Breidel en de Coninc-Feesten Sterfgeval. STADSNIEUWS. Watersnood. Aan de inwoners van de Kaai. Ze beloven. Veroordeeld. rukken van de wakkere groepdie, ten tweeden male de cijnskamer verzocht te willen erkennen dat er in België meer dan honderd duizend burgers waren, waardig en bekwaam het kiesrecht te bezitten. .Som mige afgevaardigdendie weinig tijds te voren nog aanklevers waren, niet alleen van een uitgebreider, maar zelfs van een algemeen stemrecht, wier redevoeringen en geschriften vele lieden tot de volkszaak haddden gewonnen, de heeren Buis, Graux, Vanderkindere, enz. schaarden zich met de doctrinairen om hunne vrienden te bestrij den, die hunner overtuiging getrouw waren gebleven. Scheen het dan niet dat de politieke fortuin voor langen tijd den heer Frère moest vol gen? De meeste hoofden der gevorderde partij nochtans verloren den moed niet bij deze aanvallen; vol vertrouwen in den nakenden uitslag hunner aanhoudende strevingen, vol hielden zij den strijd en gedurende vier jaren hielden zij niet op eene overredende en vruchtrijke propaganda door ganscli het land te verspreiden. Men mag zeggen dat, in Juli 1884, tijdens de senatoriale kiezingen, de nederlaag van Juni gedeeltelijk werd hersteld, dank aan de krachtige hulp welke zij hebben bijgebracht; en indien in volgende Octobennaand de stad huizen van Brussel en Antwerpen voor de liberalen behouden bleven, dit nogmaals te danken was aan hunne getrouwheid aan de liberale partij, aan hunne moedige en krach tige pogingen bij de werklieden, welke zij als bondgenooten bij de liberalen wisten te winnen. Konden zij wel beter antwoorden op den uitsluitingsban tegen hen uitgesproken, dan met nieuwe en onschatbare diensten te be wijzen aan de partij waaruit men ze wilde verdrijven? Het zijn nog zij die de liberale partij hebben wakker geschud toen deze koel en onverschillig was geworden bij gebrek aan bestuur van wege degenen die er de geleiders van beweerden te zijn, ja het is door hen dat de partij op den weg des werks is teruggekeerd, dat zij een nieuw program ma tot gedragslijn aanvaardde en hare krachten thans zoo machtig bijeenverzameld heeft om te kunnen hopen dat de klerikale comedianten welhaast het bewind uit hunne handen zullen zien vallen. Voor de derde maal zeggen zij heden tot de Kamer: Er moet overgegaan worden tot de herziening van de artikels 47 en 56 dei- Grondwet. Naar men verzekertzal de gansche linker zijde, op weinig uitzonderin gen na, ditmaal liet voorstel Guillery stem men, hetwelk reeds grooten bijval vindt bij velen der liberale representanten dLein 1883, er nog geheel vijandig tegen waren. En hoe zou het overigens wel anders kun nen zijn? Als men de cijnskiezers zoo achter- uilkruipende Kamers heeft zien benoemen als deze die heden de schande van België zijn; als men onze afgevaardigden te onmach tig ziet om zelfs de geringste verbetering tot stand te brengen in den zoo beroerden staat - huishoudkundigen en maatschappelijken toe stand onzes lands. Als men M. Woeste als heer en meester ziet heerschen en aan zijne medeleden der Kamer de verwerping ziet ópdringen van den persoonlijken dienst en het behoud van de onrechtvaardige en aan- stootelijke plaatsvervanging, vraagt men zich af welke beweegreden een liberaal nog kan inbrengen ten voordeele van het cijnsregiem. In de liberale drukpers, telt men slechts één orgaan, dat de uitbreiding van liet kies recht nog bestrijdt, te weten de Flandre libérale. De progx-essisten juichen natuurlijk bij deze talrijke bekeeringen en wenschen dat zij rechtzinnig