
eene schoone conférencie te manqueeren,
die volgens eigen témoignuge devait ètré
certainement trés intéressante"
He wel, die tien (wij geven twintig toe! in
het vlaamsch onkundige mannen zouden
eens capitaine Vande Velde voor hen
alléén moeten inviteeren om zijne confé
rencie in 't fransch te geven, in de zale van
de peinturen van Delbeke. Dat zal wel
geaccordeerd worden
En daarmeê, goè chance!
TJn flamendiant.
Zooals wij reeds gemeld hebben heeft de
schermersgilde Union» aan verscheide
ne maatschappijen van de stad voorgesteld
gezamentlijk een feest in te richten ten voor-
deele der huisgezinnen van de slachtoffers
der schrikkelijke mijnramp van Quaregnon*
Overal is dit voorstel goed onthaald geweest
en het feest is vastgesteld op Dinsdag 29
Maart, om 7 ure 's avonds.
De heer Burgemeester heeft, om dat goed
werk aan te moedigen, het Eerevoorzitter
schap van hetinrichtingskomiteit aanvaard.
Morgen, Zondag te middag stipt, in de
groote zaal van den Gouden Arend, zal de
derde zitting van Kamermuziek plaats heb
ben.
De personen die er van genieten willen,
zijn verzocht eene ingangkaart aan een der
leden van den quatuor te willen vragen.
Pt ogramma.
1. Quatuor van Rauchenecker:
a) Allegro impetuoso, b) Andante modera
to, c) Allegro vivace, d) Allegro confuoco.
2. Andante cantabile met variaties van den
quatuor Nr 5, op. 18 van Van Beethoven.
Het is morgenZondag (zijnde Halfvasten)
dat het tweede groot bal ten voordeele van
den wereldlijken schoolpenning in onze too
neelzaal plaats heeft.
Een uitgelezen orkest zal nogmaals dat
dansfeest opluisteren en er de nieuwste dans-
aria's uitvoeren.
Hopen wij dat het zoowel lukken zal als
het eei ste en dat wij er dezelfde begeestering,
dezelfde broederlijke vreugde en dezelfde
ongekunstelde geestigheid nog eens zullen
zien heerschen.
De ingangsprijs is bij inschrijving op 1 fr.,
en aan t bureel op fr. 1,50 vastgesteld; de
Dames betalen 50 centiemen.
Men kan, ten bureele van dit blad, voorop
kaarten bekomen.
V ergeten wij niet dat het Dinsdag aan
staande, 22 dezer is, dat de heer Van Doese-