VAN IJPEREN IN HET ARRONDISSEMENT.
Politiek, Nieuws-, Handels- en Annoncenblad.
m VLAANDEREN
Derde jaar.
Zaterdag 26" Mei 1888.
Nummer 21.
Klerikale Daden en Woorden.
door Victor Van de Walle.
Recht op de papen af
Abonnementsprijs voorop betaalbaar: 3 fr, per jaar voor de stad. 3 fr. 50 voor den buiten. Per 6 maanden: 1 fr. 75. Anaonoen: 15 cent. por drukregel. Rechter
lijke eerherstellingen: 1 fr. per regel. Akkoord per jaar of per maand. 10 centiemen per nummer. Afzonderlijke nummers voor artikels, enz. 3 fr. per 100. Alle
berichten van verkoopingen of andere bekendmakingen ten bur'eele dezer gedrukt worden eens gratis ingelijfd. De annoacen voor België, ter uitzondering der beide Vlaanderen, alsmede
die voor het buitenland worden ontvangen door den Office de Publiciló, Magdalenastraat, Brussel. Men wordt verzocht alle hoegenaamde artikels uiterlijk tegen Vrijdag middag vrij en
onderteekend toe te zenden. Artikelen ongeteekend of personnaliteilen bevattende worden niet opgenomen.
Het laatste liberaal ministerie werd vooral
aangevallen en bestreden hit hoofde der be
lastingen tot bedrag van veertien miüioenen,
die het genoodzaakt was te heffen om de
uitgaven en de inkomsten in evenwicht te
brengen.
In de beide Kamers en in da pers, werd er
door de klerikalen beweerd en, in den kies
strijd van Juni 1884, door de hh. Surmont,
Colaert, Struye, Berten en hunne klieke
luide gezegd en herhaald dat die belastingen
volkomen onnoodig waren; dat het even
wicht tussohen uitgaven en inkomsten kon
behouden worden zonder invoering dier
nieuwe lastenop voorwaarde alléén de
begrooting voor openbaar onderwijs te be
snoeien.
Laat ons de woorden herinneren, die ten
dien tijde werden uitgesproken door al de
aanleiders der rechterzijde.
M. Malou legde de volgende verklaring af:
wij stemmen de belastingen niet, omdat
zij onnoodig zijn; omdat de natie behoefte
o heeft aaneen 'bestuur dat de schatplichti-
gen spaart. En wat hebben wij? een be-
stuur dat met heftigheid ware afpersingen
van de natie eischt.
In den economisclien toestand van Bel-
gie is het volgens mij bijna cene misdaad
nieuwe belastingen in te voeren.
M. De Caraman Chimav, thans minister
van buitenlandsche zaken, sloeg nog meer
bitsigeren toon aan
Ik weiger de belastingen te stemmen. Zij
zullen ontevredenheid in de natie doen
ontslaan. Bij sommige deelen onzer be vol-
king zullen zij de vraag opwekken of het
hun niet beter te doen wat e aan de andere
zijde der grenzen.
M. Woeste, de ware aanleiiler der klerika
le meerderheid, trad op zijne beurt op om de
aangevraagde belastingen te bestrijden.
Het valt mij onmogelijk één enkele der
belastingen, door den minister van finan-
ciën aangevraagd, te stemmen. Deze belas-
tingen zijn eerst volkomen onnoodig. Men
zal niet bewijzen dat zij het niet zijn; de
natie zal u niet verschoonen haar in de
moeilijke tijden, die wij doorleven, nieuwe
lasten op te leggen die zwaar zullen druk-
ken op alle standen.
Vaderlandsche Lierzang
(3* Vervolg en slol).
Die verklaringen waren het beste wapen,
waarmede onze vertegenwoordigers, de hh.
Surmont, Colaert, Struyo en Berten, hunne
kandidatuur verdedigden en deden doorgaan.
Zij zongen in 1884 op alle tonen van afschaf
fing der onnoodige, misdadige belastingen.
Sedert vier jaren zijn diegenen die de
nieuwe belastingen zoo krachtdadig bestre
den, aan het bestuur gekomen. Zij zijn zoo
goed als alvermogend, daar zij gesteund wor
den door eene meerderheid van zes-en-vijftig
stemmen in de Kamer der volksvertegen
woordigers alleen, die hei ministerie slaafsch
ter zijde staat in alle maatregelen die het
wenscht te doen doorgaan.
