Kiezing van Oostende.
Aan Duinengalin en Nieuwsblad.
STADSNIEUWS.
De Statie van IJperen.
Ouderlingen Bijstand.
Vlaamsch Tooneel.
Fransch tooneel.
Weldadigheidsfeest van 29 Maart
Kamermuziek.
Burgerstand
Poperinghe,
Gij zult nog een dezer dagen zien dat
Henrietje zich Keizer van den Congo zal la
ten uitroepen, ofwel dat hij naar de Thou-
routstraat verhuizen gaat.
Maandag jl. was er te Oostende kiezing
voor eenen volksvertegenwoordiger, in ver
vanging van den heer Carbon, vader, over
leden.
De heer de Stuers, liberale kandidaat, is
gekozen met 587 stemmen, tegen den heer
Carbon, zoon, katholiek, die er slechts 569
bekomen heeft.
De oneenigheden, die le Oostende in de
liberale partij heerschten, waren de oor
zaak dat, in 1884, de heer Carbon vader
gekozen werd. In 1887 hebben zij hunnen
misslag hersteld en hand in hand gewrocht
om den gemeenen vijand te bevechten.
Deze zegepraal is zooveel te schitterend,
dat het de eenige liberale volksvertegen
woordiger van beide Vlaanderen is, dien
de Oostendenaars naar de Kamer zenden.
Liberalen van IJperen, die ook uwen val
aan de oneenigheden te wijten hebt, volgt
dat voorbeeld na; in October, gaat gelijk
één man naar de stembus, en de zegepraal
is verzekerd
Oostende, den 11 April 1887.
Heer Uitgever van het Weekblad,
Onze kiezing is goed gelukt.
Waarom?
Door de eenheid die hier nu onder de libe
ralen heerscht.
Hoe is nu hier die krachtige eenheid ont
staan?
Vóór de laatste gemeentekiezing waren de
liberalen als dood en versleten; ze wisten
noch waaruit noch waarin. Men zag reeds
den voorziclitigen schepen Maryssael in het
geheim met de katholieken handelen en
samenspannen, en deze schenen te zullen
zegepralen.
Het is aan de bekwaamheidskiezers te dan
ken dat dit niet gebeurd is. De liberalen
hebben zelfs eene schoone meerderheid be
haald.
Vervolgens heeft de liberale associatie eene
wijze en zeer vranke houding aangenomen.
Ze heeft zich vrij weg naar de bekwaam
heidskiezers gewend en een der eerste van
het land de revisie van het art. 47 gestemd.
Zij heeft daardoor moed gegeven aan de
bekwaamheidskiezers en aan de progressis
ten, en een nieuw vuur en iever gebracht in
den kiesstrijd.
De capacilairen waren nu wel geen kie
zers, maar ze hebben getoond dat ze waardig
waren het te zijn. Ze hebben wonderen ge
daan. Oostende is herschapen en zal per
naasten de papen nog eene meerdere ranse
ling draaien.
Schepen Maryssael durft geen voet in den
gemeenteraad meer zetten.
Met October, als ze nog maar kandidaten
vinden, zullen ze zoo iets krijgen.
Het zal overal zoo worden waar do eenheid
op de revisie zal gevesligd zijn.
Dat dit tot les der IJpersche liberalen
diene. Maar propos hoe is het nu t'IJper?
Uw toegenegene,
D.
Wel, vriend, t'IJper gaat het nogal goed,
en indien de liberalen het eens zijn met Octo
ber zullen de papen varen gelijk t'uwent. Ze
zullen eene buis krijgen gelijk over 9 jaren.
Op 11 April 1887.
Zang Miserere mei.
Op 2" Paaschdag van dit jaar
Was 't kiezing te Oostende. Daar
Het feestdag en ook vleeschdag is
Is 't niet uit met vasten en met visch
Dus luid geroepen: weg de Carbonadeü!
