Eene Vraag-! Feest Burgerwacht. Avondfeest. Fransch Tooneel. Ylaamsch. Tooneel. Burgerstand Kemmel. West-Nieuwkerke. YERSCHILLÏGE^TÏJDINGEN. en ander over liet eerste paneel. Heel om- 1 hoog, tusschen de balken en kepers van het dak, 'staat een opschrift, dat half en half op yiaamsch trekt: IJpren. Regten van Ge- meijnte. MCLXXI. Onder het panneel leest men: Le Dragon, symbole de Vindépen dance communale. Het ware opschrift, het Vlaamsehe, is moedwillig weggestoken, en in zijne gotische letters en oude spelling schier onleesbaar: terwijl men het Fransche onderschrift, in hedendaagsche verstaanbare taal, voor den neus des aanschouwers uit hangt. Indien het M. Delbeke onverschillig was, hadden wij zoo liefst een ouderwetsch Franscti in het dak der Halle zien schieten, en onze taal, volgens de laatste aangenomene spelling, op den voorgrond gelezen! Maar 't is nu zoo. Waarin bestaan eigenlijk die Regten van 't gemeijnte De eerste muurschilde ring geeft er ons een voorbeeld van: Op eenen troon, tegen de IJpersche lakenhalle opge slagen, zit graaf Flips van Elzas. met een perkament in de hand. Bij hem staan zijne dienaars en trompetblazers. Vóór den vorst trekt een stoet voorbij, waarvan de voor naamste groep het triomfantelijk ronddragen verbeeldt van eenen vergulden draak, ge plaatst op het door looverkransen versierd bovendeel eens torens. Vóór en achter dien draak, herwaarts na de kruisvaarten aange bracht gaan gildemannen wapenlieden kinders, burgers. Kortom, het geheel herin nert een feest, een heugelijk feit. Zou men het wel vermoeden, bij inzage der samenstelling? Men is geneigd te gelooven, dat zoo iets in IJperen nooit gebeurd is, wel in den loop der lijden, aangezien het juiste jaartal opge geven is, maar nimmer op de wijze door den kunstenaar voorgesteld, 't Zijn geen IJper- lingen welke hij weergeeft, 't zijn lieden uit andere oorden. Die vaalkleurige gezichten, van sommige der afgebeelde personen, kun nen nooit aan Vlamingen behooren. Ons ras, onverbasterd als het nog was in den roem rijken Gemeentetijd, was zeker wel volbloe- der, frisscher en vol levenslust, om ons de zekerheid te geven dat de doodskleur welke de schilder op de wangen sommiger perso- naadjen gestreken heeft, ten minste onna tuurlijk mag heeten. Eene andere bijzonderheid welke strijdt met onze Vlaamsehe zeden, vinden wij in het meisje en het jongentje, die al dansende den stoet openen, de eerste met eene rinkeltrom, de tweede met danskleppers. Beide instru menten (indien ze zulken naam verdienen) hooren te huis in Spanje, en waren zeker in 1171 hier nog niet gekend. Men vraagt zich ook te vergeefs af, wat die twee honden in den stoet komen doen? Indien er binst den ommegang muziek en gerucht gemaakt werd, is het zeer te betwij felen dat een enkele hond moed genoeg ge had hebbe, om bij dit getier en geharrewar te blij v en 1 Andere beknibbelingen raken het teekenen van personen of deelen derzelve. Hier kunnen wij niet in bijzonderheden desaangaande tre den; alleenlijk zij er gezegd, dat sommige personaadjen in zulkdanige houding afgebeld zijn, dat deze in werkelijkheid slecht weg onmogelijk is. In het genre van schilderen, voor onder havige panneelen,door den heer Delbeke ver kozen, mag er geen perspectief zijn, zegt men. Indien dit waar is, vinden wij te veel verschiet in sommige deelen van het geheel; en is dit niet waar, 't. t. z. als er in die wijze van schilderen perspectief mag zijn, dan is er, op verre na, geene genoeg. Te veel of te weinig! Veel lieden streken een oordeel over deze muurschildering na eene oppervlakkige be schouwing; nochtans wij moeten bekennen dat er, bij een nauwkeurig en grondig onder zoek, eene menigte bijzonderheden in 't oog springen, welke men in een eerste opkijken niet ontwaart. Dit hebben wij ondervonden, iedere maal wij het tafereel herzagen. De kunstenaar heeft een groot aantal personen geschilderd, welke op zich zeiven genomen, met de nevenstaande verschillen in handeling en ook wel in kleedij. 