VAN IJPEREN EN HET ARRONDISSEMENT. Politiek, Nieuws-, Handels- en Annoneenblad. DE PRINSES MARIA. Vierde jaar. Zaterdag ln JuK 1889. Nummer 22 Een kort overzicht der hoofddaden van het katholiek ministerie in Belgie. Nieuwe belastingen. De Regeering en den Landbouw. Abonnementsprijs voorop betaalbaar: 3 fr. per jaar voor de stad. 3 fr. 50 voor den buiten. Per 6 maanden: 1 fr. 75. Annoncen: 15 cent. per drukregel. Rechter lijke eerherstellingen: 1 fr. per regel. Akkoord per jaar of per maand. 10 centiemen per nummer.Afzonderlijke nummers voor artikels, enz. fr. per 100.Alle berichten van verkoopingen of andere bekendmakingen ten bureele dezer gedrukt worden eens gratis ingelijfd. De annoncen voor België, ter uitzondering der beide Vlaanderen, alsmede die voor het buitenland worden ontvangen door den Office de Pablicité, Magdalenastraat, Brussel. Men wordt verzocht alle hoegenaamde artikels uiterlijk tegen Vrijdag middag vrij en under teekend toe te zenden. Artikelen onge teekend "T-personnali-teiten bevattende worden, niet. opgenomen. Toen in 1884 de katholieken aan het be wind kwamen, riep het gouvernement de Kamers in buitengewone zitting bijeen, ten einde de wet van 20 September 1884 op het lager onderwijs te stemmen. Ten gevolge dier wet werden meer dan 1.000 onderwij zers op straat gezet en meer dan 4,000 dier ambtenaars zagen hunne jaarwedde met een derde of een vierde verminderen En welk was hunne misdaad Zij waren getrouw ge bleven aan eed en plichtzij hadden gewe tensvol eene wet uitgevoerd, door de meer derheid der wetgevende Kamers gestemd en door den Koning bekrachtigd. De meineedige overloopers die in 1879 hun ontslag gaven en opstonden tegen wet, gou vernement en koning werden beloondzij namen de plaats in der afgestelde leeraars of werden tot inspecteur benoemd. Een minis terie dat zoo te werk gaat, zal zeker niet te streng geoordeeld zijn, indien men het be stempelt met den schandnaam van Ministerie der anarchie en der revolutie. In 1883 bestreden de katholieken in de Kamers met de grootste hevigheid de belas tingen welke door de liberalen gevraagd werden. De tegenwoordige groote minister Beernaert verklaarde in volle Kamer dat de lasten onnoodig waren. Eenige maanden na dien werden de clericalen meerderheid. Heb ben zij eene enkele centiem van die hatelijke belastingen afgeschaft Katholieken, geeft ons onze millioenen terug, anders werpen wij u terecht naar het hoofd den naam van (12e Vervolg.) De diepe walg belettede haar op nieuw verder te spreken, van Wezenmaal, die ge voelde hoe diep verachtelijk zijne rol was, en welk misprijzeu en verfoeiing de schoone voor hem koesterde, rees omhoog. Zijn slecht karakter, een mengsel van vos en tijger nam de boven hand, en met eene schijnbaar her kregen kalmte gesteund door een satanische glimlach, hernam hij Zachtjes, edele jonkvrouw. De gramschap ontsiert uwe hemelsche trekken. Ja, ik heb u durven beminnen. Ik gevoel, dat ik plich- tig ben. Maar ik ben niet alleen plichtig. Wat zal de hertog van Braband wel denken van eene zuster, wat zal de koning van Frankrijk wel denken van eene bruid, die zich begeeft op eene geheime nachtelijke samenkomst den dag harer verloving? Want uw gevaarlijk uitstapje heeft getuigen, edele jonkvrouw. Hij keerde zich naar den kant van het houtgewas en beval Verschijnt, gij daar Vijf gemaskerde ridders verschenen. De prinses Maria voelde dat hare krachten haar begaven, en het schemelde voor hare oogen. Johanna ijlde toe, wierp de beurs in 't gelaat des tempeliers, en in tranen uitber stend, ondersteunde hare meesteres. Ministerie der eerloosheid. Voor 1884 zongen de clericalen op alle tonen: Als wij aan het roer komen zullen wij de lasten verminderen, en den landbouw opbeuren. Belastingschuldigen en boerkens, wat denkt er u van Zult gij met mij niet uitroepen dat wij beheerd worden door het Ministerie der valsche belovers. Sedert vijfjaren staat de Moniteur alle dagen vol met subsidiën voor het opbouwen en herstellen van kerken en pastorijen, voor het scheppen van nieuwe onderpastoorsplaat