De konversie t iJperen.
Wie eet de boter op?
Feest Breidel en de Conine.
STADSNIEUWS.
Een feest op Dickebusch-Vijver.
Grevisten.
Be waarheid omgekeerd
In de zitting van Zaterdag j.l. heeft de
lieer P. Vermeulen de volgende ordemotie
gedaan:
Toevallig heb ik onlangs de quaestie van
het omzetten der stadsleening opgeworpen.
Dan heb ik niet willen aandringen omdat,
nopens eene zaak van die gewichtigheid,
men behoort besluiten te nernen na een vol
ledig onderzoek.
De heerschende krisis heeft de bestaan
middelen van eenieder verminderd.
Het behoort dan dat men de middelen
betrachte om eenieders lasten te verminde
ren en ze in verhouding te brengen met den
toestand.
De geldkroos is afgeslagen; de stad, als
goede beheerster van de penningen der be
lastingschuldigen, moet denzelfden taks niet
blijven betalen. Verder moet ze, gelijk alle
goede bestuurders doen, hare schuld afkor
ten. Zij kan het doen, en ook nog terzelfder
tijde besparingen maken, 't Is wat ik heden
vraag te mogen bewijzen.
De nieuwe leeningen van Antwerpen en
van Brussel kosten 3 fr. 27 1/2intrest en
amortissement in 90 jaren erin begrepen.
Nu betaalt IJperen fr. 20.480 voor in
trest van een kapitaal van fr. 512,000 aan
4 a/0 zonder amortissement of afkorting.
Indien zij ontleende aan de voorwaarden
der Brusselsche of Antwerpsche leening,
voor diezelfde som van fr. 20,480, zou ze een
kapitaal van fr. 625;343,51 bekomen, die
haar zou toelaten hare tegenwoordige schuld
van 512,000 fr. weèr te geven, en daarboven
bleef haar een overschot van fr. 113,343,51,
om de werken voor openbare gezondheid en
't versieren der stad te voltrekken en om de
reeds verteerde sommen aan het nieuwe
kwartier tot opbrengst te brengen.
Dit kwartier, wanneer het volledigd is,
zal boven de 500,000 fr. opbrengen en, indien
men het later uitbreidt naar den oostkant
van de ijzerenwegstraat, zal het een millioen
opbrengen, waarmede men de lasten kan
verminderen.
"Het ware voor langen tijd vele werk
voor alle ambachten.
De stad zou hare leening zelf moeten
uitgeven, ingezien de weinig aanzienelijkheid
der som. Volgens mijne berekening:
Brussel staat fr. 4,89 zuiver af per titel
aan de bankiers.
Antwerpen staat fr. 3,00 zuiver af.
Daarenboven is de kommissie van den
wisselagent 1 frank per titel, en de kosten
van ruchtbaarheid, van het maken der titels,
enz., ook 1 fr. per titel.
Indien de stad zelf hare leetiing uitgeeft,
kan ze met de nemers van titels de winst van
de bankiers deelen. 't Ware een lokaas, een
voordeel te meer. De wisselagenten zouden
hun gewoon loon van 1 fr. per titel bekomen.
Onze sparende volksklas neemt nu Brus
selsche, Antwerpsche of andere loten en
betaalt 10 centiemen per coupon voor de
inning ervan. Waarom zou ze geene van
IJperen laten nemen aan dezelfde en zelfs
nog betere voorwaarden, indien ze daaren
boven nog het voordéel geniet de kou pons
kosteloos bij den gemeenteontvanger te kun
nen innen.
De Antwerpsche leening is dusdanig ge
sloten dat ze kan terug betaald worden aan
het effen met trekkingen van groote pre-
miën, oftewel zonder groote premien en aan
110 fr. Voor de leening van IJperen ware bet
laatste stelsel het beste.
De weldadigheidsgestichten, die aan de
stad leenen, zouden daarbij niets verliezen.
Ze zouden hunne gelden op eerste hijpotheek
aan 4 °/0 gemakkelijk plaatsen. De kleine
spaarder kan van deze soort van hoogen
intrest gevende plaatsing geen gebruik ma
ken en neemt stadsloten.
