VAN IJPEREN EN HET ARRONDISSEMENT. Politiek, Nieuws-, Handels- en Annoncenblad. Derde jaar Zaterdag 20n October 1888. Nummer 42. Vrienden op de bres! M. Toulet bij de wilden. Abonnementsprijs voorop betaalbaar: 3 fr. per jaar voor de stad. 3 fr. 50 voor den buiten. Per 6 maanden: 1 fr. 75. Annoncen: 15 cent. per drukregel. Rechter lijke eerherstellingen: 1 fr. per regel. Akkoord per jaar of per maand. 10 centiemen per nummer. Afzonderlijke nummers voor artikels, enz. 8 fr. per 100. Alle berichten van verkoopingen of andere bekendmakingen ten bureele dezer gedrukt worden eens gratis ingelijfd. De annoncen voor België, ter uitzondering der beide Vlaanderen, alsmede die voor het buitenland worden ontvangen door den Office de Publicité, Magdalenastraat, Brussel. Men wordt verzocht alle hoegenaamde artikels uiterlijk tegen Vrijdag middag vrij en onderteekend toe te zenden. Artikelen ongeteekend of personnaliteiten bevattende worden niet opgenomen. Onze tegenstrevers slapen niet in op de lauweren die zij sedert vier jaren geplukt hebben in de verscheidene kiesstrijden. Zij laten geenen dag meer voorbijgaan, of zij volledigen en breiden de inrichting uit, die zij sedert een twintigtal jaren ten hoogste, aan hunne partij hebben gegeven. En noch tans hoe stevig, hoe kloek, hoe veelomvat tend is die inrichting nu reeus Het schijnt hun toe dat zij even als vroeger op ontoereikende en wankelende grondslagen rust; ook met koortsachtigen ijver werken zij onverpoosd voort om nieuwe wapenen te scherpen en langs alle zijden verschan singen op te werpen, waaruit zij op het beslissend oogenblik storm zullen loopen tegen ons en tegen de staatkundige instellin gen die ons zoo nauw aan het hart liggen. Nevens den overgrooten invloed die ten hunne bate wordt uitgeoefend eerst door de twee duizend vijf honderd kloosters, waarmee Belgie is bezaaiddan door den adeldom en de groote burgerij die hoe langer hoe meer naar hunne zijde overloopen, zijn ze thans bezig eene nieuwe macht in het leven te roepen uit den schoot van het volk zelve. Het volk was, wel is waar zoo goed als gewonnen voor de clericalen door de ge meenschap van godsdienst, maar het bleef afkesrig voor algeheele inlijving op poli tiek gebied en het stijgerde nog, wanneer er beproefd wei d het te doen bukken onder het juk der priesters, eens dat deze niet meer handelen als priesters, maar welen uitsluitelijk als de agenten van eene poli tieke partijhet was nog maar half tam. Van halve tamme volgelingen houdt de kerk niet; zij heeft alleenlijk vrede met wezens, die gansch en geheel, en door hart en door geest en door karakter en door natuurlijke neiging, aan haar zijn ver slaafd. 't Is aan dat geheel tamkweeken dat zij thans hare beste krachten, hare machtigste pogingen wijdt. In twee jaren tijds zijn er door haar toedoen in alle garnizoensteden, kringen tot stand gekomen, waar de soldaten worden ingelijfd om ter goeder eere voor de rechten der kerk te velde te trekken. In Brugge is de Gilde der Ambachten gesticht; in Brussel, la Maison des Ou- vriers; in Luik, VOEunre des Flamands-,» in Leuven heeft men over weinige dagen la Maisan des patrons et des ouvriers ingewijd met een groot volksbanket, dat vereerd werd met de tegenwoordigheid van senators, vertegenwoordigers en leeraren van de Universiteit. In twee jaar tijds zijn er een aantal cle- ricale dagbladen tot stand gekomen, die geheel het land door, zoowel in de straten onzer groote steden als langs de wegen die leiden naar verafgelegen dorpen, voor eenen spotprijs worden verkocht. Op hoeveel duizende en duizende nummers worden niet De Vlaming en Het Nieuws van den Dag getrokken? Door hoeveel lieden wordt niet elk num mer gelezen? Volgens de tamkweekers schoten en Vla ming en Nieuws van den Dag voor de taak te kort die moest afgedaan worden en sedert 1 October laten zij een nieuw dag blad verschijnen, Het Land, aan eene halve kluit het nummer: naar men ons uit ver trouwbare bron verzekert, is die nieuweling ter wereld gekomen met een reservefonds van honderd vijftig duizend franks. En reeds van overlang bezaten onze tegen strevers kringen en maatschappijen en gilden en confrerien van allen aard en een geheel leger van dag- en weekbladen, die