Bijvoegsel aan Set Weekhlaclvan 9 Februari 1889.
De expresstrein nr 719, die uit Brussel
(Noorden) om 8.58 en uit Brussel (wijk Leo
pold) om 9 u. 28 m. vertrekt naar Ottignies,
Namen en Ciney, is ontriggeld. tegen de
brug die men van de statie van Groenendaal
bemerkt op een duizendtal meters afstand, in
de richting van Ter Hulpen.
De macliien tegen de brug gebotst hebben
de, is deze ingestort. De eerste rijtuigen van
den trein werden verbrijzeld. Deze rijtuigen
zaten vol volk en de ramp is verschikkelijk.
Men kan zich geen denkbeeld vormen van
het schouwspel dat zich aan het oog voor
doet.
De opeenhooping van stukken der rijtui
gen, dooden en gekwetsten is onbeschrijflijk.
Men hoort niets dan kermen en weenen. De
reizigers, die gelukkig ontkomen zijn vluch
ten weg als zinneloozen.
Men hoort personen, die schrikkelijk ver
minkt zijn, smeekenDoodt mij. Ik lijd
verschrikkelijk!
Men ziet in den hoop lijken eene dame,
wier beide kinderen gedood zijn. Zij zelve
heeft de beide boenen verpletterd.
Verscheidene hulptreinen en geneesheeren
komen rond 11 ure uit Brussel aan. De heer
minister van spoorwegen met de hoogere
abtenaren van zijn departement zijn ter
plaats gekomen.
Rond den middag is* de procureur des
konings aangekomen om ben onderzoek te
beginnen.
Ben eerste trein heeft rond den middag
talrijke lijken en gewonden naar Brussel ge
voerd. De verslagenheid is groot in de stad.
Uit eenén hoop stukken van de wagons
steekt het hoofd van den machinist.
Het is een ijslijk schouwspel. Uit een der
eerste rijtuigen is een man gekomen, met
een kind op den arm. Het kind was onge
deerd. De vader had slechts lichte verwon
dingen bekomen.
Ziehier hoe de ramp gebeurd isIn de na
bijheid van de brug gekomen, ontriggelde de
machien omtrent de naald en ging stooten
tegen een der buitenpijlers van de brug,
waarop zij overvloog.
De tender werd insgelijks omgeslagen en
door de snelheid liepen de vijf volgende rij
tuigen het een op het ander. Door het groot
gewicht stortte de brug in en een deel der
wagons werden medegesleept. Het was een
verschrikkelijk schouwspel. De trein telde
zestien rijtuigen, waarin vele reizigers zaten.
Te midden van het gekerm der gekwet
sten, trachtten de reizigers die ongedeerd
waren en hunne koelbloedigheid hadden.be
houden, de ongelukkigen hulp te bieden.
Twee geneesheerende heeren Warnots en
Ilauben bevonden zich op den trein, maar zij
zaten in een der laatste rijtuigen. Behouden
zijnde, sneldden zij de gekwetsten ter hulp.
Zij richten, geholpen door den troinoverste,
de liulp in.
Men zond dadelijk naar Groenendaal het
noodige materieel halen oin de lijken en ge
kwetsten te vervoeren.
Men haalt gestadig stukken van lijken van
onder de verbrijzelde wagons.
De lijken werden voorloopig langs de kan
ten van den weg gelegd. Men moest zich
eerst met de nog levenden bezig houden. Er
werd hulp naar Brussel gevraagd.
Negen geneesheeren kwamen met hunne
heelkundige toestellen aan.
De dooden en erg gekwetsten werden naar
Groenendaal en Boitsfort overgebracht.
De min erg gekwetsten en diegenen welke
het verzochten, voerde men naar Brussel..
Onderwege stierven zes gekwetsten, waar
onder een kind van drie jaar, dat verschrik
kelijk verbrand was. Zijn gelaat was zwart.
De vader en de moeder stierven ook onder
weg.
Om 1 ure kwam de trein in de Luxem
burgstatie aan. De lijken werden in het ka
binet naast het bureel van den statieoverste
gelegd.
De stoker, dien men in cene naburige
plaats had gedragen, stierf ook. Het lichaam
is bedekt met brandwonden. Een tweede
trein met lijken en gekwetsten hield te
Etterbeek stil, waar de fourgons van de
gidsen en van de artillerie hen onmiddelijk
wegvoerdende lijken werden naar het doo-
denhuis gebracht. De policiebureelen werden
per telefoon verwittigd. Zij zonden dadelijk
hulpmalerieel naar de Luxemburgstatie.