Ik roep de aandacht van het Kollegie op
dit zeer gewichtig problema in en vraag aan
den Raad te besluiten van het aan de dagor
de van eene der aanstaande zittingen te
brengen.
Het is vermindering van lasten.
Het is werk voor onze werklieden
1. Dus van .allergrootste belang en aller
dringendst.
Indien eene leening af te leggen is in 90
jaren, en fr. 3,27 1/2 kost, dan is
fr. 2,50 aan intrest besteed
0,55 1/2 aan premiën,
0,22 aan afkorting van het kapitaal.
3,27 1/2
(Vervolg).
Het is vruchteloos verder gezocht! Nie
mand anders eet de boter op, niemand anders
sleurt de goë dagen weg dan onze heden-
daagsche pastors ik spreek van deze
welke wij dagelijks tegenkomen, die, nu
hier, dan daar, bij hunne geliefde konfraters
te half twaalf aankomen om conferentie
te houden.
Hunne uitpuilende oogen, hun purpere
neus, hunne blozende wangen en de grosse-
caisse welke zij op den buik dragen, zijn
zooveel bewijzen van hunne gewillige ar
moede en hunne eeuwige zuiver... Neen, van
hunne zuiverheid zullen wij zwijgen, een
schoteldoek is niet zuiverder.
Dat hunne zwaarlijvigheid ons niet ver-
wondereHoeveel vaten en manden wijn,
worden er in eenen pastorskelder neèrge-
legdHoeveel tonnen bier worden door de
pastors jaarlijks afgedronken! Hoeveel kie
kens, eenden en ander lekker pluimgedierte
worden in eene pastorskeuken gebraden!
Hoeveel fijne stukken vleesch worden door
de pastors naar de andere wereld gezonden
Ja zij, en zij alleen, slepen de goè dagen
weg
Wel is waar, aldus leven kost geld en veel
geld, maar wat is geld voor deze die het
maar te scheppen hebben.
Bedenken wij dat zulk volkje door den
Staat bezoldigd wordt; dat het ten minste
zes frank rekent om eene mis; dat men met
honderden franken den prijs van eenen lijk
dienst telt
En hoeveel brengen de offerblokken op 1
En de offeranden? En de schalen En Sint
Pieterspenning? En de broederschappen En
het vagevuur en wat weet ik al?
Ja, het geld regent in hunne zakken!
Wanneer zal het volk zijne oogen openen,
wanneer zal het zien dat die zoogezegde
menschenvrienden niets dan uitbuiters zijn
die lui en vadsig van onze centen leven
Wanneer zal het staatsbestuur die stoute
raven kortvleugelen? Zulks mogen wij van
het tegenwoordig gouvernement niet ver
wachten, maar hopen wij dat het liberaal
bestuur, dat reeds aan de deur staat, dien
plicht zal kwijten.
Op 11 Juli te Brugge.
Oproep aan alle Vlamingen.
Den 11 Juli aanstaanden wordt, op de
Groote Markt van Brugge, het gedenkteeken
ter eere der volkshelden Breidel en üe Co
nine plechtig ingehuldigd.
Dat is een vaderlandsch feest, waarvan
de vreugdemare over 't geheele land moet
klinken, waar geen Vlaming, die het hart op
de rechte plaats draagt, bij ontbreken mag.
Twintig jaren gespannen verwachting van
den vaderiandsclien zin, door geheel Vlaan
deren aangekweekt en onderhouden; twintig-
jaren tobben en moedig strijden door de oude,
eenige, ware Breidel-Commissie, worden
hier bekroond
De Breidel-Commissie alleen kon en mocht
met de inhuldiging van haar, van ons ge
denkteeken gelast zijn.
Daarom zijn de feesten van 11 Juli ook
de eenige ware, vaderlandscne Breidelfees
ten. zoo grootsch in hunne beteekenis dat
men van haar alleen zeggen mag dat zij bo
ven alle kleine politiek verheven zijn, al
zullen de deelnemers, uit heel het land geest
driftig toegestroomd, in groote meerderheid,
ja, bijna voor de algemeenheid, liberalen
zijn.
