De Vlaamsche Illustratie
Val.
Sterfgeval.
Onweder.
Vereering.
Vertrokken.
Burgerstand
lo ïo id in io o c io
West-Nieuwkerke.
Kemmel.
Boekenaankondiging.
wenschen hem met zijne overwinning en de
2compagnie met haren nieuwen kapitein
geluk.
Misschien zullen de wachten nog al menige
walsen neus opgedraaid geweest zijn of mis
schien ook zal men in de 2" compagnie nog
vele geestige uren beleven. En t zal mis
schien wel alle twee waar zijn. Gelukkige
wachten der 2* compagnie, ja
Verleden Zondag, na de paardenloopstrij-
den, kroop het knaapje L. Tancré op de tri
bunen en door eene onvoorzichtige beweging
kwam het jongentje neerwaarts zonder trap
pen. Het viel van een paar meters hoog met
het ongelukkig gevolg dat het zijnen arm
brak. Kort nadien werd het in ons gasthuis
verpleegd.
Dinsdagmiddag is hier schielijk overleden
den heer Hendrik Thiebault, Voorzitter van
den wereldlijken schoolpenning onzer stad.
Zijn afsterven is een gevoelig verlies, niet
alleen voor de liberale gezindheid, waarvan
hij een der overtuigdste en openhartigste
aanhangers en verdedigers was, maar nog en
vooral voor ons wereldlijk onderwijs en de
behoeftige volksklas. Voor de armen had hij
enkel medegevoel over; zij, die nood leden,
vonden immer bij hem heul en troost, stoffe
lijke en zedelijke leniging in hun wee.
Stichter en voorzitter des wereldlijken
Schoolpennings, was hij zijn werk volop
genegen en wist er zijnen tijd, zijne moeite,
zijn geld, alles aan op te offeren. De ouder
en kinderen weten maar al te wel wie zij
verliezen. Zij weten hoe minzaam hij voor
hen allen was en hoe zijn boezem van zelfs
voldoening en zielsgenot klopte, wanneer hij
die tallooze kleine bubbeltjes, netjes gekleed,
met opgeruimd gelaaat ter schole trekken en
hem bevallig groeten zag. De werkman, de
schoolkinderen verliezen in hem een echten
vader; het liberalism een kloek soldaat, de
IJperlingen een gespraakzamen medeburger
en zijne echtgenoote en kinderen wederzijds
een voorbeeldigen levensgezel en duurbaren
vader, die onverpoosd met het heil der zijnen
bekommerd was.
Donderdag namiddag had zijne begraving
plaats. Eene tallooze schaar vrienden waren
toegesneld om aan den edelen man eene
laatste hulde te brengen en hem een laatst
vaarwel toe te roepen. De lijkstoet met het
Pompiers muziek aan 't hoofd, was lang en
indrukwekkend. Een twaalftal prachtige
kronen werden door de schoolkinderen in
den stoet gedragen.
Te weten
3 door de famielje.
1 De schoolpenning aan hunnen voorzitter.
1 Aan den voorzitter der schoolpenning voor
zijne talrijke vrienden.
1 De reizigersbond van Gent, aan haar diep
betreurd lid.'
1 Drie Vrienden MM. Hennau, Soete, en
Morreau.
1 De kostelooze stadsscholen aan hunnen
weldoener
1 Afdeeling Willems-Fonds.
1 M. Arth. La Grange Gent.
1 De meiden en knechten van 't huis.
Nog nooit zagen wij eene roerender plech
tigheid en nog nooit ook nam onze gansche
stad zoo algemeenlijk in die treurnis deel.
En kon er iets in staat zijn de zielesmart der
famielje van den dierbaren afgestorvene wat
te lenigen, zeker ware het die algemeene
rouw en roeronde plechtigheid.
Op den boord van het gapend graf werden
er twee lijkreden uitgesprokende eerste in
't vlaamsch door den heer E. Van Eeckhout,
gemeenteraadsheer en oudste lid van den
wereldlijken Schoolpenning, namens deze
weldadige inribhting en de tweede in 't
franse'i door den heer A. Verduyn, namens
het onderwijzend personneel en de leerlingen
der beide kostelooze stadsscholen.
