De kandidaten worden schaarsch.
Onze gemeentekiezingen.
De katholieken.
Bekwaamheidskiezersbonu.
had. De jonge aannemer, ziende dat er aan
het werk, met een laag aanbod, meer kans
was tot verlies dan tot winst, weigerde dit
voorstel, doch verzocht de kerkraad om op
zichter surveillantder werken benoemd te
worden, tegen den prijs van 5 fr. daags,
zooals het in het bestek opgegeven stond. Dit
werd hem toegestaan.
Toen hij later zijne rekening aan vijf frs
daags indiende, sprak de pastoor: Luister
eens, gij zijl jong, gij hebt noch vrouw noch
kinders te kweeken en 5 fr. is te veel. Onze
kerk is maar arm, en gij zult moeten met fr.
2,50 tevreden zijn. De aannemer, jonge be
ginneling van stiel en den pastoor zijner
parochie vreezende, stemde toe en wilde
zijne kwittantie opnieuw schrijven. "Neen,
neen, zei de pastoor, wij betalen u frs 2,50,
maar gij moet eene kwittantie maken van
5 frs daags. Zoo schijnen de kosten zooveel te
grooter en dan krijgen wij meer subsidie
Hoe vindt ge dien gezalfden kerkvos?
Deze feiten zijn echt. De kerk is opgedaan;
de toenmalige pastoor en een deel der kerk
meesters zijn overleden. De aannemer, met
wien dit voorval plaats had, heeft het ons
eigenmondig verteld. Namen zouden wij
desnoods kunnen opgeven.
En als het Nieuwsblad over viertien da
gen schreef: Het Weekblad beweert dus
dat er kerkraden zijn, die valsche rekenin
gen aan de hoogere overheid onderwerpen
dan, zeggen wij, had het Nieuwsblad
volkomen gelijkD.
Indien wij de in omloop zijnde geruchten
mogen gelooven, dan zullen de kadodders
moeite hebben om eene voldoende lijst bijeen
te krijgen. Eenigen zeggen dat Surmont zich
opnieuw voorstelt; doch wij hebben ook ge
hoord dat hij weigert paree quezou hij
gezegd hebben, ma dignité de sénaleur ne
permet plas, de nïexposer a un second
échec. Daarop zou Colaert geantwoord
hebbenA he'est ainsi que vous raison-
nez? Eh bien, si voire dignité de sénateur
ne vous permet plus, de vous exposer a un
second échec, ma dignité de député ne
permet plus de tri exposer a, un quatrième
tuyau!
En dewijl pater Struye als bemiddelaar
tusschen kwam, zou Colaert tegen hem ge
zegd hebben: «Je vous prie, Monsieur
Struye de ne pas insister; ceci devient une
question persomielle entre M. Ie sénaleur
etmoi! Indien dit alles waar is, hebben
onze ijpersche wetgevers maar een slecht
voorgevoel van den uitslag der gemeentekie-
zing.
Volgens gegeven woord keeren wij op het
werklieden manifest terug.
Over omtrent twee weken verscheen on
verwachts een tweetalig manifest, dat op een
zeker getal exemplaren in stad verspreid, en
door onze konfraters overgenomen werd.
Dit is de reden, waarom wij zeiven den tekst
dezes stuks niet afkondigden.
Wij waren zeer verwonderd te vernemen
dat er in IJperen eene werkliedenpartij
bestond, met een politiek doel, zooals de
Vooruit van Gent en La Populaire te Luik.
Sedert hoelang is deze vereeniging tot stand
gekomen? Waar is haar lokaal gevestigd?
Wie zijn haar Voorzitier, schrijver en be-
stuurheeren? Tot wien moeten wij ons wen
den, indien wij het nuttig en noodzakelijk
achten met die maatschappij in onderhande
ling te treden, tot het goed gelukken van
zekere ondernemingen, waaraan algemeen
nut en welvaart verbonden zijn? Kortom,wie
zijn hier de verantwoordelijke leiders der
werkliedenpartij het enkel woord,waar
mede het stuk onderteekend is? Steken er
mannen achter dezen titelEen schrift, met
deze enkele onderteekening is slechts een
naamloos ultimatum.