De statie was vol geneesheeren die toege
sneld waren om hulp te bieden. De heeren
ministers Lejeune en Van den Peereboom
bemerkte men in de statie. De minister van
spoorwegen was diep aangedaan. Hij heeft
om 2 ure de statie verlaten, na zich verze
kerd te hebben dat de dienst goed ingericht
was.
Eene ontzaglijke menigte stond voor de
statie.
Het is een der verschrikkelijkste spoor
wegrampen die ooit zijn voorgevallen.
Een landbouwer die in een der voorste
rijtuigen zat is ongedeerd uit de ramp geko
men. Hij vertelt dat, zoodra de trein ontrig
geld is, hij de portel heeft geopend en op den
weg is gesprongen. Hij werd als van schrik
op den grond genageld. Dan was hij ijlings
weggeloopen tot aan Boitsfort, waar hij
uitgeput zijnde, niet verder kon. Hij had, als
hij weg liep, zonder te weten wat hij deed,
een hoed gegrepen. Die hoed was met bloed
bevlekt.
Rond 1 ure kreeg, per telefoon, het St-
Janshospitaal bericht van de ramp, met ver
zoek beddens voor de gekwetsten gereed te
maken.
Om 1 1/2 ure kwam de eerste zending ge
kwetsten aan. Heel het personeel van het
hospitaal was gereed om de gekwetsten te
ontvangen. Dezen zijn ten getalle van negen.
Onder hen bevindt zich een hovenier, dien
men de bil moest afzetten. Er is ook eene
vrouw onder, die eene zeer erge wonde aan
het hoofd heeft. Het is eene meid uit het
Café Jec.n.
De operatiekamer biedt een verschrikke
lijk schouwspel aan. Negen afzettingen van
armen en boenen werden er gedaan in kor
ten tijd, door de geneesheeren van het hos
pitaal.
In het St-Pietershospitaal zijn ook een
drietal gewonden verzorgd, onder andere
eene verkoopster van dagbladen, die met
haren man naar Wavre was gegaan om dag
bladen te verkoopen; ten gevolge der wonde
die zij bekomen heeft, zal zij denkelijk mank
blijven gaan. Haar echtgenoot is gered.
Ter plaats van de ramp heeft zich in den
namiddag eene ontzaglijke menigte begeven.
Maandag namiddag, om 5 ure, telde men
reeds twaalf lijken.
De heer Vanden Peereboom is om 4 ure
terug ter plaats van de ramp gekomen. Hij
heeft met generaal Bouyet de gekwetsten te
Hoeilaart bezocht. Er zijn daar zestien ge
kwetsten.
Om G ure verwachtte men de compagnie
der jagei s om de menigte op afstand te hou
den.
Men zal de brug doen springen; er zal eene
week noodig zijn om de puinen der brug op
te breken.
Ten 10 ure doet men den eersten blok der
brug in de lucht springen, in de tegewoor-
digheid van het parket.
De locomotief ligt nog altijd onder het in
gestort metselwerk der brug begraven.
De plaats waar de ramp gebeurd is, is tien
minuten van Groenendaal.
Men zegt dat een riggel gebroken is of los
gegaan en aldus de ontriggeling veroorzaakt
werd. Daar de trein een expresstrein was,
liep hij zeer snel.
Rond 5 nre heeft men het lijk van den
stoker van tusschen de verbrijzelde wagons
kunnen halen.
Onder de slachtoffers bevindt zich een
meisje van 16 jaar. Mad. Pastur, echtge-
noote des broeders van den volksvertegen
woordiger van N ij vel, is ook onder de
slachtoffers. Den heer Pastur is erg gewond.
Onder de slachtoffers telt men nog mad.
Grosjean; moeder van den heer Leon Gros-
jean, wisselagent.
Onder de ongedeerde reizigers noemt men
den onderpastoor van Wavre.
Vier onderofficieren van verschillende wa
pens zijn naar het krijgshospitaal overge
bracht. Twee andere onderofficieren zijn
dood.
Dr. Ifauben bevond zich op den trein. Hij
kon uit den wagon springen. Hij belastte zich
om te zien ot hem niets lette en dan begon
hij als een zinnelooze te dansen. De dans
duurde echter niet lang en de achtbare ge
neesheer snelde zijne ongelukkige reisge-
nooten ter hnlp.
Gedurende den avond en den nacht heeft
men bij fakkellicht gewerkt. Het tooneel is
akelig. Een peloton gendarmen omringt de
plaats der ramp.
Men heeft den heer Verlingen de beide
beenen moeten afzetten.
De laatste gekwetsten werden naar Brussel
gebracht met den trein van 10 ure 's avonds.
