Pakt vast, Franskiljons! Vlaamsche voordracht van den jongen advokatensfcand. De kracli van Sl Niklaas. STADSNIEUWS. Golaert en liet Willems-Fonds. Jubelt en juicht! Oud-Onderofficieren. dier gemeente, heeft nooit een woord van af keuring gevonden voorde weinig kiescho beheerders. Waarom? Omdat de belanghebbenden klerikaal waren Nemen wij nu Eerneghem! Twee jaren na een werd in de gemeente kas een te kort gevonden van meer dan 10 duizend frank. De inwoners dier gemeente wijzen den plichtige met de vingers na. Ten gevolge dier ontvreemdingen moesten de grondlasten met 30 ten honderd nieuwe opcentiemen, het personeel met 15 ten honderd en de palenten met 5 ten honderd worden verhoogd. En alweer bleef de bestendige Deputatie stom als een karper over de schandalige handelwijze van zekere klerikale vriendjes: Geen woord van afkeuring of schandvlek king! Niets van dat al 1 De klerikale volksbedriegers en centen- roovers worden zelfs niet eens verontrust.... Welk verschil met de liberalen 1 En nu nog een voorbeeld om te eindigen. De klerikale bestendige deputatie van Oost-Vlaanderen bekent in haar j aar lijk sch verslag dat er gemeenten zijn, die aan de armen de sommen niet uitdeelen, welke zij in rekening brengendat zij door valsehe schriften hunne doenwijze trachten te verduiken en alzoo lol hiertoe ongestraft bleven. Dat is sterk, niet waar! En nochtans, alhoewel de klerikale Depu tatie de plichtigen kent, vervolgt zij nie mand Is dat eerlijk? Handelen de liberalen ook zoo? Neen, nooit! Het liberalismus is de partij der eerlijkheid en het klerikalismus die dei- vol ksbedriegerij en der oneerlijkheid. Dat zullen onze lezers met ons bekennen. Dit artikel dient als antwoord op het artikel Lange Vingers welk het Nieuwsblad op 10 November afkondigde. Onze apen want er zijn ook apen in Belgie's gematigde luchtstreek de frans kiljons hebben de verledene week eene vieze pijp gerookt. Zij hebben altijd oog en ooren open voor alles wat oenen Parijzer reuk (stank) heeft, en willen Frankrijk zooverre naapen, dat zo zich aan dat gaperswork geheel en gansch vergapen. Indien ze daarom nog eenigen dank óf belooning kregen, we zouden bet begrijpen; maar van de lieve grappenmakers, die een uur over Quiévrain wonen, worden ze nog bespot, uitgelachen en over den hekel gehaald. Camiel Lemonnier, de hoofdman der Jeu ne Belgique, verscheen te Parijs voor de Seine-rechtbank, wegens een artikelL'En- fani du Crapaud, in den Gil-Blas opgeno men. Meester Picardi-Picarda van Brussel verdedigde den schrijver. C. Lemonnier is stellig de beste verteller en de kleurrijkste dichter van de heele groep nieuwere letterkundigen, die zich met den naam van Jeune Belgique betitelen. Weet gij hoe men in Parijs den schrijftrant en de taal van C. Lemonnier noemt Le Bei.gi- matiasIn een der laatse nummers van het Parijzer dagblad E Evenement wordt er eens duchtig den aap gehouden met het werk van den leider der Jeune Belgique. Ziehier liet staaltje waar spot en misprijzen elkander de eereplaats betwisten: Divin morceau de style beige qui n'a qu'un tort, c'est d'ètre écrit en patois fla- mand, et n'ètre a la langue framjaise ce qu'est une actrice du théatre Michel a une arcliiduehesse, une contrefagon. Le Belgimatias! Nous avions dé ja le Ga limatias! Le pays des rééditions sans droit d'auteur, des livres défendus des Galeries Saint-Hubert et des joux de cartes transpa rentes nous devait bien cette dernière con- trcfaQon, le Belgimatias De la a con tester lo talent de M. Canaille Lemonnier, un abime! C'est an talent beige, voila tout, et c'est ce que je liensa