't Is, naar onze be scheiden meening, de teekening in het alge meen, die te wenschenlaat en niet het kolo riet. Zonder zoo krachtig te zijn als in Pauwel's werken, voldoet dit laatste toch het oog in zijn eenigzins lauwen toon. Daar de omtrek van eiken persoon door eene tamelijk dikke zwarte lijn bepaald is, heeft de schilder, zonder zich veel aan de schakee ring gelegen te laten, de ruimte tusschen die omtreklijnen door schier eenkleurige tinten aangevuld. Wij moeten echter op het meisje^ wijzen, huppelend aan het hoofd des stoets: t Is een mooi kopje, met zijn schoon blond haar en daarbij zijne lieflijke blauwe kijkers: alléén genomen ware het meesterlijk gemaald,maar nu gaat het in 't geheel verloren. En dit geheel vindt het publiek onvoldoende, meer nog dan onvoldoende: die personaadjen leven niet, zij schijnen zich niet genoeg te bewe gen; de ziel, de gloed ontbreekt in zulk een feest. Om beter te verstaan wat leven en beweging in zulk een tafereel moeten zijn, plaatst eens nevens die groote muurschilde ring eene Vlaamsehe kermis van onzen Teniers of den ouden Breughel: Vergelijkt dan en oordeelt! (Wordt voortgezet.) In een zijner laatsle nummers vroeg het Journal d' Ypres, dat er zouden een of twee banken geplaatst worden in den nieuwen hot achter Sl Maartenskerk, en dit ten dien ste der advokaten. Na genomen inlichtingen hebben wij ver nomen, dat er daar zooveel banken zullen gesteld worden als dat hier te IJper klerika le advokaten zonder werk loopen. Heden avond vieren de heeren officieren onzer Burgerwacht een echt vriendenfeest. Ter gelegenheid van de benoemimg des hee ren Majoor Dusillion, tot ridder der Leopols- orde, bieden zij hem een banket aan, binst hetwelk de held van het feest eene prachtige gedenkenis zal aangeboden worden. Of het een hartelijk feest zal zijn. valt niet le betwijfelen. De gulle vriendschap, die de heeren officieren elkander toedragen, staat daar borg voor. De Maatschappij der heeren onder-officie ren, korporalen en brigadiers onzer Burger wacht, geeft, op 25 dezer, een mooi avond feest, dat aan de eere- en werkende leden opgedragen wordt. Het is een feestje dat van begeerlijkheid u het water in den mond moet doen komen, bij het lezen alleen van het programma. Over al hetgene men daar zal te genieten krijgen, zullen wij nu niet verder uitweiden. Enkel kunnen wij aan den lust niet weer staan een woordje lof te zeggen over de teekening van het programma, de heer G. D. kent het om 't programma een lief aanzichtje bij te zetten en naar de omstandigheden op te smukken. Een gul proficiat voor dien smaak- en talentvollen teekenaar, Mijnheer G. D. Wij komen te vernemen dat een troep Tooneelkunstenaars, onder het bestuur van den heer Louis Morini van Luik, op Don derdag 28 April aanstaande, hier te IJperen eene vertooning komt geven van het welgekend zangspel LE GRAND MONGOL. Op Maandag 9 Mei aanstaande, komt de Tooneeltroep van Antwerpen, onder het Bestuur van den heer Greizingér, te IJperen eene puike vertooning geven, die bestaan zal uit: Don Cesar van Bazan, beroemd drama in 5 bedrijven, en Lood is Dood, tooneelspel in één bedrijf. Het