VAN IJPEREN EN HET ARRONDISSEMENT. Politiek, Nieuws-. Handels- en Annoncenblad Derde jaar. Zaterdag 30n December 1888. Nummer 52. De bekwaamheidskiezers. De taalstrijd. Een magistraal verslag over het Kemmelsch Keuneconcert. Abonnementsprijs voorop betaalbaar: 3 fr. por jaar voor de stad. 3 fr. 50 voor den buiten. Per 6 maanden: 1 fr. 75. Annonoeii: 15 cent. per drukregel. Rechter lijke eerherstellingen: 1 fr. per regel. Akkoord per jaar of per maand. 10 centiemen per nummer. Afzonderlijke nummers voor artikels, enz. 8 fr. per 100. Alle berichten van verkoopingen of andere bekendmakingen ten bureele 'dezer gedrukt worden eens gratis 'ingelijfd. De amioncen voor België,'ter uitzondering der beide Vlaanderen, alsmede die voor het buitenland worden ontvangen door den Office de Publicité, Magdalenastraat, Brussel. Men wordt verzocht alle hoegenaaifidè artikels-uiterlijk tegen Vrijdag middag vrij en onderteekend toe te zenden. Artikelen ongeteekend of personnaliteiten bevattende worden niet opgenomen. Een klein woordje aan de liberale jonge lingen zal niet ten onpas komen. We draaien zachtjes aan naar Nieuwjaar op. Eens 89 begonnen, hebben we seffens de maand Maart, en ge weet, dan staan de kiesexamens weer aan de deur. Sommigen denken misschienMaart 89! maar dat is nog eene eeuwigheid van kantNeen, vrienden, dat is om den duivel geene eeuwigheid. En let wel op onze woordenWie met zekerheid zijn examen wil passeeren, wie zoo gauw mogelijk het kiezersrecht wil verwerven, door zijne bekwaamheid, die moet zich van nu af, aan 't werk begeven. Stillekens aan moet hij zijn geheugen beginnen op te fris- schen, met al wat hij op de schoolbanken ge leerd heeft. Het vergetene moet langzamer hand herhaald worden. Dag aan dag een beetje van het kiesboek bestudeerd, en men is zeker van zijne zaak. Wil men heel het vraagboek in eenige weken overzien, dan loopt het hoofd vol muizennesten, dan vat men eene indigestie en dan ook ligt de buis kant en klaar. Velen zeggen ik kan me met die vodden het hoofd niet breken. Dat is ofwel zijne onmacht bekennen, of wel bewijzen, dat men te lui is, om zich tot het examen voor te bereiden. Nog meer; zulke personen stellen geen belang in de wel vaart hunner gemeente noch in de toekomst van het land. Iedereen, die den noodigen ouderdom heeft, en wien de vooruitgang van de liberale partij 'nauw aan 't harte ligt, moet alles in 't werk stellen om te gelukkenkost wat kost, moet hij het diploma zoeken te beko men. De clericalen doen het wel, en wij libera len, zullen ons toch zeker niet laten kloppen op het gebied van verlichting en verstand? Laat ons niet vergeten, dat de bekwaam heidskiezers de hoop en de toekomst zijn van het opkomend liberalism. Met honderden moeten wij ons tot het examen voorbereiden. Niet getalmd, niet gewacht, dadelijk aan 't werk. lederen dag, dien wij verliezen, is er éénen. We moeten de zwarte dwingelanden, die ons totaal in hunne macht wanen, doen schrikken en be ven bij ons groot getal kandidaten. Vrienden en kennissen opgezocht, en leer gangen ernstig ingericht. Dat de liberale associatie zich niet gansch vreemd aan dit belangrijk en onmisbaar werk toone, dat zij, integendeel, de werklieden door haren afge vaardigde of afgevaardigden van tijd tot tijd een aanmoedigingswoord toesture, dat zij hun doet zien, dat zij hunnen moed en gene genheid voor de vrijzinnige gedachte naar waarde weet te schattenDe mensch is alzoo gemaakt, hij wil aangemoedigd worden. Wat minder politiek geschreeuwd, maar wat deugdelijker gewerkt, en we zullen de vruchten wellicht eerder plukken, dan we zelf wel denken. Een leger bekwaamheidskiezers moet.het reeds bestaande komen vergrooten doch dit leger moet vereenigd in eenen bond georga niseerd worden. De bekwaamhei Iskiezers moeten hun eigen lokaal, hun eigen regle ment, hunne eigene propaganda middelen hebben. In het aangroeien van een verstandig en verlicht kiezerskorps, ligt de eenige hoop van de algeheele ontslaving van het IJpersch nensch liberalism. Nogeens dan, de handen uit de mouwen! en aan 't werk Naar het L. N.) De wet Coremans is door de Kamer gestemd. Wat wij dus in ons artikel van vorige week voorzeiden, is verwezentlijktwat wij innig, geestdriftig hoopten, is geschied. Het ontwerp door den wil des volks den Kamerleden opgedrongen, kon en mocht niet verworpen worden. Dit heeft de