VAN IJPEREN EN HET ARRONDISSEMENT.
Politiek, Nieuws-, Handels- en Annoncenblad.
Derde jaar.
Zaterdag 21n April 1888.
Nummer 16.
Politiek overzicht.
Brusselsclie Briefwisseling.
De laatste Vlaamsche Protestanten.
Abonnementsprijs voorop betaalbaar: 3 fr. per jaar voor de stad. 3 fr. 50 voor den buiten. Per 6 maanden: 1 fr. 75. Annoncen: 15 cent. per drukregel. Rechter
lijke eerherstellingen: 1 fr. per regel. Akkoord per jaar of per maand. 10 centiemen per nummer. Afzonderlijke nummers voor artikels, enz. 8 fr. per 100. Alle
berichten van verkoop! ngen of andere bekendmakingen ten bureele dezer gedrukt worden eens gratis ingelijfd. De an nonce n voor België, ter uitzondering der beide Vlaanderen, alsmede
die voor het buitenland worden ontvangen door den Office de PublicüêMagdalenastraat, Brussel. Men wordt verzocht alle lioegenaamde artikels uiterlijk tegen Vrijdag middag vrij en
onderteekend toe te zenden. Artikelen ongeteekend oi personnaliteiton bevattende worden nim opgenomen.
De algemeene aandacht der politieke man
nen is heden op twee landen van Europa
getrokken, waar er gewichtige gebeurtenis
sen op handen zijn. In Duitschland wordt de
toestand van den zieken keizer van langs om
slechter en de maand zal zeker niet ten einde
loopen zonder dat Duitschland nog eens
■zijnen keizer verlieze. Die toestand herstelt
den vrede tusschen prins Bismarck en zijnen
keizer en stelt den trouw van de dochter des
keizers onbepaald uit.
De keizer van Duitschland heeft kwijt
schelding geschonken aan de politieke ver
oordeelden. Hij heeft ook uit zijne beurs
50,000 mark voor de overstroomden betaald.
De geneeslieeren van den keizer hebben het
buisje, waardoor hij ademt, lager moeten
leggen en dus de keel tweemaal moeten
opensnijden.
Na Duitschland is het Frankrijk, waar er
ook gewichtige gebeurtenissen zouden kun
nen plaats grijpen, want Boulanger werd
met 172,528 stemmen gekozen in het Noor
dendepartement. nu zondag laatstleden. Fou-
cart kreeg 75,901 en Moreau 9(347 stemmen
op 364,080 ingeschrevene kiezers.
De fransche Kamers zijn donderdag 11.
bijeen gekomen. Wij zullen haast weten
welke wending'de zaken moeten nemen.
8000 fransche pelgrims zijn naar Rotnt
getrokken en hebben aan de voeten van
Paus Leo XIII twee millioenen en half
frankenvoortkomende van den St-Pieters
penning neergelegd Leo heeft ze den pauze
lijken zegen gegeven!! En zeggen dat er
.huishoudens zijn die hun huishouden te kort
doen om St-Pieterspenning te kunnen geven!
Het italiaansch léger, dat in Afrika tegen
de Negers moest optiekken, keert naar het
moederland terug. Een geheel bataillon is
reeds op zee.
Brussel, 13 April.
Patatra! Daar ligl nu de verzamelingslijst
ten gronde. Men mag zonder overdrevenheid
zeggen, dat het manifest der LigueDonder
dag laatst door al de dagbladen verkondigd,
dit schoon werk voor klaarsten uitslag zal
hebben.
Inderdaad, vermoeid van de worstelingen
en de geringe mededingingen onzer politieke
maatschappijen en onzer politiekers, wanho
pende ooit eene overeenkomst te zien ont
staan tusschen lieden welke alle poging tot
•overeenkomst nog me^r verdeelde, was de
groote massa der liberalen gelukkig geweest
het scheidsrechterschap van den hr. Guillery
te zien tot stand komen.
De meerderheid van liet kiezerskorps, die
aanzienlijke meerderheid, welke noch tot de
Ligue noch tot de Associatie behoort en
welke op dit öogenblik goede redens heeft
andere leidsmannen te wenschen was die
scheidsrechterlijke samenstelling genegen
en zou het. welgelukken er van verzekerd
hebben.
Maar de Ligue heeft ongetwijfeld gevon
den dat het beter was hare troepen door
haar naar de nederlaag te zien leiden, dan
naar de zegepraal onder de leiding van een
ander.