kan niet missen of de opvoering van zulke stukken, door kuntenaars als deze van den Antwerpschen Tooneeltroep, moet eene eivolle zaal uitlokken. Iedereen zal er we derom zijn willen. van den 15 tot den 22 April 1887. Geboorten. Mannelijk geslacht 0. Vrouwelijk id. 1. Huwelijken. Germaan Versteele, bakker, en Emma Huy- ghebaert, zonder beroep. Rosalia Beun, zonder beroep, 80 jaar, wedu we van Emmanuel Gheysen, Rijselstraat. Virginie Odent, zonder beroep, 78 jaar, we duwe van Romain Percque, Rijselstraal. Maria Covens, kloosterlinge, 60 jaar. Ge rechtshofplaats. Jozef Delcoigne. zonder beroep, 64 jaar, echtgenoot van Catharina Carpentier, lan ge Thouroutstraat. Sofia Coemelckzonder beroep, 69 jaar, we duwe van Jan Dondeine, Meenenstraat. Amelia Verfaillie, 75 jaar, kloosterlinge, Gerechtsho fplaats Hortensia Budts, zonder beroep, 54 jaar, echtgenoote van Leo Wyckaert, Boesin- ghestraat. Isidorius Declercq, soldaat, 16 jaar, Vleesch- houwerstraat. Rosalia Denorme, zonder beroep, 76 jaar, weduwe van Jan Vanden Broek, Meenen straat. Kinderen beneden de 7 jaren. Mannelijk geslacht 1. Vrouwelijk id. 2. Vanoever heeft verleden Zondag kunnen zeggen zonder lachen dat er moet gebeden worden voor dezen die hunnen Paschen niet gehouden hebben, juist alsof het van hem niet afhing dat ze zulks laten. Wie is er die niet weet dat het die bultenaar is die, nau welijks te Kemmel aangekomen, aan meni- gen parochiaan de absolutie geweigerd heeft. En nu zou hij de menschen doen bidden! Neen, Vanoever, bidden zal niet baten, maar begeert gij dat allen doen gelijk eertijds, sla u op de borst, zeggende mea culpa, mod maxima culpa-, verzoek daarna alle paro chianen te doen gelijk voordezen, dat zal misschien helpen. Misschien, zeg ik, want dezen die van gedacht zijn hunnen Paschen te houden, houden hem nu ook! Zij gaan in het omliggende, waar zij met liefde omvan gen worden door biechtvaders diegeen bezwaar vinden in hetgeen gij voor grove zonden houdt. Dat is raar, hel maar 't is alzoo. Wie van u maakt misbruik van de biecht? Maar zie, er komt mij iets te binnen! Heb ik in mijne jonge jaren niet hooren zeggen dat de eene biechtvader meer macht heeft dan de andere? Daar ligt misschien de knoop waarom gij absolutiën geweigerd hebt. Als het daarvan afhangt, spreek, ik zal u indach tig zijn als ik mijn vet zwijn slachten zal. Om u te verkloeken, moogt gij eenige van de kloekste brokken verwachten, ik zeg de teennagels, den pezer, enz.; dan zult gij on getwijfeld welhaast zooveel macht hebben als uwe confraters en, gelijk hen, kwijt schelding kunnen geven van ai die nieuw modische zonden, waarover gij zoo geerne spreekt. En nu een woord over het subiet sterven. Mag ik u mededeelen, Vanoever, wat ik oude lieden hoorde zeggen, toen ik nog een kleine jongen was? Waar het hart van vol is, daar spreekt de mond van. Zoo wij aan die spreuk gelooven dan moeten wij besluiten dat gij niet gerust leeft, want gij spreekt nog somtijds over het sterven. Wees niet benauwd van den dood, Vanoever. Als gij het goede doet en het kwade vlucht, veees niets en niemand. Die wel doet moet niet vreezen. P. S. Vanoever, gij die weet dat, na drie jaren dood te zijn, er geen verschil bestaat tusschen de beenderen van den schamelen armen en die van den rijken, zoudt gij mij kunnen zeggen wat verschil er bestaat tus schen uwe beenderen nu, en die van den grootsten deugniet die ooit bestaan heeft? Krak. Potverdikke, 't en is geene kleine leute, da 'k nu gaan vertellen, 'k Zegge dikkers tegen mijne Treze, dat de wereld om zeepe gaat; maar als 't nog eenigen tijd duurt, 'k weet jandorie niet, wat voor een einde ge heel dien boel zal hebben. Van de jare was Palme-zundag acht da gen voor Paschen en Beloken Paschen acht dagen nadien. Met die occasie, verzoekt de I-I. Kerke dat eikendeen zijne figure in den biechtstoel zou presenteer en. 