mogen zijn en duurzaam blijven. De nieuwe aanhangers der herzie ning worden door hen met opene armen ontvangen, zoo waar is het dat die schrik- verspreidende radicalen zoo opstandig zijn tegen alle overeenkomst; zij gaan zelfs zoo verre te wenschen dat M. I'Yère zelve moge erkennen, met het liberale land, waarvan hij zoolang het hoofd is geweest, en met de liberale associatie van Luik, wier gekozene hij is, dat de herziening der Grondwet eene dringende noodzakelijkheid is geworden. Alles getuigt dat de vereeniging van al de liberalen weldra een afgemaakt werk zal zijn, want eenieder erkent eindelijk dat het liberalisme noodzakelijk moei volksgezind zijn. Echter moet de propaganda onzer vrien den niet onderbroken worden. De progres sisten moeten alle mogelijke middelen in 't werk stellen om zelfs de laatste weifelaars tot de herziening en.tot het nieuw program ma te overhalen. Het algemeen aannemen dees programma, dat ontegensprekelijk be antwoordt aan de wenschen van het land, moet en zal de zegepraal verzekeren onzer partij in de naastkomende kiezingen en te vens de eindelijke verplettering der thans zoo schaamtelooze klerikalen. P. S. Het in aanzien nemen van het wets voorstel der herziening is verworpen met 83 stemmen tegen 35. Wij lezen in het Burgerwelzijn van Brugge, van Donderdag 14 Juli 1887, nr 83; 14-22 Augusti. Heer De Beucker, de vermaarde Ant- werpsche redenaar alhier Maandag met eenige andere Vlaamschgezinden der Schel- destad gekomen zijnde om'aan den Breidel stoet deel te nemen, is te zamen met zijne vrienden, en geleid door M. Vei-hoef, onder voorzitter van het lleComiteit der Stedelijke Feestcommissie, de beluigenis zijner oprech te hulde gaan belooncn aan den Jieer Gop- pieters 't Wallant, Voorzitter der Breidel- Commissie. In antwoord op de toespraak van M. De Beucker heeft M. Coppieters o. a. die moe dige Vlaamsche strijders aangewakkerd om in groot getal tegenwoordig te zijn bij de Huldebetooging-Conscience en den Vlaam- schen Landdag, ter gelegenheid der Augustus- feesten. Wij zijn gelukkig zulks te mogen aan- aanstippen. Antwoord van M. Goppieters 't Wallant. BRUGGE. Brugge, 15 Juli 1887. N° 1049. Mijnheer de Uil gever. Ik hoopte uwe lezer-s met mijne proza niet meer te moeten vervelen. Maar uw nummer van gister bevat ten mijnen opzichte aanhalingen, welke derwijze onnauwkeurig en eerekwetsend zijn dat ik dezelve onmogelijk kan laten bestaan Sprekende van het bezoek waarmede Maandag 11. mij vereerd heeft de Heer De Beucker (van Antwerpen) vergezeld door eenigen zijner vrienden en geleid door M. Verhoef, aarzelt gij niet te zeggen dat ik zou aangeraden hebben in groot getal tegen- genwoordig te zijn bij de Iluldebetooging- Conscience.... en den Vlaamschen Land- dag ter gelegenheid der Augustus- feesten. Dit is eene volslagene onwaarheid. Ja ik heb de Heer De Beucker en zijne vrienden aangewakkerd om tegenwoordig te zijn bij de Huldebetooging-Conscience; doch er was en kon enkel spraak zijn van de Huldebetooging-Conscience op den dag zelve (11 Juli door de Breidel-Commissie ingelicht-, maar er werd noch kon geen ivoord gezegd ivorden van den Vlaam schen Landdag, noch van de Augustus- "Dat Antwerpenaren de zaak verkeerdelijk begrepen zouden hebben ofschoon ik mij heel wel herinner uitdrukkingen gebruikt te hebben en omstandigheden bijgevoegd die allen twijfel moesten wegruimen dit kan nog aannemelijk zijn. Integendeel, dat inwoners van Brugge, mijne onveranderlijke gedachten kennende ten opzichte der aanstaande Gemeentefeeste en de stellige