VAN IJPEREN EN HET ARRONDISSEMENT.
PolitiekNieuws-, Handels- en Annoncenblad.
BERICHT AAN ONZE STADSGENOOTEN.
BBEYOEl EN DE C9NINC.
Tweede Jaar.
Zaterdag 9" Juli 1887.
Nummer 28.
Wij vernemen dat, Maandag, II Juli, ter gelegenheid van de onthulling van het gedenkteeken Breydel en
Be Conine, te Brugge, de trein die gewoonlijk ten 9 ure 's avonds uit deze stad vertrekt en te Bousselare
verblijft, zal voortrijden tot IJperen, om alhier rond 11 ure aan te komen.
Abonnementsprijs voorop betaalbaar: 3 fr. per jaar voor de stad. 3 fr. 50 voorden buiten. Per 6 maanden: 1 fr. 75. Aanoncen: 15 cent. per drukregel. Rechter
lijke eerherstellingen: 1 fr. per regel. Akkoord per jaar of per maand. 10 centiemen per nummer.Afzonderlijke nummers vo jr arükels, enz. 8 fr. per 100.Alle
berichten van verkoopingen of andere bekendmakingen ten bureele dezer gedrukt worden eens gratis ingelijfd. De annoncen voor België, ter uitzondering der beide Vlaanderen, alsmede
die voor het buitenland worden ontvangen door den Office de Publiciié, Magdalenastraat, Brussel. Men wordt verzocht alle hoegenaamde artikels uiterlijk tegen Vrijdag middag vrij en
onderteekend toe te zenden. Artikelen ongeteekend of personnaliteiten bevattende worden niet opgenomen.
Op elfden Juli aanstaande zal te Brugge de plechtige inhuldiging plaats
hebben van het standbeeld opgericht ter gedachtenis van twee mannen die
voor ons, Vlamingen en Belgen, de liefde der vrijheid en des vaderlands
verpersoonlijken. Liederen en romans hebben dc namen dier vrije bur
gers, dier leeuwen van Vlaanderen alom doen kennen, alom doen
bewonderen: heden is er in ons Vlaamsche land geen kind die de namen
van BREYDEL en DE CONINC niet kenne, geen mensch vdens hart niet
heeft gesidderd van fierheid bij het lezen van hunne heldendaden.
Zoo wij zeiden, hebben alle slach van werken de namen van Breydel en
De Coninck verspreid: doch veel poëzij en legende is rondom hunnen naam
ontstaan. Op het oogenblik dat zal worden ingehuldigd het gedenkteeken
hun door de volkserkentenis opgebouwd, betaamt het de Geschiedenis te
laten spreken.
Op het einde der 13e eeuw leefde Vlaanderen onder het beheer der
vreemden. Onze graven, vassalen van Vrankrijk, hadden aan het volk
zijne zoo duur gewonnen voorrechten laten ontrukken, en Paus Bonifacius
VIII had daarin machtig geholpen. Dit gebeurde toch niet zonder weer
stand: maar in 1214 had de slag van Bouvines, die zegepraal der Fran-
schen op Otho IV en zijne bondgénooten (Vlamingen, Duitschers en
Engelschenj, de verlossing verschoven en het Vlaamsche land was weder
om door Philippe-Auguste in de verdrukking en de slavernij gedompeld
geweest. Het volk boog het hoofd, maar wraakgedachten ontstonden
overal. Wij waren rijp voor de vrijheid: de eerste, onder al de volkeren
van Europa, hadden wij durven opstaan tegen Paus en Koning voor ons
Recht.
Het is een wonderbaar en toch onbetwistbaar feit dat elke groote
maatschappelijke omwenteling door eene voorlopige geestelijke beweging
voorafgegaan wordt. Men aanschouwe slechts de groote Fransche Revo
lutie: zonder de philosophische geschriften der groote mannen der XVIIIe
eeuw, zou 1789 de oude wereld niet hebben omvergeworpen.
Zoo ook was het toen de eerste vrijheidkreten in de duistere middeleeu
wen weerklonken. Üante, in Italië, had zich aan het hoofd gezet der
blanke tegen de zwarte die Florentia aan Karei van Valois
wilden overleveren: de groote dichter werd door den Paus verbannen.
Van Maerlant, in Vlaanderen, verspreidde onder het volk de schat der
menschelijke wetenschappen: hij, de eerste, leerde ons volk lezen, en werd
daarom in den ban dex Kerk geslagen. Hij vertaalde in vlaamsche verzen
de werken der beste en der beroemdste schrijvers: Vincentius van Beau-
vais, Petrus Comestor, Albertus Magnus en Aristotes. De Geschiedenis
alleen kan ons de vrijheid doen waardeeren en liéfhebbem Van Maerland
deed ze kennen, alsook liet Evangelie welks verhevene voorschriften
gansch schenen vergeten te zijn. Toen zijn volk genoeg geleerd was, sprak
hij hem van zijne rechten en van zijne plichten: zijne wrakende verzen,
diq Reynaert de Vos zoo kort opvolgden, hadden eenen machtigen indruk
op dat Vlaamsche volk, dat nimmer de verdrukking duldde. Op zijnen
donderenden roep stond Vlaanderen recht: Belforten en Hallen rezen op,
hooger dan de torens der heeren, hooger dan de torens der kerken. De
werkersmacht bevestigde zich tegenover de kerk- en leènmacht!