't Is nom de domme altijd 't zelfde dat ze weten te vertel len! Nu, nu, daarmeè al geen koppelmenten gemaakt; 'k zegge tegen mijn Selvietje, dat nu 15 jaar oud is, gaat gij eerst te biechten. Zoo gezeid, zoo gedaan; Selvie trekt er naartoe en doet, gelijk naar gewunte, 't gee ne men zegt, zijne zonden belijden. Ja maar als ze gedaan heeft met heur conscience te ontlasten, manheere Pieter, dat ge al te male wel kent, die vraagt voor wie haren papa gaat stemmen in de naaste kiezing. Sel- vietje geeft voor antwoorde dat heure ouders daarvan in huis nooit spreken en dat ze daarvan niets weet. Ze komt te huis en ze doet geheel dat vertelling uit een. 'k Komrne daarin zulk eene kalerië.als 'k dat al boore, 'k trekke mijnen keuvel aan: 'k ga zelve rechtuit er naartoe en 'k zegge tegen Treze, 'k zal nom de domme dien kerel eens spre ken van fatsoene. In eene, twee, drie, ben ik in de kerke; vandaar in den biechtstoel.'k En hebbe nog maar vier woorden gezeid of kozen Pieter vraagt al voor wie dat 'k zal later stemmen: Wel, potverdikke! voor de riberalen manheere; voor wie zou ik wel beter stemmen en wie zal er wel beter de prochië regeeren of die Heeren. Peist ge mis schien, da 'k zou stemmen om hier eenen vreemden schuifelare van het burgmeestertje te zien spelen; een zwarte kazakke, die se dert vier, vijfjaar, kwestie en tweedracht onder de Nieuwkerknaren zoekt, en die het geld van de gemeente zou gebruiken om een geheel regiment kwezels en kaloterij te kweeken, 't zou alleene gaan. Pas si béte que je suis mal hubillé, va! En kozen Pieter zegt toen - Ah! ge zijt gij ook eene van deze die zoün stemmen voor jlancs- macrons, voor die mannen, die gaan maken dat men later tijde hon'dei d gendarmen op de prochië zal moeten zetten, om tegen de geu zen te vechten. Nu en kan ik de absolutie niet geven, 'k zal ter weke naar uw liuis komen om u te absolveeren, als ik zie dat gij het verdient. Ah! zeide ik in mijn eigen, nog eene nieuwmoden zonde bij al de andere. Man heere Pieter, tot wederziens; ge rneugt uwe absolutie houden! Ja, gelijk een duivel, Petrus was deze weke op zijne paaschronde en hij kwam ten huizent binnen, 'k Keerde juiste were van den akker, dat 'k een bitje erweten gaan planten was; 'k hoorde dat Koes daar altijd rond trappelde, gelijk een oude henne. 't Was altijd van Trezetje alhier en Trezetje aldaar, en 'k zei bij mijn eigen zelve: hij vraagt zeker om Sinte-Pieterspenning. Nu steek ik de keukendeur open, maar 't was eenen geheelen anderen Sinte-Pieters penning die op gang is!.... "Hola! hola!» riep ik tot Pieter, 'ten is aan mijn wijf niet dat ge moet de absolutie geven't is aan mij dat gij ze beloofd hebt? En nu gij en uwe absolutie aan de deur hebt gij mij verstaan? en zet hier nooit geen voet meer binnen Pietje Houthem. Duitschland. Konijnenhuiden. De Franscbo konijnenhuiden overstroomen, volgens een bericht in een Duitsch blad, dank zij eene bijzondere bereiding, de ge- heele wereld. Ze komen voor onder de meest verschillende namen van pelswerk, op welke verschillende soorten ze dan ook uitstekend gelijken. Wanneer de konijnenhuid met hare lange haren wordt toebereid, dan krijgt zij den naam van Siberisch pelswerk (Sibérien- ne); dikwijls heet ze ook marterbont en geeft voor, uit alle