Dat hebben de clericalen, de Leiiaerts van
het Brugsche Stadhuis zoo gewild met de
feestinrichting aan de Breidel-Commissie
te ontnemen en die naar Augustus te ver
plaatsen, zoo dicht mogelijk bij de gemeen-
tekiezing, en dit alles uit kortzichtig partij
belang.
De Augustusfeesten, hoe officieel ook, hoe
kostelijk voor de stadskas, hoe luid rondge
bazuind zij wezen mogen, zullen onder de
leiding der clericalen en edellieden anders
niets zijn dan Leliaerlsfeesten, dan eene
politieke kramerij.
Des te beter, volgens ons
Zoo heeft nu de echte Vlaamsche vader
landsliefde, de vrijzinnige burgergeest eene
prachtige gelegenheid om zich eenvoudig en
grootsch te doen gelden zonder inmenging
eener ongezonde nieuwsgierigheid naar ca-
valcadenblaai en proctsssiegewemel.
Door hun getal en geestdrift; door de
schilderachtige talrijkheid en kleurenpracht
hunner vlaggen, kartels, palmen en lauwer
kronen door de eindelooze volgreeks der
kringen en maatschappijen, echte regimen
ten van het leger der heilige volkszaakdoor
dat alles moeten de Vlamingen op 11 Juli
te Brugge komen bewijzen dat zij wel de
verhevene en verheffende beteekenis kennen
van den dag.
Wat beteekent inderdaad het feest van 11
Juli?
Ziehier?
Op 11 Juli 1302, werd de wereldberoemde
slag van Kortrijk geleverd. 60.000 Fran-
schen waren Vlaanderen binnengerukt, be
reid het land te verwoesten en daarna in te
palmen. Doch, zij vonden de Vlamingen in
dichte gelederen op den Groeningkouter
geschaard
De slag was schrikkelijk.
20.000 Franschen dolven het spit: de ove
rigen redden zich door eene ijle vlucht.
Vlaanderen was gered, de vrijheid was
gered, boer en burger vooreeuwig misschien
bevrijd van de dwingelandij der ridders en
edelen.
Ook, geheel Europa sidderde bij het verne
men der groote gebeurtenis; de eenen, de
ongelukkigen, van hoop en van geluk, de
anderen van woede en van vrees.
Dat was de vroege zegepraal der echte
en gezonde democratie 1
Wie, in onze dagen, zal die hooge betee
kenis onverschillig kunnen voorbij zien
Nu, vooral dat de strijd voor ware vrij
heid en ontvoogding meer dan ooit aan den
gang is; in deze 19e eeuw, die de eeuw der
volkeren en der volksbewegingen zal hee-
ten nu is de beteekenis der Guldensporen-
zege van diepgrijpender toepassing dan
ooit 1
Ook voor al wie de gevaren ziet en ducht,
die uit het zelfde Zuiden ons volksbestaan
bedreigen, zal de herinnering en herdenking
eener roem- en gevolgrijke zegepraal op den
erfvijand, die ons, de eeuwen door, zoo veel
kwaad deed, eene prachtige gelegenheid zijn
om over allen het bewijs af te leggen van
trouwe en vastberadene vaderlandsliefde,
zoowel als van nuchtere volksgezindheid.
Dat is de beteekenis der deelneming aan
de Breidelfeesten van 11 Juli
Zij late geen enkelen, waren Vlaming
koel 1
Ja, begrepen zelf de Walen het, zij zouden
mede doen met ons
Wie brieft het hun over
Wie bazuint het onderhen rond?
Dat ware echte verbroedering, anders dan
in liederen en in woorden!
Reeds zijn 123 maatschappijen, waarvan
twee derden buiten Brugge, voor den stoet
ingeschreven.
Reeds hebben 15 muziekkorpsen, waar
van vier slechts uit de Breidelstad, hunne
medewerking beloofd.
Een reuzenorchest voor de uitvoering van
de feestliederen op de Markt onder Benoits
leiding, bij het vallen van het doek,
Onder die muziekkorpsen noemen wij
slechts de stadsmuziek van IJperen, zoo
gunstig bekend, en bijna zeker ook de be
roemde muziek van Poperinghe! Dat getuigt
voor de hoedanigheid.