établir. - Emule hanté, jusqu'a Limitation iucon- sciente, de M. Emile Zola, le Zoia de la Terre et de Germinal, M. Camille Lemon nier, en sa qualité d'étranger, falaloment attardé devant le mauvais goüt de certaines devantures, se souvient de Zola, a travers le style de M. Léon Cladel, lequel patoise le quercynois et compose a grands coups de inarteau une spécialité de prose compacte et colorée dile nougat de Montélimar! - Sur cette Iraine indigeste, semez des épitbètes flamboyautes de kermesses et des flonflons de ducasse, et vous avez le Belgi matias! C'est du Cladel, savez-vous? Facile en som me ce p-til jeu de patience et d'un procédé élémentaire, pour peu que vous disposiez d'un certain choix d'épithètes et d'un assez complet dietionnaire. Camille Lemonnier a oublié qu'il écrivait a Paris et que le boulevard des Italiens n'est pas le théatre du Pare a Bruxelles. II a oublié surtout d'écrire clairement et simplement, dans la langue solido et chatiée des auteurs du grand siècle que nous admi- ronset défendons comme un palladium; bien plus que la Morale, vieille dame peu saluée, M. Camille Lemonnier a surtout offense la langue francaise et, conme Louis XIV de vant les bonshommes obscènes des Téniers, nous nous écrions volontiers devant les gars hirsutes et puant le rut et le fumier du Zola de BelgiqueQu'on ote done ces inagots de devant nos regards- Aldus zijn do Franco-Belgische schrijvers voor hun werk beloond; en dewijl een man van talent aldus beoordeeld wordt, wat zou het niet zijn indien de Événement een onzer menigvuldige fransche provinciegazetjes in handen krege, die geschreven zijn in 't fransch.... met haar op, zoolang als 'n hom melperse, zeggen ze te Poperinghel? Hebben onze lezers nog nooit het Belgi matias gehoord Ziehier C'était, autour d'elle, l'effumence d'un gros brouillard d'haleines, une sourde tempè.- te de souffles et de renaclements d'effroi,oü se perdait sa voix quand, entre ses joues poupardes et touffues, sa barbe lippue, s'é- carta a son appel. Eh! Ie quin! t'es done berlu! tes sacrées rosses ed' bêtes t'a l'heure vont m'é- tripper. In zijn prachtig pleidooi zei Meester Pi cardi-Picarda, dat C. Lemonier's taal wel degelijk Vlaamsche letterkunde of realismus was. Hola, advokaat! Gij kent misschien onze taal noch hare strevingen niet. Wij hebben in onze taal realistenWazenaar, Teirlynck, Prosper en Reymond Stijns, H. De Quéker, J. M. Brans, Edm. De Geest en anderen. Doch in het beschrijven van Vlaam sche toestanden, nemen zij noodzakelijk geen woorden qui bravent l'honnêteté gelijk in 't lieve fijne fransch. Onze franco-belgisclie bladen willen zelfs de bevestiging van Meester Picardi-Picarda niet aanveerdenDe fransebgezinde Chroni- que betwist dit gezegde en de Flandre libé rale, die ook geweldig naar franskiljonism riekt, heeft in haar hoofdartikel van Zatur- dag 24 November 11. aan de Jeune Belgique en den sleep franschdollen veel harde waar heden gezegd! S. Donderdag 8 November, om 2 uro nanoen, heelt de plechtige hervattingszitting van de vlaamsche voordracht te' Gent plaats gehad. Mter Siffer, schrijver, heeft het verslag over de werkingen van het verloopen jaar aangeboden. Mter Tierenteyn, met de gewone aanspraak gelast, had voor onderwerp gekozenDe geschiedenis van het gebruik der vlaamsche faal voor de gerechtshoven der vlaamsche gewesten. Mter Tierenteyn heeft de zaak zoodanig uiteengedaan dat hij volop toejuicht werd. Hij ving aan met te bewijzen dat in het begin der XIII0 eeuw de officieels taal in onze gewesten het vlaamsch was. De herto gen van Burgonjo hebben gepoogd