VAN IJPEREN EN HET ARRONDISSEMENT.
Politiek, Nieuws-, Handels- en Annoncenblad
ie ondankbare Dochter,
Dercle jaar.
Zaterdag 4" Augusti 1888.
Nummer 31.
IJzerenweg.
Beeicht aan de Liberale Kiezers.
De Inquisitie.
Abonnementsprijs voorop betaalbaar: 3 fr. per jaar voor de stad. 3 fr. 50 voor den buiten. Por G maanden: 1 fr. 75. Annonceii: 15 cent. por drukregel. Rechter
lijke eerherstellingen: 1 fr. per regel. Akkoord per jaar of per maand. 10 centiemen per nummer. Afzonderlijke nummers voor ariikels,1 enz. 8 fr. per 100. Alle
betichten van verkooptngen of andere bekendmakingen ten bureele dezer gedrukt worden eens gratis ingelijfd. Deannoncen voor België, ter uitzondering der boide Vlaanderen, alsmede
die voor het buitenland worden ontvangen door den Office cle Piiblicité, Magdalenastraat, Brussel. r Men wordt verzocht allo hoegenaamde artikels uiterlijk tegen Vrijdag middag vrij en
onderteekend toe te zenden. Artikelen ongeteekend of personnaliteiten bevattende worden niet opgenomen.
Vertrekuren van IJperen naar
Poporinghe, 6-50 9-09 10-00 12-07 3-00
De gemeentebesturen houden zich oogen-
blikkelijk bezig met de herziening der
kiezerslijsten.
Het is in liet grootste belang van het
Meenensch liberalismus dat dezen| onzer
vrienden, welke denken het kiesrecht te
bezitten en niet ingeschreven zijn op de
lijsten, die in het stadhuis den 15 tot den 30
dezer maand zullen uitgeplakt worden, er
kennis van geven aan de Liberale Associa
tie en Liberale Voorwacht.
Men mag zich wenden,'t zij persoonlijk
't zij schriftelijk bij al de leden van 't be
stuur dier liberale sociëteiten en namelijk bij
MM. Watteyne Jean, Van Ackere Constant,
Gombert Achille, Hollevoet Hector en God-
daer Arthur.
Deze heeren zullen met opene armen uwe
reklamatiën ontvangen en niet verwaarloo-
zen om uwe miskende kiesrechten te doen
gelden.
De Eendracht kan niet genoeg al de
liberalen aanwakkeren grondig de kiezers
lijsten te overzien en kennis te geven aan
de bovengenoemde heeren van de verande
ringen welke zij noodig zouden vinden er
aan te doen.
Zie hieronder de vereischte voorwaarden
om ingeschreven te worden op de lijsten die
den 15 Augusti en den 3 September zullen
TOONEELSPEL IN TWEE BEDRIJVEN,
(Vervolg.)
Tweede Tooneel.
Elodie, Juffer Geers.
Elodie.
Weos welkom, waarde onderwijzeres.
Neem eenen stoel.
Juffer Geers.
'k Dank u, mejuffer. Ik kom u aankondigen
dat de meisjes weldra hier zullen zijn met de
vlaggen en bloemkransen.
Elodie.
Opperbest, waarde juffer, en van avond is
het vuurwerk.
Juffer Geers verwonderd
Vuurwerk?
Elodie.
Ja, ik heb naar Gent geschreven om hier
van avond voor een paar honderd franken
vuurwerk te komen afschieten. De meisjes
mogen dat ook wel eens zien, niet waar?
Juffer Geers.
Mejuffer, wat zijt gij goed voor de arme
kinderen! Waren er zoo velen als gij, onge
twijfeld zou ons schoon onderwijs niet te
niet gaan.
Elodie.
Ik ben ook eene leerlinge der lagera scholen
geweest en ik weet wat moeite zich de on-
worden aangeplakt, en dienen van ln Mei
1888 tot 1" Mei 1889
Ouderdom.
Men moet volkomen 21 jaar oud zijn vóór
den 1 Mei 1888.
Indigenaat.
Men moet:
aOin stemmer voor de Kamer te zijn,
Belg zijn van geboorte of de groole inbur
gering verkregen hebben.
b) Om stemmer voor dë provincie ot ge
meente te zijn, Belg zijn van geboorte of de
gewone inburgering verkregen hebben.
Woonplaats.
Men moet in do gemeente, waar men zich
wil doen inschrijven, zijne woonplaats heb
ben vóór den Augusti 1887.
N. B. Het is niet genoeg, om inwoner dei-
gemeente genoemd te wordea, van op de
registers der bevolking ingeschreven te zijn,
men moet daarbij zijne wezenlijke en voor
name woning in de gemeente hebben.
Cijns.
De cijns is 42 fr. 32 voor de wetgevende
Kamers, 20 fr. voor de provincie en 10 fp.
voor de gemeente.
Men moet: 1° Den bovmgemelden cijns
betaald hebben in rechtstreeksche belastin
gen, gestort in de Staatskas, te weten
alleenlijk in 1887, indien men tot dien cijns
klimt van grondlastenin 1886 en in 1887,
indien men er door persoonlijke belasting
en patentrecht komt.