Doch, redeneeren wij op den tekst van het
manifest
De klerikale partij wordt in dit stuk afge
schilderd, als de politieke vijanden van
de werkliedenpartij en van het libera,lis
mus. Zoodat de opstellers van het manifest
de klerikalen als politieke vijanden haten,
juist gelijk de liberalen het doen? Maar dan
strijden wij tegen eenen gemeenen vijand;
wij zijn bondgenootenwij mogen elkander
de hand reiken omdat wij liberalen zijnEr
is dus middel van overeenkomst tusschen de
liberale burgerij en de liberale werklie-
denpartij
Hebben de liberale burgerij en de liberale
bestuurders onzer IJperenstad misschien
hunne plichten niet gekweten, tegenover de
werkersbevolking? Ja wel; ons liberaal be
stuur, dat sedert vijftig jaar onze stad wijse
lijk regeert, heeft in veel omstandigheden
zijne voorliefde tot de mindere klassen ge
toond. Voor de kinders der werkersbevolking
hebben wij goede kostelooze scholen, waar
ieverige onderwijzers en onderwijzeressen er
zich op toeleggen, het werkmanskind te lee-
ren en opvoeding te verschaffen. Tot wiens
voordeel werden adulten- en bewaarscholen
gesticht? Is het voor de werkersbevolking
niet dat wij in IJperen goed ingerichte hos
pitalen, weezenscholen en oudemannenhui
zen bezitten? Zijn het de werklieden niet,die
het eerste voordeel trokken uit al de openbare
werken, welke ons liberaal bestuur ontwierp
om IJperen schooner en gezonder te maken
Is het niet ten voordeele der werkersklas dat
onze stad zich tracht uit te breiden langs den
Statiekant, vooral als er daar schoone en ge
zonde werkmanswoningen zullen gebouwd
worden? In tijden van feest en rouw worden
de armen en w rklieden ooit vergeten? Is
het niet uitsluitelijk om de werkmanskinde
ren te helpen, dat onze Liberale Schoolpen
ning tot heden omtrent zestig duizend franks
opbracht
Deze lijst zouden wij nog kunnen verlen
gen om te bewijzen dat onze partij veel ge
daan heeft voor het volk, de armen en de
werklieden te IJperen. Wij zijn fier tot zulke
partij toe te hooren, en zeggen haar dat zij
veel erkentelijkheid verdient voor al hare
edelmoedigheid en voorzienigheid. Wij vin
den dus hoogst betreurenswaardig dat de op
stellers van het manifest, volgenderwijze tot
onze gemeenteraadsleden willen roepen
Als gij tevreden zijt en het goed hebt, moet
iedereen tevreden zijn. Ziedaar uwe leus.
Waar zijn de bewijzen daarvan, en wanneer
hebben de Ijpersche bestuurders, die allen
treffelijke en gewetensvolle mannen zijn,
zul ken bitteren en valschen schimp ver
diend?
De mannen, die achter het woord werk
liedenpartij schuilen, zijn kiezers; want zij
beweren den uitslag van den strijd tusschen
liberalen en klerikalen te kunnen regelen.
Wij staan hoogst waarschijnlijk tegenover
liberale bekwaamlieidskiezers, die laten
verstaan dat zij door hun toedoen, over het
lot der liberale partij te IJperen kunnen
beschikken. Ware het geen verraad, indien
zij het kiesrecht verprosten, dat hun door
eene liberale wet in 1883 toegestaan werd?
Ware het geene schande hun bekwaamheids
diploma te onteeren, dat zij door eigen ken
nissen bekomen hebben bij de liberale
onderwijzers in de leergangen door de libe
rale Associatie opgericht, tot het vormen
van liberale bekmaamheidskiezers?
Zulk gediHg ware afschuwelijk in zijne
gevolgen, en oneerlijk voor den ondankbare
die het mocht houdenOok hopen wij veel
van het gezond verstand dergenen, die als
liberaal doorgaan, en die er prijs op stellen
onze stad niet aan den willekeur onzer
politieke vijanden over te leveren, zooals
het manifest het zeer wel zegt.
Waarom overigens, deze bedreigingen,
deze scheuring, deze tweedracht? Voor het
ongelukkig artikel 47 der Grondwet 1 Maar
wat kunnen de gemeenteraadsheeren van
IJperen daaraan doen, als er in de kamers
geen twee derden der leden zijn, tot het
vormen der noodige partijgangers der her
ziening van art. 47? Al vroege den verstokt-
sten doktrinair van onzen raad de herziening
van gemeld artikel, het ware net alsof hij
de maan wilde!