Zij werden in het St-Janshospitaal verzorgd.
Charlotte Bosman, de meid uit le Café
Jean, is overleden na de operatie der sche
delboring doorgestaan te hebben.
Het ongelukkig meisje stond op trouwen
en was naar Namen gegaan om er papieren
te halen, die zij noodig had tot haar huwe
lijk.
Volgens zekere vaststellingen van de in
genieurs zou de oorzaak der ontriggeling de
breuk zijn van het beslag of den band van
een wiel.
De breuk zou gebeurd zijn door het hevig
schokken van den trein, veroorzaakt door
twee groote rijtuigen van 90 plaatsen ieder,
te groot om zonder gevaar op de lijn van
den Luxemburg te rijden.
De oorzaak der vreeselijke ramp is nog
niet juist gekend. Dat eene brug instort als
er een zwaargeladen trein over rijdt, is
dikwijls gebeurd, doch dat de zware gewel
ven eener brug eenen trein verpleteren die
er onder doorrijdt, heeft men nog nooit
gehoord. Zulks is nogtans te Groenendaal
voorgevallen.
De trein was samengesteld uit machien,
tender en 16 wagons, opgepropt van reizi
gers. De lijn tusschen Groenendael en Boits
fort is zeer recht.
Op den trein bevonden zich hoegenaamd
geene reddings- of geneesmiddelen, zelfs
geen lijnwaad om de gekwetsten te verbin
den, terwijl men zulks op alle treinen der
Noordercompagnie van Frankrijk en Belgie
aantreft.
De ingenieurs van het spoorwegbestuur
hebben maar 20 werklieden kunnen bijeen
brengen om de baan te doen ontruimen en
de lijken van onder de puinen op te delven.
Honderd werkers was niet te veel geweest
om de hand aan den arbeid te slaan. De drie
vierden der bedienden waren in verlof, daar
zij de zondagrust genoten.
De ramp had om 9 1/2 ure plaats. In de
nabijheid der plaats van het onheil bevinden
zich kazernen. Welnu, het was 4 ure 's
avonds vooraleer men de soldaten opgeëscht
had om de ontruimingswerken te doen. Er
waren 6 gendarmen onder bevel van eenen
luitenant en een generaal des legers in liiee-
ding ter plaats.
Geroom Verlingen, wiens beide beenen
men heeft moeten afzetten, is overleden.
De Etoile beige zegt dat de verstandigste
zorgen toegediend worden, in het Sint Jans
hospitaal, aan de aldaar overgebrachte
gekwetsten, door de geneesheeren en heel
het personeel.
In de eerste plaats, zegt het blad, moet
men hulde brengen aan de onuitputtelijke
toewijdingen de medelijdende werkzaamheid
der zusters ziekendiensters. De iever dier
heilige vrouwen verzwakt geen oogenblik.
Men heeft verscheidene gekwetsten naar
Hoeilaert overgebracht; die gekwetsten,
waaronder er waren die eenen arm of een
been gebroken hadden, anderen, die gapende
wonden hadden, zijn vijf, acht, tot zelfs tien
uren zonder verzorging gebleven en als men
hen naar Brussel heeft overgebracht, was
het te laat om hen te redden.
Men had eenen bijzonderen trein moeien
inrichten en dadelijk al de gekwetsten naar
Brussel voeren. De bestuuroversten schijnen
het hoofd verloren te hebben.
Men heeft de treinen, die de gekwetsten
te Brussel aanbrachten, doen stil staan aan
de statie der Leopoldswijk, terwijl de ge
kwetsten in het St Janshospitaal moesten
gebracht worden, dat twee minuten van de
Noorderstatie ligt.
Het schijnt dat men twaalf uren gewacht
heeft om den ongelukkigen Verlingen, aan
wien de beide beenen moesten afgezet wor
den, naar Brussel over te brengen. Hij was
uitgeput door het bloedverlies.
Het is onmogelijk al de schrikkelijke too-
neelen van de ramp te beschrijven. Eene
dame, vergezeld van haar dochterken en
hare meid, was verschrikkelijk verbrand.
Hare kleederen waren aan het lichaam ge
rukt en zij was schier geheel naakt. Zij had
in eenen gracht gevallen, hetgeen hare
smarten nog vermeerderde. Zij is deze week
overleden, in hare woning te Elsene. De
meid is op den slag dood gebleven. Het kind
is schrikkelijk verbrand, maar leeft nog.