Hebben zij die belastingen, die volgens
hen onnoodig waren en zoo goed als eene
misdaad daarstelden, hebben zij die belastin
gen afgeschaft en hebben de heeren Surmont,
Colaert, Struye en Berten iets voor die af
schaffing gedaan of hunnen invloed doen
gelden om het ministerie te dwingen zijne
beloften gestand te blijven?
M. Beernaert heeft de belasting op de po
lis van verzekeringen afgeschait,'l zij een
millioen; hij heeft de belasting op den tabak
tot bedrag van drie honderd duizend franks
verminderd... En 'tis al. Eene vermindering
dus van één millioen drie honderd duizend
franks.
Indien het eene misdaad was 14 millioenen
belastingen te hellen, is het goene misdaad
meer die belastingen te laten bestaan tot
bedrag van twaalf millioenen 750,000 fr.?
Is het geene ergere misdaad nog, nevens die
wraakroepende en misdadige belastingen,»
ei'-nog andere in te voeren?
Of zijn het'alleen de belastingen door de
liberalen gestemd, "u'a. mogen bestempeld
worden met den naam van afpérstn^SÜ^
Heeft minister Beernaert zich niet plichtig
gemaakt aan afpersing, met eene belasting
tot bedrag van 2 millioenen vier honderd
duizend franks op het invoeren van vreemd
vee te leggen? met de belasting op brande
wijn en azijn, met een millioen honderd vijf
en zeventig duizend franks te vermeerderen?
inet belastingen tot bedrag van vijf-en-twin
tig duizend franks op cacao en chocolade te
leggen? met, inéén woord, voor3 millioenen
600.000 fr. nieuwe lasten to heffen?
Eu hebben da heeren Surmont, Colaert,
Struye en Berten zich niet aan beloftever
breking plichtig gemaakt met de ministers
dat alles te laten en te helpen begaan
En nochtans is de begrooting voor openbaar
onderwijs langs alle zijden besnoeid gewor
den
Het staatsbestuur heeft goed scholen te
sluiten, zoowel scholen voor lager als voor
normaal onderwijs; tiet heeft goed onderwij
zers en onderwijzeressen af te steilan, het
te kort blijft bestaan in de staatskas en hoe
men ze ook opvulle en met de vroeger inge
voerde belastingen te behouden en met er
nieuwe bij to voegen, zij stroomt nochtans
ledig.,..
Wie heeft er schuld daaraan? Wie is de
oorzaak dat het te kort blijft bestaan, on
danks de nieuwe lasten die worden geëischt,
ondanks de oude lasten die worden behouden?
Lees het staatsblad eiken Maandag, en gij
zult dadelijk het gewenschle antwoord onder
eogen krijgen.
De staatsgelden worden niet meer gebruikt
tot dekking der onkosten veroorzaakt dooi
de inrichting van een kloek en degelijk
volksonderwijs van zulk onderwijs mag
er zoo goed als geene spraak meer zijn.
Zij worden gebruikt om oude kerken te
herstellen en nieuwe te bouwen; om oude
priesters te onderhouden en jongere aan te
kweeken, 0111 de macht der kerk, zoowel
geestelijk als wereldlijk, te ontwikkelen en
uit te breiden.
Met het o.og op liet gebruik dei' behoudene
en nieuwe ingevoerde kelastingen, verwon
dert het ons niet dat zij, die ze behielden en
stemden, voor geene misdaders doorgaan bij
de pers en de mannen die de belangen dei-
kerk behartigen en handhaven.
Bij hen staan de belangen der natie op den
voorgrond niet
Iedereen moet hedendaags frank en net te
genover de paperij staan, wil hij vrijzinnig
heeteii. De klerikale koopmanschap, die
eeuwige plaag onzer móéder de II. Kerk,
moet in hst hart worden aangerand en, kan
't zijn, uitgeroeid.
Op het uur dat wij beleven, kent de driest
heid der zwarte bende, sterk en steunend op
hare tucht en haar getal, perk noch palen
meer. Overal verheffen de heilige legerscha
ren de geschoren koppen, overal stelen zij,
zonder vaar noch vrees, en onder bedrei
gingen en beleedigingön, het erf onzer
vaderen, de vrijheid en het fortuin des va
derlands.
