VAN IJPEREN EN HET ARRONDISSEMENT. PolitiekNieuws-, Handels- en Annoncenblad. Zaterdag 18n Mei 1889. Nummer 20. Hebben zij patent?? Over honderd jaren. Het proces van Bergen. Abonnementsprijs voorop betaalbaar: 3 fr. per jaar voor de stad. 3 fr. 50 voor den buiten. Per 6 maanden: 1 fr. 75. Annoncen: 15 cent. per drukregel. Rechter- "ke eerherstellingen- 1 fr. per regel. Akkoord per jaar of per maand. 10 centiemen per nummer.Afzonderlijke nummers voor artikels, enz. 8 fr. per 100. Alle yan yei.koopingen of andere bekendmakingen ten bureele dezer gedrukt worden eens gratis ingelijfd. De annoncen voor België, ter uitzondering der beide Vlaanderen, alsmede lÖUC hot buitenland worden ontvangen door den' Office de Publicité, Magdalenastraat, Brussel. Men wordt verzocht alle hoegenaamde artikels uiterlijk tegen Vrijdag middag vrij en 16(jT teekend toe te zenden. Artikelen ongeteekend of personnaliteiten bevattende worden niet opgenomen. Wij lezen in het Weekblad van Ooslen- ^Meermalen reeds bewezen wij welke schandige en onwettige concurrence de klerikale congregaties, zondagscholen, enz. alle neringdoeners aandoen. In hunne taps verkoopen zij pinten bier aan drij centen, tasjes koffij aan een cent, enz. En het hoeft niet gezegd te worden dat hunne klanten talrijk zijn, vooral onder de min begoede standen Nu, wie zijn geld in de krochten \erteert, gunt het natuurlijk niet aan neringdoeners die hooge patenten en lasten te betalen hebben. Een briefwisselaar geeft ons een nieuw staaltje van die concurrencie, die zich meer en meer uitbreidt en een wezenlijk gevaar wordt voor de neringdoende burgerijziehier zijn schrijven Oostende, den 10 April 1879. Mijnheer, Menigmaal bebt gij de stem verheven tegen een misbruik dat in de katholieke genoot schappen en confreriën bestaat en waardoor zulk groot nadeel aan alle slach van nering- doeners wordt berokkend. Ik bedoel het verkoopen van spijzen en dranken aan eenen onmogelijken prijs. Ik zeg onmogelijk, maar zulks is alleen toe passelijk op de burgerij, die hooge lasten on dure patenten te betalen heeft vooi het uitoefenen van eenen stiel of eene nering terwijl in die katholieke taps onder dat opzicht geen rooden duit betaald wordt. Heden wil ik u, M. de Uitgever, een nieuw staaltje geven van dergelijke concurrencie. In een katholiek onderwijsgesticht dezer stad kunnen de leerlingen zich, mits de som van drie fr. per maand, dagelijks een kapper bier of eene kom koflij aanschaffen wie meer wil, betaalt meer en ingevolge Naar mijn oordeel bestaat aldaar noch min noch meer dan eene kantien, waar Mathielde kantinière en (lusten kantinier spelen, en waar men, mits betalen, drank kan krijgen, net als in een openbaar huis van dien aard. Zou het ons niet toegelaten wezen te vragen of men voor dit drankslij ten ook patent betaalt? Immers, zulks ware noch niet meer dan rechtde wet kent geene lieve kinders; alleman is voor haar gelijk Neringdoeners doen elkander concurren cie: dat verstaat zich, daar allen patent betalen; maar in bedoeld gesticht betaalt men er geene en toch doet men de concur rencie aan onze handeldrijvende bevolking. Ziedaar, heer uitgever, wat ik wilde doen kennen; ik roep er de aandacht op van wie het aangaat en tevens van onze neringdoe ners. U dank op voorhand betuigend, bied ik u, enz. Een nering doener Dit feit bevestigt eens te meer wat wij meermalen schreven, namelijk dat de con currencie der klerikale krochten een drei gend gevaar wordt. Bericht aan de bedien den der accijnsen en belastingen De honderdste verjaardag van de groote Fransche revolutie, in 1789 uitgeborsten, wordt door onze zuidernaburen met onge- meenen luister gevierd. Die revolutie welke een einde stelde aan de onzeggelijke misbruiken, welke alsdan in alle landen, hier zoowel als elders, be stonden, wordt door onze geestelijkheid en haren aanhang betreurd, met de zwartste kleuren afgeschilderd, ja uitgescholden voor de grootste misdaad, die ooit begaan werd; niet zonder rede, want in dien heugelijken strijd verloor zij, en den edeldom met eenen, de schandelijke voorrechten, welke zij bezaten; doch waarvan zij allengs- kens een deel heeft weer weten te krijgen. De opstand, in