VAN IJPEREN EN HET ARRONDISSEMENT. Politiek, Nieuws-, Handels- en Annoncenblad. WIMPIE'S BELOONING. Derde jaar. Zaterdag 6n October 1888. Nummer 40. Wat de geestelijkheid ons kost. Wat de scholen in Pruisen kosten. Abonnementsprijs voorop betaalbaar: 3 fr. per jaar voor de stad. 3 fr. 50 voor den buiten. Per O maanden: 1 fr. 75. Annoncen: 15 cent. per drukregel. Rechter lijke eerherstellingen: 1 fr. per regel. Akkoord per jaar of per maand. 10 centiemen per nummer. Afzonderlijke nummers voor artikels, enz. 8 fr. per 100. Alle berichten van verkoopingen of andere bekendmakingen ten bureele dezer gedrukt worden eens gratis ingelijfd. De annoncen voor België, ter uitzondering der beide Vlaanderen, alsmede die voor het buitenland worden ontvangen door den Office de Publicité, Magdalenastraat, Brussel. Men wordt verzocht alle hoegenaamde artikels uiterlijk tegen Vrijdag middag vrij en onderteekend toe te zenden. Artikelen ongeteekend of personnaliteiten bevattende worden niet opgenomen. Wellicht herinneren onze lezers zich nog het artikel door ons onder dien titel voor eenige maanden medegedeeld. We bereken den daarin hoeveel ongeveer de geestelijkheid in ons België jaarlijksch van Staat, Provin ciën en gemeenten ontvangen en we dach ten met eene som van ruim twintig millioen dicht bij de waarheid te zijn. Hoezeer hebben wij ons toen bedrogen La Gazette heeft, op hare beurt, eene nieuwe berekening gemaakt, gestaafd door officiëele cijfers, en ziehier den uitslag van haar onderzoek. Al de cijfers zijn ontleend aan het Officieel Jaarboek over 1886 en kunnen derhalve niet betwist of geloochend worden. 1° Op 31 December 1880 bedroeg de bevol king der kloostere in België 25,362 religieu- sen van beide geslachten, wier onderhoud berekend aan 2 frank per hoofd en per dag, jaarlijks eene som bedraagt van 18,514,260 frank. 2° De geestelijkheid geniet van het koste loos gebruik van 3248 groote en kleine ker ken, dewelke volgens eene berekening door den Staat opgemaakt eene minimum-waarde hebben van 650 millioen. De Staat schenkt bijgevolg jaarlijks, den intrest dezer som aan 4 °/o genomen, eene som van 26 millioen. 3° De geestelijken genieten bovendien pro Deo van 3243 pastorijen, welke, aan eene gemiddelde huurwaarde van 500 fr. elk, eene som vertegenwoordigen van 1,621,500 frank. 4° Bovendien genieten de verschillige gees telijke gestichten nog een onderstand van 657,908 frank. 5° Op 31 Januari 1861 dus voor 24 jaar hadden de kerken, bisdommen en Seminariën in gekend bezit 26,543 hectaren grond, opbrengende gemiddeld, aan 125 fr. per hectaar, 3,317,875 fr. 's jaars. 6° De bezoldiging der roomsche geestelij ken kost jaarlijks 4,730,000 frank. Het was oudejaarsavond. De wind gierde met woeste vlagen door den schoorsteen en de regen kletterde tegen de vensters. In één woord, het was geen weêr om een hond bui ten te jagen. De straten waren verlaten, en nu en dan hoorde men slechts de haastige voetstappen van een voorbijganger die óf huiswaarts keerde, óf zich naar de eene of andere vrien denbijeenkomst begaf. Ook ik, behoorde tot die voorbijgangers. Ik had tot 10 ure op mijn kantoor zitten werken en begaf mij, voor den laatsten keer van het jaar, naar den club. Nauwelijks was ik eenige schreden gegaan toen ik werd aangesproken door eene jonge vrouw, die mij smeekend vroeg haar een aalmoes te geven, om in staat te zijn het noodige voedsel voor hare kinderen te kunnen koopen. Voor haar zelf vroeg ze niets, de arme moeder, ofschoon zij het meer dan hoog noodig had; hetgeen hare vermagerde trek ken en onzekeren gang duidelijk te kennen gaven. Alhoewel hare kleederen versleten waren en men hen haast geene kleederen meer kon noemen, kon men terstond bemerken dat beiden, èn de vrouw, èn de kleederen, betere dagen gekend hadden. De toon waarop zij tot nvj sprak en de bleeke, geregelde trekken, die haar gelaat kenmerkten, troffen mij. Met één oogopslag 7° Jaarlijksche sommen, geschonken door Staat en provincie, aan de gemeenten voor den onderhoud van godsdienstige gebouwen, 725,000 fr. 8° Toelagen van provinciën en gemeenten, voor hetzelfde doel, ongeveer anderhalf mil lioen. En nu de optelling N° 1 fr. 18,514,260 N° 2 26,000,000 