VAN IJPEREN EN HET ARRONDISSEMENT. PolitiekNieuws-, Handels- en Annoncenblad DE PRINSES MARIA. Vierde jaar. Zaterdag 30n Maart 1889. Nummer 13. De arme duts! Kasteel en Kerk. Abonnementsprijs voorop betaalbaar: 3 fr. per jaar voor de stad. 3 fr. 50 voor den buiten. Per 6 maanden: 1 fr. 75. Annoncen: 15 csnt. per drukregel. Rechter- iike eerherstellingen: 1 fr. per regel. Akkoord per jaar of per maand. 10 cent? pn per nummer.Afzonderlijke nummers voor artikels, enz. 8 fr. per 100. Alle berichten van verkoopingen of andere bekendmakingen ten bureele dezer gedrukt wordt' ee<atis ingelijfd. De annoncen voor België, ter uitzondering der beide Vlaanderen, alsmede (iie voor het buitenland worden ontvangen door den Office de Publicité, Magdalenastraat, BrtfijpuL Men wordt verzocht alle hoegenaamds artikels uiterlijk'tegen Vrijdag middag vrij en ouderteekend toe te zenden. Artikelen ongeteekend of personnaliteiten bevattende worden niet opgenomen. Hoe menigwerf lappen onze zwarte schooiers niet allerlei jammeringen af over den armen, ongelukkigen paus, die te Rome in een akelig kot op een groote hoopje rot strooi uit te mergelen en te verkwijnen ligt. Welnu, lieve lezer, dat akelig kot bestaat uit eene opeen hooping van prachtige paleizen, waarvan de weerga in de gansche wereld niet te vinden is. De paus heeft zoo wat elf duizend vijf honderd kamers en uit gestrekte zalen te zijner beschikking in het Vatikaan of pauzelijk gevang Acht en twintig binnenplaatsen, de uitgestrekte hovingen en lustwaranden niet meêgerekend, scheiden die reusachtige gebouwen van elk ander. Boven de tioee honderd verschillige trappen geleiden naar de tallooze vertrekken waarin een onnoemelijk getal prachtvoor- werpen en kunstgewrochten opeengestapeld zijn. Niet waar, lezer, er zijn er nog die zulk een gevang zouden tot woonst willen. En de paus weet ook niet waarvan leven om niet van honger te bezwijken. Neen hij, zeker. Boven de aalmoezen,geschenken en nieuw jaargiften, die de goedzakkige katholieken hem jaarlijks toezenden, heeft de paus nog andere middelen van bestaan bij der hand. De heilige vader verkoopt opentlijk zijne aflaten en zijne gunsten. Het Vatikaan is anders niet daD een uitgebreid handelshuis, waar alles te koop is; er ontbreekt enkel nog een uitsteekberd aan. De huwelijkstoelatingen tusschen bloed verwanten, de huwelijksvernietigingen zijn in evenredigheid met de fortuin der belang hebbenden getakseerd. Zoo kwam het dat de vernietiging van het huwelijk van Mejuffer Martinez de Campos met den graaf San An tonio, met zes honderd duizend franks betaald werd. En zoo zijn er honderden voorbeelden. Eerste deel. (5® Vervolg Doch Jan I naderde lachend en met zijne welklinkende manlijke stem sprak hij. Welnu, dat begint waarlijk goed te gaan. Onze dappere vriend Godekin zingt als een lijster op een tak. Niet genoeg, dat onze welbeminde dichter van Heeler in gloeiende verzen eiken slag bezingt, dien wij het ge noegen hebben onzen vijanden toe te dienen nu komt onze vroolijke wapenmakker nog en verkondigt onzen roem aan de boomen des wouds. OverheerlijkMaar vaderland- sche liedjes zingen is niet steeds zoo onscha delijk als romancen kirren onder het venster zijner schoone. Onze trouwe vriend Gode kin moet er iets van weten. Godekin van de Stalle boog eerbiedig en antwoordde Inderdaad, mijn edele hertog, zingen kan op klingen uitleopen, inzonderheid dit zeggend blikte hij op den tempelridder van Wesemaal die in 's hertogen gevolg reed wanneer looze vossen ons strikken spannen. Doch wie zou het lied in de keel kunnen laten smoren, wanneer zyne edele vorst van Buiten de willekeurige taksen zijn er ook gunsten, die aan vasten prijs te bekomen zijn. Er bestaat zelfs een gedrukten prijscou rant van de pauselijke onderscheidingen en gunsten Dat tarief begint met de pause lijke benedictie met op papier geschreven bewijs, drie franks, op perkament acht fr. Vervolgens heel de litanie aflaten te dezer of dier gelegenheid, er zijn er voor alle goes- ten en alle beurzen, van af 4 fr. tot 250 fr. 