Wij ook zijn vooruitstrevenden; onze ar
tikels en degeheele polimiek van het Week
blad bewijzen het. Wij gevoelen echter dat
wij geen haarken verder zijn, met tegen art.
47 te donderen, en dat liet nog lang zou
duren moest Beernaert en zijne kliek aan
't bewind blijven, 't Is dus niet, met tegen
de liberale kandidaten te stemmen, dat de
partijangers van art. 47 op hunnen dada
mogen rekenen!
Daarbij, art. 47 is de eenige watersteen
niet, welken uit de Grondwet dient gerukt
te worden; een tiental anderen dienen ins
gelijks verbeterd, verkloekt of verwisseld
te zijn, in demokratischen zin. Wij hopen
later het geluk te hebben voor dien strijd te
mogen optreden in de liberale drukpers.
Wat voor de werkliedenpartij weinig
demokratisch heet, is te eischen dat kleine
stadhuis- en gemeente beambten zicli met
eene soms onvoldoende jaarwedde te vreden
te stellen, hun tevens verbieden eenig ander
bedrijf uit te oefenen. Het manifest beweert
dat zulks eene schandelijke handelwijze
is, geschikt om de werklieden uit te bui
ten Indien zulks waar is, dan verdient
dergelijk systeem afgekeurd te worden. Dat
men dus die uitbuiters doe kennen, met
hunne onkiesche handelwijze. Onze kolom
men zullen altijd open zijn tot de verdediging
van den mindere tegen den meerdere, van
den werkman tegen den geldwolf. Dat men
ons echte en bijzondere feiten aanhale, en
wij beloven stellig den oneerlijken uitbuiters
een kleedjen aan te passen waarin zij niet op
hun gemak zullen zitten.
Morgen avond is het vergadering der
Liberale Associatie. Dat de werklieden
partij er hare vertegenwoordigers zende
zij zullen er als liberalen wel gekomen zijn!
Eenmaal daar, kunnen die lastgevers hunne
voorstellen ontwikkelen in volle vergade
ring; immers, menschen spreken menschen.
Een eerlijke bespreking zal voor iedereen
deze zaken veel klaarder maken, tot voordeel
van het liberalismus en van de werklie
denpartij.
Wij eindigen. Onze beoordeeling is deels
af, deels goedgekeurd. Wij vinden het mani
fest te heftig van vorm en wat bijster in zijne
algemeene eischen en beschuldigingen; an
derzijds hechten wij onze goedkeuring aan
de gevraagde hervormingen.
Maar nu, vriend lezer, hebt gij reeds ge
dacht dat wij ons misschien voor eene
kolossale fopperij bevinden? Inderdaad, in
dien dit manifest eens het werk der kleri
kalen ware, dat zij als een lokaas naar
sommige ontevreden liberalen werpen. Ove
rigens, volgens onze meening zullen de
kaloten, met eigen volk, niet zegepralen,
want hunne partij heeft sedert 3 jaar
schrikkelijk veel verloren; hunne buis zal
grooter zijn dan in 1884, zoo denken wij. Zij
hebben er dus veel belang bij, de liberalen
tegen elkander in 't garen te jagen, de werk
lieden op te hitsen, en door onze eigene
dwaze verdeeldheid te zegepralen. Dit ware
al te bont en moet, ten allen prijze, verme
den worden. Liberalen, geene flauwkertig-
heid, geen twisten meer; eensgezindheid,
hand in hand, want Eendracht maakt
macht!
Liegen en bedriegen, ziedaar de leus der
kaloten
Geheele dagen roepen zijwijwij allen
beminnen den armen, en tot bewijs doen wij
onze mannen wetten stemmen, die den ar
me in de onmogelijkheid stellen nog een
stukje vleesch te koopen en hem verplichten
dertien jaren lang aan het vaderland te
dienen, terwijl de priesters en rijken te huis
blijven.
Wij alleen, zeggen zij, stellen belang in
den boer en 't is juist uit liefde tot hem dat
wij de wet op de koeibeesten gestemd heb
ben, die de inkomsten der deugdzame katho
lieke grondeigenaars niet zal doen vermin
deren, en de boeren, zonder dat zij het
weten, van 's morgens tot 's avonds voor
hunnen meester zal doen werken.