tegen dien toestand op te komen met te Rijsel eene gerechtskamer in te richten, waar alle gedin gen zich uitsluitelijk in 't fransch voordeden. Daartegen ontstond een hevige en algemeene tegenkanting, uitgaande van ai de vlaamsche steden, tegenstand, die eindigde met het dasrstellen van eenen raad in de Vlaanderen, en met liet erkennen van het vlaamsch als ofliciëele taal in onze streken! Vervolgens deed hij zien dat het gebruik van liet vlaamsch vrij was voor den raad van Braband en den grooten raad van Meche- len. Op eene volstrekt beslissende wijze lieeft hij de beschouwingen van den heer algemee- ■nen prokureur De Bavay bestreden, die, ten onrechte, houden staan heeft, dat het fransch alleen voor die gerechtshoven gebruikt werd. Mter Tierenteyn heeft nog bewezen, en dat bij middel van onwederlegbare stukken, met overleg uit onze archieven gekozen, dat het vlaamsch alleen gesproken werd voor de ondergeschikte rechtbanken, zooals schepe nenraden enz. Eindelijk heeft hij den toestand van het Vlaamsch beschreven tijdens de fransche en liollandsche overheersching en hij heeft ge ëindigd met de redens goed te keuren die den wetgever bewogen hebben de wet van 1873 uit te vaardigen. Nadat de leden, talrijk tegenwoordig, met eenparigheid besloten hadden die belangrijke studie te doen drukken, is de voordracht overgegaan tot de vernieuwing van den bestuurraad en heeft Mtcr Fredericq als voorzitter, Mter Siffer als schrijver, Mtcrs Buysse. Jansens en Obrie als leden aange duid. Onder de toehoorders bemerkten wij ver scheidene leden van het hof en der rechtban ken. onder andere den raadsheer Gondry.die, zooals men weet, zich zeer om de werken der voordracht bekommerd. De advokatenstand ook was er vertegen woordigd door zijne uitgelezendste leden. Een treurig nieuws heeft de gansche stad S4 Niklaas in opschudding gebracht. De katholieke bank Talboom-Joos hééft Zater dag 17 November laatst zijne betalingen ge staakt. Het is eene echte ramp voor de kleine burgerij en de landlieden uit het omliggende. Men verzekert dat er meer dan vijftienhon derd schuldeischers zijn. Verscheidene fa brikanten en nijveraars verliezen ook groote sommen. Omtrent 2 ure 's namiddags was er voor den bank een onbeschrijfelijk heen- en weer- geloop. Op de binnenplaats, voor de bureelen waren er minstens tweehonderd personen, die te vergeefs hun geld kwamen vragen. Er was geween en tandengeknars. Er was in het land van Waes niet eene bank, die zulkeen vertrouwen genoot als het klerikaal vennootschap Talboom-Joos. De heer Talboom is een der erkende hoofd leiders der klerikale partij to S' Niklaas. Voorzitter der Landbouw-afdeeling dier stad, eigenaar van eene modelhofstede te Haes- donck, waar hij zijn kasteel had, beschermd en aanbevolen door al de kloosters en pries ters uit den omtrek, stelde iedereen een grenzeloos vertrouwen in hem. Ook is de neerslachtigheid, door dat nieuws veroorzaakt, algemeen in het land van Waes. Het schijnt dat de kloosters ook overgroote sommen verliezen. Dat is voor eenigen bijna een troost geweest. Want in gansch het land is er niet eene stad, waar do kloosters zoo rijk zijn en zoo onbeschoft hunne rijkdommen ten toon spreiden. Verscheidene fabrikanten en nijveraars hebben hun werkvolk niet kunnen betalen. Het droevigste dier bankroet is dat de spaarpenningen van menig ouderling en van eene massa weduwen en weezen door die ramp gaan vliegen zijn. Men houdt staan dat het tekort tot vijftien millioenen beloopen zal. Zaterdag avond heeft de koophandelsrechtbank gezeteld zon der eene bepaalde beslissing te nemen. De