N° 3 1,621,500 N° 4 657,908 N° 5 3,317,875 N° 6 4,730,000 N° 7 725,000 N° 8 1,450,000 Te samen fr. 57,016,543 Zeven-en-vijflig millioen, zestien dui zend, vijfhonderd drie-en-veertig franks per jaar. Wij hadden het eerst geschat op 25 millioen; meer dan 32 millioenen hadden wij te weinig berekend. En in die overgroote som zijn nog niet medegeteld de inkomsten der kerkfabrieken noch de opbrengst der ontelbare missen-fon- datiën, die regelrecht in den zak der pries ters gaat. Konden we een blikje werpen in de kas sen der bisdommen en de portefeuilles van jesuieten en andere papen, we zouden daar zonder twijfel meer yinden dan we zelfs bij benadering durven veronderstellen. En nog hebben die kerels niet genoeg. Nu la Gazette toch aan het berekenen was, had zij wel eens mogen onderzoeken hoeveel millioenen de geestelijken uit 's landskas hebben getrokken onder de liberale ministeriën van Frère, Bara en consoorten. Wanneer zullen we toch onder ons eens gezind genoeg zijn om dit kraam omver te smijten en de ontelbare rijkdommen door de paperij binnengepalmd in 's lands kas terug te brengen? Och, daar mogen we vooreerst nog niet aan denken; we zijn immers nog volop in den tijd der politique de courtoi sie! had ik bemerkt dat de vrouw, die vóór mij stond, niet behoorde tot de gewone soort vrouwen en bedelaars die het den voetgan gers in onze hoofdstad zoo lastig maken. De stem dier vrouw verried eene zekere beschaafdheid, en men kon het haar aanzien dat het de eerste keer was, dat zij dergelijke vraag tot de voorbijgangers richtte. Ik stond in beraad wat ik zoude doen. Na een oogenblik nagedacht ie hebben, besloot ik baar mede te nemen naar mijn huis en haar zelf eerst van het noodige voed sel en eenige oude kleedingstukken mijner vrouw te voorzien. Zooals licht te begrijpen is, keek mijne vrouw vreemd op toen ik met de ongelukkige binnentrad. Spoedigechter had ik haar op de hoogte van het geval gebracht, en nu tracht ten wij beiden haar leed een oogenblik te verzachten. Nadat zij een en ander genuttigd had en een kop warmen koffie, benevens het helder vlammende haardvuur haar meer en meer op haar gemak gesteld hadden, begon zij te weenen. Natuurlijk eerbiedigden wij hare droefheid doch waren tevens zeer verlangend een tipje van het gordijn te kunnen oplichten, waar achter haar leed verborgen was. Al spoedig werd zij kalmer en deed ons toen het volgende verhaal. Haar man was boekhouder in eene fabriek. Tot voor ruim drie maanden waren zij ge lukkig geweest met hunne twee kinderen 't Is voor de Belgen wel eens leerzaam zoo bijwijlen een vluchtig kijkje binnen het staatkundig en sociaal huishouden hunner naburen te werpen, om daardoor wat goede voorbeelden voor eigen huishouding opte- doen. Want ofschoon er in de woordenkra merijen onzer vernuftige staatslieden en in onze van vaderlandsliefde trillende gelegen heidscantaten nog al eens vrij hoog met belgischen vooruitgang en beschaving wordt opgeloopen, zijn we nog ontzaglijk ver tenachter bij al wat rondom ons gebeurt en bestaat. Halen we vandaag een voorbeeld aan in zake van onderwijs. Een der bijzonderste grieven welke de clericalen in 1884 ten laste der liberale partij legden, en die dan ook veel tot den val van het ministerie Graux-Frère bijdroeg, was dat er veel te veel geld aan het openbaar onderwijs werd besteed. Men noemde het eene wraakroepende geldverspilling jaarlijks eenige millioenen aan het volksonderricht te offeren, en men bulderde bijzonder tegen dpracht der schoollokalen. Wat dat uitzinnig, aartsdom en bespotte lijk genoeg? Laten wij zien Te Berlijn, waar de grond en het bouwen veel duurder kosten dan te Brussel, verhef fen zich 175 schooi paleizen, tegen wier pracht nog nooit eenig protest werd aange- teekend en die stellig, onder geen enkel oogpunt, voor onze best ingerichte onder wijsgestichten moeten onderdoen. In Pruisen's hoofdstad telt men een vijf tigtal protestansche en katholieke kerken en een twintigtal kapellen waarvan geen, onder opzicht van bouwkunst, de minste aandacht verdient. We gelooven niet dat het getal der predikanten en priesters er de 150 te boven komt. Maar de berlijner scholen worden bezocht een meisje van negen jaar en