STADSNIEUWS. Morgendmuziek. Bericht. In de Volksvlijt. In de tentoonstelling te Brussel. Vlaamsche Ster. Gewezen Onderofficieren. Oproep. Brussel zal het cog durven wagen van scheiding te spreken, te oordeelen naar de stemming van 11. zaturdag. De Zweep). J. Van Thielt. Onze zwartrokken liepen sinds eenige weken hunne platvoeten aan stukken om de leerlingen aan onze goede stadsscholen te kunnen ontrooven. Doch de ouders, dia hier niet veel van katholieke scholen houden, en volle vertrouwen hebben in onze stads scholen, weten die schouw vegers buiten te praten. Doch deze kunnen het loopen van zooveel blauwe schenen maar niet verkrop pen en nu willen zij hunne wraak op de leerlingen koelen, die ter kerk de kristelijke leering volgen. Daar moeten deze allerlei vernederingen onderstaan en zij worden et als hellegebroed versteken. De ouders be ginnen daar het zuur van te krijgen en er is wel hier en daar eene moeder, die het gedrag onzer smeden zonder werk, - aan het klokkezeel hangen durft. Dat doet die gekrüinden uit hun vel springen en een eerweerde, wien dat vooral de keel uithangt wilde zulks te keer gaan. Hij klom in zijne kuip en spartelde er in als pietje-pek in een wijwatervat, om zijne toehoorders wijs te mrken, dat de kinderen, die naar de geuzen scholen gaan, in de leering niet versteken zijn, omdat zij naar de slechte scholen gaanmaar wel omdat zij zulke leelijke manieren hebben; en, voegde hij er bij, als ze die te huis niet leeren, dan moeten de ouders maar weten waar zij ze opdoen. Die uitvallen en venijnige zinspelingen, tegen onze goede stadsscholen, zullen toch al boter aan de galg zijn. De ouders kennen die streken en ze zouden liever, ik weet niet wat doen, dan hunne kinderen uit de stads scholen te trekken. Of ze gelijk hebben. {De Zweep) o Onze alomgekende en overal zoozeer ge roemde quatuór gaf verleden Zondag zijne eerste zitting van kamermuziek. Zeggen dat de groote zaal van den Arend te klein was, is overbodig; want telkenmale is gansch het puik der IJperscbe bevolking daar aanwezig. Doch deze maal was er nog meer volk dan gewoonlijk. De hoeren van den quatuor lof toezwaaien kan hun goeden faam niet meer verhoogen. Iedereen weet waartoe zij in staat zijnmen kent hun talent, hun weergaloos muziekaal vernuften toch kunnen zij ons nog vele ver rassingen voorbehouden. Zondag laatst heb ben zij daar nogeens te meer ons het staaltje er van gegeven. Nog nooit hebben zij ons iets fijner, treffender en gemoedelijker doen genieten; zij hebben ons allen aan de aarde ontvoerd en in de genotvolste sferen medege- sleept; zij hebben zichzelven overtroffen. Zeggen wij hun hier onzen rechtzinnigen dank voor die zoo aangename als roerende Onze lezers zullen zich herinneren dat wij de mededeeling van onderstaande mengel werk hebben moeten onderbreken. Dit ge beurde uit reden van zekere onvoorziene omstandigheden, van onzen wil onafhanke lijk. Eene ziekte des schrijvers is het werk nog verder komen vertragen. Nu zal het onafgebroken tot het einde toe verschijnen. De Redaktie. (Twintigste vervolg.) VII. Frans Van Ilaeren had op het bepaalde uur zijne kamer verlaten met het doel zich op het rendez-vous te begeven hem door Trientje Metteko, nu Mevr. Roerstock van den Beerputtegesteld. Doch onderweg dacht hij over zijne handelwijze na en vond e wat al te belachelijk. Stellig de bekoor lijkheden van het mollige en vurige Trientje, al was 't maar voor éénmaal en als gevolg van eene harer menigvuldige grillen, onver deeld bezitten zou voor velen een niet te versmaden lekker beetje geschenen hebben, maar Frans was van een meer gelouterden en beter vergenden smaak. Zijne overwin- en genoeglijke uren, die daar ons aandeel waren. Dank