Het bestuur heeft geweigerd aan de dag
bladen de namen der slachtoffers mede te
deelen. Zijn plicht was die namen aan de
dagbladen te zenden met beleefd verzoek ze
op te nemen, ten einde de personen, die
bloedverwanten op den trein hadden, over
hun lot in te lichten.
Een der bedienden zou, volgens een per
soon verklaart, die aan de ramp ontsnapt is,
uitgeroepen hebbenHet is al lang dat
zulks moest gebeuren 1
Er is een rechterlijk onderzoek noodig.
Er zullen ongetwijfeld vele processen uit
de spoorwegramp voortvloeiende bloed
verwanten der dooden en de gekwetsten
zullen schadeloosstelling aan den staat vra
gen.
Deze week is eene groote menigte nieuws
gierigen de plaats des onheils gaan bezich
tigen.
De Eloile beige zegtAl de bevoegde
mannen erkennen dat het materieel onzer
spoorweglijnen versleten is en dient ver
nieuwd te worden. Niets zou gemakkelijker
zijn dan dit in goede voorwaarden te doen,
daar de meeste onzer werkgestichten werk
vragen. De riggels, de bruggen, enz. ver-
keeren in jammerlijken toestand.
Hetzelfde blad zegt dat het materieel
schier niet meer nagezien wordt. Het perso
neel is overlast van werk. De machinisten
hebben nauwelijks eenige uren- rust. Men
zoekt besparingen te doen op het personeel.
De dooden en gekwetsten, die men tot
hiertoe met zekerheid kent, zijn
1. Mev. Grosjean, Lijnstraat, 81, gedood.
2. Werenne, stoker der machien, dood.
3. Ferré, machinist, dood.
4. Een kind van 2 jaar, Piton, Brogniezstraat
151, dood.
5. M. A. Despature, Wetstraat, 36, dood.
6. M. Walter Hamant, Tulpstraat, 36, dool.
7. M. Herson, Jourdanstraat, 255, dood.
8. M. Verlingen, Elzene, dood.
9. Eene onbekende vrouw, in 't gasthuis van
Hoeilaart, dood.
10. Eene vrouw, draagster van een coupon
voor Auvelais, dood.
11. Charlotte Bosman, meid in het Café
Jeandood.
12. Maria Bernard, Londengang, le Elzene,
dood.
13. M. Debroux, van Mont-St-Guibert, been
verpletterd.
14. M. Eggerix, Van Arteveldestraat, zware
brandwonden.
15. M. Vandermeersch van Tombeek, been
gebroken.
16. Sylvain Dethy, van Court-St-Etienne,
voet verbrijzeld.
16. Gustaaf' Rosart, van Gembloux, brand
wonden.
18. M. Vanderbeek, Zonderzorgstraat, Elze
ne, inwendige kneuzingen.
19. M. Bohy, leeraar te Loupoigne, brand
wonden aan 't gezicht.
20. M. Thierry, te Elzene, kneuzingen.
21. M. Fris, Kleine Haagstraat, Etterbeek,
kneuzingen.
22. M. Goru, v.ai Getnbloers, brandwonden.
23. Clementine Renard, van Oonroy-ie-Cha-
teau, gekwetst aan de beenen.
24. Moinon Thresa, Kasteleinstraat, 126,
schedel verbrijzeld.
25 M. Scheeren Ignage, reiziger van het
huis Brias, bil verbrijzeld.
26. M. Van Cranen Jan, molenaar te Ukkel,
been gebroken.
27. Lambinet Karei, Spiegelstraat, been ver
brijzeld.
28. Denis Emiel, kleine Garmenstraat, been
verbrijzeld.
29. M. Noel Pieter, hovenier te Cappelle
St-Ulric, been verbrijzeld.
30. Mevr. Germain, Hoogstraat, 19, knie
verpletterd.
31. M. Jacques, soldaat der jagers,gekwetst.
32. M. Vanderborght, Weidenstraat, won
den aan gezicht en armen.
33. M. Furnement, soldaat 80 linieregiment,
gekwetst.
34. M. Van Rompaye, een Antwerpenaar,
wonende Lamekenstraat, 3, gekwetst.
35. M. Courtois, Comediantenstraat, 35, ge
kwetst.
Latere berichten geven onder de dooien
nog de volgende namen op
1. Helas, sergeant bij het 8e linieregiment.
2. Pieter Gornu, van Sombreffe.
3. Het kind Gerard Dekleppeu.
4. Maria Lambrecht, van Brussel.
Drukk. Ch. Deweerdt, IJperen.
n.TT-~^rr <ES
iy~r iRD
RAMP VAN GROENENDAAL.
ONTRIGGELING. - VAL VAN EENE BRUG.