Zij heeft te veel keerseen kalfvleesch gade
Werpt ze dus op de straat
Zij is te jong, te groen en komt te laat
Maar Steur dat is fijn
En leve Femand hij moest er zijn 1
Wij hebben in een onzer laatste nummers
gezegd op welke liefelijke wijze de heer
Colaert zich door den eerw. pat. Boom had
laten voor den gaai houden, nopens de kwes
tie der vergrooting onzer statie.
Die kwestie is, ons dunkens geroepen om
verschillige gedaanteverwisselingen te on
dergaan en zoo onze wethouders niet eens
voorgoed hunne tanden toonen, wij vreezen
maar al te zeer nooit iets te bekomen.
Onze lezers weten dat, volgens het art. 5
der overeenkomst ven 14 Maart 1864, tus-
schen den Belgischen Staat en de Maatschap
pij van Westvlaanderen geslotende gezegde
Maatschappij zich verplicht de statiën
van Roeselare en IJperen te vergrooten
en aan de gebouwen dier statiën de ver
anderingen te brengen, welke het bestuur
in het belang van den dienst noodig oor-
deelen zal.
Zij weten ook dat het art. 13 der last- en
algemeene voorwaarden voor het vergunnen
van ijzerenwegen bespreekt dat de begun
stigden gehouden zijn alle latere uitbrei
dingen te geven, welke de noodwendighe
den van de nijverheid en den koophandel
vergen zullen en zelfs nieuwe stilstands
plaatsen en statiën aan te leggen,wanneer
het ministerie van openbare werken het
noodig oordeelen zal.
Het Staatsbestuur is dus gewapend en wel
gewapend Het hangt enkel van hem af de
Maatschappij te dwingen hare verbintenissen
na te komen. Het is zelfs een plicht voor hem
dat te doen, in de veronderstelling, wat wij
nog niet aannemen kunnen, dat de Maat
schappij weigert toe te geven.
De stad heeft aan het Staatsbestuur een
plan onderworpen dat niet goedgekeurd
werd, zegt men, omdat het niet schoon ge
noeg is. Van haren kant heeft de Maatschap
pij ook, zegt men, een ontwerp van vergroo
ting der tegenwoordige gebouwen opgezon
den, welk ontwerp ook niet in den' smaak
zou gevallen zijn van de hoogere overheid.
Wij klagen daar niet over, want moeste
men de men zegt's gelooven, het ontwerp,
door de bouwkundigen der Maatschappij
opgevat, zou geenszins van natuur zijn om
ons voldoening te schenken.
Maar dan, dat het Staatsbestuur ten min
ste handele. Dat het zelve een ontwerp door
zijne talrijke gelastigden doe opmaken; dat
ware, in een woord, niet zoo moeilijk, noch
zoo kostelijk.
Niemand hier denkt er aan eene gedenk-
statie te vragen. Niemand vraagt dat men te
IJperen eene statie als die van Brugge, bij
voorbeeld, op rich te en dat men op eene
beestige wijze het geld der lastenbetaalders
verkwiste. Wij vragen enkel gerieflijke en
ruime instellingen, waaraan wij recht heb
ben.
Men zegt ons dat de heer Vandenpeere-
boom ten onzen opzichte met de gunstigste
gevoelens bezield is! 't Is mogelijk. Maar-do
helle is met zulke gevoelens gesteend. En
dat vordert ons in 't geheel niet.
Hetgene noodig is, 't zijn geene woorden
in den wind meer, noch hovelings gewijd-
water, noch beloften, die ten slotte niets
anders zijn dan afwijzingsmiddelen, 't Zijn
daden, die wij vragen.
Wij hebben de overtuiging dat, dronge het
Stadsbestuur krachtdadig aan bij het Mid
denbestuur, wij niet lang zouden wachten
voldoening te bekomen en onze stad met eene
statie, die aan hare verlangens en hare
noodwendigheden zal beantwoorden, begif
tigd te zien.