Frankrijk losgeborsten, heeft gevolgen gehad in alle beschaafde landen, 't ls van dien tijd dat de vrijheid van het volk dagteekent. Yóór 1789 bezaten de geestelijkheid en de kloosters ruim het derde deel van alle gronden en gebouwen, zoowel hier als in Frankrijkeen ander derde deel behoorde toe aan den edeldem, terwijl het overige deel de eigendom was der groote burgers uit de steden, 't Volk bezat niets en het vreeselijkste van al, hel betaalde al de las ten: de geestelijkheid, de kloosters, de edel lieden waren er gansch van ontslagen. Daarenboven bezaten zij allerhande voor rechten: de heer, 't zij edelman of priester, was de erfgenaam van de nalatenschap dei- bastaarden en van ieder persoon die geene kinderen naliet. De uitgesprokene boeten en de in beslag genomene goederen waren te zijnen voor- deele. De heer alleen bezat het recht van jacht en vischvangst op al zijne landerijen, bos- schen eu weiden. Alle gevondene voorwerpen en schatten kwamen hem toe. De heer was eigenaar van alle wegen en van al de boomen, die er op geplant werden. De heer had het recht tolgeld te heffen op de personen, die op zijnen grond kwamen en op al de koopwaren, die er in of doorge voerd werden. Het volk was verplicht tot het doen der karweien, hun door den heer opgelegd, bijvoorbeeld, hij kon elkeen oproepen om voor hem gedurende verschillige dagen zonder vergoeding te werken. De klooster overste van Remiremont eischte alle jaren van hare boeren op St Jansdag een schotel sneeuw, zoo niet een witten stier. De on- derhoorigen van den heer van Wadelom moesten hem jaarlijks op Sinxen de nagelen der voeten bijten. Vader overste van het klooster van Luxeuil verplichtte zijne boeren elk op zijne beurt met stokken in den vijver te slaan en te zingen pa, pa, renette, pè Veci M. l'abbé, que Dieu ga. wat wil zeggen: stil, kikvorschen, stil. M. de abt is daar, dat God hem beware. De heer bezat ook het recht der - doode hand dat hier ook wel genoemd werd beste catheil, 't is te zeggen dat bij een overlijden hij het beste voorwerp mocht komen wegnemen't zij het eenig paard, de koe of wat hij ook verkoos. De zwaarste geldklopperij van dien schoo- nen tijd, waren de tienden. De boer moest het 10e van al wat hij kweekte aan den heer afstaan. Als de oogsttijd kwam, moest de boer eerst de toelating krijgen van zijne meesters om zijne vruchten in te halen. De meesters deden eerst voor hen zeiven zorgen eerst werd hun gedeelte gepikt, gedroogd, in de schuur gebrachtdaarna mocht de boer aan het voor hem bestemde deel be ginnen. Maar de boer was nog niet genoeg ge stroopt.. Niemand mocht een graanmolen hebben dan de heer. Ging nu het graan naar den molen, weeral werd het tiende deel geëischt. Ging dan de bloem naar den bakker, weeral het tiende deel ervan werd weggenomen. De boer werd standvastig bestolen. Wie dierf zeuren moest het maar weten. Op 25J.Februari 1730 werd een genaamde Signerol in het dorpken Muno op bevel van een luikschen kloosteroverste tot de galg veroordeeld om rede dat hij ia de betaling der tienden een dikke bussel hooi met een dunnere verwisseld had. De koord waarmede men den ongelukkige ophing, brak tot tweemaal toe en de beul eindigde met het slachtoffer levendig te begraven. 't Was niet alleen op stoffelijk gebied, dat het volk verdrukt werd, ook op zedelijk. De vrijheid yan godsdienst en geweten, de vrij heid der drukpers, de vrijheid der vereeni- ging, niets bestond; alleen de katholieke godsdienst mocht uitgeoefend worden, an dersdenkenden konden tot geen ambt gera ken wie iets wilde laten drukken, moest eerst de toelating van den boekenkeurder hebben; om de kleinste maatschappij te mogen stichten kostte het veel moeite. Het volk die reusachtige onrechtvaardig heden en verdrukking moede, schudde het zware juk af, verklaarde al de voorrechten afgeschaft, beschreef de rechten van den mensch en grondvestte de tegenwoordige maatschappij. Ziedaar de heugelijke gebeur tenis, Fransche revolutie geheeten, waarvan men dit jaar de honderdste verjaring viert. Wij moeten hier een woordje zeggen over het proces der socialisten dat tegenwoordig te Bergen bepleit wordt. De kalote gazetten verdraaien de waarheid of zwijgen. Een