Daarna verliet iedereen den doodenakker
met een benepen boezem en eenen indruk in
't hart, waarvan men eeuwiglijk een onuit-
wisclibaar aandenken bewaren zal.
Wij betreuren ten zeerste het onherstel
baar verlies, welk de familje Thiebault komt
te ondergaan en wij bieden haar onze recht
zinnige gevoelens van deelneming.
Verleden Vrijdag van twee tot drie ure
namiddag woedde boven onze stad een on
weder, dat ons gelukkiglijk maar zelden op
dergelijke wijze teisteren komt. Sinds 1854
hebben wij inderdaad geen zulke verwoes
tingen meer te verduren gehad.
Het werd, om zoo te zeggen, pikdonker
de wind huilde vervaarlijk de regen vi°l in
stroomen neer; de hagelsteenen sloegen de
ruiten uit der gevels naar den westen ge
keerd; de bliksem flitsen hielden aaneen en
de donder rommelde onafgebroken. Kelders
stroomden vol water en glazen daken waren
teenemaal verbrijzeld.
Vele kwezels meenden dat het einde der
wereld daar was, smeten wijwater en knab
belden gebeden genoeg em satan in een
mollegat te doen kruipen.
Doch de grootste schade is weeral op den
buiten gebeurd. De veldvruchten en vooral
het welige vlas zijn geen pijpe tabak meer
waard. Ook is het niet te verwonderen dat
onze te zeer beproefde landbouwers er het
zuur van krijgen. Het is voor hen de gena
deslag.
Wij zijn gelukkig onzen lezeren te kunnen
melden dat de heer Balmaeckers, onder-be
stuurder bij ons Pompiers-muziek en leeraar
aan de stadsmuziekschool, met het burger
kruis van le klas vereerd is voor bewezene
diensten binst eene loopbaan van meer dan
35 jaren.
Gisteren avond gaf het muziek der Pom
piers eene serenade terwijl een aantal vrien
den, zich verhaaststen, den heer Bal-
maecker hunne oprechte gelukwenschen
aan te bieden.
Een hartelijk proficiat voor den verdienst-
vollen gedecoreede
Donderdag 11. zijn de heeren Hendrik
Menu en Renaat Dieryck, landbouwers te
Voormezeele, uit Antwerpen ingescheept
naar Amerika, waar zij gaan zien zijn of de
strijd om het leven er niet gemakkelijker
vol te houden is. Dat zij er welvarend en
gezond aankomen om er hunne moeite, moed
en ijver rijkelijk beloond te zien; dat is de
wensch van al de vrienden en kenissen, die
zij hier achterlaten. Het is ook de onze.
Bij hunne aankomst in het verre Amerika
zullen zij ons blad eenige brieven sturen,
waarin zij hunne reis en hun wedervaren
in de vreemde onbekende streken mededee-
len zullen. Wij en hunne vrienden zullen
met ongeduld op die nieuwstijdingen wach
ten.
van den 31 Mei tot den 7 Juni 1889.
Geboorten.
Mannelijk geslacht 4. Vrouwelijk id. 3.
Hu weïi.j ken
Pioter Devoldere, notaris klerk en Amelia
Credis, zonder beroep.
Overfijdoiis.
Hendrik Craeye, barbier, 37 jaar, echtge
nootvan Emma D'Hellem, Zaalhof.
Sophia Werbrouck, kantwerkster, 43 jaar,
weduwe van Victor Clinckemaille, Mee-
nenstraat.
Pieter Hendrik Thiebault, hotelhouder, 60
jaar, echtgenoot van Maria Hage, Rijsel-
straat.
5£mcleren beneden de 7 jaren.
Mannelijk geslacht 1. Vrouwelijk id. 1.
Maandag, 10 Juni, zal het bureel van den
Burgerstand alleen open zijn van 9 tot 10
ure 's morgens.
w
S3
•-s
P3
Pi
H
PP
"«P
fc
w
B
<1
pp
O
Den heere Jan Verpletter, landbouwer,
ter Polloeche.
