VAN IJPEREN EN HET ARRONDISSEMENT.
Politiek, Nieuws-, Handels- en Annoncenblad.
ondankbare Dochter,
Derde jaar.
Zaterdag 28" Juli 1888.
Nummer 30.
De fransclie priester.
De vrijheid in de school.
Abonnementsprijs voorop betaalbaar: 3 fr. per jaar voor de stad. 3 fr. 50 voor den buiten. Per 6 maanden: 1 fr. 75. Annoncen: 15 cent. per drukregel. Rechter
lijke eerherstellingen: 1 fr. per regel. Akkoord per jaar of per maand. 10 centiemen per nummer. Afzonderlijke nummers voor artikels, enz. 8 fr. per 100. Alle
belichten van verkoopingen of andere bekendmakingen ten bureele dezer gedrukt worden eens gratis ingelijfd. De annoncen voor België, ter uitzondering der beide Vlaanderen, alsmede
die voor het buitenland worden ontvangen door den Office de Publicité, Magdalenastraat, Brussel. Men wordt verzocht alle hoegenaamde artikels uiterlijk tegen Vrijdag middag vrij en
onderteekend toe te zenden. Artikelen ongeteekend of personnaliteiten bevattende worden niet opgenomen.
Indien wij ceac vergelijking moesten ma
ken tusschen de fransclie en belgische
priesters, dan zouden de eersten, staatkundig
beschouwd, verre onze geestelijken over
treffen
Men zou waarlijk zeggen, dat den fran
sehen god aan dezen van België niet gelijkt
en dat hel dezelfde dienaren niet zijn van
denzelfden eeredienst die denzelfden paus
en god herkennen. En inderdaadBelgië
en Frankrijk kregen omtrent hetzelfde
tijdstip eene nieuwe schoolwet. Het was in
ons land, den priester toegelaten in de ge
meentescholen te komen om er den cate
chismus aan do kinders te lecrcn. Maar de
priesters wilden er geenon voet in zetten
gaven de scholen voor slecht uit, en ver
volgden oi» eene schandige wijze en wraak
roepende maniere, de besturen, de onder
wijzers, de ou Iers en kinders
In Frankrijk mocht, volgens de wet, er
geen catechismus in de scholen geleerd
worden en de priester mocht er geen voet
in zetten. En wat deden zij? Zij spraken
schoon, omdat zij de toelating hadden ver
kregen om er te mogen den catechismus
aanleeren. Die toelating werd geweigerd en
zij vervolgden niemand en gaven de scholen
niet voor slecht uit.
Bijgevolg vragen de fransclie priesters
Tan in do school te mogen gaan wat de
b elgische priesters niet willen.
In Frankrijk mag de priester in de school
niet gaan de priesters vervolgen niemand.
In België mag de priester in de school
gaan. En zij vervolgen allen. Zijn dat
priesters van denzelfden God.
In België zijn al de priesters kiesdravers
ze zijn het, die de kiezingen beloopen, en zij
zijn het die door tusschenplaafsing van hunne
creaturen - het volk bestieren. In al de
kalote besturen zegt de pastoor wat hij wil
en mijnheer de pastoor is zijn ootmoedig
dienaar
Al de papa gazetten, zooals de Meenenaar
Nieuws van den Dag, enz. enz. zijn door
priesters opgesteld, waarin zij liet volk
blinddoeken, de waarheid verzwijgen en
TOONEELSPEL IN TWEE BEDRIJVEN,
(Vervolg.)
Achtste Xooneel.
De VorigenVictorine.
Weduwe Vermeersch.
Zoo dat ge uwe moeder niet meer gehoor,
zaamt?
Victorine.
Moeder, ge moet mij geene zedelcssen
meer geven. Ik zal u niet langer tot last die
nen. Mijn besluit staat vast: Morgen trek ik
naar Parijs.
Weduwe Vermeersch
Zio ze daar eens staan 1 at zult ge daar
gaan uitrichten? Ja, in uw bederf loopen,
niet waar?