verbintenissen nopens de zelve genomen, op mijn voorstel mag het nu wel veropenbaren, door al de leden dér Breidel-Commissie,dat inwoners van Brugge, zeg ik, mij in staat achten alzoo aan mijn gegeven woord te kort te blijven en dan nog te durven drukken wij zijn gelukkig zulks te mogen aanstippen dit gaat waarlijk alle maat en alle toelaling te boven. Ik bid U, Mijnheer de Uitgever, en voor zooveel ncodig aanzoek ik U krachtens de Wet, dit mijn antwoord in uw Nummer van morgen op gelijke plaats en in gelijke druk letter als de aanranding want zoo moet ik het aanschouwen van gister op te ne men, en mijne groetenissen te aanveerden." DeVoorzitter der Breidel-Commissie A. COPPIETERS, Ad4. Den Heet-e Uitgever van het Burgerwelzijn, Brugge. Het woord is aan M. Verhoef. Wij hebben een artikel ontvangen over liet Liberalism en de Vrijdenkerij, die wij zaterdag toekomende zullen inlijven. 2 andere artikels,te laat toegekomen, kun nen maar zaterdag opgenomen worden. Gis leren morgend heeft de begraving plaats gehad van den heer Jacobus Carpentier, xudder van 't Leopoldsorde, eerevrederechter, in onze stad overleden in den ouderdom van 76 jaren. M. Carpentier, vooraleer hij in de magis tratuur trad, had politieke posten bekleed: lange jaren werd hij door de IJpersche libe ralen als provinciaal raadslid gekozen; gedu rende eenigen tijd was hij lid der bestendige afvaardiging van West-Vlaanderen. Het was een liberaal van den ouden tijd aanhanger van het liberalism Vandenpeere- boom-Rogier.Alhoewel wij, persoonlijk, aan dat liberalism niet toebehooren moeten wij toch onzen eerbied betuigen aan de vaste overtuigingen van den overledentot zijnen laatsten stond heeft hij zijne gedachte lief had en verdedigd. M. Carpentier was lid van het bestuur onzer liberale Vereeniging. Sinds eenige dagen leest men veel in de dagbladen over de duurte van het water op sommige plaatsen Door de lange en aanhou dende droogte begint er overal gebrek aan water te zijn. Vroeger hebben onze klerikale bladen streng het JJperscli waterstelsel afgekeurd ju een kiesdoci. Ook was het met geen weinig genoegen dat zij begonnen in de han den te wrijven, toen men vreesde voor den watersnood in onze stad bij de eerste voor zorgsmaatregels door ons bestuur genomen. Zij zegden reeds luidop dat er geen water meer was en jubbelden het van vreugde uit; Zij zouden eindelijk een duchtigen steen naar het hoofd onzer beheerders te werpen heb ben. En met de sleppen tegen den grond lie pen zij vijverwaarts om ooggetuige te zijn van den vijver zonder water. Ze waren bedrogen. Er was nog water voor lange. Dan zochten zij in alle verholene gaatjes van den plas om ergens een worpje of kerfdiertje te ontwaren en toen zij er een ge vonden hadden, kwam hunne vreugde terug en ze keerden sledewaarls met de hoop in het kort de eene of andere kleine of groote besmettelijke ziekte te zien uitbreken, ver oorzaakt door den bedorven toestand van het stadswater. Maar het wil nogeens niet lukken. Dat duivelscli water wil maar niet slecht worden en is van langs om beter en gezon der. En dank aan het wijs vooruitzicht onzer stadhuisheeren moet IJperen voor geene droogte, hoelang zij ook dure, vreezen. Wij zullen goed en gezond water blijven hebben of bleve de regen nog langen tijd weg. Heeft onze waterleiding eenige goudstuk ken gekost, het nut, dat wij er uit trekken, kan wel tienmaal tegen die onkosten opwe- gen. Dat zullen de IJpersche kiezers zich wel herdenken met October aanstaandewees daar zeker van. Den twintigsten dezer is in Nieupoort aan