Wij alleen kennen de manier om het volk
gelukkig temaken; tot bewijs van dees is
gansch het land in rep en roer.
Wij alleen weten wat noodig is voor 's
menschens gezondheid, en daarom hebben
wij eene wet gestemd, rechtstreeks tegen
den werkman en den herbergier gericht.
Ilewel, herbergiers van IJperen, die bra
ve, kristelijke katholieken gaan binnen
eenige dagen uwe stem komen vragen voor
Surmont en consoorten, en, opdat gij met
kennis van zaken zoudt kunnen antwoorden,
roepen wij uwe aandacht op het volgende
artikel, getrokken uit de Stad Kortrijh
De herbergiers zullen wel doen zieh
op hunne hoede te houdenwant de katho
lieke wet op de dronkenschap is reeds in
voege, die wet, welke men tevens ondoel
medig en dwmgelandsch heeten mag.
Ondoelmatig, omdat zij niets treft dan de
openbare dronkenschap, terwijl zij integen
deel het alcoolism had moeten treffen.
Dwingelandsch, omdat zij zou aanleiding
geven tot eene menigte misbruiken en ter
gende, willekeurige maatregelen welke po
litie en bestuurders in menige stad en dorp
zullen riemen tegen de herbergiers. Deze
wet is meer tegen de herbergiers gericht dan
tegen de dronkaards zelve, en dikwijls zal
het gebeuren dat de koffiehuishouder of de
kleine tapper de boete zal betalen of den bak
invliegen voor eene overtreding aan de wet,
waarin hij geene de minste schuld heeft.
Een persoon komt in eene herberg en
vraagt een glas bier, niemand kan bemer
ken dat hij dronken is. De baas bestelt hem
den gevraagden drank, het hoofd van den
kliënt, terwijl deze zijn glas ledigt, begint
te draaienhij is dronken. Hij wordt in dien
staat door eenen agent hetzij buiten of bin
nen de herberg opgemerkt, de baas krijgt
eene boete en bij ervalling eenige dagen ge
vang. Diezelfde persoon blijft ergens in kou
de of regen langs de straten drentelen en is
er s anderendaags ziek van,* de herbergier
die nochtans onptichtig is, zal tot twee jaar
gevang veroordeeld worden; blijft de dron
kaard ergens liggen en verstijft hij, of suk
kelt hij in eenen gracht of beek,' waar hij
verdrinkt, de herbergier die hem drank ge
geven heeft, zal dit boeten met eene opslui
ting van tien jaar,
Deze straffen zullen ook gelden voor bij
zondere personen, die uitgenoodigden aan
tafel ontvangen. Gelijk het soms gebeuren
kan, iemand ontvangt eenen vriend aan ta
fel en telt vooraf de glazen niet welke zijn
genoodigde mag drinkendeze wordt meer
ot mm wat ver bedronken, hij wordt ziek of
krijgt eene beroertede bijzondere persoon
w^rmm a?n tafu noodigde en te drinken gaf
wordt volgens het geval, tot tioee of tot tien
jaar gevang veroordeeld.
In de meeste gevallen echler zullen de
herbergiers en de arme lieden alleen den pot
betalen; want er dient opgemerkt te worden
dat de rijken steeds geld op zak hebben «5
zich in rijtuig te doen naar huis voeren a
die wijze bemerkt de politie niet dat
strooien beenen hebben. Ze
Deze wet die, gelijk wij hooger zegden
ondoelmatig en dwingelandsch is zal n
hatelijker worden daar, waar zij 'zai UitD°S
voerd worden door mannen aan de K«J£"
lijkheid verslaafd; door bestuurders welk
in alles politiek weten te mengen en veeLi
door agenten die, de wetten niet genoegzaam
kennende, zich maar zeer weinig bekreunen
om de al of niet billijkheid hunner handel
wijze. öl"
Nog eens dan, herbergiers, op uwe hoedal
Wat de katholieken willen, dat is uw onder'
gang.
Jl. Maandag waren de leden van den be-
kwaamheidskiezersbond en hunne uitgenoo"
digden in deu Zwarten Leeuw bijeen De
heer K. Parmentier, advokaat te Gent
kwam er eene voordracht geven over de
uitbreiding van hel kiesrecht.