Victorine.
Denkt ge dat ik zoo zal heen gaan?
Wel duizendmaal neen I Het erfdeel mijns
vaders moet ik hebben. Mijns dunkens heb
ik er wel recht toe.
Weduwe Vermeersch.
RechtI wat noemt ge recht! Als brave
verdraaien en den kiezer misleiden opdat
hunne creaturen aan het schotelken zouden
kunnen blijven om te beter het geld van de
lastenbetalers naar kerken en kloosters te
doen gaan.
In de kerken en congregatiën doen de
priesters politieke sermoenen. Het evangelie
is slechts eene bijzaak, eene e..trée of
première om ofwel op de liberalen te don
deren of om den kristen te smeeken vele
aalmoezen in de offerblokken te doen en
missen te doen lezen. In Frankrijk mogen
de priesters zich met geene politiek be
moeien. De wet verbiedt het hun. Daar
vindt men geene priesters, kricsdravers en
geene priester-, die hunnen preekstoel ver
anderen in politieke tribunen en van het
huis Gods eene meetingzaal maken 1
In Belgie is de priester eerst en vooral
politieke werker, in Frankrijk niet!
Zijn dat priesters van denzelfden God?
In Frankrijk zijn de priesters vaderlan
ders; zij zijn met lijf en ziel aan hun land
gehecht. Hun gedrag tijdens den oorlog van
1870 heeft liet bewezen. En heden zien wij
dat de bisschoppen aan het hooid derpries
ters de voorzitter Carnot overal, waar hij
komt, gaan groeten en hem de stelligste
verzekering geven dat zij aan Frankrijk en
zijne wetten zullen getrouw blijven.
In Belgie hebben wij de geestelijken van
uit den preekstoel den burger oorlog hooren
aanpredikenwij hebben den koning en
ministers hooren bespotten en zelf het volk
tot den koningmoord aanzetten. Men deed
de klok luiden ten einde het volk bijeen te
roepen en wederstand aan de wet te doen.
Men zag de man tegen de vrouw en deze
laatste legen den man door de priester op
hitsen.
De priesters wakkerden de burgemeesters
aan de wetten niet uit te voeren enz. enz.
Zij weigeren deel te nemen aan de feesten
van onze 50 jarige onafhankelijkheid, en
erkennen de belgische vlag niet meer, maar
wel deze van den Paus (wit en geel).
In Frankrijk is de priester een ware
vaderlander, in Belgie heeft hij geen ander
vaderland dan dat van Rome.
Zijn dat priesters van denzelfden God?
Ieder mensch die een weinig geschiedenis
geleerd heeft en die niet verblind is door het
dochter zou ik u alles geschonken hebben,
nu, als ondeugende, niets. Eu zeg eens, wat
geld verlangt gij? Gij zijt nog te jong om geld
te vragen of uwe ouderlijke woning te ver
laten. at denkt ge wel? Ik zal u het geld
laten wegwerpen, dat uw vader, uwe tante
en ik met naarstig zwoegen gewonnen heb
ben? Ik zal u de hand reiken om u in 't
ongeluk ie storten? O neen! dat zal nimmer
gebeuren 1
Victorine.
Dan zal ik maar zoo heengaan.
Weduwe Vermeersch.
Uw gedrag jegens mij geeft mij de bewij
zen dat gij eene slechte dochter zijt! Ver
trekken inoogt ge, maar eens uit mijne
woning er nooit een voet meer in, hoor
(Driftig af).
Aegende Tooneel.
De vorigen min weduwe Vermeersch.
Elodie.
Victorine, ziet ge niet dat gij uwe moeder
miskent 1 O 1 't is niet wel gedaan Zij die u
beminde als 't licht barer oogen; zij die voor
uw welzijn geene opofferingen tegroot vond;
zij die niet anders wenschte dan u gelukkig
te zien. Denk eens aan de woorden uws
vaders.
Victorine.