katholieke meerderheid, door hare pers vermaand zooniet bedreigd, begre pen en zij heeft onder den ijzeren wilskracht van Coremans gebukt. Te Antwerpen, des avonds vóór de wet een tweede maal in bespreking kwam, verga derden de Vlaamsche Liberale Vereeni- gingen in de Wolzaal en de naam des koe nen vertegenwoordigers werd er geestdriftig toegejuicht. Jan Van Ryswyck, het troetelkind der Antwerpsche vrijzinnige bevolking, de knap ste en welsprekendste redenaar van Zuid- Nederland, genoot er eenen zoo buitenge wo nen bijval dat zelfs de Kscauteen katholiek blad van Antwerpen, er met lof en bewonde ring van gewaagde. Vóór hem de heer Cuperus en na hem de heeren Max Rooses, dichter Pol de Mont en anderen meer, zwaaiden hoog de Vlaamsche en vrijzinnige vlag en stanle pede werden smeekschriften naar Brussel gestuurd om aan onze Kamerhceren het bewijs te leveren dat Vlaamsche liberalen en katholieken het eens zijn om met hart en ziel naar de herle ving van 't Vaderland te streven. Doch, terwijl ten onzent het voorstel Coremans met eene blijde hoop werd te ge- moet gezien hoorden wij Walen in ons Parle ment, allerlei vuige aanvallen, onnoozele aantijgingen den Vlaamschgezinden naar het hoofd werpen. Staatsminister Bara onderscheidde zich onder allen door zijne hevige, snijdende bewoordingen. Wij moeten ons afvragen of zijne betreurenswaardige en kleingeestige houding in dit nationaal geschil geene erge gevolgen voor het liberalism in Vlaanderen hebben zal. Zullen de Vlaamsche liberalen dien man die zoo baatzuchtig en tegen alle rechten, zich aan de schreeuwende voorrechten der Walen vastklampte, voortaan nog als hun nen leider aanzien Wij twijfelen er aan. Dank zij de onbehendige gedragslijn onzer Waalsche landgenoten, wordt de scheiding tusschen beide stammen dieper cn dieper en, hoe pijnlijk het ons te bekennen valt, de strijd voor de liberalen schier onmogelijk. Het is hoog tijd dat de liberale strijd in Vlaanderen geheel en al vervlaamsclit worde, wil men onze schoonezaak niet eeuwen lang onder Romes dwinglangdij zien smachten, ter meerdere eere en glorie van onze Moeder de Kerk, die ons middelerwijl alles ontneemt ons geld,onze vrouwen en tot onze kinderen, onze laatste hoop toe Hoe diep heeft ons de Fransclielarij niet gebracht, arme Vlamingen 1CKQUX. De eenige liberale Vertegenwoordiger van Vlaamsch-Belgie, de heer Buls, heeft de wet Coremans gestemd. Eere en dank aan Karei. Buls! X. Het Nieuwsblad van Zaterdag laatst bevat een zoogezegd verslag, dat niet min dan eene kolom beslaat, over een concert in de Groole Polka gegeven. Maar de magister verslag gever wijdt slechts eenige regelen aan de besschrijving van het feest en neemt de ove rige plaats in om de heldendaden van Petten Vanhoever jegens onzen uitgever op te he melen. Ziet hier hoe de magister zich uitdrukt en oordeelt, lezers, over zijne schranderheid: Maar het geestigste van al had plaats voor het concert. Die zinsnede alleen bewijst dat het concert niet veel beduidde, aangezien het geestigste plaats had vooraleer het feest begon. Iedereen weet te Kemmel hoe het vuil- bladje van Yper onze katholieke St-Lau- rensgilde aangerand heeft. De sukkelaar die daarin zijne vuiligheid werpt, koesterde de hoop van ze te doen vallen: hij heeft nu - den spijt van ze te zien bloeien. Waarom, magister, hebt gij dien sukke laar niet bewezen dat hij ongelijk had uwe gilde aan te randen, die niet vallen kan om dat zij nooit heeft rechtgestaan, en thans bloeit gelijk een paddestoel op eenen mest hoop "Nu, vóór het concert begon, waren al de leden vergaderd in de Groole Polka; zelfs, onze eerw. heer pastor, die de gilde zoo genegen is, was bij ons. Dit bewijst niet veel ten voordeele van uw gezelschap, man. Maar er waren daar nog andere; 't puppennest, bij voorbeeld, waar van gij geen gewag maaki, en die daar stond smoelen te trekken gelijk een aap die een citroen knaagt. Al met eens, de deur gaat open en drie - mannen komen binnen. - Dat was kluchtig! Zij moesten misschien langs het venster binnengekomen zijn? Op de twee e rste letten wij niet, maar de derde was het Lekkerblad in persoon.