Vriend Jan,
Ik werd tot weenens toe bewogen toen ik
verleden zondag, aan Satans venijnige inge
vingen bezwijkend, het verderfelijk Week
blad van IJperen kocht en daarin o, 't is
afschuwelijk een artikel aantrof waar de
eene of andere geuzenschavuit u zoo ellendig
en onmeedoogend roosterde, dat sprankels
olie-vier klaterend hemelwaarts stegen of
het ware om de genade van St Jan, uwen
heiligen patroon, over u te halen. O ja, ik
huiver nog bij het aandenken hoe gij daar
onder de vernielende vlammen sous le
feu dévora.nt als een brusselsche boeste-
ring of liever als een spartelend pennevarken
op te krollen laagt, terwijl het vet maar
nedei'drupte!... Gij, een eenvoudig penne
varken, gij, onze Jan, de Jan van alleman 1
o schennis! Ja, horresco refer ens! 'twas
afzichtelijk
En nochtans, onnoozel lam! gij zijt het
toch niet, niet waar, die het protectionism
hebt uitgevonden? Daar ken ik mijnen besten
Jan veel te.... goedzakkig voor! Jan-protec-
tionistMaar,'t is eene lastering't Is de
duivels plaatsen in den hemel, 't is willen
klaar zien in het St Jans EvangelieGod
hebbe onzen Jan, zoo deze enkel weet wat
beest het protectionism is; en de duivel hale
mij zoo ik aan zulke verfoeilijke uitvinding
geloof hechten kan! Hij zou protectionist zijn,
hij, mijn boezemvriend sinds zoovele jaren,
hij, de boer uit de Polloeche, de terrible
orateur, de gevierde menschenvriend, de
beproefde kandidaat candidal a répéti-
tion, de voorbeeldige kristene, de weldoe
ner der werklieden; hij de pop...hilariteit
zelve! Protectionist hij, wiens vrouw steeds
zoo oprecht en openhartig aan het libre-
échange werd verknocht dat zij ten allen
tijde bij voorkeur met Armeniërs iiandel
dreef; en dat.... Maar genoeg, eenieder weet
hoeveel de Armentiersche boter het pond
geldt; en, zegt het spreekwoord, quc.nd on
sait ce que vaut l'aune, on y met le prix...
en dat is ons voldoende
Ik wil niet aandringen, mijn beste Jan, en
van u eene staathuishoudkundige geloofsbe
lijdenis une profession de foi économi-
que vergen. Ik weet genoegzaam dat gij
daartoe onbekwaam zijt en dat het lasteraars
zijn die uwen verheven toestand benijden,
welke u beschuldigen van uwen doorluchti-
gen naam onder de protectionistenreklaam
als hoofdman te hebben ingeschreven.
En ware het onmogelijke gebeurd, zoo een
booze geest Yervoet bijv., onder ons ge
zegd u dien onzin als plicht had opgedron
gen, dan ken ik u genoeg, mijn goede Jan,
om openbaar te verklaren dat gij de huur
prijzen uwer eigendommen niet met een rood
duitje zoudt verhoogen; dat uwe werklieden
de eersten zouden zijn om van de winst die
gij op uw graan zoudt verwezentlijkcn hun
aandeel te hebben; dat gij dus hunnen dag
loon merkelijk zoudt vermeerderen en dat de
eeuwige papen de gestoofde palaten, alias
ratatoelje, voortaan hunne plaats zouden
ruilen tegen zaanrijke zoetemelk en gebraden
rundvleesch om van de kiekens en tiet nage
recht niet te spreken.
0 ja, mijn Jan, mijn diep beleedigde Jan,
dat weet ik, daarvan ben ik overtuigd en
daarom toeken ik hevig protest aan tegen de
aantijgingen der vijanden van uwen roemrij
ken naam en gevierde faam.
De tranen rollen van verontwaardiging als
zoovele uitroepingsteekens op mijn papier
neder en, ik gevoel het, 't wordt tijd, want...
ik versmacht.
Bied mijne eerbiedige groetenissen aan
uwe beminde victorie, maar spreek haar in
Gods naam van de boter niet noch toon haar
vooral mijnen brief.