En zij heeft haar manifest uitgegeven,
liaar besluit aankondigende de samenstelling
harer lijst te bereiden, en slechts de heeren
■Guillery en Buis te raadplegen over de mid
delen om erin te gelukken al de verschillende
schakeeringen van het liberalism in die lijst
te doen voorkomen.
Dat men er zich niet bij bedriege.de Ligue
door dit besluit, komt zich bij de moeilijke
zending des heeren Guillery niet aansluiten
en hare medewerking verleenen, zij stelt
zich in zijne plaats, of, indien men wil, zij
weigert, zelfs in die ernstige en uitzonderlij
ke omstandigheid, hem in hare plaats te
laten stellen
Het bewijs dat de toestand alzoo is, 't is
dat het Comiteit der Ligue zijn besluit geno
men en zijn manifest naar de dagbladen
gezonden heeft zonder den heer Guillery er
het minste van te verwittigen, met welken
nochtans het sedert deze laatste tijden in
nauwe betrekkingen geweest was.
Wat zal de heer Guillery vóór dat c-ome-
diespel der Ligue doen? Zich buigen? Ik
twijfel er aan, met al dezen die hem kennen.
Zijn werk voortzetten? Het ware zeer
moeilijk in de nieuwe voorwaarden. Maar
zeker zal het hem onmogelijk zijn zich op
eene lijst der Ligue of der Associatie te
laten voordragen, ingezien zijnen toestand
tusschen die twee maatschappijen.
Ziedaar dus de liberale lijsten van den
naam des heeren Guillery beroofd, en in de
voorwaarden die iedereen kent. Indien men
denkt dat zulks hen eene groote macht zal
geven
Maar, van kiezingen sprekende, het is niet
slechts te Brussel dat er verrassingen zijn.
Te Phiiippeville zal eene kandidatuur opda
gen waaraan men zich niet verwachtte, deze
van den heer Finet.
Het schijnt dat de heer Finet groote belan
gen heeft in het arrondissement, namelijk in
de groote nijverheidsgestichten van Thy-le-
Chateau.. Dit zou zijne kandidatuur uitleg
gen, welke zou ontslaan in plaats van deze
des heeren Wilmart.
Men bespreekt veel, in zekere ofïiciëele
kringen, een feit dat voor de drukpers en
het publiek onopgemerkt is voorbij gegaan
Over een twaalftal dagen werden de volgen
de korte regelen in den Moniteur gedrukt,
onder de rubriek Ministerie van Buiten
land scho Zaken
De Koning heeft eenen brief ontvangen
van Z. M. den Keizer van Duitschland,
Koning van Pruisen, het overlijden mel-
dende van Z. M. Keizer Willem van
Duitschland, Koning van Pruisen, en zijne
eigene troonbeklimming.
Daaruit spruit dat die bekendmaking aan
België door een eenvoudigen brief gedaan
werd. Nu, aan anderelanden, zelfs van min
der belang, heeft men voor deze omstandig
heid, en naar het algemeen gehruik, hooge
persoonaadjen gezonden met de hoedanig
heid van buitengewone gezanten.
Dit schijnt zooveel te vreemder, dat België
in de begraving van Keizer Wiilein op eene
uitzonderlijke wijze door den Koning en den
Graaf van Vlaanderen vertegenwoordigd
was.
Sommigen zullen denken dat het juist
daarom is, omdat de Koning te Berlijn keizer
Frederik gezien heeft, dat het voldoende was
de regeeringsverandering bij brieve aan te
kondigen.
Die redeneering valt in duigen als men
nagaat dat men nochtans eenen gezant heeft
gezonden naar andere natiën, wier Vorst
ook te Berlijn geweest had. En dat verstaat
zich, want het is niet alleen aan de Hoven,
maar aan de natiën dat die berichten gezon
den worden.
Ik zal mij niet gelasten te zeggen wat
daaronder schuilt, maar mannen, die de ge
woonte niet hebben zich voor hersenschim
men te verontrusten, denken dat daar toch
iets moet onder zitten.
Ik geloof niet dat men reeds'gezegd heeft
dat doctor Mackensie, tie i ngelsche genees
heer van dan Keizer van Duitschland, een
beigisch meisje getrouwd heeft, eene juffer
Morei van Doornijk. Hij deed zich alsdan
Morel-Mackensie heeten om zicli beter te
doen ouderscheiden van een anderen Engel-
schen geneesheer, een oogkutidige van den
zelfden naam, die alsdan eene groote faam
bezat. X.
