STADSNIEUWS.
Een wassen neus.
Een pootspeler.
Brand.
De Ruikers.
Buurtspoorweg Veurne-IJpereii.
MAATSCHAPPIJ BURGERY/ACHTEN
Burgerstand
Een bloedig gevecht te Ploegsteert.
Kemmel.
Watou.
Voormezeele.
overal twist en tweedracht. Oneenigheid en
partijhaat teisterden de brave buitenlieden
en joegen deze. tegen elkander in 't harnas.
Doch toen zij in 1884, dank aan allerlei
bedrog, zeemzoete beloften en.... rotte appe
len, de meesters spelen mochten, gingen zij
overal den vrede herstellen, de verbittering
der gemoederen stillen en door hunne ver
draagzaamheid de wereld verwonderen. Dat
ook was appelen voor citroenen verkoopen
want de vervolging en de broodrooving der
onderwijzers verdubbelde en de wraakne
mingen waren overal aan 't orde van den
dag. En daar, waar de school niet heelemaal
en opentiijk afgebroken, het volksonderwijs
niet ganscii vernietigd worden kon, daar
wist men allerhande middelen onderduims te
bezigen, om dat doel langzaam maar zeker
te bereiken.
Wat een klerikaal haatdragend en wraak
zuchtig gemeentebestuur al uitdenkt en be
nuttigt om brave, gewetensvolle en ijverige
onderwijzers te plagen, te vervolgen, te
martelen is door geene pen te beschrijven en
men kan er zich geen gedacht van vormen,
wanneer men die hartelooze en wreedaardige
onderwijzersbeulen niet van nabij aan 't
werk gezien heeft. De haren rijzen te berge,
wanneer men nagaat, hoevele van die trou
we en eerlijke bedienden in den bloei des
levens, ten gevolge van allerlei zedelijke en
lichamelijke martelingen, ten grave gesleept
werden. Wat nu te Watou gebeurd, en dat
wij verder mededeelen, geeft er u een staal-
ke van. Daar ook, gelijk overal elders, laten
de pagadders aan hunne wraakzucht den
vrijen teugel en wanneer zij de onderwijzers
wreed en laf kunnen doen lijden, dan wrijven
zij zich de handen en lachen met duivelschen
wellust. Het doet aan die lage zielen oprecht
goed een gemeenteonderwijzer te zien lij
den; het verheugt hen zelfs als zij dat lijden
veroorzaakt hebben en als tijgers die bloed
zien, voelen die wreedaards een nieuwen
prikkel om hunne hartstochten aan nog
grootere smarten te voldoen. I3.
Zondag om 10 ure 's avonds werd onze stad
in rep en roer gezet door het kloppen der
brandklok. Oogenblikkelijk waren onze wak
kere pompiers met hunne spuiten gereed en
de helft onzer bevolking op do been om den
aangekondigden brand te blusschen. Doch
er werd niet weinig gezwansd op de reke
ning van den torenwachter, toen niemand
aanduiden kon waar het brandde of gebrand
had. Er was nergens geen het minste spoor
van brand te ontdekken, en brandweer en
volk trok er algauw van onder, overtuigd
als men was dat men iedereen een fermen
wassen neus opgedraaid had.
Dinsdag avond bevond er zich in het Café
Wation, Lombaardstraat, een vlegel die
nogal diep in 't glas gekeken had en, als
gemedaljeerden hansworst, iedereen zooda
nig de keel uithing, dat men genoodzaakt
was de hulp der politie in te roepen om hem
van zijne vechtziekte wat te genezen. Doch
onze politie, die nochtans van geen klein ge
rucht verveerd is, had nog al spel met den
zatterik en zij zou ongetwijfeld eene vieze
pijp te rooken gekregen hebben, ware de
patrouille niet juist daar geweest om den
vechtzieke te helpen in de gariool stoppen.
Dat hij daar een gezicht trok als eene kat,
wier knevels in eene tas azijn geweekt wer
den, is niet noodig te zeggen.