Ik eindig',mijn Jan,met u de verzekering te
geven dat gij voortaan op mij rekenen moogt
om u te verdedigen als gij wordt aangeval
len, om u te ondersteunen waar gij wordt
voorgesteld; maar vooral om u te... troosten
in de dagen der toekomstige buisvormige
beproevingen
Ziedaar, mijn Jan, de reinste gevoelens
van
Uwen ouden trouwen
C. Dulard.
Attrap-Ühampagne, den 8 Juni 1889.
Oog voor oog, tand voor tand.
Oog voor oog, tand voor tand is eene der
bedreigingen welke de hriefmaker ons wel
eer in 't Nieuwsblad naar 't hoofd slingerde.
Wij hadden lang genoeg op onzen poot
gespeeld, hij ook zou uit zijn kotje komen,
hij ging ons verpletteren, ja zoo plat als eene
vermorzelde vloo. En zie, drie, vier brieven
werden in 't Nieuwsblad gelapt, brieven
waarin de waarheid onbarmhartig den hals
gekraakt werd en waar de uitscheidingen
niet gespaard waren.
Zijne lage aanvallen bevielen ons nochtans
uitermate, niet omdat zij ons niet raakten,
maar eerstens omdat de aangerande personen
zich om zijn geklap bekreunden als Callens
om zijne ziele zaligheid, en ten tweede
omdat zij van langs om meer de laaghartig
heid van den briefmaker bewezen.
Maar, o jammer ons genoegen moest
kort van duur wezen I Welhaast spartelde
de briefmaker als een duivel in een wijwa
tervat. Hij leed schipbreukWat moest hij
dan aanvangen? Moest hij den strijd verla
ten! Zou hij zulk een bloodaard wezen? Nog
niet! Hij nam twee, drie artikels uit andere
bladen over en dischte ze zijnen lezers op.
Eindelijk liet hij den gekenden brief van
den kerkwachter verschijnen en daarmee
was het punctum.
Hij, die ons den mond ging sluiten, ont
vluchtte het strijdperk. Zonder een woord
om zijne nederlaag te verontschuldigen,
legde hij de wapens neer. De reus Goliath
lag geveld
En nochtans'hij is ons antwoorden schul
dig op vragen die wij nu en dan tot hem
richtten, en die wij desnoods zullen vernieu
wen. Boven die antwoorden is hij ons ook
nog tegenwerpingen verschuldigd op voor
uitzettingen van onzentwege.
Onze lezers herinneren zich zeker onder
ander nog dat de briefmaker de Kemmelsche
jongelingen aanmaande zich overal, in alle
omstandigheden onbeducht katholiek te too-
nen en hunne tanden te laten zien aan de
eenige gasten die de zolen hunner schoenen
niet waard zijn. Zij herinneren zich ook nog
dat wij, ten einde den briefmaker de gele
genheid te verschaffen den Kemmelschen
jongelingen aan te wijzen hoe zij moeten
redetwisten, bekenden dat wij liberaal zijn
en waarom wij liberaal zijn.
Toen wij die bekentenis deden, wij meen
den dat de brietmaker zijne wacht want
voor hem is zijne wacht de Kemmelsche
jongelingen, deze welke van zijne wacht
geen deel maken teilen niet mee aan
wakkerde, den liberalen to doen inzien hoe
zij op politiek gebied eenen verkeerden weg
inslaan, en zulks, door kracht van beweeg
redenen die op de geschiedenis en hét gezond
oordeel gesteund zijnverders dat zij moesten
in allen eenvoud, de schoonheid en de juist
heid der grondbeginselen waarop de katho
lieke partij steunt, tentoon spreiden, maar,
wij sloegen den bal mis. De leden zijner
wacht moesten niet redetwisten, zij moesten
ruzie maken, en wel nog op eene manier die
te Kemmel nooit aangewend werd, om niet
te zeggen onbekend was. De Kemmelsche
jongelingen zijne wacht moesten spot
boeven, stooters, teentrappers, enz. wezen;
zij moesten 's nachts met taatsenvoeten, ha
mers en ander gerief de zoogezegde liberalen
opzoeken ten einde hen de goede princie
pen der katholieke partij in te kloppen, en
daarna loopen om processen te maken om
zich als lammetjes, als anges de douceur
te doen doorgaan.