Maandag laatst krioelde het van wande
laars in de straten onzer stad; men zag dat
er een feest op handen was. Inderdaad, 't
was de Maatschappij van Onderlingen Bij
stand samengesteld uit de oud-leerlingen
onzer stadsschool, die een der blijdste dagen
van baar bestaan beleefde.
De heer Emiel Verschaeve, Voorzitter, had
der Maatschappij eene nieuwe banier ge
schonken en het was deze banier die men
plechtiglijk ging inhalen en inhuldigen.
Om 3 ure namiddag vergaderden de wer
kende- en bescbermleden in de benedenzaal
van het stadhuis, om zich ten 4 ure, in stoet
en voorafgegaan door het muziek der Pom
piers, naar de woning des heeren Voorzitters
te begeven, waar hun de banier moest be-
handigd worden en ze dan triomfantelijk,
door de bijzonderste straten der stad, naar
het lokaal der Maatschappij te dragen.
Het was een overheerlijk weder en in
drukwekkend was die lange stoet, die zoo
statig tusschen twee hagen nieuwsgierigen
voorbijtrok.
In het lokaal had de plechtige inhuldiging
der banier plaats, die van golvende roode en
witte zijde (naar de kleuren der stad) ge
maakt en met gulden franjen geboord was.
Te midden het veld prijkten de wapens van
IJperen; en onder en boven het woord IJpe
ren las men: Onderlingen Bijstand Op
de zijkanten omringde een geborduurd sieraad
de woordenoud-leerlingen der stads
school en de jaartallen 1876 (stichting der
Maatschappij) en 1887 (overhandiging der
banier).
Een prachtig stuk, zooals men ziet, waar
dig van hem die het ten geschenke gaf en
van lien die er mede begiftigd zijn.
Bij de plechtige overhandiging sprak de
heer Voorzitter de volgende woorden tot den
heer Ondervoorzitter:
Herhaald handgeklap en vreugdegeroep
begroetten die hartelijke en welgepaste
woorden, en toen de toejuichingen wat be
daard waren, nam de heer Ondervoorzitter
het woord en sprak
Al de omstaanders herhaalden met volle
borst die laatste zinsnede, de boeden werden
gezwaaid en iedereen was vol begeeslering
en vreugde. Alsdan trad een werkend lid, de
heer August Dethoor, vooruit om op zijne
beurt den heere Voorzitter nagenoeg volgen-
derwijze te bedanken:
Mijnheer Emiel Verschaeve, Voorzitter onzer
Maatschappij van Onderlingen Bijstand.
Mijnheer,
Nog eens berbaal.de en luidruchtige toe
juichingen waren, het onthaal, dat aan die
woorden te beurt viel.
Daarop volgde een hartelijk vriendenfeest
waarinde broederlijkheid en de gulste vriend
schap gestadig en volop heerschten.
Eene mooie tombola was het einde dier
feeslelijkheden. Vele prachtige prijzen waren
het aandeel der leden. Maar ook hier en
daar kwam een kluchtprijs tevoorschijn
die dan een algemeen en hartelijk gelach
deed ontstaan.
Een der puikste feesten in één woord die
wij ooit bijgewoond hebben.
Op alle leden heeft het den besten indruk
achtergelaten en lang nog zullen zij er het
zoetste aandenken van bewaren.
Op Maandag 9 Mei aanstaande, komt de
Tooneeltroep van Antwerpen, onder het
Bestuur van den heer Gretzinger, te IJperen
eene puike vertooning geven, die bestaan
zal uit:
Don Cesar van Bazan,
beroemd drama in 5 bedrijven, en
Lood is Dood,
tooneelspel in één bedrijf.
Het kan niet missen of de opvoering van
zulke stukken, door kuntenaars als deze van
den Antwerpschen Tooneeltroep, moet eene
eivolle zaal uitlokken. Iedereen zal er we
derom zijn willen.