- Gij mist, magister, op de twee eerste hebt gij zeer wel gelet, want gij hebt ze van top tot teenen bezien. De derde was onze uitge ver, die er zich niet aan verwachtte een staaltje van Petten's welgemanierdheid te zien. Gij kuht peizen hoe wij gesteld waren - als wij in ons midden den man zagen zit- ten die ons, en al het treffelijksto volk van - de parochie, onzen achtbaren burgernees- - ter, den gementeraad, onzen heer pastoor, -ja, tot de heeren en Mevrouw van het - kasteel, met zijne leugens en lastertaal zoo - dikwijls wil besmeuren. - Nog twee leugens, magister. Ten eerste, onze uitgever en zijne vrienden zaten aan eene afgezonderde tafel, en niet in uw mid den; daarvoor eerbiedigen zij zich te veel. Ten tweede, gij hebt hooger gezegd dat het een sukkelaar is die u in ons blad aanrandt, en nu wilt gij doen gelooven dat het onze uitgever is. Ten andere, magister, laat u, uwen pastoor en gansch uw puppennest maar ter zijde, want het is onmogelijk iets te besmeuren dat niet zuiver is. "In het eerst wierd er gezwegen, maar welhaast begon het spel. - Zekerlijk! Gij stondt als verstomd treffe lijke lieden van zoo nabij te zien. "Zouden zij zondag schrijven? vroeg ie- - mand. Er zijn nog onnoozelaars om het vuilbladje met'domme praat te vullen, ant- woord t een ander. Magister,jongen,als ge vertelt moet ge met kanten en bouten vertellen. Waarom zegt gij niet dat het Petten Vanhoever was die, met de kristelijke liefde die hem eigen is, het vuur in de stoppe stak, en dat gij het waart die er op antwoordet? Mijnheer de pastoor, zoudt gij niet trac- teeren? gij kunt het doen met het geld van uwe offeranden - Zoo sprak het pupi ennest, met een glim lachje die haren mond tot achter hare ooren deed splijten. Neen, met het geld van de offerblokken, immers weet gij niet dat zij het geschreven - hebben, die uoipsuaui oi[fi[aj;aj}, dat het geld van de offerblokken maar dient om - de pastoor te eten en te drinken. - Verbeterde Pelten, en hij moet het best weten; doeli hij vergat er bij te voegen: om de kiezingen te helpen ondersteunen. En een half uur werd er geschetterd en - gelachen en met het vuilbladje gespot. - Dit bewijst nog eens te meer uwe welge manierdheid, magister, en bekrachtigt onze gezegden nopens Pelten en het puppennest. Ook gij hadt het moeten zien zitten, op - den pijnbank Of hij bedrukt keek Nu, de - man ?al leeren dat de kemmelscbe kaloten - ook kunnen lachen, en dat zij in zijnen - onnoozelen pastij, gelijk men hier zegt, niet verschieten. - Dat onze uitgever op uw armzalig gezeever niet antwoordde, is goed te begrijpen, ma gister; daarvoor heeft hij te veel eigenwaar de. Balaam zweeg als de ezels spraken, en waarom zou onze uitgever antwoorden als verkenssnorken? Volgens dat wij hooren, zoude hij zijn beklag gedaan hebben Hij wist niet, zeide - hij, dat er to Kemmel zulke onbeleefde - menschen waren. Inderdaad, dit heeft hij geantwoord als de voorzitter der maatschappij, verontwaardigd over uw eerloos gedrag, hem kwam uitnoo- digen tot het concert. Of bestaat do beleefdheid in zich te laten - uitmaken voor al dat slecht is, en als men - keur heeft van antwoorden, met te zwij- - gen gelijk sukkelaars? - Neen, magister, zij bestaat in een vreed zaam mensch met vrede te laten, zich niet te gedragen als kwfi jongens en voora! geene lafheden te begaan. Zoo verstaan wij de zaken niet, wij zijn - rgcht voor de vuist, en geven aan iedereen hetgeen hem toekomt. Eigen lof stinkt, magister; want moest gij aan iedereen geven wat hem toekomt, het puppennest zou geen reden van bestaan heb ben. Aan deze die in uw vuilbladje gelasterd - zijn onzen eerbied en onze liefde; aan uw - vuilbladje, aan u niet, want uw persoon is - ons onverschillig, onze verachting. - Ah! jongen, nu slaat gij den bal mis. Uwe liefde en uwen eerbied kan een weldenkend mensch missen; en indien de persoon van onzen uitgever u onverschillig is, waarom hebt gij u jegens hem zoo schandelijk gedra gen Mijnheer vreesde van slagen te krijgen.- Halt! dat is onwaar; want badt gij durven tot dadelijkheden overgaan, de drie vrienden zouden zich dapper verdedigd hebben en gij, Petten Vanhoever en 't puppennest zoudt de de eerste slachtoffers gefeest zijn. Vreest dat niet, man, want de ka'thoiie- ken zijn geene slagers, en bijzonderlijk - geene lafaards die zouden slaan als zij met vijftig tegen drie zijn. - Ja, bet is bewezen dat gij dappere mannen zijt als gij met bloodaards te doen hebt; maar uw moed zinkt in uwe schoenen als het go- HET WEEKBLAD

HISTORISCHE KRANTEN

Het weekblad van Ijperen (1886-1906) | 1888 | | pagina 1