2° Verders voor dezelfde somme in 1888
belast zijn.
N. B. De belastingen der vrouw tellen
voor den man, om den cijns tevormen. De erf
genamen hebban het recht zich de betaalde
belastingen toe te eigenen van den persoon
wiens erfgenamen zij zijn, doch slechts
in evenredigheid met het beloop van hun
erfdeel.
Bekwaamheid.
Voor de provincie en de gemeente mogen
derwijzeressen getroosten om den kinderen
cene degelijke geleerdheid te schenken, en ze
op te leiden op den weg van 't goede. Is het
onze plicht niet, wanneer men ons schoon
onderwijs wil vertrappen, de kinderen uit
hunne klauwen te trekken? Neen, het zijn
geene dienaars van God meer, zij willen de
kinderen onwetend laten, om er dan later
hunne werktuigen te kunnen van maken.
Juffer Geers.
Zoo is het, mejuffer. (Gerucht op het ach
terplan.) De meisjes zijn daar reeds.
Elodie.
Verschooning, mejuffer, ik moet me nog
wat opschikken. HanddrukAf.)
Derde Tooneel.
De onderwijzeres, de meisjes.
[De meisjes komen met vlaggen onder
den arm binnen.)
Allen.
Dag, mejuffer.
Juffer Geers.
Dag, vriendinnen; hebt gij nu alles?
Sidonie.
Ja, mejuffer, zelfs hamer en nagels; niets
ontbreekt.
Juffer Geers.
Dan maar gauw aan het werk. Maar zeg
eens, 'k heb u iets te melden. (Allen treden
nader bij.) Van avond is er vuurwerk, zegt
het eens aan uwe ouders.
Eene stem.
En wie zorgt daarvoor
de voorwaarden van den cijns door de be
kwaamheid vervangen worden.
De voorwaarde van bekwaamheid moet
den 3 September 1888 bestaan.
Eene te nemen voorzorg.
Het is zeer voorzichtig zich als bekwaam
heidskiezer te doen inschrijven, zelfs wan
neer men liet als cijnskiezer is.
Hebt gij nog hooren spreken van de inqui
sitie, en weet ge goed wat voor eene instel
ling de inquisitie was?
De inquisitie, brave lezer, was eene af
schuwelijke moorderij, door de priesters
gepleegd om het pausdom te redden.
De priesters verbranden, radbraakten,
haagden op, beg raaf den levende men-
schen, in name van eenen God van liefde en
bermhartigheid
De priesters ontnamen aan duizenden en
duizenden het leven om liet pausdom te hand
haven; en de almachtige God, door zijnen
enkelen wil, kon zulks verkrijgen, en liij
deed het niet
Al de menschen, jongelingen en ipnder-
lingen, mannen en vrouwen, allen "zonder
onderscheid, die verd-acht waren van niet
geheel goed te leven, volgens Mijnheer de
pastoor wilde, werden gevangen genomen en
voor de rechtbank der inquisitie gebracht.
Die rechtbank bestond meestal uit paters,
jezuieten enz. Daar werd de verdachte
ondervraagd, en, ten einde hem te dwingen
van te herkennen dat hij plichtig was, deed
men de menschen de schandigste en de
gruwelijkste pijnigingen onderstaan.
Men streek B. V. pek aan de planken der
voeten en men bond den persoon dat hij
zich niet meer roeren kon, en plaatste dan
zoo dicht mogelijk de voeten bij een
gloeiend konfoor, terwijl het pek aan de
voeten kookte, wakkerde de heer pater de
gepijnigde aan van zich plichtig te verkla
ren
Men bond een zeer zsvaren steen aan de
voeten, en eene koord aan beide handen. De
koord liep in een katrol dat aan het plafond
vast was; dan trokken drie of vier sterke
paters met geweld aan de koord, om de
ongelukkige op te trekken en hem vervol-
Juffer Geers.
Nogmaals mejuffer Elodie
Eene andere stern.
Wat zal de pastoor nu zeggen?
Juffer Geers.
Laat hem zeggen wat hij wil;'t spreek
woord zegt: doe wel en zie niet om. En nu,
brave meisjes, ga ik om den bloemtuil,
welke ik voor juffer Elodie gekocht heb,
maar als zij binnentreedt er geen woord van
zeggen!
Eene stem.
Wees gerust! Juffer Geers met een vijf-
lal meisjes af.)
"Vierde Tooneef.
Sophie, Liza en Emma.
Hahier is de ladder [ze beklimt ze). Wij
zullen maar drie vlaggen aan dezen boom
vastmaken. Zeg eens, Liza, kijk eens of ik
ze goed hang.
Liza.
Onverbeterlijk! Ge hebt het nog gedaan,
geloof ik.
Sophie.
Wij kennen uw gekscheren, vriendin.
Emma.
Komaan, wezen wij ernstig, want wij zul
len ons werk moeilijk klaar krijgen.