't stuk, juist ais bij de tandentrekkers met patent. De toelatingen om eene mis te doen zingen in eene besloten kapel of ten huize van een gebrekelijken persoon kosten van 200 tot 800 franks. Dan komt de gansche reesem eeretitels. Ridder der orden van St Gregorius den Groo te of van St Sylvester, 960 fr.; commandeur zelfde orden, 2,100 fr.; groot kruis 14,000 fr. Titels van graaf of markies, persoonlijk, 2,850 fr. Dezelfde titels erfelijk, 10,000 fr. Titels van hertog of prins 14,000 fr. enz. Alles in goede munt en voorafgaandelijk betaalbaar. Ter gelegenheid dezer laatste soort, die de eeretitels' bevat, moet men er bijvoegen dat de geringheid der prijzen enkel eene behen dige reklaam en een lokaas is om de pagad ders aan te lokken. Die onderscheidingen zijn maar toegestaan op de aanbeveling van eenen bisschop of anderen kerkdignitaris en de belanghebbenden moet ernstiglijk zijne geldbeurs ontknoopen om die onontbeerlijke aanbeveling te bekomen. Dat alles hangt uitmuntend wel aaneen.. In wisseling voor een beschreven blad per kament, overdekt mat bombastige proza in keuken latijn, haasten talrijke liefhebbers van eenen edeldomstitei, of van een eindje rood lint met boording in onzichtbare kleu ren zich den overeengekomen prijs te beta len en laten zich daarbij eene pulle wijn door hunnen bisschop' ontutselen. 's morgens tot 's avonds blijde refereinen uitgalmt? De ridder van Wesemaal, die Godekin's vlijmende zinspeling begrepen had, beet zich op de lippen, en trachtte den blik van den dapperen schildknaap te ontwijken. In vredestijd, och ja, hernam de her tog goedig, moeten de schoone en het lied den lust en het leven der Brabandsche ridders zijn. Niet waar, onze edele en engelschoone zuster? Is dit ook uw gevoelen niet? De prinses Maria, die op wat haar om ringde weinig scheen te letten, en haren droomenden blik voortdurend in de richting der Doorniksche baan dwaalde, antwoordde met een gedwongen glimlach Voorzeker, mijn lieve broeder. Doch nader komend sprak zij met half gesmoorde stem en in het duitsch: Dwing mij toch niet te lachen, als mijn gemoed zoo vol is. Voelt gij dan nog steeds afkeer voor den koning vroeg de hertog op fluisteren den toon. Hoe kan dat anders wezen? zuclito Maria. Past mij de koning Is hij niet oud en ik jong Een koning is altijd jong en bemin nenswaardig, schoone freule, antwoordde streng de hertog. De fransche kroon op uw hoofd zat de schoonste koninginne der aarde tooien. Gedenk uwen eed aan onzen sterven- Die nering brengt den paus, jaar-uit, jaar- in, meer dan vier miljoenen op. Men kan er over oordeelen door het getal ridders en gekruisten, die tslkenjare door den paus in den omloop gebracht zijn. En men durft klagen dat de edeldom verdwijnt! Wat zou het dan zijn, moeste de paus zoo neerstig niet werken om hem te behouden. Maar die vier miljoenen zijn de kleinste van 's pausen inkomsten. De S' Pieterspen ning, die van de vorige nering heelemaal onafhankelijk is en enkel giften en aal moezen bevat, brengt gemiddeld 150 dui zend franks daags opdat is 54 miljoenen 750 duizend franks 's jaars De pauselijke fortuin, buiten den S' Pie terspenning, die van paus tot paus overzet- baar is, beloopt heden tot zeven en twintig miljoenen rent en verhoogt nog gestadig en op eene schrikwekkende wijze. Die cijfers zullen u, lieve lezer, misschien ongelooflijk, tooverachtig schijnen en toch zijn zij er niettemin juist om. Een groot deel der pauselijke fortuin is, in Engeland, in han dender ketters en afvalligen geplaatst .omdat deze aan den heiligen vader een heel bijzon der vertrouwen inboezemen; en de Engel- schen, die op hunne ponden sterling zoo trotsch zijn, weten meestal niet dat het den pausen is dat zij dien overvloed en die zuiverheid van dat kostelijk metaal grooten- deels te danken hebben. Niet waar, die arme paus moet wel hon ger lijden? Hij kan hem oprecht ia de mil joenen wentelen, gelijk een zwijn in de boo- nen. En het is voor hem dat onze drietippen de zuurverdiende centen van burger en zelfs van werkman