dus, Heeren van den Quatuor, dui zendmaal dank Het feest jl. Zondag door den hekwaam- heidskiezersbond gegeven was een feest dat nooit zijne weerga gehad heeft. De ruime zaal was proppensvol en daar zag men het puikste deel onzer liberale bevolking. Noe men wij den heer Voorzitter der liberale Associatie, verscheidene gemeenteraadsleden, voorname bijzonderen, leeraren, onderwij zers en de kern van ons kiezerskorps, hon derden bekwaamheidskiezers. Ook de lieve dames waren niet tekort gebleven maar in massa waren zij opgekomen om van die aangename stonden te genieten. Het concert is opperbest gelukt en de talentvolle muziekliefhebbers en zangers hebben zich allen evenzeer doen toejuichen. Allen hebben er een staalke gegeven van hun muziekaal vernuft en hunne kunstenaars bekwaamheid. Om onze lezers te overtuigen dat liet er liefelijk toegegaan is hoeven wij enkel de namen aan te halen van de heeren M. Tasseel, V. Masschelein, Duflou, Coffyn, Deweerdt en Maillard. Wat zij ons hebben doen gevoelen, genieten en lachen is niet te beschrijven. Men moet daar geweest zijn om er zich een gedacht van te kunnen vormen. Maar het bloemtuiltje van gansch het mu ziekfeest was wel het openingstuk voor piano door den heer Willemot, laureaat van de koninklijke muziekschool van Gent, en meer nog zijn Songe dune nuit cVêtê, een lied, dat hij op zoodanige wijze en met zulk een weergaloos zangerstalent wist te vertol ken, dat iedereen, om zoo te zeggen, aan zijne lippen hing en dat al de snaren van hart, gemoed en gevoel aan het trillen ge bracht werden. Wij mogen het stoutweg zeggen, nooit heeft IJperen beteren zanger binnen hare muren gehoord. Ook heeft de gansche zaal lang van de daverende salv'os gedreund en tot twee- driemaal toe moest de meesterlijke zanger herbeginnen. Mochten wij hem nog terugzien! Aan de prijsbolling namen al de aanwezi ge dames deel en de vijftien rijke en sierlijke prijzen werden zeer betwist. Het dansfeest dat er op volgde is even wel gelukt en was druk\an dansers en dan seressen bijgewoond. Een uitgelezen orkest speelde er de liefste dansaria's en jong en oud, iedereen deed er een flikker dat het plezierig om zien was. Nooit zagen wij een dansfeest waar er zooveel gulle vriendschap, zooveel echte broederlijkheid en zooveel ple zier, genoegen en begeestering heerschte als in het bal dat wij daar bijgewoond hebben. Het was een feest, in een woord, dat niet overtroffen zijn kan en dat op allen, die er waren, een onvergetelijken indruk achter gelaten heeft. Het mag in gulden letteren in de jaarboeken der maatschappij geboekt staan. Waarlijk de bekwaamheidskiezers- ning scheen hem al te gemakkelijk behaald en het Moet bij dringendheid naar Antwerpen. Bid duizendmaal om verschooning. Het schoone Trientje drentelde, wel een half uur lang, het asphalt op en neêr, goed verscholen achter een groep geboomte, in het Park. Toen zij eindelijk tot de overtuiging kwam, dat Frans haar had laten poseeren, schoot zij in eene hevige gramschap, sloot zoo krampachtig de vuist, dat zij den staf van haar sierlijken parasol deed kraken, en liet op haar witgewasschen en fijn gekamd poedeltje al hare liefdelust, die nu in bitter heid veranderd was,uitbreken. Met haastigen en drifiigen stap keerde zij naar haar rococo- boudoir terug en zwoer dat zij zich op dien barrevoetslooper van een professor, die edele bond heeft er een handje van om feesten in te richten, die het verlangen der moeilijksten en de verwachting van allen verre overtref fen. Hem zeggen wij daarvoor onzen besten j dank. Dank dus aan al de heeren medewerkers, die zoo bereidwillig het hunne bijbrachten om dat feest op te luisteren. Dank, innigen dank aan de heeren inrichters, die zoo be langeloos