in alle richtingen, onder alle standen worden verspreid. Dat ieder van ons de clericale kringen en de clericale dag- en weekbladen die in zijne stad bestaan optelle en hij zal verbaasd staan. En wij dan liberalen, waar blijft onze inrichting als politieke en strijdende partij, wanneer men ze stelt tegenover diegene der clei icalen Er moet waarlijk in den schoot van ons volk eene geheime en overgroote kracht van weêrstand en afkeer voor het clericalism bestaan, om te kunnen wêerstaan aan dien reusachtigen vloed van clericale gedachten en beginselen, die over geheel het land wordt gestuurd van 's morgens tot 's avonds, dag in dag uit, met onmeedoogende voortdurend heid. Op gevaar af dat die geheime kracht overrompeld en meegesleept worde door den wassenden vloed, hebben wij voor drin genden plicht ze niet langer als lijdende kracht te laten voortbestaan, maar ze tot een vruchtbaar cn werkzaam element op te roepen. Daartoe bchooren wij de voorbeelden, ons door onze tegenstrevers gegeven, trouw na te volgen. Immer zijn ze onze meesters en voorlichters, daar waar het de politieke krijgskunde geldt; met hun voorbeeld te volgen zullen wij niet op het dwaalspoor gebracht worden. Aan onze politieke maatschappijen, 't zij ze rechtstreeks of onrechtstreeks zich met onze staatkundige worstelingen inlaten, moet er nieuw en jong bloed ingelaten worden! Nieuwe leden moeten aangeworven worden; nieuwe werkzaamheden moeten aangevangen wordenbreeder moet het veld worden waarop er wordt gearbeid. Aan de liberale drukpers moet er meer steun worden verleend; immers is de druk pers bet beste en het trouwste wapen dat wij kunnen hanteeren; 'tis met dit wapen dan ook dat wij de gevoeligste, de diepste slagen aan het clericalism, aan zijne begin selen en aan zijne mannen kunnen toebren gen. In eenige steden bestaan er nog comiteiten voor het kosteloos verspreiden van liberale dagbladenin alle steden behooren derge lijke comiteiten tot stand gebracht te worden daarover moeten de Jonge Liberale Wach ten zorg dragen. Propaganda, en nog propaganda, en door het gesproken en door het geschreven woordziedaar de leus die wij meer dan ooit moeten aannemen. Men verlieze niet uit het oog dat in het vlaamschsprekende gedeelte van het land, propaganda alleenlijk vruchtbaar kan wor den, op voorwaarde dat zij gevoerd worde in de taal die door het volk begrepen wordt, in onze moedertaal. Hoe eenvoudig ook die waarheid zij, dient zij nochlans niet te min herhaald te worden; door te velen wordt zij nog miskend. Men schrijft uit Maaseik, 6 October: Tusschen den steenweg van Hasselt naar Brée en de Zuid-Willemsvaart, op drie mijlen afstand van Maaseik, ligt de gemeente Grui- trode. 't Is daar, in het gehucht Solt, dat de luchtreizigers van den ballon l'Hirondelle donderdag 11. bijna vermoord werden door de dweepzuchtige inwoners. Het feit is ongelooflijk, doch als onze lezers weten wat cr in die gemeente zooal omgaat, zullen ze van hunne verslagenheid bekomen. Toen de klerikalen in 1884 aan 't bewind kwamen, werd de eenige gemeenteschool, die vroeger meer dan 100 leerlingen telde, reeds afge schaft vóór de nieuwe schoolwet uitvoerbaar was, bewijs dat het gemeentebestuur nog katholieker is dan de toenmalige ministers Jacobs en Woeste. De gemeenteonderwijzer, een der bekwaamste van 't kanton, moest plaats maken voor eenen oudleeriing der mollebroers van Carlsburg, destijds bestier der der school met God. In Juni 84, dag der algemeene kiezing, wapperde de pauselijke vlag op den kerktoren, eene bende, gewapend met stokken, vorken en kluppels, trommels en wat dies meer, aangevoerd door den klokluider, broeder des schoolmeesters met God, trek op de gemeenteschool af en maakte voor de deur eene ketelmuziek, dat zien en hxnen verging, 's Zondags naden 7 septem- ler 1884 werd er gepredikt dat de liberale onderwijzer over denzelfden kam geschoren was als de stokslagers van Brussel; de kerk meester deed den man 30 centiemen betalen voor zijne plaats en, na de mis, werd hij uifgejouwen op het dorpsplein. Van stonden aan wachtten hem de boeren af in veld en bosschen, of slopen 's avonds rond zijne woning, zoodat hij geenen stap meer kon verzetten zonder revolver en mes in den