Wij hebben in ons laatste nummer reeds
aangekondigd dat de heer Sainl-Omer, van
Parijs, omstreeks half Mei, eene vertooning
ging komen geven van Le Fiacre 117.
Zoo onze inlichtingen nu juist zijn, zal de
zoo zeer gevierde bestuurder der kunstom
reizen niet Le Fiacre 117 maar wel le
Le Tailleur pour Dames comédie-vau
deville van Feydeau, hier ter stede opvoeren.
Men weet dat de alomgeroemde Mevrouw
J. Saignarddeel maakt van dien vermaarde
kunsttroep en dat is reeds ruimschoots vol
doende om eene opeengeperste massa lief
hebbers ter tooneelzaal te lokken.
1887.
Ontvangsten fr. 2,438-53
Uitgaven fr. 285-02
Zuivere opbrengst. fr. 2,151-51
Deze som is den heere Burgemeester over
handigd geweest, om ze aan den heer Gou
verneur van Henegouwen te sturen, met den
wensch van eene vooruitzichtskasse te zien
inrichten, eens dat er in de eerste noodwen
digheden voorzien is.
Wij vernemen dat, Zondag 24 dezer, om
12 ure 's middagshet vierde en laatste
concert van kamermuziek zal plaats hebben
in de zaal van den Gouden Arend.
Ziehier het programma van dit feest
1. Die schóne Müllerin.
a) Der Jüngling, b) die Mühle, c) die Mül,
lerin, d) Unruhe, e) Erklarung, f) Zum.
Polterabend. Raff.
2. Sérénade,
a) Wals, b) Eelegia. Tschoïskowsky.
van den 8 tot den 15 April 1887.
Geboorten.
Mannelijk geslacht 5. Vrouwelijk id. 5..
Huwelijken.
Eduard Soetaert, lang zager, en Maria Wer-
brouck, koopvrouw in visch.
Leon Craye, bakker, en Maria Carbon, bak-
kerin.
Hendrik Cuvelle, wever, en Maria Gapoen,
dienstmeid.
Alfons Wullems, meubelmaker, en Victorina
Dubois, kantwerkster.
Edmond Berghman, claglooner, en Leonie
Devriendt, dienstmeid.
Juliaan Lory, leeraar van gymnastiek, en
Leonie Dezwaene, kleermaakster.
Juliaan Vercruysse, df^giooner en Leonie De-
groote, dienstmeid.
O^erlï j dens.
Cornelia Messi'aen, zonder beroep, 73 jaar,
echtge.ïioofce van Franciscus Huysser, Mee-
nep.straat.
T'heresia Vercaemer, zonder beroep, 67 jaar
weduwe van Hendrik Verhaeghen,Beluik
straat.
Eusebria Pillaert, winkelierster, 60 jaar,
ongehuwd, Bollingstraat.
Helena O'Callaghan, kloosterlinge, 85 jaar,
Gerechtshofplaats.
Jan Moniez, zonder beroep, 52 jaar, onge*
huwd, Kanonstraat.
Auguste Timmerman» meubelmaker, 30 jaar
ongehuwd, Meenenstraat.
Julia Vandendriessche, kloosterlinge 54 jaar
Gerechtshofplaats.
Kinderen beneden de V jaren.
Mannelijk geslacht 0. Vrouwelijk id. 4.
Poperinghe, 12 April 1881
Verleden zondag vierden onze Philharmo-
nisten dien naamdag huns voorzittersJulius
Van Merris. 't Is genoeg te zeggen dat zij
volop iD hun schik waren.
Des morgens Aubade van groote mu
ziekstukken. De vermaarde en rijke Fan-
taisistur Zarnpa dt J. B*nd*r, en
Tl. t
1 TT-m rg-Q <fi~~rrw
Mijnhser de Ondervoorzitter,
Ik heb de eer u de vlag aan te bieden, welke
ik voor de Maatschappij van Ondeslingen Bijstand
bestemd heb....