mogelijke landen afkomstig te zijn. Worden er de vooruitstekende haar- spitsen uitgetrokken, dan heet zij kastoor; wordt zij door middel cener machine kort geschoren, dan treedt zij als otterpels voor den kooper op, en noemt ze alle zeeën, zelfs de Poolzee, haar vaderland. De konijnenvel len leveren minstens twee derden van al het pelswerk dat er in de geheele wereld verbruikt wordt en op hoe grooter schaal deze vervalschingen gedreven worden, des te grooter zijn ook de winsten. Het Weekblad, de bovenstaande regelen overnemende, kan zich niet onthouden dit te bemerkenhet is altoos slecht vervalschin gen te begaan, zelfs in de mooie en prachtige kleederdracht van onze bevallige juffers, edoch het is nog veel slechter wanneer in de mondbehoeften van menschen en huisdieren en in de meststoffen van het land. Mochten de konijnenhuiden aan wat hooger prijzen verkocht worden, het is al wat het Week blad zou wenschen. Sommige dagbladen zeggen dat Van der Smissen den eersten mei in vrijheid zal ge steld worden. Tot nu toe zit hij nog altijd te Bergen en volgens de Chronique, geniet hij er vele voorrechten. Zoo ontvangt hij zijne bezoekers niet gelijk de andere gevan genen, maar in een salon. Derby Wedrennen van Epson. 't Is den 25 Mei a. s. dat den Derby geloopen wordt, zoo berucht in Engeland, en die jaar lijks meer dan een millioen toeschouwers lokt. L'Excursion richt ter dezer gelegenheid eene schoone reis in, welke acht dagen zal duren, en waarvan het vertrek plaats heeft op 20 Mei; tegelijker tijd bezoekt men Lon den, het koninklijk verblijf van Hampton- Court, den kruidtuin van Kew, park van Richmond, het kristalen Paleis en Green wich, met de coursen van Epson als hoofd punt. De verblijfkosten en vervoer in 1® klas bèloopen slechts 250 fr. In den loop der maand Mei hebben nog andere reizen plaats in Holland, Zeeland en Normand ië. Den 29 Mei eindelijk, ter gelegenheid der Pinksterfeesten, en van de groote bedevaart van Echternach, zal de Excursion vertrek ken naar Luxemburg, Vianden en Diekirch. Duur der reis: 4 dagen. Prijs: leklas, 95 fr. 2e klas, 85 fr. Het programma dezer reizen wordt koste loos gestuurd aan al de personen die er de aanvraag zullen van doen aan den heer Ch. Parmentier, Bestuurder der Excursion, Boulevard Anspach, 109, Brussel. St-Truiden, 30 September 1885; gebruik gemaakt hebbende van eenige doozen uwer Zwitsérsche Pillen aan 1 fr. 50, verklaar ik dat zij mij de vertering lichter gemaakt, mij de hoofdpijn en maagprikkeling weggeno men hebben, eu dat ik thans regelmatig afga. P. Pasque, handelaar. Handteeken ge wettigd. Sommige handelaars verschaffen zich on zer ledige kassen met onze merk getee- kend en vullen dezelve met gemeen stijfsel, om dit alsdan te verkoopen als uit onze fabrieken voortkomende. Wij bevelen de verbruikers aan zulke mid delen acht te nemen en ons stijfsel niet te koopen dan in pakken of doozen onze merk E. REMY EN Cie. dragende. Burgerstand van Poperinghe van den 13" tot den 21" April 1887. Geboorten. Mannelijk geslacht 1. Vrouwelijk id. 2. Mn weiï j Ken. Minot Franciscus Aloïsius, 47 j. schoenma ker, weduwaar van Berat dementia Ro salia Cornelia, en Dumelie Paulina Caro lina, 44 j. kantwerkster. Devos Renatus Basilius, 22 j. dienstbode te Proven, en Lermyte Julia, 21 j. werkster. Fluys Bernardus, 33 j. bediende aan den ijzerenweg, en Gast Sophia Juliana, 37 j. bijzondere. Overli j (lens Minderen beneden de 7 j aai*.. Mannelijk geslacht, 2. Vrouwelijk, 1. O verli.j (lens.

HISTORISCHE KRANTEN

Het weekblad van Ijperen (1886-1906) | 1887 | | pagina 3