Heden morgen, rond 6 ure, is een begin
van brand ontstaan in de magazijnen van
den heer Roose, ondernemer, en uitkomende
in het Brakkestraatje. De geburen. die eerst
het gevaar bemerkten, liepen spoedig de po
litie verwittigen en weldra kwam de agent
Bastein ter plaats der ramp, waar hij met
de hulp van eenige gendarmen, die hem op
de hielen gevolgd waren, de noodige redmid
dels inrichtte. Al de eemers der buurt werden
bijgebracht en elk was dapper aan het blus
schen. Toen de pompiers aankwamen, die
nochtans op het eerste noodsein waren toe
gesneld, was alle gevaar verdwenen De
schade is onbeduidend.
Woensdag, daags na de balloteering te
Brussel, lagen er aan 't geestelijk kollegie
een groot getal prachtige bloemtuilen aan de
vensters ten toon.
De kurieusneuzen gingen er naartoe om
ze te bewonderen. Het gezwans was algauw
aan het orde van den dag. Wat is er gaande
zegde de eene. Waarvoor die ruikers? zegde
de andere. Wat is er gebeurd vroeg een
derde en zoo gingen de vragen hunnen gang.
Op alle antwoordde men onveranderlijk
Die bouquets waren allen beschikt om, na
denuitslag der kiezing te Brussel, naar den
gekozen klerikalen kandidaat De Becker en
het ministerie Beernaert-Pourbaix en C° als
felicitatie gezonden te worden. Doch daar
De Becke-r te Brussel geschoren werd zonder
zeep en dat Beernaert met zijnen olifantsneus
nu in zijne eigene vuiligheid te snorken ligt,
zijn de ruikers niet moeten verzonden wor
den en hebben de kaddodders ze hier ten
toon gespreid om er toch eenig genoegen van
te hebben en in die tentoonstelling wat troost
voor hun politiek verdriet te vinden want
zij hadden dien liberalen zegepraal vernomen
met gezicht als iemand, die op een scherpen
doom komt te trappen.
Woensdag 11. werd de tramlijn Veurno-
IJperen ingehuldigd. Zulks gebeurde zonder
lawaai. De klerikalen knarstanden van spijt
omdat de exploitatie van deze lijn hun niet
toegestaan werd. De maatschappij van den
buurtspoorweg Blankenbergbe-Veurne is
als ondernemer aangenomen en de klerikalen
van Veurne-Nieuport-IJperen wilden van
deze exploitatie eene geheele klerikale ex
ploitatie maken. Zij hadden het voornemen
een fits a papa aan het hoofd der lijn te
plaatsen; de bedieningen van kaartjeknip
pers, treinwachters, machinisten, stokers,
enz., waren allen reeds beloofd aan zuivere
klerikalen van hier en elders. Maar helaas!!
geheel de boel valt in duigen. De fils a papa
is op zoek naar een postje en de tjeefen
wachten met ongeduld naar hunne bedienin-
gen.
van liperen.
Schieting van Maandag 27 Mei
1889.
Boedt Léon,
8
9
10
9
1
37
Masscheleyn Alph.,
1
8
3
9
8
29
Vantholl Henri,
4
7
9
5
3
27
Bogaert Alphonse,
1
6
6
9
3
25
Froidure Robert,
6
7
2
3
6
24
Lessaff're Auguste,
5
7
1
4
3
20
Deweerdt Charles,
1
5
7.
5
2
20
Beke Emile,
5
1
4
5
4
19
Thiebault Ferdinand,
3
9
1
3
2
18
Vermeulen Henri,
3
2
1
9
2
17
van den 7 tot den 14 Juni 1889.
Geboorten.
Mannelijk geslacht 7. Vrouwelijk id. 9.
Huwelijken.
Juliaan Sambaere, ticheldekker, en Romania
Gallens, kantwerkster.
Hendrik Doolaeghe, klakkenmaker en Celina
Buseyne, kleermaakster.
O verlij dens.
Philomena Pouley, kloosterlinge, 50 jaar,
St Jacobstraat.
Marie De Graeve, zonder beroep, 72 jaar,
weduwe van Augustinus Plancque, Mee-
nenstraat.
Ludovicus Moniez, zonder beroep, 71 jaar,
ongehuwd, Rijselstraat.