M. Emile de Laveleye, professor aan de
hoogeschool van Luik, schreef over eenige
dagen in een Engelscli dagbladde Pali
Mall Gazette, tot schande van onze Vlaam
sche geestelijkheid, een zeer belangrijk arti
kel, dat wij voor de lezers van het Week
blad vertalen.
Kardinaal Manning en Lord Acton hebben
meer dan eens houden staan, dat de vervol
ging der protestanten door de katholieken
tot het verleden behoort en hedendaags niet
meer te vreezen is. Zekerlijk, van liet gebruik
van het vuur en het zwaard om de ketterij
uit te roeien is, voor 't oogenblik, afgezien,
maar liet volgende voorbeeld toont aan hoe
de onverdraagzaamheid haar doel bereiken
kan, zelfs in een vrij land, als de katholieke
geestelijkheid almachtig is.
Te midden van het uitsluiteiijk katholiek
Vlaanderen, waar nu de Romeinsche geeste
lijkheid als meesteresse heerscht, bevindt
zich te Maria-Hoorebeke bij Oudenaarde,
eene kleine protestantsclie gemeente, laatsle
overblijfsel der talrijke gereformeerde ker
ken, die in de 16a eeuw in het Vlaamsche
land tot stand kwamen. Eertijds bestonden
er in die streek zeven zulke protestansche
gemeenten, den Vtaamschen Olijfberg
genoemddeze van Maria-Hoorebeke is de
eenige nog overgeblevene. Zij is samenge
steld uit ongeveer vijftig huisgezinnen, vor
mende drie groepen van huizen, gekend
onder den naain van Geuzenhoek. Deze pro
testantsclie huisgezinnen leggen zich uitslui
teiijk op den landbouw toe, en zijn gebrui
kers van kleine hofsteden van 8 tot 10
dagwanden. Hunne velden, wonderwel be
bouwd, zijn het volmaakste toonbeeld der
kleine Vlaamsche veidbebouwing. Deze pro
testantsclie boeren, geheel en al te midden
hunner dorpsgenooten afgezonderd, onder
scheiden zich van de katholieke landbouwers,
die ze langs alle kanten omringen, door de
strengheid hunner zeden, door hunne ernsti
ge en rechtzinnige godsvrucht, door hunne
arbeidsliefde en door hunne geleerdheid.
Onder hen treft men geene dronkaards aan,
en het gerecht heeft zich nog nooit met deze
vreedzame lieden te bemoeien gehad. Zij
bezitten eene kerk met eenen herder, dooi
den Slaat, gelijk alle ministers der erkende
eerediensten in Belgie, betaald, en eeue
school, van eigen penningen gebouwd, waar
over zij fier waren.
Vooraleer te herhalen hoe hen deze school
is afgenomen geweest, is het niet zonder
belang te weten, op welke wijze deze kleine
protestantsclie gemeente de bloedige vervol
gingen der Spaansche overheersching en de
niet min wreede, doch meer stelselmatige
verdrukking van het Oostenrijksch beheer
overleefd heeft.
In de middeleeuwen strekte zich van
Oudenaarde tot Doornik een groot, bijna
ondoordringbaar woud uit. Ketters uit ver-
schillige landenWaadlanders, de kruistoch
ten van den Languedoc vluchtende, Katha
ren en Friezen, voor hun geloof door de
orthodoxen vervolgd, kwamen in dit woeste
oord eene schuilplaats zoeken, en verbleven
aldaar tot aan het tijdstip der Hervorming,
ondanks eene poging, in 1450 gedaan, oin ze
tot den laalsten man uit te roeien. Wanneer
de leer van Luther eu Calvyu in de Neder
landen drong, onthaalden deze hervormers
van vóór de Hervorming deze leer met vu
rige geestdrift, want ze stemde met het geloof
overeen, dat ze van hunne vaderen geërfd
hadden. Hunne eerste apostels, hunne eerste
priesters stierven meest allen den martelaars
dood. Hunne godsdienstige vergaderingen
hadden nachts plaats in het diepste van
het woud; doch, wanneer hunne herders dit
woud verlieten om de katholieken van het
omliggende te bekeeren, werden ze aange
klaagd en aan den beul overgeleverd. In
1524 werd hunnen leeraar Jan Castellan,
gelijk Luther een gewezen monnik tot het
nieuw geloof bekeerd, te Doornik aangehou
den en openbaar verbrand. Een schoolmeester
van Oudenaarde, Matheus genaamd, bracht
hun den bibel in het Vlaamsch vertaald, die
pas door den Antwerpschen drukker Jacob
van Liesvelt uitgegeven was, waarvoor deze
drukker in 1545 onthoofd werd.
