VAN IJPEREN IN HIT ARRONDISSEMENT. Politiek, Nieuws-Handels- en Annoncenfolad. Tweede Jaar. Zaterdag 6" Augusti 1887. Nummer 32. Het nestje. Een weinig religie. Werk der fameuze klerikalen. Wet op de dronkenschap (leeswet tegen de herbergiers Abonnementsprijs voorop betaalbaar: 3 fr. per jaar voor de stad. 3 fr. 50 voor den buiten. Per 6 maanden: 1 fr. 75. Annoncem 15 cent. per drukregel. Rechter lijke eerherstellingen: 1 fr. per regel. Akkoord per jaar of per maand. 10 centiemen per nummer. Afzonderlijke nummers vojr artikels, enz. 8 fr. per 100. Alle berichten van verkoopingen of andere bekendmakingen ten bureele dezer gedrukt worden eens gratis ingelijfd. De annoncen voor België, ter uitzondering fier beide Vlaanderen, alsmede die voor het buitenland worden ontvangen door den Office de Publicitë, Magdalenastraat, Brussel. Men wordt verzocht alle hoegenaamde artikels uiterlijk tegen Vrijdag middag vrij en onderteekend toe te zenden. Artikelen ongeteekend of personnaliteiten bevattende worden niet <i»vr..«omen. Tusschen de dikgebladerde wijngaardran ken welke mijn kamervenster omzoomen, bemerkte ik onlangs, niet zonder innige vol doening, een nestje met vier gespikkelde geel-roode eitjes. Ik hoefde slechts den arm uit te strekken om ze in mijn onmiddellijk be reik te voelen. Deze alledaagsche gebeurtenis voor eenen veldeling, die zoo menig vogelpaarken weet nestelen, was echter voor mij een voorwerp van belangstelling en waarneming. Nu zou het mij gegeven zijn, dag voor dag, een huishouden der vogelenwereld na te gaan en van nabij gade te slaanGeen twijfel meer of het nestje en de eitjes waren het eigendom van het vlugge vliegenvangertje, dat ik sedert een drietal wekfen van den kriekelaar naar den appelboom zag springen, om zich van daar met eenen rappen vleugel slag op de dakgoot van het nevenstaand huis te slingeren. Deze vogel, een der kleinste van ons land, heeft vuilgrijze pluimen, witachtige borst, langen zwarten bek, pikzwarte oogjes. Alhoewel hij tot eene familie onder de zang vogels behoort, laat zijn schreeuw hem den naam van zanger niet toekennen. Te onzent onderscheiden wij de gewone, de zwartkoppige of zwartgrauwe en de witgehalsde vliegenvanger. Zooals hun naam het aanwijst, leven zij uitsluitend met vliegen en bewijzen ons groote diensten, met ons van die vervelende insekten te helpen ontmaken. Maar keeren wij tot ons nestje terug. Toen ik het eerstmaal ontwaarde, bevatte het vier eitjes; 's anderdaags echter waren er vijf. 't Was slechts bij toeval en door eene korte afwezigheid van het paarken dat ik mijne tweede waarneming deed, want reeds denzelfden dag begon het broeden, waaraan het wijfje zoo wil het de natuur! den grootsten tijd besteedde. Aldus hielden deze zorgen reeds het moerken te huis, terwijl het manneken, als een vogelvrij echtgenoot, den tijd had voor alles, wat hem lustte of enkel mogelijk was. En is dit geen afbeeldsel des levens? Gaat het veelal bij de menschen niet toe, gelijk bij de vogelkens Ja wel, want pas no 't huwe lijk, in de wittebroodsweken zooals men dat gulden tijdstip noemt, fladderen man en vrouw, van zorgen vrij, zoo wat overal te samen. Maar langzaampjes aan één dags ken met'nen keerwordt er schijn en naderhand blijk van verandering en dit noopt het vrouwken tot t'huis blijven Bij de menschen gebeurt dit uit gewoonte, uit mode of uit conveyance Geloof echter niet dat ons manreken een liefdeloos vogelijn mocht heeten! Neen, want toen de gelukkige of zorglooze kapoen een toerken gedaan had, kwam hij zich gansch vergenoegd op den boord van het nestje neerhurken, heel dicht bij zijn wijf ken. En toen braclit hij haar een lekker beetje mede, omaar een lekker beetje; en vervolgens hield hij zijn schrander kopje zoo wat naar den linker kant gebogen, terwijl zijn schalksch rechteroogje zoo schelmpjes op het lieve vrouwtje staarde, als wou hij haar zijn gansch wedervaren vertellen! Ja, ja, hij vertelde 't haar op zijne manier, de fijne gelukzoeker 1 Jammer maar dat 'k hun beider kallen niet begrijpen kon; 'k zou er waarachtig geen kwaad in zien, met het hier neer te schrijven! En zoo ging het gedurende een achttiental dagen, tijdens dewelke het vaarken somwij len den vervelenden post van t'huis- wachter