Zeer zeldzame gelegenheid. Ghislain VAN"ESBROECK Doozen voor Doodkroonen, 4mm tv#y m De zeven hoofdzonden. YERSCHILLIGE TIJDINGEN. Stielafgunst. bij Gil. SPILLIAERT-BOÜCMERT, Kloostrer poortIJperen. en heden gevoelt hij zich te goed gezind om ernstig te zijn. Op zijne wollen sloffen loopt hij naarboven tot op het tweede. Hij klopt. Geen antwoord. Zou er niemand zijn? Hij werpt een blik door 't sleutelgat. God! welk tooneelDe weduwe zit bij de tafel en droogt haastig hare tranen af. Op een teljoor ligt een klein zwart broodje. De knaap, haar zoon, kijkt met noodbekreten oogen en vollen mond verschrikt naar de deur. De beambte bevat alles. Hier is armoede, bittere armoe de. Zal hij nog eens aankloppen? Hij kan niet anders en klopt ten tweede male. Hij hoort een geschuif van stoelen; eene kas gaat open en toe. Zeker wordt het broodje gebor gen. De deur opent zich. Goeden avond, mijnheer Daalders, kom binnen, zegt met gemaakte stem de weduwe, en buigt hare schoone gestalte. Madame, stottert de beambte, verschoo ning u te verontrusten. Ik wou u vragen of....zijne gedachten zijn zichtbaar van de te stellen vraag afgeweken, of gij niet weet hoe laat het is. Neen, mijnheer, dat weet ik niet, is 't antwoord, aarzelend en pijnlijk. Een blik heeft den jongen man alles laten verstaan. Welke naaktheid hiergeen uur werk, schaarsche meubelen.... Madame, zegt hij besloten, nadat ze elkander gedurende eene seconde, die eene uur schijnt, hebben aangekeken, als ik u kan van dienst zijn... Men vroeg mij, een schilder vi'oeg mij heden of ik hem niet eene daartoe bekwame persoon kon aanduiden om te die nen als... Als? Als model! Een straal van verontwaardiging schiet uit de oogen der bleeke, doch schoone we duwe. Mijnheer, zegt ze genepen en bitter, gij ziet het, wij zijn doodarm,doch nooit had ik geloofd dat dit eene reden zou zijn opdat gij mij zoudt willen beschamen. Dit treft hem diep. Hoe kon hij zoo dwaas zijn. Hij voelde't reeds vóór hij uitgesproken had. Beschamen? Nu gevoelt hij zich zelf beschaamd tot rood wordens toe... Neem het niet kwalijk, madame, stort- tert hij, maar ik dacht, indien het kon.... Neen, mijnheer, het kan niet, zegt ze kort en groet. Beteuterd daalt hij den trap af, sluipt in des kunstenaars atelier en blijft met hem wel een kwart uurs lang stil en driftig spre ken. Eindelijk komt hij bij vrouw en kind terug. Weet ge nu eindelijk hoe laat het is? vraagt Jeanne. Half acht! antwoordt hij. Onmogelijk, zegt het vrouwtje, wij heb ben pas geëten. Ik wil zeggen halfzeven, beweert hij en gaat naar zijne boekerij. Hij neemt er eene vertaling van Kant's philosophic, een werk dat hij nooit opensneed en zet zich er angstig in te lezen. Doch hij leest niet, hij philoso- pheert over heel andere zaken. VI. Middelerwijl zit de kunstenaar roeds eeni- gen tijd bij de arme weduwe. Zij hebben reeds veel gezegd; de schilder heeft troostend gevraagd; zij heeft weenend geantwoord. Nu weet de schilder dat zij, wees, door hare voogden aan een man werd uitgehuwelijkt dien zij ternauwernood kende, die haar for tuin met allerlei volkje verteerde en haar zitten liet. Door lastig handwerk geraakte zij twee jaar door de wereld, doch laatst kwam de deurwaarder en verkocht het laatste wat zij bezat om de schulden te betalen, die haar man nu is hij gestorven gelaten had. Nu grijnst de zwartste ellende haar tegen. Doch zij bidt en smeekt den schilder hem toch het offer van Mijnheer op 't eerste niet te hernieuwen.Tot model dienen! O neen, nooit, nooitnog liever van honger vergaan! VII. En 's anderendaags diende zij toch tot schildersmodel, doch een model van zulken aard, dat haar kind over haar niet hoefde te blozen. Het kreupele tafeltje en het zwarte broodje werden beneden gehaald. In des schil ders atelier werd het tooneel door den be ambte afgespied opnieuw samengesteld, en de kunstenaar, als door een nieuw en onge kend vuur bezield, borstelde een doek met koortsige haast en ongemeene werkenslust. Eene maand daarna sprak men van niets anders dan van het meesterwerk van mees ter X. Het laatste broodje, het handpunt van het salon. Doch de schoone weduwe verhuisde op eenmaal; ook de schilder vertoonde zich lan gen tijd in het eenzame huis niet meer, tenzij terloops, voor eenige minuten. Met de lente echter