Sophie.
Indien wij eens een liedje zongen, dat zal
ons toch niet doen verletten.
Emma en Liza.
Een goed gedacht.
Sophie.
Wij zullen dan maar het feestlied aanhalen,
dat wij dezen namiddag ter school moeten
gens te laten neerploffen, zoodanig dat bij
eiken schok al zijne ledematen uitgerokken
waren. En tusschen iederen trek vroeg de
goede pater of de beschuldigde plichtig
was, en dat de proef (dat was de naam
die zij aan die marteling gaven) zou ophou
den!
De vrouwen zoowel als de mannen, moes
ten geheel naakt voor die rechters (geeste
lijken) verschijnen. Geheel hun lichaam werd
nauwkeurig ouderzocht. Een pater inquisi
teur heeft zelf een boek geschreven, waarin
al de punten vermeld staan die in acht geno
men worden bij dat onderzoek. In dat boek
leest men de walgelijkste dingen, geheel
het werk loopt over van zedeloosheid. De
haren rijzen te berge als men denkt dat
eerlijke juffers, moeders en vrouwen dat
schandalig onderzoek moesten onderstaan.
Jal schoone heeren priesters en paters, u
past het inderdaad wonderwel de zuiverheid
aan te leeren, als gij in den tijd der inquisitie
zoo zedelijk handelde!
Om de palen der zedelijkheid niet te buiten
te gaan zullen wij maar een enkel voorbeeld
aanhalen. Er worden menschen gevonden die
op hun lichaam donker bruine plekken heb
ben. Welnu, volgens de plaats waar de
plekken zich bevonden en hun getal en hun
nen vorm, besloten de geleerde paters en
geestelijken, dat de persoon min of meer in
rechtstreeksche aanraking mot den duivel
was'geweest, en werd bijgevolg veroordeeld
om levend verbrand te worden.
Als de beschuldigde eindelijk, door de
tourmenten en martelingen afgemat en om
aan de pijnen een einde te stellen, bekende
dat hij schuldig was, dan werd hij ter dood
veroordeeld, en zijne goederen werden ver
kocht, en het geld aan kerken en kloos
ters gegeven
Hier kwam nu de wereldlijke macht tus
schen en de paters gaven de veroordeelde
aan de wet over. Er werd eene houtmijt op
de groote markt gezet, en men bond de ver
oordeelden er boven op. Het vuur werd er
aangestoken en.... de asch van hout en
mensch werd in den wind geworpen
De brave priesters en paters hebben zoo in
ons land van 't jaar 1515 tot 't jaar 1600
honderd duizend mannen en vrouwen, tot
meerdere eere en glorie van God, doen laaien
als een oortje keersje?
Ga, brave lezer, naar de museum van oud-
heidskunde en daar zult gij nog de bebloede
zingen.
Liza.
Ik zing den solo.
Emma.
Laat ons maar eens toonen dat de leerlin
gen van de toekomende avondschool zingen
kunnen. [Onder hel versieren zinnen zii-.)
Samen.
Liza [alleen).
(Elodie is op het tooneel gekomen.)
Wordt voortgezet.)
HET WEEKBLAD
4-00 0-25 9-05 9-53.
Poperinghe-Hazebrouck, 6-50 12-07 6-42.
Houthem, 5-30 8-20 11-16 5-20.
Komen, 5 30 7-55 8-20 9-58 10-03 11-16
2-41 2-51 5-20 7-50 8-55.
Komen-Armentiers, 5-30 7-55 11-16 2-54
5-20 8 55.
Roussclare, 7-4510-45 12-20 4-10 6-30
Langemarck-Ostende, 7-16-9-51 -12-17 -3-56-6-21
Kortrijk, 5-30—8-20-9-58—11 16—2-41-5-20—7-50
Kortrijk-Brussel, 5-30-9-58 11-16 2-41 5-20
Kortrijk Gent, 5-30— 8-20 11-16 2 41, 5-20.
DOOR
ISIDOOR AlbEUT.
«g»--»-fr«33S>gtot. i
In 't duister van den droeven nacht
Komt er een starre schijnen,
Die lieflijk, en bemoed'gend tac'nt,
En 't harlsvee doet verdwijnen.
O, heffen wij een juichtoon aan
Ons dankbaar hart ontstegen;
Hier ziet men eene schole staan
liet mensch lom tot een zegen.
Alomme klinken vreugdeklanken:
Het is voor allen thans een feest;
Wij willen allen hier bedanken,
Die streven ja met hart en geest,
Om 't onderwijs weer op te heffen,
Terneergedrukt door priesterswet...
O neen, liet is niette beseffen
Hoe 't dompersvolk het heeft verplet
Samen.
Ons lacht een schoone toekomst tegen,
Zij is voor elk met glans getooid.
Voor 't werkmanskind is 't wis een zegen
Met rozen is ons pad gestrobid
O, danken wij de brave heeren,
Die't onderwijs zijn toegedaan
Hun arbeid zullen wij vereeren
Zoo lang ons hart zal blijven slaan