De Breidelfeesten naderen al meer en meer
de werkzaamheden der Breidel-Commissie
worden goed doorgedreven en de aaneenbren-
ging van 't mouvement gaal goed vooruit.
Het wordt tijd om op het feestgezang te den
ken. Het lied der Vlamingen van P. Benoit,
en Vlaanderen van R. Hol, zijn de twee
liederen door de Breidel-Commissie gekozen
om op 11 Juli uitgevoerd te worden, onder
leiding van onzen genialen maestro P. Be
noit. Men lierinuere zich nog hoe indruk
wekkend, hoe grootsch het wasals in 1877
op de groote Markt van Brugge door dui-
zende vlaamsche kelen hulde werd gebracht
aan onze volkshelden, op 11 Juli moet den
indruk nog grooter wezen daar hel toch zoo
vurig verlangend monument eindelijk ont
huld zal worden, als 't floers valt dan moeten
de twee volgende liederen donderen door
het ruim.
Vlaanderen.
Het lied der Vlamingen
Belangrijk bericht. Er zullen aan
de maatschappijen prachtige gedenkpennin-
ningen geschonken worden, echt kunst
werk van drijfkunst! Ook vele, zeer vele
diploma's zijn te verdienen, echt meester
werk van kleurdruk
Nog al redenen te meer tot deelneming 1
Allen naar Brugge dus, op 11 juli
Gelijk wij het in ons laatste N1' aankon
digden, hielden de lieeren onder-officieren
onzer Burgerwacht, Maandag laatst, volop
feest.
Om 4 1/2 ure 's namiddags vertrokken zij
uit hun lokaal, met een groot getal uitge-
noodigde officieren, allen in 11 prachtige
rijtuigen gezeten, waaraan ongeduldige paar
den gespannen waren, en reden door de
bijzonderste straten der stad statiewaart
naar Dickebusch-Vijver. 't Was daar Jat
eigenlijk de feesttelijkheden moesten piaa^
hebben.
Deze vingen aan met eene reeks prijskam
pen, die oprecht goed uitgedacht waren om
iedereen eens hartelijk te doen lachen. Noe
men wij enkel deze in het hoogst springen"
inliet verst springen, in het bollen, injJ
vogelken-pik, in het zingen, enz., enz., en
men zal zich een gedacht kunnen maken van
het gulle vermaak dat men daar genoten
heeft.
Die verschillige vermakelijke oefeningen
waren ook wel geschikt om den eetlust aan
te prikkelen en het kon niet anders of men
ging zijn buiksken eene zielmis doen.
Waarlijk het water kwam u in den mond
van begeerlijkheid, wanneer Mad. Paulina
de waardin van het Vijverhuis, die lekkerj
spijzen opdiende. Een innig dankwoord en
een gul proficiat, aan de kokin, die met zoo
veel talent die lekkere spijzen heeft weten te
bereiden, oprecht gesproken, het is in het
Vijverhuis alleen dat men zoo iets verkrijgen
kan.
Toen allen aan de smakelijke gerechten en
de geestrijke dranken volop eere deden/stond
de heer Voorzitter G. I). recht en droeg den
heer Majoor Bevelhebber een heildronk op.
Levendige en algemeene toejuichingen be
groeten die welgemeende en warme woor
den. Daarop nam de heer ondervoorzitter
H. E. het woord en dronk op de gezondheid
van den Adj'-Majoor. Zijn heildronk ook
werd luidruchtig toejuicht. Iedereen was vol
begeestering en opgetogen van vroolijkheid.
Na het eetmaal ging men over tot de uit
reiking der prijzen, aan de overwinnaars der
verscheidene prijskampen.
Zonder dat men het gewaar werd, waren
de uren vervlogen en de avond vorderde ras.
Om 10 ure besloot men stedewaarts te kee-
ren. De rijtuigen werden gereed gemaakt en
met allerlei venitiaansche lantaarns, ballons
en andere lichten versierd.
In vollen draf en onder hel zingen van
menig vroolijk lied kwam men de stad bin
nen gereden.