sen, hulpgelden verleend aan paters en non nen, plaatvervangers der offlciëele onderwij zers. Voor andere dan voor de geestelijkheid is er geen geld, de arme briefdragers zien hunne vraag voor de geringste verhooging van de hand wijzen. Weg met het Ministerie van pastoors, paters en nonnen. Verleden week voor het assisenhof van Bergen werd bewezen dat het ministerie in betrekking was en geld gaf aan mannen zooals Pourbaix, Laloi en anderen, die de ongelukkige koolmijners aansporen tot ver nielen, moorden en hranden en ze dan aan het gouvernement overdragen. Weg met het Ministerie der mouchards. Arm Belgenland, waar gaat gij heen? Brusselsche radikalen waar hebt gij ons ge bracht? Wanneer dan daagt eens de zon van hoop op voor degenen die het wel meenen met de vrijheid, den vooruitgang, het welzijn van het vaderland M. Giroul heeft Dinsdag in de Kamer een wetsontwerp ontwikkeld tot ondersteuning eener vraag van verscheidene gemeenten in het Walenland, strekkende opdat de Staat de Van Wezemaal liet zich echter van zijn stuk niet brengen. Verdwijn nusprak hij tot de gemas- kerden. Edele jonkvrouw, ging hij voort, die edel lieden zijn mijne vrienden. En wanneer de hertog en de koning, uwe nachtelijk uit stapje vernemende, zullen uitroepen dat gij een minnaar hebt, dan zullen mijne vrienden zweren, dat het waar is. Maria gevoelde eene wanhopige razernij. Zou die ellendeling haar dan willen in het verderf storten Gij zijt een lalfe schelm, edele tempe lier, borst zij opnieuw uit en ik haat u uit ganscher harte. Ik ben een van die schelmen, edele jonkvrouw, die voor een blik van u zou wil len sterven, sprak met tergend smeeken de booswicht. Zwijg! beval angstig de schoone. Doch Van Wezemaal vervolgde En ik hoop dat mijne prinses mij nooit zal dwingen aan de koning de getuigenis mijner vrienden te bevestigen en te verkla ren, wanneer er van een minnaar sprake is, dat ik dien minnaar ken. Gij kent hem? Maar gij liegt, zeg ik u. Stout gesproken is half gevochten, dacht de valsche monnik, ik ken hem Hij kent hem; ik ben verloren, o God zuchtte de arme jonkvrouw. Ik ken hem, ja, maar nooit zal ik hem schadeloosstellingen zou betalen, waartoe deze gemeenten veroordeeld werden, tenge volge der socialistische plunderingen en brandstichtingen van Maart 1886. Het groot schandaal van Bergen bewijst dat M. Giroul en de veroordeelde gemeenten volkomen gelijk hebben van de regeering tot betaling op te roepen. Als men ziet dat 't clericaal gouvernement sommen van 1200 franks uitbetaalde aan de ellendige kerels, die in 1887 het werkvolk tot plunderingen en dynamietaanslagen aan hitsten, dan kan men niet nalaten vermoe dens te krijgen dat 't zelfde zou hebben kun nen plaats grijpen in 1886, zooveel te meer wanneer men bedenkt hoe traag de regee ring er dan bij was, om troepen naar het Walenland te zenden en hoe bijzonder wel willend zij zich later getoond heeft voor de veroordeelde brandstichters. Arme sukkels, die uit armoede een brood stolen, werden nooit door onze clericale ministers zooveel belangstelling betoond als degenen die de streek van Charleroi in vuur en vlam stel den Daar hebben we't weer! Minister Beer naert, die al de liberale belastingen als nut teloos bestreedt en die, sedert hij meester is, niet alleen al deze belastingen behouden maar degenen op suiker, azijn, vreemd vee enz. verhoogd heeft, M. Beernaert heeft Dinsdag, door zijne clericale meerderheid, weeral eene nieuwe belasting doen stemmen. Deze belasting treft de saccharine met een recht van 140 frank per kilo. Zooals men weet is de saccharine een voedselloos, maar onschadelijk doch zeer suikerend extract van kolen. Het suikert 280 maal meer dan suiker en wordt dan ook reeds in menige nijverheid gebruikt. noemen, op voorwaarde dat de schoone jonkvrouw van Braband zal zweren, dat zij den geestelijken ridder van Wezemaal geen haat toedraagt... Maria die gevoelde dat het met hare eer gedaan was, indien zij niet eenigzins toegaf, deed eene poging op haar eerlijk gemoed en antwoordde na eenige oogenblikken Welnu, ja, ik