Wat willen die zwarte kruisvaarders, die
als gieren op ons komen afgevlogen, ja ons
reeds aan 't verknagen zijn
Wat 2ij willen, dat zien wij, reeds hebben
zij 't in hun kromme klauwen gegrepen. Het
monopoliuin, het liooga alleenrecht over
onderwijs en zedenleer. Sedert 1870 goten
hunne lang- en kortgerokte advokaten
stroomen luidsprekendheid over het land. Zij
bewezen, zoo klaar als dat de nacht de dag
is, dat zonder de tikkenhaan geen zedenleer
noch zaligheid meer mogelijk is.
Welk redelijk en vrijzinnig mensch kan
die pretentie der godsgeleerde fbppers aan
nemen? Inderdaad, indien het waar is, dat
de godsdienstige zedenleer indertijd eenig
nut heeft gesticht, dan kwam het voorzeker
omdat or geen ander zedenleer bestond. In 't
land dor blinden is maai- éénoog Koning. Nu
heeft die zedenleer lang haar tijd gedaan.
Zij is eukel nog goed voor broederkens dei-
onzuivere liefde en klokkenluiders.
Wanneer de hoop op 't paradijs en de
vrees voor de hel nog algemeen de onwetende
bevolking drukte, dan werd de stem des
priesters nog aanhoord. In ruiling voor zijne
raadgevingen nam de zsvarte leidsman alsdan
het 10® deel van het brood der armen. Doch
nu is de wereld een stapje vooruitgegaan,
sedert het regiem van den 10;n penning. De
burger plooit niet meer onder den banvloek
der procbiepapen, maar wel onder zijne
kuiperijen, zijn list, zijne valscbbeid, zijn
bedrog en zijne vernielingszucht. Niet de
zwarte rok, maar den machtigen wraak-
zuchtigen vriend van den kasteelheer en
d.c_n geschoren^ des
Heeren nog gegroet en gevreesd.
Ja, het menschdom treedt de mannenjaren
in, het beeft zoo niet meer voor den room-
schen dwingeland, het biedt hem hier en
daar moedig het hoofd. Laat de ontaarde
zonen onzer kloeke klauwaarts als machte-
looze hamels aan de slavenketen voortkrui
pen, het jong geslacht uit menige stad
en menig vlek zal geen stokken gaan steken
in de raderen des bcschavingswagens, noch
MBfttS£vafe3835Sa:
EKBLAD
O Vlaandren, o mijn dierbaar vaderland,
Hoe liebt go u laten zóo misleiden
Blik licel Europa rond; zie toe ten allen kant:
't. Land waar 't clericalism de krone spant,
I>at ziet ge zijnen eigen vol bereiden
Daar heerschen armoe, dwang en opioerzucht
Maar bij het volk bij wien de strijd gelukte,
Waardoor 't aan Rome zich ontrukte,
Daar is vooruitgang, welvaart, tucht.
Aanschouw slechts Spanje en wees indachtig
Hoe mild bedeeld het was, hoe rijk, hoe machtig,
En thans hoe zeer verzwakt, hoe zeer zijn val nabij,
Hoe opstand, burgertwist inwendig het verscheuren,
En vergelijk er 't kleine Neerland bij,
Dat door zijn wilskracht zich wist op fe beuren,
En de eerste natiën in alles evenaart. [fleuren t
Welk is de goede geest, die Neerland zoo deed
Welk is de kwade geest, die Spanje heeft ontaard?
Maar kom, keer tot u zelv', ontvouw die kaart,
Geschetst door een Malou, die in twee kleuren
L">en grond van Belgenlaud verdeelt,
En waarvan elk een staatspartij verbeeldt,
Beschouw die streek, met bloedig rood bespik
keld,
Alsof do dweepzucht die daar vroeger heeft gewoed,
Haar spoor gelaten had in dropplen geuzenbloed.
Bemerk hoe eng, lioe weinig daar ontwikkeld
Het brein en 't herte der bevolking zijn; [gen;
Daar zwaait de Kerk lieur staf op uw verstootelin-
Maar zie langsheen den Stroom, die hemelsblauwe
[kringen,
I-let zijn oasen in der Kerke zandwoestijn,
Die bloeien in der vrijheid zonneschijn,
Waar minnaars van de kunst naar 't eerloof
[dingen,
De Nijverheid al heur pro lucteu teelt,
Geleerdheid zetelt, waar de Dichters zingen,
En waar iiet volk, door wetenschap vereeld.
In al de weldaan der beschaving deelt.