ieder weet nog dat in den loop van Mei 1887 er grève in de koolgewesten ont stond. Er werd een congres te Chdtelet ge houden, de werklieden staakten het werk, er werden gendarmen en soldaten naar de koolstreek gezonden, men las in de gazetten dat men aanslagen met de dijnainiete deed, plakbrieven om het volk op te vuren werden verspreid, enz. Over een jaar was er meer dan een libe raal die waarlijk geloofde dat de socialisten ongelijk hadden. Nu dat de zaak voor den rechtbank komt, gaat er een licht op dat vele socialisten en liberalen en zelfs rechtzin nige katholieken de oogen zal doen open gaan. Wat gebeurde dan in het geheim Ze kere Pourbaix en nog twee andere van zijne soort, waren in betrekking met de geheime policie. In de koolstreek waren zij gekend als hevige socialisten, zij stonden aan het hoofd der meetingen en hitsten het volk op om geweld te plegen. Hij zegde aan den eenen gij moet dit of dat doen, ge moet niet be vreesd zijn, enz. enz. en als hij dan zeker was dat men zijnen slechten raad zou uit voeren, dan liep hij naar de policie en ging vertellen dal zulk een en zulk een dit of dat van gedacht was uit te meten. De policie betaalde Pourbaix volgens de overdrager en ophitser min of meer zware zaken kon ver tellen. Wij kunnen hier al de schurkerijen van Pourbaix niet vertellen. Wij zullen ons be palen met één. Pourbaix begaf zich in Mei 18S7 naar Maubeuge (Frankrijk) waar Alf. Defuisseaux zich ophield. Hij wakkerde Defuisseaux op een ultimatum op testellen, hetgeen hij ook doet. Zoohaast in Belgie gekomen zendt hij de volgende telegram aan de policie Ar- riverai minuit, prévenez Beernaert. (Zal middernacht komen, verwittig Beernaert). De minister (lees goed de minister) Beer naert ontvangt den overdrager-ophitser in zijn hotel. De minister bewaart het ultima tum tot 's anderdaags, zendt het vervolgens naar de policie die het op zijne beurt naar Pourbaix zendt. Pourbaix wakkert Hector Couvreur op van het ultimatum te teekenen hetgeen ook gebeurt. Het wordt uitgegeven en Beernaert zendt zijne policie uit om de plichtigen te straffen. Couvreur en Defuis seaux worden voor den rechtbank gebracht de eerste vrijgesproken en de tweede veroor deelt. En Pourbaix en de minister Zij, de opstellers en die het kwaad hadden kunnen beletten worden gerust gelaten en zijn eer lijk Het proces van Bergen zal nog andere van de eerlijke daden van den minister en'zijne betaalde opstokers-overdragers laten ken nen. Die geschiedenis waardig van den tijd der inquisitie is nog niet uit I Wie weet of men het volk niet in opstand wilde brengen om er in te kunnen schieten en dan de lof van Beernaert uit te bazuinen, die zoo goed voor de orde en eigendommen zorgt Dat is die zelfde Beernaert die zegde dat hij in één jaar meer voor het volk zou doen, dan de liberalen in 20 jaar Leert daaruit, werklieden, dat uwe ergste vijanden de kaloten zijn! Zij beloven u veel, zij vleien en streelen u uit eigenbaat en u te beter te verdrukken. De liberalen moeten uit het proces van Bergen leeren dat de werkman in den grond goed is. Dat hij altijd door opstokers misleid wordt en dat het dus voor de liberalen eenen grooten plicht is hem goeden raad te geven en hem te helpen waar hij kan. Laat ons den werkman als onzen broeder behandelen en vergeten wij nooit dat het onderwijs alleen bekwaam is om van den werkman een goede burger te maken. Geef hem een grondig onderwijs en het overige zal alleen komen 1 En gij, rechtzinnige kaloten (zoo er nog zijn!) voeg uwe stem bij de onze om het schandelijk gedrag van de ophitsers-over dragers te laken en schande te werpen op al deze die, om te kunnen bestieren, hunne toevlucht tot spions en verklikkers moeten nemen Het proces van Bergen bewijst eens te meer dat een kalote bestier (hetzij aan stad, provincie of staat) het bestier der oneerlijke middels en daarom moet elk eerlijk man zulk een bestier bevechten HET WEEKBLAD (1) In den tijd bestond er ook zulk misbruik te IJperen in de St Jozefschool, waar de kinders mits betaling, eene pinte melk kregen. Wij weten het van een moeder zelve. «SlrtOPC IBM.. i

HISTORISCHE KRANTEN

Het weekblad van Ijperen (1886-1906) | 1889 | | pagina 1