advokaat der verdedigende partij heeft er beloofd, om de morrende bevolking te bedaren, zegt men algemeenlijk dat de bank 50 °/0 geven zal. Wel ingelichte personen verzekeren dat de gevolgen dier bankroet ijselijk zijn zullen. Tal van kleine neringdoenders en landbou wers zullen er door op strooi gebracht wor den. De katholieke partij gebaard zich doof en stom. Gelijk altijd zeggen de stoutste reeds dat de heer Talboom een halve liberaal was; dat hij enkel godsdienstig scheen, om des te beter het vertrouwen der katholieken te winnen, enz. De kleine neringdoenders en de landlieden, de ware slachtoffers,weten waaraan zich te houden yoor wat dat aan gaat. Wedden wij dat de klerikalen onzer s ad daar geen woordje van reppen zullen. D.e is nogecn uit de partij der eerlijke lieden. De lieer Colaert, die ons Willems-Fonds precies niet in zijn herte draagt, kon verleden zaterdag maar niet doör zijne maag krijgen dat de stad aan die werkzame maatschappij een hulpgeld van 200 franks toestond om hare openbare volksboekerij wat te helpen uitbreiden. Hoewel hij noch voor Davids- Fonds. nocli voor Willems-Fonds een hulp geld stemmen wilde, vroeg hij toch hoe het kwam dat de stad het Davids-Fonds, dat even zoo werkzaam als het Willems-Fonds is, zoo stiefmoederlijk behandelde en die maatschappij geen hulpgeld verleende. Daar op antwoordde men hem dat het Davids- Fonds eene uitsluitelijk klerikale maatschap pij was, daar men goed kristen zijn en blin delings aan de wetten der heilige kerk gehoorzamen moet om er als lid van te kunnen deel maken, terwijl het Willems- Fonds buiten alle politieke strijden blijft, daar men, om er deel van te maken, enkel de studie en het gebruik der vlaamsche laai hoeft aan te moedigen en al wat kan bijdra gen tot de verstandelijke en zedelijke ont wikkeling der vlaamsche bevolking ter harte te nemen om zoo d< n algemeenen vaderland- schen volksgeest in Belgie te helpen verster ken. Het Willems-Fonds, eene maatschappij van opei.baar nut, met zulk een verheven doel, verdient dus onderstand en aanmoediging, meenden de liberale Raadsheeren en ze had den overschot van gelijk. Maar de heer Colaert, wien het Willems Fonds een doorn in den voet is, bleef doof op die oore en hiell staan dat het Willems-Fonds zoo politiek was als het Davids-Fonds. Doch toen men hem door den baard wreef dat het Willems- Fonds nooit gecne kiesplakaten aan de hoe ken der straten had doen aanplakken om eenen liberaal te doen doorgaan en dat men niet verre zoeken moest om zulks ten laste van het Davids-Fonds te kunnen leggen, dan keek Colaert gelijk een duivel die wij water lekt; want de steek trof hem in voll# borst. Hij spartelde en krinkelde nog wat gelijk een verschen paling op een gloeienden rooster, maar het hulpgeld werd toegestaan en de man loech als eenen aap, die men mos taard aan de tanden gewreven heeft. Ook de kruik wilde tegen den steen vechten en ze viel aan stukken bij den eersten stoot. De heer Colaert praatte er dat hij zweette en hij liep de eene blauwe scheen na de andere. Men deed hem voelen dat zijne op merkingen daar te pas kwamen als een zijden keurslijfje aan eenen walvisch. Dat hem zulks ging gelijk eene pruik aan eenen ooievaar kan elkeen aan zijnen elleboog voe len. Jubelt en juicht, brave onderwijzers, en loopt zeere u doen inschrijven in den K.'k. Daar zult gij uwe echte weldoeners vinden! De heer Colaert heeft het u immers klaar en duidelijk gezegd, toen hij in de zitting van den gemeenteraad uitriep: - Ik spreek hier geenszins van de jaar wedden dier kleine be dienden, dier nederige volksonderwijzers