waarnam, terwijl zijne gevleugelde wederhelft ook een luchtje ging scheppen. Wie zou wel kunnen vermoeden wat er zoo omging in het vogelverstand van den thuisblijver"Stellig moeten wij den vlie- genvangertjes meer wederzijdsch vertrou wen dan ons zeiven toekennen; want zie maar eens in de wereld hoeveel vrouwkens en vice-versa hoeveel mannen op zoek gaan, als de afwezige wederhelft zich te lang wachten laat Menschen kunnen ook al iets van de vo gelkens afleeren Het tijdstip der uitkipping was daar! Op zekeren warmen Junimiddag, toen het nestje gedurende eenige stonden bloot bleef, be merkte ik twee jongskens en drij eitjes, 's Anderendaags, bij eenen tweeden uitkijk, zag ik dat de zaak heel en gansch geklon ken en het dierenrijk met een viertal nieuwe schepseltjes verrijkt was. 't Gaat er waarlijk rap bij de vogeltjes, want in weinige dagen waren de vier kwee- kelingen van pennetjes en pluimpjes voorzien en schenen geen plaats genoeg te hebben in het nestje. De grootste en felste vond er dan ook geen bezwaar in op den rug zijns tenge- gen broeders plaats te nemen, en eventjes van de hoogte dezes balkons een kijkje in de buitenwereld te doen. Hij moest onze natuur bekoorlijk vinden, zelfs duizelingwekkend; want hals over kop rolde de kleine onvoor zichtige over boord, terwijl een tweede on verstandige, door het voorbeeld aangehitst, ook een reisje waagde. Gedurende dit onge val kwam een moerken ongeduldig rondvlie gen, piepte en schreeuwde, terwijl zij mach teloos de jeudige waaghalzen aanstaarde; want in mijn bijzijn dorst zij het nestje niet naderen en ging zij voort met van tak tot tak te springen en luidruchtig te kwetteren. Gelukkig plaatste eene vriendenhand de kleinen in hun bedje terug, waar zij allen, voor den laatsten nacht, samen sliepen. Den volgenden morgen verlieten er twee de ouderlijke woon; een dag later waren de twee anderen gaan vliegen, aldus de oudjes nopende, links en rechts te vliegen om de opgehapte vliegen aan de verspreide kleinen uit te deden. Nu is het nestje leeg! Het huisje dat de oudjes samen oprichtten, waar zij gelukkig leefden, waar zij hun kroost groot brachten, is thans verlaten! Waar zijn de kleinen? Wellicht weten de ouders zeiven het niet; want indien het paarken in echtelijke trouw vereenigd blijft,vliegen de lichtzinnige jongs kens de wijde wereld in en genieten reeds de genoegens hunner eerste jongelingschap Niet waar, bij het zicht van een nestje, wellen bij ons veel gedachten op? S. Wij denken het niet slecht een weinig over godsdienst te spreken, om te bewijzen dat de katholieke religie, waarmede de gees telijkheid zoo boog oploopt, niets anders is dan een namaaksel of dieverij van andere godsdiensten. Wij zullen beginnen met te zeggen dat China duizenden jaren bestond, voor dat de wereld (de katholieke wereld) door God ge schapen werd. Ziedaar eene eerste leugen die men onzen kinderen wijsmaakt. 1° Foë, chineesche afgod, werd geboren uit eene maagd bevrucht door de zonJezus- Christus is geboren uit eene maagd bevrucht door den H. Geest. 2° De Egyptenaren, 6000 jaren voor J.-C., hadden Otiris en Typhon, die het goede en kwade vertegenwoordigden de katholieken hebben hunnen God en Satan. 3° Hemel en Hel zijn een juiste kopij van den Elyseum en het Tartarius. 4° En het doopsel dan, dat den menseh reinigt van de zonde, die hij nooit heeft be dreven Wel, kristene zielen, dit vonden de katho lieken in Azië. Sinds onheugelijke tijden zuiveren de Indianen zich in den stroom, de Gangus In Afrika zuiveren zich de Egyptenaren in groote kuipen, geplaatst in de kelders der tempels. 5° De Persen hadden Péris. de Grieken Démonoïe, en gij, gij hebt engelen. (De per sonen veranderen van naam, maar niet van werking). 6° Adam, de oude sukkelaar, is heel en gansch afgetrokken van Adina van Èzouwei- dam. 7° De hof der Espériden was door een ge- vleugelden draak bewaakthet paradijs van den katholieken godsdienst, door een chéru- bijntje, dat is wat dichterlijker. 