De boschgeuzen der omstreken van Oude
naarde werden ook onderwezen door William
Tyndale, wiens standbeeld sedert 1884 aan
den oever eener vertakking van de Teems
zich verheft. Hij werd door de katholieken
te Vilvoorde in 1536 verworgd. Een discipel
van Calvyn, Braiius, had zich onder de ge
reformeerden van den Olijfberg gevestigd.
Te Doornik aangehouden stierf hij op den
brandstapel. Een ander hunner priesters, de
Meulere, werd korts daarna verbrand op de
groote markt te Oudenaarde. Verscheidene
hunner herders, Lieven de Bleekere, Andries
Bertelot, de Bres, Pierre de la Grange, wer
den opvoigentlijk aangehouden en levende
verbrand. De fnartelingen, die zij te onder
staan hadden, waren schrikkelijk. Nu eens
bond men ze in eene ton, die men met mut
saards omringde en waaraan men liet vuur
stak, dan maakte men ze, bij middel van een
tamelijk langen keten, aan eene staak vast,
waar rond men Ltoopen liouts ia brand stak,
zoodat de ongeiukkigen, door de vlammen
vervolgd, in eenen kring loopen moesten,
hetgeen de katholieke beulen zeer veel ver
maakte.
Verscheidene malen, voornamelijk in 1567,
zonden de Spanjaards en de inquisiteurs ge
wapende benden otn die schuilplaats der
ketterij te vernielen. Doch, ondanks de
wreedaardigste moorderijen, gelukte het aan
eenige huisgezinnen zich in de bosschen schuil
te houden, aizoo aan den dood te ontsnappen,
en de gemeenten van den O tijfberg herop te
richten. Deze eindigden met eene soort van
wettelijk bestaan te verkrijgen, dank aan
een verbond ten hunnen voordeele tusschen
de vereenigde provinciën van Holland en het
bestuur der Spaansche Nederlanden gesloten.
In dit verbond werd overeengekomen, dat de
katholieken van Zeeland zouden behandeld
worden gelijk de gereformeerden van de
omstreken van Oudenaarde. Sedert dien zijn
deze nog dikwijls vervolgd doch niet meer
verworgd geweest. Zij mochten zelfs hunne
godsdienstige vergaderingen des nachts hou
den. Van uit Zeeland kregen zij hunne bibels,
hunne godsdienstige boeken, hunne priesters
en onderwijzers. Onder het beheer van Josef
II bouwden zij eene kleine kerk rond dewel
ke zij hunne dooden mochten begraven, die
vroeger in de hovingen en boomgaarden
moesten gedolven worden. In 1819, dank aan
eene gifte van den koning der Nederlanden,
Willem I, en aan de inschrijvingen der ge-
loovigen, bouwden zij eene school, en een
weinig later, in 1832, schonk eene bemid
delde dame, tot het protestantism bekeerd,
eene jaarlijksche inkomst van 1200 fr., om
een protestantsclien onderwijzer te helpen
onderhouden.
De geestelijkheid van Maria-IIoorebeke en
van het omliggende zag met afschrik dezen
groep ketters gelukkig en welvarend te mid
den eener katholieke bevolking. Zoohaast liet
katholiek ministerie in 1884 aan het bewind
kwam, dacht zij dat het oogenblik gekomen
was om aan de ketterij een doodelijken slag
toe te brengen, door haar van alle middelen
van onderwijs te berooven. De gemeenteraad
van Maria-Hoorebeke, door den pastoor op
gestoken, nam bezit van de school en van
hare inkomsten in gevolge der wet van 1864,
die in de handen der gemeente, alle fundatiën
geeft, die het onderwijs voor doel hebben.
Dan schafte hij de jaarwedde van den pro
testantsclien onderwijzer af, onder voor
wendsel, dat eene enkele school de con-
fessionneele katholieke school voldoende
WEEKBLAD