die niet te veel of misschien zelfs niet genoeg winnen om buiten allen kommer gerust naar hunnen stand te leven. Neen, daar spreek ik niet van en ik zou zelve willen zien dat men die plaatsen wat beter betale; het is enkel tegen die kolossale jaarwedden van 4.500 fr. dat ik te velde trek en daar is middel genoeg om vele en groote besparingen te doen. Dus, gij allen, onderwijzers en onderwij zeressen, die maar 14 of 15 honderd ballekes trekt om u met al de uwen een gansch jaar door te voeden, te kleeden en te huisvesten, moogt dus een oordjekeersje ontsteken ter eere van Colaert en zijno kliekzij zullen uwen toestand verbeteren, ze zullen u rijk maken, noch min, noch meer. En als gij het niet gelooft, gaat en kijkt eens wat er gebeurt in de steden en dorpen, waar die vrienden van den nederigen onderwijzer de meerderheid hebben. Daar zult gij zien hoe uwe ambtgenooten er zoo vroolijk leven als de vischjes in 't water. Men heeft ze heel eenvoudig op straat ge gooid of, waar men dat niet doen kon, heeft men hun een derde van hun inkomen afge nomen om hen buiten allen kommer gerust naar hunnen stand te laten leven. Het zijn die oordjebijters van liberalen alleen die u in kommer en ongerustheid laten leven; de klerikalen, dat zijn voor u andere vrienden, die zullen wel zorgen dat al de kamers van uwen porte-monnaie niet lange meer zullen te huren blijven. Volgt dus den weg u door Colaert aange wezen en wij wedden dat gij den vos zult in de val hebben. Of zou Colaert u daar roode bloemkens hebben willen opvesten? En ware dat mis schien kaas in een hondenkot gaan zoeken? Overweegt en besluit. Veel en schoon volk in het feest, jl. Zondag in de tooneelzaal door de maatschappij der oud-onderofficieren van het Belgisch leger gegeven. De zaal was eivol. Onder de aanwezigen noemen wij de heeren Parsy, eervoorzitter, Cornette, schepene, Van Iseghem, bevelheb ber der Rijschool, Lalou, bevelhebber van 't garnizoen, de plaatsbevelhebber, verschei dene gemeenteraadsheeren, officieren der Burgerwacht, Pompiers, Rijschool en van 't garnizoen; tal van bijzonderen en beambten. Ook het programma was alleraanlok- kendst; het openingstuk en de fantasia, uit gevoerd door ons uitgelezen Pompierskorps, waren evenzeer toegejuicht. De heer Ryckebusch, zanger uit Rijsel, heeft met zijne vermomming en zijne liede ren den meesten bijval genoten. De heer Antony (J.) een zanger van 't vak, heeft met de meeste bereidwilligheid eene afwezig zijnden zanger vervangen en hij heeft algemeene en daverende salvo's doen losbersten. En de heer Mailliard dan met zijne klucht liederen Hij was wederom weergaloos. Hij heeft veel en hartelijk doen lachen. Of er handgeklap was! De scherrnoefeningen zijn allen opperbest gelukt en niets valt er op af te dingen. Eene bijzondere melding nochtans voor den Carré de canne royale, den Travail d'ensemble d escrime a la baionnette en de lessen aan de kinderen Marx, zoon, oud 7 jaar enWoets, Leon, oud een tiental jaren. Al die wapenoefeningen hebben aan 't pu bliek wel bevallen en lokten de luidruchtig ste bravo's uit. De apotheose was oprecht indrukwekkend en deed de begeestering ten top stijgen. Het dansfeest dat daarop volgde was vol leven en bedrijvigheid. Eene volle zaal dan sers en danseressen draaiden en wemelden daar blijmoedig ondereen, terwijl een uitge lezen orkest de liefste dansaria's uitvoerden op eene wijze, die iedereen tot een flikker aanzette. Het was dus een feest, dat oprecht welge- ^T-TTMÏÏgr» «iirBinr»" «i Tiran &&G on~"r»

HISTORISCHE KRANTEN

Het weekblad van Ijperen (1886-1906) | 1888 | | pagina 2