Waarlijk, het was een heel lief en aange
naam feest, dat veel te ras voorbij was. Nooit
zullen onze brave Burgerwachten dien heu-
gelijken dag vergeten; daarvoor hebben zij
te veel plezier gesmaakt.
Wij mogen niet eindigen zonder eenen
welverdienden lof toe te zwaaien aan de
heeren inrichters in 't algemeen en aan den
heer Voorzitter G. D. in 't bijzonder, die zich
allen beijverd hebben om alles ten beste te
schikken en te doen welgelukken. Zij hebben
iedereens verwachting verre overtroffen
hoewel men reeds meermalen overtuigd was
geweest van hun vooruitzicht, hun wijs be
leid en hunne ervarenheid in het inrichten
van dergelijke feesten.
Voor hen dus onzen diepsten dank en een
driedubbel proficiat! want het was een feest
dat bij iedereen het zoetste aandenken ach
tergelaten heeft.
Ja, lezers, in onze goede stad zijn er ook
grevisten. Maar weest gerust, 't is niet erg.
Over eenigen tijd kregen een paar heet
hoofden het in den zin twist te zaaien in de
Maatschappij der onder-officieren burger
wachten. Eene kleine woordenwisseling
bracht door hun toedoen eene scheuring
teweeg. Met zessen verlieten zij de Maat
schappij.
Doch zij ook wilden op hunne beurt naar
Dickebuscli rijden en zich eens gaan verzet
ten. Donderdag zijn ze er naartoe geweest.
Hoe hebben zij zich vermaakt? Wel!...
want als de dikke méégaat moet men zich
wel vermaken; 't is toch zoo 'n geestige dis
cipel!
Maar waarom die tweedracht en waarom
dezen, die met 't kwaad bezield zijn, niet
alleen laten loopen, gij die goede makkers
zijt? Iedereen weet toch wel dat men met
twist en tweedracht te zaaien niets winnen
kan, terwijl men door broederlijke eensge
zindheid de eendracht bekomt, en het
spreekwoord zegt
Eendracht maakt macht.
Dus, heeren grevisten denkt daar eens op
na
Het Journal d' Ypres heeft deze week,
naar ouder gewoonte, nog eens de waarheid
op eene averechtsche perse gestoken.
Het godzalig Journal gaf ook eene
compte-rendu van het uitstapje dei'
Onder-Officieren onzer Burgerwacht.
't Was wat knorrig, omdat het niet had
mogen mede rijden, 't Is er immers nooit in
gelukt officier, onder-officier of kaporaal te
geraken.
Gij kunt aan uwen elleboog voelen hoe het
ijzer beet, toen het die 11 mooie rijtuigen
in volle vaart zag voorbij rollen; al zijne
oude ijverzucht en aanmatiging kwamen we
der bovenzwemmen en 't liet eens aan zijne
galachtige schijfrazernij den vrijen toom.
't Schreef dat het zeven rijtuigen geteld
had. Zeven in plaats van elf!
Waarom die leugen?
't Kristeliik schrijvertje van 't katholiek
I.
Voor Vlaandei eiis gouden kusten
Klinke aller lofgeschal.
Daar vaar onsvadren rusten
Ka 't nakroost wonen zal
Waar moeder ons eens baarde
En opleidde aan keur hand;
O dierbaarst land der aarde,
O Vlaandei land.
Wel lijdzaam zijns lands kindren,
Maar geene dwingelandij
Mag hunne rechten hindren
O dat bezweren zij,
Wat m'eens zoo duur vergaarde,
Blijft steeds het waardigst pand
Van 't vrijste volk der aarde,
In Vlaanderland.
Th Van Ryswyck.
II.
Duar stijgen uit't verleden
De Karl enKlauwaart op:
Zij hebben stout gestreden,
Verplet den vreemden kop.
Hun goed. hun bloed, hun leven,
Met mildheid steeds verpand,
Om ons te kunnen geven
Het vrije Vaderland.
O Nederland, o vrijheid,
Gij adelt ons gevoel,
Wij zweren ook met blijheid,
Uw toekomst in ons doel;
Wij zullen, jonge scharen,
Steeds onzen plicht gestand,
Met hand en hart bewaren
Het heilig Vaderland.
Em. Hiei,.