zak. Begin October 1884, werd de arme man 's avonds aangevallen op den openbaren weg, toen hij van Opglabeek met zijne dame huiswaarts keerde. Daar zijne aanhoudende klachten vruchteloos bleven bij het ge meentebestuur, was de onderwijzer eindelijk verplicht den strijd op te geven en het dorp te verlaten. Niemand in gansch de gemeente werd er gevonden om zijne meubden naar de naburige statie van Asch te voeren, niemand wilde zelfs eene hand toesteken om zijn huis gerief op den wagen te laden, dien hij van eene naburige gemeente had doen komen. Den dag van zijn vertrek volgde eene woedende en huilende menigte het rijtuig dat hem en zijne familie wegvoerde. 't is daar, op de grenzen van die klerikale gemeente, dat M. Toulet donderdag 11. met zijne vrienden aanlandde. Bij de daling riep M. Toulet de hulp in der boeren welke kwamen toegeloopen, doch niet één gewaar- digde zich eene behulpzame hand te leenen. Bij de nieuwsgierigen bevonden zich drij jagers, waarvan een den heer Toulet de hand kwam drukken. Doch den slechten wil der omstaande boeren ziende, gingen zij heen. Op eenigen afstand blies een der jagers op den hoorn. Was zulks om hulp bij te roepen? Wij weten het niet. Doch in dat geval namen de boeren zulks verkeerd op, daar ,'zij op dit teeken de reizigers aanvielen. Twee honderd monden tegelijk begonnen te schreeuwen, te huilen en bedreigende gebaren te maken, gelijk den wilden in Afrika op het zicht van Stanley. Een der reizigers onderscheidde klaar deze uitdrukking: Het zijn Brussc- leers, wij moeten ze uilmeien zooals zij ons den 7en September uitgemeten hebben, gij moet ze den nek omwringen. Niet zonder moeite pakten de angstige reizigers den luchtbal in, onder het gebrul der om- staanders en begaven zich op weg om eenen boer op te zoeken die het luchtschip naar de naburige statie van Maaseik zou voeren. Twintig franken werden geeischt om deze reis te doen. Bij het wegvoeren van den luchtbal, wierpen de schurken metsteenen, brikken, stukken hout, enz. op de vreem delingen. Dokter Golenvaux, een der reizigers, werd erg aan het hoofd gekwetst even als M. Toulet, terwijl hunne vrienden steenen op den rug kregen. Ziende dat het altijd erger en erger werd, trok M. N.... zijn revolver, en, een schot in de lucht, deed de lafaards uiteenstuiven. Twee mannen mei geweren stelden zich aan het hoofd der aanranders en namen den korsten weg om de reizigers den pas of te snijden. Men weet niet wat er zou gebeurd zijn, indien niet eenige vrouwen de verdediging der luchtreizigers genomen hadden en zich als 't ware tusschen de belegerden en de belegeraars wierpen, en alzoo beletten dat men handgemeen werd. Gelukkig kwamen de ongelukkige reizigers te Neeroeteren aan, waar hen een beter onthaal wachtte. M. Indekeu, brouwer en raadslid aldaar, ontving hen gulhartig en drukte zijnen spijt uit over de geweldenarijen, gepleegd door de Solter boeren. Te Maaseik namen de reizigers den trein en kwamen 's avonds te Brussel aan. Dr Golenvaux deed zich in een rijtuig naar zijne woning overbrengen, want.de bekomen wonden aan het voorhoofd en 't linker oog, alsmede de vermoehiis der lange terugreis, veroorzaak ten hem zware hoofdpijn. Wij hebben den achtbaren geneesheer heden een bezoek gebracht, cn zijn toestand verbetert, alhoe wel hij nog zeer koortsachtig is. Het parket van Tongeren is verwttigd. De heer de Corswarem, procureur des konings, zal een nauwkeurig onderzoek instellen over het gebeurde, en de plichtigen mogen zich aan eene voorbeeldige straf verwachten. In de hoofdstad is de verontwaardiging zoo groot, dat, hielden de luchtreizigers hunne talrijke vrienden niet tegen, zij op Limburg zouden aftrekken, om de schurken van Gruitrodo, hunnen laffen aanval duur betaald te zetten. Zoo verre is het thans gekomen op den buiten, waar de geestelijkheid pastoor en burgemeester is, waar de bevolking gefanatizeerd wordt door merg en been, en de jeugd is toevertrouwd aan schoolmeesters met God. Zooverre zal het komen dat steden en dorpen tegen mal kander zuilen opstaan en wij in volle negen tiende eeuw eenen tweeden boerenkrijg zul len beleven. l. N. hét"wee k b lad"

HISTORISCHE KRANTEN

Het weekblad van Ijperen (1886-1906) | 1888 | | pagina 1