hunnen tijd, hunne moeite en hun geld ten beste gaven om ons eenen avond te laten beleven, waarvan de weerga moeilijk te vinden is. Aan allen onzen oprechtsten en rechtzinnigsten dank. D. Eene eerste lijst der bekroonden uit de we- reldteentoonstelling van Brussel is afgekon digd en levert ons nogeens dat alles er voor den rijkaard en niets voor den werkman zijn zal. Een voorbeeld tot staving. De heeren Bouquet, Begerem en anderen, die nooit iets zelve vervaardigen en dus te Brussel het werk hunner werklieden ten toon spreiden krijgen medaljen en eerdiploma's zooveel het hun boontje van een hertje lust. En de heer Coffyn, een werkman, die jaren achter een al zijnen tijd en al zijn vernuft ten offer bracht om een kunstwerk te scheppen, dat door vele kenners van eene groote kunst waarde geacht werd en dat door ons allen bewonderd werd, welnu de heer Coffyn heeft in de Brusselsche tentoonstelling voor zijn meesterwerk een eenvoudig diploma van aanmoediging gekregen. Is 't welsprekend en schandelijk genoeg? Zou men niet als van de hamer geslagen zijn als men dat hoort? En nochtans het is zoo en 't zal zoo blijven. 't Erger! Vroolijkheid is ook goed brood, zeggen de Stervelingen en ze treden reeds morgen, 18 dezer, met hunne tweede vertooning van het tooneeljaar op. Drie muziekstukken, en drie tooneelstuk- ken maken het programmma uit Openingstuk: De portiersters, polka voor twee pistons. Past op de Meid, blijspel met zang in één bedrijf, door P. Kints. Muziekstuk: Afwisselend aria voor clarinet. Napeleon en Bismarck, blijspel met zang in één bedrijf, door P. Kints. Muziekstuk: Op algemeene vraag Afwisselend aria voor tuba. De Violier, blijspel met zang in één bedrijf, door H. Van Peene. Eene vertooning, zooals men ziet, om erbij te watertanden van verlangen. Daar zal men eens hartelijk kunnen lachen en tevens de dames versmaadde, vreeselijk zou weten te wreken Middelerwijl zat Frans met een zijner vrienden te Antwerpen aan het Scheld in eene duitsche taveerne, dronk er zooveel potten Münchener-Bier en rookte er zooveel sigaren, dat de laatste trein, met welken hij naar Brussel terugkeerde, hem scheen lood recht de diepte der hel in te rijden. Ook op hetzelfde oogenblik liet Leonida door haren vader aan M. Beatus Van Boter ham weten, dat haar besluit vast stond om M. Beatus, die eene officieele aanvraag had gedaan, voor wettelijken echtgenoot niet te aanvaarden en om hare hand te schenken aan Zijne Hooge Adelheid Jonkher Pamphile de Zeerloopere. M. Beatus keek geweldig scheel en siste iets tusschen de lange tanden, toen hij zulks vernam. M. Pamphile, daarentegen, toen hij 's anderendaags in het kabinet des heeren Grijpzout en Cle aanstalten maakte voor het ontworpen huwelijk, was in den zevenden hemel. Hij verklaarde aan zijn toekomenden schoonpapa, dat hij sinds lang voornemens was eene reis in Italië en Algiers te onderne men, dat deze nu zijne huwelijksreis wezen zou en dat, zoo M. Grijpzout er niets tegen in te brengen had, hij de bruiloft wenschte te zien bespoedigen. Natuurlijk had de mytho- logist er niets tegen, wel integendeel: hij wenschte hoe eerder-hoe liever zijne spruit aandoenlijkste tafereeltjes zoo natuurlijk als de wezentlijkheid zelre zien voor het oog tooveren. Met genoegen zullen onze lezers vernemen dat de Ster, als naar loffelijke gewoonte, op geen muziekstukje zien zal om de tusschenpoozen wat te vergeestigen. Geen twijfel of de zaal zal wederom te klein zijn om hen allen te bevatten, die aansnellen zul len om van die puike vertooning te genieten. Opallen dus naar de tooneelzaal om die wakkere tooneelisten eens dapper toe te jui chen. Zondag, 25 November, geeft de Maatschap pij gewezen Onderofficieren een