De heer spreker is voor de IJperlingen
geen onbékende. Zijn redenaarstalent is van
alwie de voordrachten van onze Willems-
Fonds afdeeling volgt hoog geschat. Ook
was er eene overgroote menigte toege
stroomd; de zaal was geperst vol. Onder de
aanwezigen bevonden zich vele Gemeente
raadsheeren, en leden van den Schoolpen
ning. Meest al de aanwezigen waren be
kwaamheidskiezers. Wij telden er bij de 300.
De heer Voorzitter O. Poupart opende de
vergadering met den heer spreker aan die
menigte kiezers voor te stellen in eene gepaste
taal en gaf hem seffens het woord.
Nauwelijks was de lieer Parmentier voor
de vergadering of luidruchtig handgeklap
barst los. Het waren zij, die den spreker
reeds menigmaal in het Willems-Fonds har
telijk hadden toegejuicht en die dus zijn
talent kenden.
Spreker stelt het art. 47 der Grondwet in
het hatelijkste daglicht. Hij doet er al de
belachelijke zonderlinge en schandelijke ge
volgen van uitschijnen. Wie is er kiezer door
dit artikel? Wij zien, zegt hij, overal nota
belen zich statig naar de woning van den
belanghebbende gaan daar de deuren en
vensters, de stoelen en tafels en als 't noodig
is de paarden of ezels tellen, die hij bezit!
Vindt men er genoeg, men zegt: Gij bezit
tafels en stoelen, paarden of ezels genoeg en
zijt dus kiezer, 't Zijn dus tafels en stoelen,
paarden of ezels, die beslissen wanneer een
burger kiesrecht mag bezitten.
Hij doet nog inzien dat het juist die per
sonen zijn, reeds door de fortuin begun
stigd, die nog het voorrecht moeten hebben
aan 's lands bestuur, aan de wetgeving deel
te nemen, die dus over de belangen beschik
ken van hen die niets bezitten. Verder zegt
hij dat het aan het versleten cijnsstelsel is
dat wij het verwerpen van de volkswetten
van 1848 en 1870 danken moeten. De cijns
kiezers houden er wel aan goede hervormin
gen te zien invoeren, maar zij houden nog
veel meer aan hunnen porte-monnaie. Het is
nog 't zelfde art- 47 dat de invoering van
den persoonlijken dienstplicht en van liet
verplichtend onderwijs belet en onmogelijk
maakt.
Hij wijst nog op het moeilijk examen veel
te moeilijk, voorwaar, maar dat aan de be
kwaamheidskiezers zooveel te meer ter eere
strekt, daar Kamerheeren zelve hebben be
kend dat zij voor de moeilijkheid van derge
lijk examen zouden teruggedeinsd hebben.
Hij hoopt dat die kiezers milddadig zijn zul
len en medewerken gaan om aan anderen
min geleerden dan zij te doen het kiesrecht
toekennen. Hij wenscht dat zij allen kiezer
worden, die wel lezen en schrijven kunnen.
De bijvoeging der bekwaamheid bij het j
cijnsstelsel, zegt hij ook, zal nieuw leven en
nieuwe krachten aan 't liberalism geven. De j
buitenkiezers zullen nooit hunnen invloed te-
gen dien van de kiezers uit de steden, dn
brandpunten van geleerdheid kunnen doen
opwegen.
Het is in de versmelting van de burgerij
en de verlichte werkersklas dat de redding
van het liberalism opgesloten ligt.
Niet langer mag men de kiezers, die door
een moeilijk en lastig exaam, bewijs van on
derwijs en kennisse gegeven hebben en o'e
men waardig gekend heeft om in het gemeen'
te-en provinciaal bestuur te deelèn, uit he
korps sluiten dat onze Kamerheeren kiezen
moet en dat meestal uit onwetenden bestaat
die geene het minste bewijs, noch van be*
kwaamheid, noch van geleerdheid gegefe
hebben.
Hij eindigde met te zeggen
Wij progressisten, wij willen de vel.Te.
zentlijking onzer rechten enkel van de u
rale partij houdenwij zullen nooitaarze,.
onze stem te geven honderd, duizendmaal
ver aan den verstoksten doctrinair dan
gelijk welken ijecfoïpaap, en wij mee
ock te mogen hopen dat de verachtende
ralen, eens dat de vooruitstrevers de m
derheid zullen uitmaken, ook dezel:tae o
trouwheid aan het liberale vaandel to .-
zullen. J
Langdurige, herhaalde en luidruchtig