afbedelen durvenDe onbe- schaamden. U. L. (In 7 zicht van een kasteel.) Zwarte vlek aan d'horizont, Statig rijzend uit den grond, den vader. Het zij zoozei Maria met bitterheid. Wij, vrouwen, zijn slavinnen, zelfs in 't vorstenkleed gehuld. Ik zal koningin van Frankrijk worden. Ach De hertog staarde een enkel oogenblik zij ne schoone zuster aan, en men zou gezegd hebben, dat hij medelijden gevoelde met het lot der edele maagd. Doch spoedig overwon hij dit gevoelen, verwijderde zich van de prinses en sprak tot zijne ridders; Ja, mijne heeren, wij hebben het lied en da vreugde lief. Wanneer de handel bloeit, wanneer de vijand vlucht, wanneer het zwaard in de scheede slaapt, dan mag de ridder in steekspel, vrouwen, liefde en zang nieuwe krachten pulten, zijne trouwe ziel herdoopen. Maar, en dit is ook een wei nig voor onzen levenslustigen zoogbroeder Godekin men mag den vreemden niet moedwillig honen in zijn lied. Dit is maar al te dikwijls bet geval aan ons hof en waarlijk wij vreezen, dat heden opnieuw Godekin barstte onderbrekend in een scha terlach uit, en joeg de verbazing op aller wezenstrekken. Wat bevangt u vroeg streng de hertog. Waarom lacht gij? Verschoon mij, dappere hoogheid, was Godekin's kalm antwoord. Ik kan 't zoo waar ik leef, niet helpen. Er zijn vier din- Donkre massa, hoornen loof, Gij verschuilt in eene kloof de oude en adelijke woon Van een schrokkig Cresuszoon. Ginder, onder 't groene loof, Diep verknocht aan 't Roomsche g'Ioof, Nest een vrekkig edelman, Schuwend als een slecht gespan Wie niet edel heet van bloed En in 't stof der .aarde wroet. Edel noeme hij zich van bloed, Doch geen sparkjen heldenmoed Glimt in zijn onedel hart Hem roert ongeluk, noch smart: De arme, die in tranen smoort, Jaagt hij bitsig van zijn poort. Eeuwen lang door hen verdrukt, Hield het volk het hoofd gebukt 't Zwoegde als slaaf in vredestijd 't Toog voor ben den broederstrijd En wat strijd gaf of wat werk, Was voor edelheer en kerk. Ja, degene die daar woont, 't Volk door zijnen hoogmoed hoont, Hij vergeet dat hij zijn inacht Kreeg van 't volk dat hij veracht; Hij vergeet dat macht en goed De opbrengst zijn van zweet en bloed. Neen, het schatrijk edelkind Vraagt niet waar zich de oorsprong vindt Van hetgeen hij steeds geniet: Dankbaarheid dat kent hij niet, Maar, wie 't hoofd biedt aan zijn wensch Maakt hij tot ellendig mensch. Naar 't gebod der Roomsche leer, Houdt hij 't zwart gewaad in eer, Daar de rekel, die het draagt, Steeds zijn macht en aanzien schraagt En. bij 't volk, dat door hem leed, Hem den steun der menschheid heet. En 't ootmoedig zwart gewaad, Dat de pracht der wereld haat Dat zich d'hoop noemt van wie strijdt En den troost van alwie lijdt!? Sloft voor 's armen ramptooneel Naar des edelmans kasteel. gen in de wereld, die mij, tegen wil en dank, doen schaterlachen. Primo een oud vrijer, die een jong meisje wil trouwenhet ge laat des hertogs betrok zich secundo: afgesneden ooren van een welschen edelgast; tersio: een zich zoo noemend templier, die aan den duivel, de wereld en het vleesch verzaakt heeft en die spottend met de heilige regels van zijn Orde, bij den duivel op school gaat om de wereld en het vleesch in zijne macht te krijgen; quarto: en dat doet mij nog het meest lachen, een hertog van Braband, die liet meest gevreesde zwaard van Germanje draagt en die zegtik ben bang Godekins luim scheen hertog Jan heden niet het minst te bevallen. Ja, waarlijk, Godekin, sprak hij ze nuwachtig, wij zijn bang voor uw ridderlijk hoofd indien gij zoo voortgaat al uwe tegen strevers maar onmiddellijk bij den strot te vatten, zooals eergisteren te Doornik ge beurde. Mijn hertog weze gerust. Het hoofd van Godekin Vandenstalle wordt zoo gemakke lijk niet afgesneden als een kiekenkop. En mocht dat eens gebeuren ter wille van een liedje, dan zullen er in Braband nog andore koppen oprijzen, die andere en meer bittere liedjes zullen zingen [Wordt voortgezet). HET WEEKBLAD

HISTORISCHE KRANTEN

Het weekblad van Ijperen (1886-1906) | 1889 | | pagina 1