luisterrijk avondfeest, dat in de stadstooneelzaal zal plaats hebben. Wie van de aangenaamheden van dat feest genieten wil, neme dus zijne voorzorgen. Hieronder geven wij den ingezonden brief: La Société Royale des Ex-Sous-Officiers de l'armée, constituée en Société de Secours mutuels, offrira a ses membres protecteurs, le Dimanche 25 Novembre courant, a 7 heu- res du soir en la salie de spectacle, une brillante soirée, a laquelle le public sera invité moyennant rétribution. Cette soirée sera donnée avec le concours gracieux de la musique des pompiers, de plusieurs artistes distingués et des premiers professeurs d'escrime du pays. Elle se composera 1° d'une partie musicale, 2° d'exercices d'escrime, 3° d'un bal. Nous avons l'espoir que le public Yprois, appréciant tout l'attrait de cette soirée ex traordinaire ainsi que le but poursuivi par les organisateurs, voudra honorer cette fète de sa présence et contribuer par 1& h une oeuvre éminemment philanthropique. Nous profitons également de l'occasion pour faire un appel chaleureux a MM. les ex-sous-offlciers de l'armée habitant Ypres et l'arrondissement, qui ne font pas encore partie de notre belle institution. Les prix des places pour les personnes étrangères a la Société, sont fixés comme suit: Places réservées: Carte personnelle 3 francs. Carte de familie 10 francs. Premières Carte personnelle Carte de familie Secondes Carte personnelle I. Aan het lezend publiek. Voor het kind is het lezen het nuttigste en aangenaamste der vakken, welke het op school aanleert. Na het verlaten der school blijft het lezen, voor den volwassen mensch, een nuttig en aangenaam tijdverdrijf, een geesteswerk, dat hij het langst verricht, dat hem het langst behaagt. aan den telg van het rijke geslacht der Zeerloopers verbonden te zien. Schimmel werd ter hulp geroepen voor het sturen der aankondigingen en het hou den van allerlei cordespondentie. Doch tot de allergrootste verbazing van zijn oud patroon vroeg hij ditmaal een nogal hoog loon. De zaak was, dat Schimmel voor zich zelven eene gelijkaardige briefwisseling aan het voeren was, daar hij zich bereidde zijne Bertine binnen veertien dagen voor de alta ren Gods te geleiden. Doch M. Grijpzout zag ditmaal van zoo nabij niet,en betaalde Schimmel op voorhand de gevraagde 150 fr. Alle voorbereidingen gingen goed vooruit. M. Grijpzout stond el- ken morgen vroeger dan de zon op en ging na middernacht slapen. M. Piamphile hielp een handje in alles, doch bepaalde stipt, dat geen levende ziel iets van dit huwelijk mocht weten, eer het bepaald voltrokken was en de beide echtelingen op speelreis waren. Hij had daarvoor zijne redenen, zegde hij, en M. Grijpzout drong niet verder aan. Daar de wettelijke woonplaats der familie te Westduinkerken was-,al waar M. Grijpzout zijn buitengoed had en er als hoofdkiezer veel invloed bezat, werden de aankondigin gen aldaar aangeplakt,, evenals te Trépigny- lez-Chaussettes, alwaar het aloude slot des Jonkhers de Zeerloopare stond. Wordt voorgezet-) 2 francs. 5 francs. 1 franc. EEN HUWELIJK. A vaincre sans péril on triomphe sans gloire verscheen voor zijnen geest als eene onom stootbare waarheid. Hoe meer hij de plaats van het samenkomen naderde, hoe min hij tot de hem zoo duidelijk voorgestelde appel- bijterij lust gevoelde, en toen hij er nog enkel eene straat van verwijderd was, gre pen de onverschilligheid en de afkeer hem eensklaps zoodanig aan, dat dij rechtsom keer speelde, op een tram sprong, zich naar het station liet voeren en een ticket voor Antwerpen nam om toch maar aan het schoone Trientje, met minder schijn van onwaarheid, te kunnen seinen:

HISTORISCHE KRANTEN

Het weekblad van Ijperen (1886-1906) | 1888 | | pagina 2