een jongentje van nog geen vijfjaar oud. Toen zoo wat drip maanden geleden ging de fabrikant failliet en werd de boek houder naar huis gezonden. Geld overgespaard hadden ze niet; trou wens, ze konden dat niet; want ze hadden volstrekt geene buitensporigheden moeten begaan om met hun vieren van de 150 frank per maand, die haar man verdiende, op eene fatsoenlijke wijze te kunnen leven. Het geld dat er in huis was; werd met de grootste zuinigheid spoedig opgeleefd. Haar man deed zijn uiterste best om weder eene betrekking te krijgen, doch dat ging niet, en een handwerk had hij niet geleerd, zoo dat zijne eenige broodwinning als klerk op een kantoor moest zijn. Geld om eenen kleinen handel te beginnen hadden zij niet, bijgevolg waren zij binnen zeer korten tijd van alle noodige middelen beroofd. Tot overmaat van ramp, werd haar man, die 's morgens vroeg was uitgegaan om werk te zoeken, omstreeks tien ure dood te huis gebracht. Men zeide, dat hij door de duister nis misleid, in het water gevallen en ver dronken was. Anderen beweerden dat hij zich zelf ver dronken had in een oogenblik van vertwijfe ling en moedeloosheid. Men had hem dikwijls hooren zeggen dat hij t'huis te veel was; dat hij ongelukkig was en dat het toch altijd een eter minder zou zijn. Maar dat waren maar looze praatjes! door 164.000 leerlingen en bestuurd door 3582 onderwijzers en onderwijzeressen. De schoolbegrooting van Berlijn viel ons niet onder't oogmaar men verzekert ons dat de jaarlijksche uitgaven aan het onder richt er tot 7 millioen klimmen. Wilt ge nu eens weten, lezers, wat het openbaar onderwijs in Pruisen kost? Het cijfer zal u treffen, waarschijnlijk, maar het is juist. Het werd vastgesteld door officiëele statistieken. Welnu, zonder te rekenen wat er aan militaire scholen wordt besteed, kost het onderwijs in Pruisen jaarlijks 270 mil lioen franks. Men neme in acht dat hier enkel spraak van Pruisen is, niet van heel het duitsche rijk. 270 millioen, is nagenoeg 10 franks per inwoner. De pruisische bevolking betaalt aan recht- streeksche belastingen aan den Staat onge veer 485 a 490 millioen, of 17 franks per hoofd waarvan dan 10 franks aan het onder wijs weggaan. Nog eens, die cijfers zijn officieel. Om het land te besturen geeft de Staat ieder jaar 900 millioen uit; dus bijna een derde der algemeene uitgaven valt op het onderwijs. Ziehier de juiste rekening De hoogescholen kosten ongev. 20 mill. fr. De middelbare scholen 381/2 De lagere scholen 200 De Technische scholen 11 Te samen 269 1/2 In die som betaalt de Staat 31,05 ten °/0 De gemeenten 46,19 En ontvangsten en fondatiën 22,76 Schatten we in ronde cijfers dat Pruisen 30 millioen inwoners heeft. België heeft er 6 millioen, of vijfmaal minder. Om met Pruisen gelijk te staan in de op offeringen welke dit land zich volgaarne Niemand kon het bewijzen. Hij was oppassend genoeg. Nooit zag men hem in eene herberg en uit zuinigheid had hij het rooken afgeschaft. Om kort te zijn: hij was dood. En geen stuiver meer in het huis. Zij had eenige schulden moeten maken geen groote hier en daar eenige stuivers bij eenen bakker en bij eenen kruidenier. De familie van baren man had juist genoeg gezonden om de eenvoudige begraveniskos- ten te voldoen, en had zich verder van de diepbeproefde weduwe en de arme schaapjes van kinderen niets meer aangetrokken. Voor de weinige kleine schulden, die zij gemaakt had, werd zij lastig gevallen en weigerde men haar verder crediet te ver- leenen. De wereld is eenmaal zóó; de menschen kunnen wel aannemen dat men eenige dui- zende franken niet kan betalen; doch zij begrijpen niet dat men hun de enkele stui vers, die men van ben geleend heeft, om zich het noodige levensonderhoud te verschaffen, niet op tijd kan teruggeven. Welke eene ellende stond hun nog te wachten De moeder, uitgeput door ontberingen en verdriet, had op allerlei manieren getracht de monden van hare lievelingen nog te stop pen. Verschillende werkjes had zij verricht, waarvoor zij vroeger teruggedeinsd zoude zijn, doch op zekeren morgen vond men haar bewusteloos op het bed liggen. (Wordt voorgezet.) HET WEEKBLAD

HISTORISCHE KRANTEN

Het weekblad van Ijperen (1886-1906) | 1888 | | pagina 1