Constantinus Demeulenaere, hoofdonderwij
zer, 47 jaar, weduwaar van Marie Maer-
tens, Hondstraat.
Amelia Flamand, zonder beroep, 73 jaar,
weduwe van August Therry, Rijselstraat.
Kinderen beneden de 7" jaren.
Mannelijk geslacht 1. Vrouwelijk id. 1.
Een bloedig drama heeft Maandag het ge
hucht Bizet, op de gemeente Ploegsteert,
nabij Touquet, in opschudding gebracht. Het
was er kermis. De herbergen werden druk
bezocht en niets deed vermoeden dat het
feest op zulko treurige wijze zou afloopen.
De bevelhebber der gendarmeriebrigade van
Waasten, bijgestaan door een zijner mannen,
was aldaar op zoek naar een zekeren De
Coninek, die te IJperen eene gevangzitting
van 15 maanden had uit te doen. Rond 8 ure
's avonds kregen zij hunnen man in handen,
bonden hem en waren op weg hunnen ge
vangene naar Touquet mede te leiden, toen
zij op zich eene geheele bende zagen afko
men het waren schelmen van de ergste
soort, die vloekend en met bloedige bedrei
gingen de vrijheid van hunnen kameraad
kwamen afeischen.
Zij waren meer dan honderd man, waar
onder veel dieven,deserteurs en smokkelaars.
Zij grepen de gendarmen vast en zouden hen
ongetwijfeld eene kwade poets gespeeld heb
ben, hadden de belgische douaniers van den
naburigen post geene hulp komen bieden.
En niettegenstaande die opgedaagde hulp
zouden de gendarmen hunne plichtoefening
met de dood hebben bekocht, hadden zij van
hunne wapens geen gebruik gemaakt en ge
vochten zooals het recht hunner wettelijke
verdediging het hun toeliet. Aldus langs alle
kanten besprongen, waren de gendarmen
wel gedwongen rechts en links te slaan, het
zij met de bajonnet, betzij met de kolf van
hun geweer, en de bevelhebber, brigadier
Clots, ziende dat men hem zijne spelden
afrukte en hem zijn geweer wilde ontnemen,
na vruchteloos alle middelen te hebben aan
gewend om de woestaards te overhalen en
hen tot kalmte aan te zetten, zag zich ge
dwongen te schieten op den broeder van den
gevangene, hoofd der woestaardsbende, een
jongeling van een twintigtal jaar, Belg gebo
ren, maar wonende te Armentières. Het
slachtoffer viel op den slag dood.
De gendarmen konden zich eindelijk los
rukken en in allerijldestatie van Touquet be
reiken, ten einde hunnen gevangene naar
het gevang van Waasten over te brengen.
Iets wat pijn deed, 't is dat een knaapje van
7 jaar, zoon van den gevangene, en wien de
dood zijne moeder had ontrukt, zijnen vader
achterna liep, smeekende dat men hem bij
zijnen vader in het gevang zou opsluiten.
Dinsdag morgend is het parket van IJpe
ren te Bizet geweest in gezelschap van eenen
luitenant dor gendarmerie en 8 gendarmen
der brigaden van Cotnen en Waasten, om
den doode te herkennen en te onderzoeken,
evenals de talrijke gekwetsen, waarvan een
hunner door de kolf van een geweer ge
vaarlijk gewond werd.
In onze wederleggingen der epistels van
den briefmaker God gedenke zijne ziel
hebben wij soms genoodzaakt geweest met
groote schreden vooruit te stappen. Nu dat
de briefmaker God weze zijne ziel genadig
ons tijd gunt, zullen wij een overzicht
maken van zijn schrijven, om nog hier en
daar 't zij eenige bespreking, 't zij eenige
wederlegging volgens de noodwendigheid
het eischt, te doen. Wij zullen met zijn jong
ste schrijven aanvangen. Dit is de gekende
brief welken de kerkwachter verplicht werd
ons over temaken. In welke omstandigheden
die brief geschreven werd is sinds dien klaar
gemaakt geworden.