Dit menschlievende en edel genootschap, is het
voorwerp geweest van de standvastige pogingen
der leden van den Bestuurraaden, na tien jaren
bestaan, moogt gij met hoogmoed uitroepen, dat
gij de maatschappij van Onderlingen Bijstand in
den voorspoedigsten toestand geplaatst hebt.
De geestdriftige toejuichingen die den nieuwge-
komene begroet hebben, bewijzen klaar, dat, onder
zijne bescherming, de geest van broederlijkheid die
onder de leden der maatschappij heerscht, meer
en meer zal toenemen.
Allen zullen het ter herte hebben, onder de plooi
en van die vlag e«ne groep te vormen, samengesteld
uit mannen, die vereenigd zijn tot één en hetzelfde
gedacht, tot een en hetzelfde doel, te weten: hunne
krachtdadigste medewerking te verleenen aan de
leden van den Bestuurraad, om, door eene vrome
en verkleefde houding, het menschlievende werk
voort te zetten dat de grondslag is van de samen
leving, dat het zedelijk en stoffelijk welzijn vormt
van de werkende klas.
Hebt betrouwen in malkanderBlijft vereenigd 1
Stapt vooruit in dichte kolommen, hand in hand.'
Dat deze vlag uw leidsman zij in het tegenwoor
dige, en de waarborg van den voorspoed der maat
schappij in het toekomende
Leve de Maatschappij van Onderlingen Bijsfandü
Welbeminde Voorzitter,
Ik aanveerd met vreugde het geschenk dat gij
aan de Maatschappij doet.
Wanneer wij U als Voorzitter hebben, hebt Gij
belooft dat Gij zoudt trachten U waardig te maken
van het vertrouwen dat de maatschappij in U stelde.
Pas één jaar zijt Gij aan haar hoofd, en reeds
hebt Gij, in menige omstandigheden getoond dat
uw woord goud waard is
De vlag welke wij thans inhuldigen is het schoon
ste, het kostbaarste pand der maatschappij.
De nieuwgekomene is wel gekomen 1
In name van den Bestuurraad, in name van al de
leden, dank! M. de Voorzitter, dankl
De aanmoedigingen welke.Gij ons gedaan hebt,
zullen niet vruchteloos zijn.
Al de leden, ik ben er zeker van, zullen als één
man, zich rondom deze vlag scharen, om met ons
voort te werken tot den voorspoed en den bloei van
ons dierbare genootschap.
Lang leve M. Verschaeve I
In naam der leden ben ik gelukkig U onze leven
dige erkentenis te betuigen.
Wij zijn allen verheugd U op dezen plechtigen
stond eenen blijk te kunnen geven van 't gene wij
allen voor U gevoelen. Immer zagen wij dat Gij
ons het beste hart toedroegt en heden schenkt Gij
de maatschappij eene vlag, waar rond wij ons allen
immer met moed en vreugd scharen zullen. Zij zal
het punt van vereeniging zijn van ons aller pogen
wij zullen het ons tot eene heilige plicht rekenen
die vlag overal te verdedigen en te beschermen.
Fier zullen wij zijn haar van geslacht tot geslacht
over te zetten opdat zij dienen moge tot aanwakke
ring voor het goede aan onze nakomelingen en hen
aanzette zich ook onder haren heilzamen invloed
te vereenigen om gezamentlijk tegen de wisselval
ligheden van het leven te strijden.
Nog eens, heer Voorzitter, heb dank, duizend
maal dank
In naam der leden schenk ik U eenen bloemtuil
als stoffelijk bewijs onzer erkentenis bewijs dat
U des te aangenamer zijn zal omdat, bet een ge
schenk des harten is.
Leve de heer E. Verschaeve!
Leve de heer Voorzitter, van den Onderlingen
Bijstand!