Gij zijt onverdraaglijk, 'k Ileb er al genoeg
fanatisme (een kanker die lichaam en geest
doodt) moet bekennen dat de fransche om
wenteling, niettegenstaande al het gestorte
onnoozel bloed, toch veel en oneindig vee
goed aan 't menschdom verschatte.
De belgische priester wil in het geheel niet
geweten hebben dat de fransclie revolutie
goed stichtte; integendeel, zij veroorzaakte
volgens hen niels dan kwaad.
De fransche priesters denken er anders
over en, om liet te bewijzen, zielii r wat de
aartspriester van Romans zegde toen hij
Voorzitter Carnot welkom wenschte.
Laat er mij bijvoegen, heer Voorzitter, dat
wij (de geestelijken) niet geheel en al vreemd
zijn aan de viering van den honderdsten ver
jaardag (de fransclie omwenteling). In de
provinciale vergadering van het Dauphiné
te Romans, den 10 September 1788 op eenige
stappen van hier gehouden, in de kerk der
Cordeliers, waren er 40 geestelijken die
geheel en al dezelfde gevoelens koesterden
als hunne ambtgenooten voor liet geluk der
natie.
In België is de fransclie revolutie, volgens
de priesters, het werk van Satan, in Frank
rijk zijn de priesters trotsch dat er priesters
aan dat grootsche werk gearbeid hebben
Zijn dat priesters van denzelfden God
De onlangs verschenen vertaling van een
nieuw boek van graaf Tolstoï, brengt ons
verscheidene werken van den grooten Rus-
sisclien schrijver in 't geheugen, die alle,
gelijk zijn laatste boek, aan de verdediging
van zijne lievelingsgedaclitede vrijheid in
de school, gewijd zijn.
Tolstoï is, («p schoolgebied, een groote
om wentelaar. De scholen, zooals zij bestaan,
schijnen hem gestichten voor de marteling
der kinderen geschapen waar men ze hun
bijzonderste vermaak, hunne dringendste
noodwendigheid, de vrije beweging, ont
neemt waar de gehoorzaamheid en de stiite
de eerste voorwaarden zijn; waar, zelfs om
een uur uit te gaan, er eene bijzondere toe
lating van noode is; waar, eindelijk, elke
afwijking streng gestraft wordt.
Hij wil van dat alles niet. Hij is aan allen
dwang vijandig en vraagt dat men de vrij
heid van liet kind eerbiedige, dat men bet
van'k wenscli te slapen, en geef nu zooveel
zedelessen aan tafels en stoelen als ge ver
kiest
(Victorine af).
Eiodie.
Victorine, gij zijt verloren! [Af.)
Xientle Tooneel.
Victorine [alleen).
Ik bedrieg mij niet.... Allen zijn naar 't
bed. 'k Wil hier niet vernachten. Naar Pa
rijs gaan zonder geld, o neen, zulks kan niet
zijn.
[Na eene poos)Ja, 'k heb liet gevonden.
[Naar moeder's en tante's slaapkamer
wijzend).
Indien ge dacht dat uwe dochter als eene
bedelares zou vertrekken, hebt ge u bedro
gen!
(Gürdyn).
Tweede Bedrijf.
(Het tweede bedrijf speelt in een tuintje
van een dorp dicht bij Gent gelegen.)
Eerste Xooneel.
(Elodie bevindt zich in haar tuintje)
Elodie.
Op den almanach gezien moet het omtrent
een jaar zijn dat ik hier verblijf. Kon ik wel
de studie leerc liefhebben, in plaats van het
deze op te dringen. Hij beknibbelt ook de
programma's, die, volgens liem, te veel tot
de africhting der kinderen aanleiding geven.
De opvoeding, zegt hijvoor zooveel zij
voorbedachte vorming des geestcs naar
zekere idealen beteekent, is geenszins vrucht
dragend en nog min wettig.
Zijne ver wijtingen betreffen ook de leer
wijzen, en de merkwaardigste bladzijden van
zijn laatste'boek zijn diegene, waar hij met
gloed en geestdrift de manier beknibbelt,
waarop de aanscliouwingsleer,. de vermaar
de Laütiraüs-liaüün gs ilnlerrichtm etliode
der Duitschers meesttijds begrepen cn toepe-
past wordt.