gekomen voor IJperen de Jonge August, schipper Depaepe, met graan geladen. De onderbreking der scheepvaart op den vaart van IJperen eindigde den 22" dezer en moest heropend worden 's anderendaags. Maar de brave schippers, die dat gelooven, vinden zich algauw teleurgesteld. Vroeger was dat zoo, maar helaas nu niet meer. De Hoogere Overheid van onze meesters heeft besloten dat onze vaart geene vaart voor scheepvaart meer is, maar enkelijk een gracht voor het lossen der binnenwa tersVroeger, na eene vaartsluiting stak men, zoodra de werken volledigd, het noo- dige water van de Leie of de Schelde; nu moet den vaart volregenen. En God weet in dit saisoen van droogte, wanneer dit zal zijn. Intusschen blijven de arme schippers steken in Nieupoort. Een groot getal schepen zijn op weg.Onze Kaai is steendood. De herbergiers, bakkers, winkeliers en werklieden lijden bitter en onze groot handel ondergaat zware verliezen, 't En is waarachtig niet gelooflijk, en nogtans is het waar. Onze vaart is aanzien als een gracht voor het water te lossen. Geheel de wereld vergaat van droogte, terwijl onze werklie den en stieldoeners vergaan van gebrek en slechten tijd. 't Is klaar, men doet al wat men kan om de IJperlingen ten onderen te brengen. Wat geeft werkgebrek, slechten verkoop, de volledige ruïne van het kaaievolk aan onze provinciale Raadsleden, onze Represen tanten of onzen Senateur? Als de pastoors winkel maar wel en draait. Ze vagen wel hunne botten aan de reste. Over driejaren waren de sasrechten van het Boesinghesas afgeschaft. Dat was zeer loffelijk. Maar ze zijn afgeschaft geweest en men blijft ze nog maar altijd doen betalen juist als of er nooit geen kwestie van afschaf fing zoude geweest zijn. In afwachting werklieden van Ieperen en van de Kaai, als het werk u ontbreekt en dat gij honger hebt, sluit uwe rieme, de papen gaan voor julder lezen. De Tuindagfeesten beloven van nu af schitterend te zullen zijn. Men verzekert ons dat er reeds voor de sineesclie Cijbelschieting van zondag- 7n Oogst zooveel gewapende korpsen ingeschreven zijn dat het getal schutters ruim zes hon derd beloopt. Die vreemdelingen zullen te ring doen en dat zal nering schenken aan de IJperlingen, Geen twijfel of zij zullen die schutters een gul en sijmpatisch onthaal la ten wedervaren, Het muziekfeest op 28n Oogst zal niet min der luister-lijk zijn. Druk komen de bijtredin gen van alle kanten op. De beste maatschap pijen van het land en uit den vreemde komen er deel aan nemen. Wij komen te vernemen dat er reeds een veertigtal ingeschreven zijn. Nog een dag, opwelken een schoon stui verken voor de IJpersche neringdoenders zal te winnen zijn. Het geld aan dergelijke feesten besteden is nuttig gebruikt geld. De IJperlingen zullen dat niet uit het oog verhezen. Wat fiasco, niet waar? En dien schoonen uilslag heeft men bekomen, ondanks al de valsclie streken der IJpex-sche kalote kop stukken op hun bevel hebben alle klerikale maatschappijen geweigerd te komenen als men hun de reden vroeg, antwoordden zij rechtuit dat het was omdat ons bestuur libe raal was! Surmont, Colaert en Clc denken daar iets slim uitgesteken te hebben maar zij zouden er hun wel kunnen van berouwen. Onder hunne aanhangers zelve, zijn er die zeggen dat het spijtig is dat men het volk uit de stad jaagt, en de neringdoeners zooveel schade aanbrengt. Wij zullen het hun op tijd en stond herin neren. Het Journal d'Ypres, maakt nog al veel lawaai rond eene redevoering welke Henritje (ge kent hem wel, hé.... Henritje.... Henritje van Iepenhout), zou