8° De god der Indianen en dezes legende heeft als basis gediend aan de katholieke religie, om hun fameus paradijs, met den boom der verboden vruchten te fabrikeeren. Ziedaar eenige kleine kopijen, die de ka tholieken van andere godsdiensten stolen. Zoo, bij voorbeeld, zien wij dat die religie veel, zeer veel trekt op het Jodendom dus, aangezien de Joden bestonden voor den Roomschen godsdienst, is het deze laatste religie welke van de Joden, die zij zoo ver foeit, alles heeft afgekeken. Ohoe eerlijk En welke ontgoocheling voor de jeugd Wanneer hun hoofd gansch opgepropt is met godsdienstige grondbeginselen over het ontstaan van de wereld en dezes dagteeke- ning, het doen stilstaan van de zon van Jo- suë, het verblijf van Jonas In den walvisch: enz. Welke ontgoocheling, zeg ik, als die. jeugd later ondervindt, dat hetgeen men hun aan leerde loutere leugens warenWat denken dan de kinderen Wel, zij veroordeelen de leeraars die hen misleidden Calvien. Welaan kiezers, zij die zich uwe vrienden heeten, zijn aan 't werk! Geeft hun maar uwe stem en zij zullen u, uit dankbaarheid, ringelen dat ge 't zult voelen En gij herbergiers en drank verkoopers, stemt in October maar voor de klerikalen, zij zijn bezig met u rijk te maken Ziehier liever een hunner werken, en dat is nog maar een begin Wij laten bier de voornaamste bepalingen volgen welke in de Kamer van Volksverte genwoordigers werden aangenomen tot be teugeling der openbare dronkenschap: Art. 1. Zullen gestraft worden met eene boete als volgt: vanA) 1 tot 15 frank,zij die ter straat, op pleinen en wegen, in her bergen, drankslijterijen en andere openbare plaatsen zullen gevonden worden in eenen staat van dronkenschap waardoor wanorde, ergenis of gevaar verwekt wordt voor hen zeiven of voor andere. Indien tijdens de overtreding de be schuldigde drager was van vuurwapens, dan zal 't vonnis van veroordeeling hem 't gebruik zijner toelating om wapens te dragen kunnen ontzeggen voor eenen termijn van niet meer dan twaalf maanden. Die wapens zullen kunnen in beslag genomen worden op den beschuldigde, door iederen agent der openbare macht, en de verbeurdverklaring daarvan zal kunnen uit gesproken worden door 't vonnis van ver oordeeling. B) Van 6 tot 15 frank en met eene gevan genis van een tot vier dagen, of slechts met eene dier straffen, zij die, dronken zijnde, zich zullen overleveren aan bezigheden wel ke bijzondere voorzichtigheid of voorzorg vereischen ten einde gevaren te vermijden voor hun eigen leven of veiligheid of voor die van anderen, alsmede de openbare amb tenaars die dronken worden bevonden in de uitoefening hunner bedieningen. Art. 2. Wanneer er, binnen bet tijd verloop van zes maanden na de datum der veroordeeling, hervalling is voorliet misdrijf voorzien bij art. 1, litt. a, zal de beschuldig de veroordeeld worden tot eene boete van 5 tot 25 franks, Wanneer er, binnen hetzelfde tijdperk, hervalling is voor het mijsdrijf voorzien bij art. 1, litt. b, zal de beschuldigde veroor deeld worden tot eene boet van 11 tot 25 fr. en tot eene gevangzitting van zeven dagen ten hoogste, of tot slechts eene van die straffen. Art. 3. Wanneer er, binnen de zes maanden na de tweede veroordeeling, nieuwe hervalling is voor het mijsdrijf bij art. 1, litt. a, voorzien, zal de betichte veroordeeld worden tot eene gevangenisstraf van 8 dagen tot 3 weken,en tot eene geldboete van 26 tot 100 franks, of lot slechts eene dier straffen. Wanneer er, binnen denzelfden termijn, her.ailing is voor het misdrijf bij art. 1, litt. b, voorzien, zal de betichte veroordeeld worden tot eene gevangenis van acht dagen tot eene maand, en tot eene geldboete van 26 tot 100 franks, of tot slechts eene dier straf fen. Art. 4. Zullen gestraft worden met eene boet van 5 tot 25 franks, de herbergiers en alle andere drankslijters, alsmede hunne aangesteiden die in de bediening van hunnen handel, bedwelmende dranken zullen toege diend hebben aan blijkbaar dronken perso nen. Art. 5. Zullen gestraft worden met eene geldboete van 5 tot 25 frank de her bergiers en alle andere dranklij ters die, 't zij zeiven, 't zij door tusschenkomst van perso nen die zij hebben aangesteld in hunne plaats, in de uitoefening van hunnen handel sterke r 9^J!1^1K^ul^P^Si:^l^s?x^E:ss^^^^i:Sir^?Ê^^^*sxxi .WMfc>*ssgssgrgyincrftr. .- gg«-wfci«str?3-3^.jr'gCTy^ *^*wyre53ggffl5gg«igBSBaf^^ m ui j i yiiHBWwaHWHi HET V EEKBLAD ^+«-4-

HISTORISCHE KRANTEN

Het weekblad van Ijperen (1886-1906) | 1887 | | pagina 1