Te gedachten, door den grooten Russischen
denker verdedigd, zouden een weinig van
hunne waarde verliezen moeste hij enkel op
het gebied der beschouwingen blijven. Maar
die gedachten zijn in de scholen door Tolstoï
gesticiit in toepassing gebracht geweest en
inzonderlijk in de school, die hij te Yasnaïa
Poliana voor de kleine mougiks ingericht
heeft en die in Rusland eene groote ver
maardheid verworven heeft.
In die school iegt Tolstoï zijne kleine leer
lingen noch werk, noch lessen op. Ilij prik
kelt hunne weetgierigheid en de kinderen
luisteren, met een vrijwillig belang, naar de
antwoorden, die hij op de vragen geeft,welke
zij hem stellen, vragen, die van zelfs aan
hunne lippen ontvallen, door de aanwezig
heid der nieuwe voorwerpen, welke liij hun
zien laat.
Geen een kind, zegt Tolstoï, draagt iets op
zich, noch boek, noch schrijfboek; men
geeft nooit geene huiswerken ie maken. En
niet alleenlijk draagt het kind niets in de
handen, het heeft ook niets in liet hoofd to
dragen. Geen enkele les wat het gisteren
gedaan heeft, daarmede moet liet zich van
daag niet bezig houden, liet martelt zich den
geest niet af voor de les, die komen zal. Plet
brengt maar zijn eigen mede, zijne fijngevoe
lige natuur en de zekerheid dat liet in de
school vreugdevol toegaan zal.
De scholieren zetten zich in de klas waar
zij het goed vinden. Geene inwendige politie,
geen reglement is er noodig. Is or bij toeval
een kind, dat gerucht maakt, liet zijn zijne
gezellen zelve, die het tot orde roepen en het
naar buiten spelen zenden.
Wil een kind, binst de les, weggaan, nie
mand houdt het terug. Maar het kind, zich
niet gedwongen voelende, denkt er niet aan
die verdraagzaamheid te benuttigen en zijne
eigenliefde prikkelt liet om zijne leemichti-
gere gezellen na ie volgen.
Ziedaar, ia korte woorden, het stelsel dat
in de scholen, door Tolstoï gesticiit, gevolgd
beter doen daa mij in mijn geboortedorp
vestigen? Toen mijne zuster leefde was de
stad mij zeer aangenaam, maar voor een
mensch alleen niets is beter dan de vrede.
Wie had toch ooit gedacht dat hel vertrek
van Victorine Julie ten grave zou slepen?
Neen, ik inag niet denken aan den morgend,
waarop zij ontwaakte en Victorine vertrok
ken was! Wat zij uit de kast genomen heeft
beliep tot uvee honderd franken. Ach arme,
zij tieefi zeker gedacht er alles te kunnen
mede verzetten! 't Ware te hopen dat zij
gelukkig leefde, maar sinds haar vertrek
heb ik nog over liaar niets vernomen. Iieb ik
dat jaar veel moeten lijden, toch heeft God
mij wat geluk overgezonden. Eene maand
was mijne zuster nood, toen ik las dat ik den
prijs van honderdduizend franken gewonnen
had in eene trekking te Brussel. Men mag
zulks wel gelukkig noemen; ik had een enkel
nummer en won prijs. (Ze keert ziek om.)
li meende iemand te hooren, laat ons zien
tien uren. 't Wordt tijd dal ik mij een wei
nig opschik, want weldra zullen de kinderen
mij hier een bezoek brengen. Vandaag wordt
de liberale school ingehuldigd en is het vol
op feest. [Hen klopt.)
(Wordt voortgezet).
t3^-3efc&-!<f^j^^^jj^-^g3«<Egag»gggKaQ8^ggagS'sn
HET WEEKBLAD
DOOR
ISIDOOR AluERT.
h