keerde hij weder, doch niet alléén: de schoone weduwe, nu schooner dan ooit, vergezelt hem en haar knaapje heeft ditmaal eenen goeden vader. De beambte en zijne vrouw zijn niet te best in hun schik geene mededeeling van zoo'n onbegrijpelijk huwelijk ontvangen te heb ben, doch daarop slaat de schilder weinig acht. Het mag nu, met den naasten winter buiten regenen en buien, bij hem zal het wederom blij en zonnig zijn. H. De Quéker. i. Hoeveerdigheid is eene kwaal Nochtans is deze wereld Vindt ieder gek een goed onthaal, Als hij maar is bepereld. Maar wie mag 't meest hooveerdig zijn En pronken in goud en satijn? Refrein 't Is 't politiek clergie biribi A la faqon de baribari mon ami. II. De gierigheid is een gebrek: Zij doet het hart versterven Zij zit den zieken op den nek Om. hunne duiten t'erven. Maar wie is 't meest verzot op 't geld En door de gierigheid gekweld 't Is, enz. III. Onkuischeid is eene droeve plaag Die lijf en ziel doet kwijnen Vat zij den jongman bij den kraag, Zij maakt van engelen, zwijnen,- Maar wie is er het meest besmet Met dat bedroefd onkuische vet? 't Is, enz. IV. De nijd is eene lage drift, De gal van 't broeder leven Hij smijt vervloeking, lijdens gift Op klein en groot om 't even. Maar wie heeft meest uit haat en nijd Zijn evenmensch vermaledijd? 't Is, enz. V. De gidziglieid is een misdrijf Dat maag en hoofd doet lijden Een slokker eet en drinkt voor vijf En lacht met gure tijden. Maar wie loopt steeds begeerlijk uit Op allerhande soort van buit? 't Is, enz. VI. Een gram gemoed is zeker slecht Het mint de geeselroede; Het luistert naar geen rede of recht, Het voert den mensch tot woede, Maar wie heeft op zijn levensbaan Uit gramschap 't meeste kwaad gedaan? 't Is, enz. VII. Wie traag en vadsig leven kan. Dat is geen mensch op aarde. Alleen een koen bedriftig man Is hier van nut en waarde. Maar wie houdt 't meest van luiaardij Van vadzigheid en bedelarij 't Is,enz, VIII. Ten slotte Vrienden, luistert wel Wat ik u nog ga zingen Men dreigt ons dagelijks met de hel Voor dees en andere dingen. Maar zou er eene hel bestaan Wie denkt gij dat er eerst zal gaan 't Is. enz, Diefte ten stadhuize van Brussel. Te Brussel is eene diefte ontdekt van een bedrag van 300,000 fr. De diefte is bedreven door eenen bediende van het gemeentebe stuur. De schuldige is in ecbtenis genomen, en met hem andere personen, verdacht van medeplichtigheid, waaronder eene danseres van den Muntschouwburg. Deze zaak maakt veel gerucht. Talrijke papieren en voorwerpen zijn aangeslagen in de huizen der aangehouden personen. Ziehier nadere bijzonderheden: Onder de bedienden van het gemeentebe stuur, bevond zich een jongeling met name Baudet. Hij won 50 fr. per maand en was gelast met in de banken de oude titels te ontvangen in ruiling van nieuwe. Volgens overeenkomst moesten de binnen gekomen titels vernietigd worden. Eene bank had. bij noodlottigen misslag, vergeten de titels, voor eene waarde van meer dan 300.000 fr., te vernietigen. Baudet, deze titels ontvangende, deed ze verdwijnen. Hij zag de nummers na en bemerkte dat twee actiën met premiën waren uitgekomen, de eene van 100,000 fr. en de andere van 25,000 frank. Hij is er in gelukt de premie van 25,000 fr. in de Société générale te ontvangen. Baudet gebaarde zich ziek en kwam niet meer naar het stadhuis. Eenige dagen geleden, bemerkte de af- deelingoverste der financiën de onregelma tigheid. Hij verwittigde zaterdag den poli tiecommissaris der middenafdeeling. Al de stadhuisbedienden werden bijeenge roepen en een onderzoek werd ingesteld om den plichtige te ontdekken. Men vernam aldra dat Baudet den valsclien naam had aangenomen van de Bordemaeker en dat hij bij zijne moeder te Molenbeek woonde. De policie zocht hem op en vond hem in het Grand Hotel, waar hij op het derde eene kamer gehuurd had. Voor de policiecommissaris gebracht, be kende hij dat hij verscheidene lieven onder hield en hij gaf haren naam en adres op. De policie hield mej. Righettini, danseres van den Muntschouwburg aan, alsmede hare moeder. Hare kleederen juweelen wer den aangeslagen. Zij had voor meer dan 15,000 fr. juweelen van Baudet gekregen. Gedurende den nacht werd zekere vrouw B..., woonachtig in de Kruisstraat, ook aangehouden en in hare woning werden ook talrijke