Niettemin, zoo de Kemmelsche jongelin
gen 's briefmakers wacht voorvechters
moeten zijn, blijft de briefmaker ons zeker
eenige tegenwerpingen op onze bekentenis
schuldig.
Hij die tegenover ons met bedreigingen
zóó kwistig omging, zal hij eene witoore
blijven l
Allons, briefmaker, vlieg met uwe zaag
naar uwen inktpot, en laat het maar duch
tig tegen onzen gevel waaien, dat het oog
voor oog en tand voor tand zij
Mijnheer Meier, tandmeester van
Kortrijk, heeft de eer liet achtbaar publiek
en zijne talrijke kalanten kenbaar te maken,
dat zijn kabinet voor kunsttanden verplaatst
is ten huize van Mev. We Van Kemmel.
Groote Markt, 5, te IJperen, waar hij, als
naar gewoonte, allo Zaterdagen zal kunnen
geraadpleegd worden van 9 ure 's morgens
tot 2 ure 's namiddags.
Nog eene genezing te meer. Vier-
ves, 23 Juni 1888. Ik leed aan zenuwpijnen
die me den linker kant van het aangozich.
verlamde, ik had hevige pi.jnenin het hoofdt
Ik verklaar dat ik, na gebruik der Zwitser-
sche Pillen Hertzog van Parijs, tot volko
men genezing geraakt ben, en dit met slechts
twee doozen 1 fr. 50 de doos).
N6 37 3® jaar. zaterdag 8 Juni.
lïSTPÏOTTID r
Platen: Koningin I-lilde dacht aan
hare dochter. Eene gezellige liengelpartij,
teekening van Measom. Bedevaart naar
St. Guido of Gwijde te Anderlecht (Brussel;.
Het paard.
Tekst: Uit den heldentijd. Eene
gezellige partij. Bedevaart naar St Guido
of Gwijde, te Anderlecht, bij Brussel. Het
paard. Eene bruid zonder tournure
(Vervolg) Kronijk. 's Konings doop--
kind. (Vervolg). Genoeg. De Pelikaan.
De moord van Duinkasteel (Vervolg,)
Men abonneert zich ten bureele van dit blad.
Komt le verschijnen
bij A. DEMARTEAU, Uitgever te Tongeren,
rrWïdSd 8AMTEt¥
in een folkloristischan tabbaard,
door M. Vekkest,
Eene volkskundige studie over
St-NIKLAAS en St-MAARTEN.
Dit werkje, netjes op geel getint papier
gedrukt, telt ongeveer 50 biadz. en werd
gunstig beoordeeld en aanbevolen door een
groot aantal vlaamsche dag- en weekbladen.
Het boekje bevat eene menigte bijzonder
heden over St-Niklaas en St-Maarten, name
lijk hun leven en de meest gekende.sagen
hunne vereering; de feestviering en gebrui
ken welke plaat-: hebben in verschillige stre
ken en landen de rijmpjes, spreekwoorden,
liedjes en gebedekens aan den naam dier hei
ligen verbonden en door de jeugd gekend.
Deze bijdrage Wordt allen liefhebbers van
volkskunde aanbevolen, alsook aan de ouders
die hunnen kinderen eens veel over deze
Twee Santen willen vertellen.
Prijs50 centiemen.
o>
GO
GO
a
M
O
CO
00
a
>-5
w
D- CQ O O O
OOTr'^OOCOT-O-v-f
r—tH -*h h T-
O O O O O O O
O O O O O O CO
rH O CO CO h O O
a t( h- h
r-< CS
OIOOOOOOO
MO i> lö O O ÏO co
co" t' io" 05 O O CV* CV*
r—I r—1 rH r—H C
O O O O O O
O O O O O O rH
O CVT CO <0\ CQ^
CO cvf cT co ox
f-H C^*
O
OC <p
oc
O ei
<x>
O.
p<
t fl O
O P
U O OS
ca m
ïO
cv*
ro
w