zweer het Een duivelsche grijns overliep des boos- wichts gelaat, en met wulpsche, brandende lippen fluisterde hij haar toe En dat zij tot teeken van verzoening hem omhelzen zal. Die woorden waren nauw uitgesproken, toen een kaakslag den ellendeling op de volle wang trof. Maar gij zijt dan een duivel uit de hel ontsnapt? siste de ongelukkige jonkvrouw ten top der verbolgendheid hem toe, en plaatste zich in werende houding. Die hoogste smaad deed den monnik niet deinzen, maar joeg zijne dierlijke driften tot haar toppunt. Met een hijgend gerochel in de keel en gretig reikende armen drong hij op de zuster zijns hertogs aan. Komaan, hoofsche schoone, raasde hij, geef mij den verzoeningskuskom, ik heb er jaren lang na gehaakt. Hij sloeg zijne armen om hare goddelijke gestalte, en trok haar tot zich. Weg, booswichthulp, hulp riepen in den hoogsten angst de' jonkvrouw en hare Aangezien er per jaar omtrent 3C00 kilos saccharine den lande ingevoerd worden, zal deze nieuwe belasting omtrent een half mil- lioen franks per jaar in Beernaerts kas bren gen. De nieuwe belasting van een half millioen zal geen plezier doen aan de pastei- en sui kerbakkers, brouwers en andere nijveraars. Maar ze lonken er al op in de kloosters en er zullen weer eenige nieuwe broerkensscho- len kunnen gesubsidieerd worden. Redevoering uitgesproken door onzen vriend K. II. De Quéker, vroeger medewerker van onzen voorganger de Kunstbode, na mens den Landbouwbond van Brussel, in algemeene vergadering der buitenkie zers van dat arrondissement. dienstmaagd. Doch geene hulp daagde, en de gemasker de mannen bleven in 't hout verscholen. Hoe zij zich ook verweerde, van Weze maal liet haar niet los en stamelde voort in de waanzinnigheid van zijne overspannen, dierlijke lijdenschap Goddelijke schoone wees toch niet zoo wreed. Zie, wanneer gij vlucht, zullen ik en mijne vrienden spreken. Hulp!... hulp!... riepen de beide vrou wen met wanhopige stemmen. Doch op dit oogenblik kreeg de tempelier een zoo geweldige vuistslag op het hoofd dat hij erbij suizelde. Een krijger in eenen man tel gewikkeld en met gezonde vizier was op hem aangestort en riep met bulderende stem Achteruit? of ik doorsteek u. Van Wezemaal trok zijn zwaard en liep op den krijger in. Wie zijt gij? schreeuwde hij. Achteruit riep opnieuw de krijger, insgelijks zijn degen trekkende. Vervloekt! [brieschte van Wezemaal. Vaar naar de hel, ellendige knecht. Verdedig u, ridder der schande Met deze woorden sprong de onbekende krijger op van Wezemaal toe, en eer deze den tijd had verkregen, zich in de weer te zetten, sloeg hij hem het zwaard uit de hand en bracht hem daarna aan den arm eene breede wonde toe. (Wordt voortgezet.) HET WEEKBLAD -—-,11—1 It>^l itTTTn— Het is niet noodig, Mijnheeren, groote stad huiswoorden of klinkende zinnen te gebruiken, om te bewijzen dat sedert 1884 voor den landbouw al heel weinig, om niet te zeggen volstrekt niets is gedaan geworden. De Regeering, met welke wij op dit oogenblik zijn gezegend, had nogtans, toen zij minderheid was, zich aangesteld als zijnde de hoop en de toekomst van den buiten. Zij alleen, de katholieke minderheid, was be kwaam om onze pachters te verlossen van de drukkende crisis onder welke zij gebukt gaanzij alleen had middelen gevonden om eiken landbou wer gelukkig te maken; zij alleen was bij machte de gelden der schatkist te gebruiken ten nutte van de buitenkiezers en doelmatige ondersteuning aan alle landelijke vakken te geven. "Wanneer die minderheid meerderheid zou ge worden zijn, dan zou een tijdperk van geluk en welvaart aanbrekenhet zou een echt Luilekker land worden op onzen buiten kortom, wilde men hen gelooven, de leeuwerikken gingen gebraden en ingesausd uit den hemel vallen in den mond der boerenlieden. WTelnu, die minderheid is meerderheid geworden en wat heeft zij uitgericht? Met de hand op het geweten, hoort men dagelijks de meest katholieke landbouwers uitroepen: de Regeering heeft voor ons niets gedaan.

HISTORISCHE KRANTEN

Het weekblad van Ijperen (1886-1906) | 1889 | | pagina 1