voorwerpen aangeslagen. De aangeslagen voorwerpen bedragen eene waarde van 70,000 fr. De policie heeft ook de moeder en de tante van Baudet aangehouden. In de kamer van Baudet heeft men eene portefeuille gevonden inhoudende 75,000 fr. Verscheidene titels namelijk actiën van Cuba en der staalfabrieken van Angleur, alsmede een groot getal vernietigde titels. In de kamer van mej. Righettini heeft men talrijke brieven van den dief ontdekt, waarin hij zich uitgeeft vooreen zeer rijk man. Baudet was geabonneerd in den Munt schouwburg. Hij bezocht de kringen, waar gespeeld wordt. Mejufi r Righettini en mad. B..., zijn in vrijheid gesteld. Baudet is in de gevangenis van St-Gilles opgesloten. Nog het hoofdzeer! Peruwelz. Sedert vele jaren hnd ik bij tussclienpoozen onuitstaanbare hoofdpijnmeer dan eens was ik verplicht verscheidene maanden ondadig te blijven. Op het aanraden van eenen vriend nam ik twee doozen Zwitser- scbe Pillen aan 1 fr. 50, en ik mag u ver zekeren dat zij alleen mij hebben genezen. In het voordeel dergene die aan hoofdzeer lijden (en daar zijn er veel), machtig ik u mijn schrijven openbaar te maken; ik kan niet genoeg aan allen het gebruik der Zwitsersche Pillen aanbevelen. Handteeken gewettigd. Leo Paquet. Depot te BrusselApoteek Pélerin, 12, Schildknaap straat. In een artiekel zegt de heer Ghislain Van Esbrouck, kloefenkoopman, als aanbeveling- zijner waar dat hij met mij geenen handel meer drijft. Jamaar hij vergeet er bij te voegen dat het om de goede reden is dat mijne kalanten te veel klaagden over de hoedanigheid, de schoonheid, den prijs en het uitschot der kloefen ik heb mij dus gedwongen gevon den, eene voordeeliger aanbieding van ver tegenwoordiger. te aanvaarden, die mij door een anderen kloefenfabrikant gedaan werd en die mij nu eene schoonere koopwaar, van betere hoedanigheid en aan voordeeliger prijzen levert en het uitschot terug neemt, hetgeen alle mededinging dooden moet. Diezelfde Van Esbroeck doet eenen twijfel ontstaan nopens de eerlijkheid van eenen makelaar uit Roeselare, met name Verbrug- ge. met te zeggen dat deze niet meer be kwaam is zijnen dienst op te passen, zonder verdere uitleggingen. Stielafgunst,en niets anders, vermits dat diezelfde Verbrugge, voor mij gelijk voor hem als makelaar reisde het is een der eer lijkste persoonen van Roeselare daarvan heb ik de ondervinding, vermits hij mijn huis sinds vier jaren vertegenwoordigt. Nog eens, 't is stielafgunst en ikzucht en niets anders. LODEWIJK DELOBE, kloefenkoopmanIJperen NJ w I 8 -2 jt u LÏLLUSTRATION ÜNIVERSELLE geschiedenis der vijf werelddeelen prachtige zedelijke uitgave, eerste jaar 1843 tot 1877, zij 35 jaren volle- digd (70 boekdeelen gr. in-4°) halven band, inhoudende honderde zeer ver zorgde teekeningen in elk boekdeel, aanfr.4 'tverbonden boekdeel, fr. 280 Bij abonnement, kost het jaar 36 fr., hetgene maakt voor de 35 jaren, de som de 1,260 franks. Het is een ware schat voor eene familie waar er zich jongelingen be vinden die begeeren zich te onder wijzen. Zich te begeven ten bureele van dit blad. BLOKMAKER Valkstraat bij REEKEN S -NiKOLAAS (WAES). Gewezen verkooper in het groot aan Mijnheer Deiobs Rijsselstraat IJperen, heeft de eer de handelaars in kloefen bekend te maken alsdat hij zich zelf zal komen aanbevelen aan al de verkoopers en hun alle soorten leveren aan verminderde prijzen. Deze die zich willen verbinden een wagon te aanvaarden met medekoo- pers, zullen er nog bij winnen zij moeten zich bevragen aan het boven gemeld adres. In afwachting groet ik de heeren koopers. Gh. Van Esbroeck. HOüTEï ZINKEN n aan zeer genadige prijzen, Aannemer en Glaswerker, \t}^ i §§g M Pi hti 00 oo O» Q 00 00 lO lO O i> io o ïb o uo f- IO O 00 O O O O O O O cv* o o o o o .o cd tq q oq io 10 cq co co" ip co kO LQ O O O O O t> O O O" TO ID icT oo" cT co" co r—I r-M r—i-H r—f S O O O O O O br, o o o o o <m 7 CO OO I CO O ei co i-T r-T SI Szf w a O <T) fco O o3 O UI Q. 53 fi O nj bi J - fj O IB K ia n n VAN ROYAL REMY'S styfsel» wordnooit als in pakken of doozen met fabriekmerk Leeuwenkop, geleverd. 0e verbruikers zijn dus verzocht alle losse styf sel te weigeren die men hun als .«ROYAL REMY zou willen verkoopen.

HISTORISCHE KRANTEN

Het weekblad van Ijperen (1886-1906) | 1887 | | pagina 3