afgelezen hebben den 13 Juli laatst in den provincialen raad te Brugge. Henritje vindt dat ons Gerechtshof in slechten staat isdat vinden wij ook't is oud genoeg om alzoo te zijn. Maar wat er niet waar is, is dat ons gemeentebestuur zijne plichten dies aangaande niet kwijt. Om er zich van te overtuigen,men leze het antwoord door den heer Gouverneur aan Henritje gedaan. Als het Journal d' Ypres, de domme vra gen van Henritje wil prijzen, het zou toch I wel doen van 't gezonde antwoord niet erbij te voegen. Het Vuilblad dat zoo gaarne spreekt van den fiasco welke, volgens hem, de feesten I van den Thuindag afwachten, heeft nog geen j woordje gerept van de feesten die de K. K. zal inrichten in opzicht van de naaste Octo- berkiezingen. Dank aan de onbescheidenheid van eenen klerikaal qui est dans le secret des dieux kunnen wij toch iets aan onze lezers mede- deelen Op Zondag, (wij kennen juist den datum niet), zal er eene luisterlijke ringste- king plaats hebben voor de liefhebbers van I de stad en van den vreemde. Wat er vooral te bemerken valt, is dat men noch van paar den, noch van ezels, noch van muilezels zal i mogen gebruik makenzwijntjes alléén zal men mogen berijden. De Blauwe Koussen zullen dit feest door hunne tegenwoordigheid opluisteren. Elk zegge het voort Wij hebben onze lezers reeds onderricht over de lasteringen tegen ons Pompierskorps uitgebraakt door zekeren Soenen, klerikale gazetverkooper. Dat ventje is voor het gerecht gedaagd geweest om er rekenschap te geven over zijne propere handelwijze,- hij werd veroor deeld tot eene geldboete van 20 franks en de onkosten of, in geval van niet betaling, tot drie dagen gevang. Ziedaar wat er van komt, als men de gal uitspuwt die Suikerstanden, Koperen Onzen Heeren en Schapekoppen op de maag hebben. I Zullen die slimme nu voor hem betalen of zullen ze den dompelaar met het regiem van het tuchthuis laten kennis maken? 't Ware proper! In ons laatste nummer zegden wij dat er in Brussel een reglement bestaat wegens het verkoopen van dagbladen en drukwerken op den openbaren weg. Ziehier de artikels van het reglement on- zer hoofdstad Over de gazetverkoopers. Art. 84. Alwie gazetten, drukwerk, printen, gravuren, aankondigingen of des j al meer wil verkoopen, moet eene toelating I vragen aan den Burgemeester. De verkoopers mogen enkel den titel j van hunne bladen of schriften roepen of aankondigen. Het is hun verboden er eene welkdanige verkondiging van den inhoud 1 't zij eene uitwijding of eene kwalificatie j - er bij te voegen. Art. 85. Het is dezen lieden ook verbo- j den op den openbaren weg te blijven stil j staan. Art. 86. Het is hun nog verboden in de omgeving der schouwburgen en andere vergaderplaatsen de voorbijgangers aan te spreken of te volgen. Art. 87. Alwie niet stipt deze voor- schriften nakomt, wordt zijne toelating onttrokken. Is het wel noodig dat onze gemeenteraad hier zulkdanige maatregelen neme? De eene zeggen ja, de anderen neen. Wij zeggen Hoe meer de vuile kaloten de treffelijk® lieden aanvallen,hoe meer zij hen beleedigen. hoe beter. Zoo zal het eindelijk bewezen zij8 dat in onze stad zoowel als in de andere, de schuim van de klerikale partij noch gezag, noch gezond oordeel, noch waardigheid bezn en dat zijne opleiders zooals suikerstanden, koperen onze heeren en schapekoppen geen andere liefde jegens hun evennaasten hebben dan kosterliefde. Het zij zoo. I Breidel-Commissie FEESTEN. rftMri-riar iirr-rr vi W" rimm—ir—

HISTORISCHE KRANTEN

Het weekblad van Ijperen (1886-1906) | 1887 | | pagina 2