Ach, waarom heeft de geest, van vrijheid en verlich-
Die als een hemoibo j daar neder is gedaald, [ting,
Ach waarom heeft Hij niet in elke richting,
Al uwe gouwen met zijri' glans bestraald 1
Waarom toch mocht die geest er nooit inslagen
Den zwarten daemon, door wiens hinderlagen
Uw kroost verdwaalt,
Ton minste uit al uw steden weg te jagen I
En gij, o Brugge, gij voorheen r.oo groot,
Die macht en vreelde zaagt verocnigd in uw
[schoot.
Die thans zoo treurig zijf, 7.00 eenzaam zoo verlaten,
Die niets dan puinen van uw' ouden roem behicldt,
Tot een begijnhof, aaklig-naar vervielt,
Waar nergens loven is, waar 't gras groeit in de
[straten,
O vroegere wereldstad, zijt ge uw geheugen kwijl,
Begrijpt ge met waarom ge zoo vervallen zijt.
O gij, die onverschillig u laat honen,
O Viaandcrtand, gedenk uw vroegre zonen
Ontrol en raadpleeg uw geschiedenis.
Waarin een groote ies geschreven is
Ze zal u, zij uw' ergsten vijand toonen.
Toen keizer Karei zijnen eed verbrak,
Uw bruid, de vrijheid, naar het harte stak,
Niet wou dat op zijn wijs elkeen den Schepper hul-
[dige,
En 't sein gaf tot het gruwzaam beulenwerk,
Wie was de ware, wie de groote schuldige?
Wie stookte Karei op? de Kerk.
E11 toon do valsche Flips, in 't hloed zijn handen
[doopte,
Toen hij hierheen zijn woeste benden zond,
Waarvan een Alvu zich aan 't hoofd bevond,
Wie was 't, die lot onrnenscheiijklieid hem
M ie was de snoode, zonder ziel, [noopte?
Die 't heir bijeen riep van ontelbre rampen
Dat van den schrik verzeld, uw bodem overviel
Wie, Vlaandren, deed u met den doodstrijd
[kampen t
Wie deed die donkre kerkers opengaan,
Beval, en galgen en schavotten op te richen I
Wie stak die gloende stapels aan,
Die onze merkten met hun sombren glans verlicht
ten t
Wie is 't die tachtig jaar den oorlog woeden deed,
Die nijverheid en handel uit den lande,
En kunst en keunis en vernuft verbande i
Wie groef, o Vlaanderen, d'afgroud waar ge in
[gleedt?
En als een straal des lichts uw ramp udeed beseffen,
En gij u zeiven uit dien afgrond weudt verheffen,
Wie heeft u steeds belet van op to staan i
Dat heeft, do Kej'k, de Kerk alleen gedaan.
En gij bewierookt haar, die ai
En gij betuigt haar meer
Ge aanroept ze snieekend
En knielt aanbiddend 1
Gij blijft ze steeds als uw
Gij hebt haar uw geheim
Uw vrouwen en uw kindr
En alles wat gij mint brei:
les u ontroofde,
dan godiijke eer,
mot oatblooten hoofde
.óór haar neêr;
e redster groeten
11, en uw goud,
en toevertrouwd,
gtge aan heur voeten!
Gewis, men moge vrij, 't gevoel, door heur ontaard,
Den godsdienst waar ze op steunt, en die tot hooger
[sferen
Den geest en 't hart verheft, eorbiedgen en verecron;
Maar zij, zij is ontzag noch eerbied waard.
Gedenk, 0Vlaanderen, uw zoo schoon verleden,
Gedenk uw vroegre heiden, vrij en koen,
Die voor hun overtuiging leden, streden.
Dat ook uw liedenhaagsche telgen doen,
Wat eens de geuzen, hunne vaadren deden,
Aanbiddend vrijheid, eer en plicht.
Verlaat uw leidsvrouw, die in 't donker u doet dolen,
Die u de vrijheidsliefde heeft ontstolen.
Veikies een gids, die trouw uw stappen voorwaarts
[licht,
Van wien ook 't voorgeslacht zijn plichten
[leerde,
En op wiens stem het vuur en zwaard trotseerde:
't Geweten door de Rede voorgelicht.
Vereer wat gij verwierpt,verwerp wat gij vereerdet,
Dan zult ge een roemrijk tijdvak binnei treên
Dan plukken weer uw zonen lauwerkransen,
En worden meesters op het land eu op de zeen
Dan,Vlaanderen, zal uw gloriester weer glansen.
En zijt ge t eerste land gelijk voorheen.
SLOT.