De omstandigheden verhaastten de omwenteling. Philippe-le-Bel, die
trouwelooze koning, hield Philippine, de dochter van Gwide van Vlaan
deren, in Parijs gevangen. De graaf zelf en vijftig zijner trouwste ridders
werden op verraderlijke wijze in Vrankrijk aangetrokken en in kerkers
gesmeten.
Het meeste deel der in Vlaanderen geblevene ridders waren fransch-
gezinde. Daar zij niet veel meer te zeggen hadden, en alleenlijk met ieder
een de rechten van eigendom bezaten, betreurden zij zeer hunne verlorene
macht: liet eenigste middel tot het wederkrijgen derzelve was het omver
werpen der bloeiende gemeenten. Zij hoopten dat Philippe-le-Bel, die in
Vrankrijk de beheersching der leenheeren behouden had, den staat van
zaken in Vlaanderen veranderen zou en dat zij in hunne vorige rechten
zouden hersteld worden. Diensvolgens begunstigden zij Vrankrijk tegen
Vlaanderen en kregen den naam van LELIAERTS als een schandmerk.
Des graven aanhangers, de patrioten, ontrolden den standaard
Vlaanderen den Leeuw: het waren de CLAUWAERTS.
Van op dat oogenblik was de opstand in gangeene reis in Vlaanaerei
der fransche vorsten hitste het vuur nog op, en de toorn van den gehoon-
den koning vermeerderde nog.
Van Maerlant had aan 't volk het gevoel zijner waardigheid openbaart;
de verdrukkers hadden alle harten misnoegd. In het stoffelijk gebied was
dus alles bereid.
Alsdan verschijnt een man doordrongen van den geest des vlaamschen
denkers. De Coniric was zonder geboorte gelijk de kronijksch rij vers
zeggen; maar het was een dier zeldzame zielen, die met verstand en ver
nuft begaafd, als beheerschers hunner tijdgenoten ter wereld verschijnen.
Zijne welsprekendheid droeg wonderbare vruchten voort, omdat hij zaaide
in liet land dat Van Maerlant beploegd had.
Toen de Vlamingen, door de trillende stern van den deken der wolle-
wevers opgewekt, gezworen hadden het vaderland te verlossen, kwam bij
hem een andere kampvechter. Deze iiad de lichaamskracht: het wapen bij
de gedachte. Het eene kan zonder de andere niets, wanneer men tot duur
zame veroveringen stappen wil. Die man heette Jan Brsydel, en was deken
der beenhouwers.
Hand in hand, moesten de twee Vlamingen den Waal overmeesteren.
Het werk van Van Maerlant, den voorganger, was voltooid: de Brugsclie
Matien klonken weldra de ontwaking van den vlaamschen leeuw en de
Groninge-kouter zag de zegepraal der democratie op de feodaliteit.
De weerklank van den slag der Gulden Sporen liet zich Europa door
hooren.
In frankrijk stonden loulouse en Bordeaux op en verjoegen de ambte
naars van Philippe-le-Bel.
In Italië, ontwaakte Florentia, en de steden Bolonia, Mantua, Parme en
Verone slooten zich bijeen in een verbond, terwijl uit 't midden der Alpen
de echos van Morgarten aan die van Kortrijk antwoordden.
Henegouwen, Luik, Brabant en Zeeland bereidden zich ook tot den
kampstrijd.
Gij, Vlaming, die deze woorden gelezen hebt, overweeg bij de roemrijke
daden welke zij verhalen, wat Vlaanderen eertijds was, wat het nu is
en nog meer, wat liet worden zal, indien gij vergeet dat, gelijk uwe
Vaderen, gij te strijden hebt tegen de twee eeuwigdurende vijanden van
uw bestaan, hetpaapsch en het waalsch.
Daarom den 11" Juli naar Brugge! om op den voet van liet zoo laat ver
heven denkbeeld onzer strijders hun oorlogschreeuw, die ook de onze is,
met duizende stemmen te herhalen
Wat paapsch en waalsch is,
Valsch is
Slaat al dood. t.
HET WEEKBLAD
Mementote operum patrum quae fecerunt in
generationibus suis; et aceipietis magnam gloriam
et nomen seternum.
(Boek der Machabeën, 2-15.)
•k