De briefmaker God moge zijne ziel
hebben had voorgenomen ons te verplet
teren. Menigmaal in eenen overloop van
zachtmoedigheid en kristelijke liefde liet hij
het, om ons schrijven, uitscheldingen over
geachte Kemmelnaars regenen, denkende
ons daarmee den mond te sluiten. Daar dit
middel voor hem den gewenschten uitslag
niet leverde nam hij zijnen toevlucht tot een
Pourbaisch middel, namelijk het sturen
van den gekenden brief.
Alhoewel de briefmaker meer dan iemand
overtuigd was dat wij eerst over de zaak
van het vervangen des kerkwachters zeg
den, de loutere waarheid was en is, wilde
hij ons niettemin logenstraffen, ten einde
onzen lezers te doen gelooven dat wij hun
onwaarheden opdisschen. Dat middel was
den briefmaker —God weze zijne ziel ge
nadig waardig.
Hij speelde dan al of niet, leven om leven.
Alles viel voor ons op zijne pootjes, de
zaken werden allicht klaarder en klaarder
en de briefmaker God weze zijne ziel in
dachtig -- liep eene blauwe scheen.
Sinds dien heugelijken brief mochten wij
het genoegen niet meer smaken hem nog
te lezen. Dat briefje was zijnen laatsten
adem. Arm beestje 1
De zaak van den ker wachter hebben wij
reeds genoeg besproken om onze lezers te
bewijzen hoe wij steeds de waarheid lief
gehad hebben en hebben zullen, en om hun
te laten blijken hoe de briefmaker - God
gedénke zijne ziel - zijn treurig einde zelf
bewerkt heeft. Er blijft echter nog iels te
zeggen over die kwestiewij wenschen nog
de persoonlijkheid van den kandidaat-kerk
wachter, die op het punt gestaan heeft den
tegenwoordigen kerkwachter te vervangen,
te laten kennen.
Die kandidaat was in vroeger jaren een
liberaal, een archiliberaal, hij zegde liet
ten minste, ja, hij zou het op de daken
geschreeuwd hebben. 't Was een schreeu
wer, al zooveel schreeuwers waarvan staal
tjes te Kemmel, te Yoormezeele, te Wytschate,
in één woord overal gevonden worden, en
die eigenlijk niets dan echte windhanen
zijn. Enfin, hij was liberaal, archiliberaal
en ging noch naar kerke noch naar kluis.
Eens kreeg hij in den zin zich in eene kie
zing voor den gemeenteraad in het dorp dat
hij dan bewoonde, zich als kandidaat voor
te dragen. Eene buis viél hem ten deel. Of
de gekruiste God die op zijne schouw stond
ook kiezer was, weten wij niet, enkel is het
ons gekend dat hij op dat beeld zóó verbitterd
was dat hij het van de schouw greep, er
mede naar buiten liep en met een geweer
het omver schoot.
Door eene oorzaak die voor onze lezers
van weinig belang is, miek hij later failliet.
Hij vloog naar Kemmel over, zond zijne
kinders naar de katholieke school, en
klets! van archiliberaal werd hij ijverige
katholiek.
Daar is het mensch dat ging kerkwachter
in de kerk van Kemmel zijndaar is het
mensch waarvoor Callens een kruisbrave
man, zonder reden, aan de deur wilde zetten;
daar is het mensch dat de reesem treffelij-
ken ging vermeederen waarmede de brief
maker God mogezijne ziel genadig zijn
in 't Nieuwsblad zoo hoog opliep.
Foei
Ons Watou is een dier dorpen waar er
voor eene bevolking van 350G inwoners eene
enkele gemengde school rechtbleef, waar
twee uitmuntende onderwijzers onver
poosd en moedig voor het heil en de wel -
vaart der werkmans- en burgers kinderen
van beide geslachten arbeiden. Onze bevol
king wist die verhevene pogingen naar waar
de te schatten en, spijts alle beloften, be
dreigingen en drukking van allen aard, kon
men die school niet ontvolken. Dat lag als
een steen op de maag onzer pilaarbijters en
pastoorsknechten, die op 't gemeentehuis
zetelen. Zij konden niet verkroppen dat de
kleine burgers en onafhankelijke werklieden
hunne kinderen ter gemeenteschool bleven
zenden en zich om hunne beloften, bedreigin
gen en andere onnoembare middelen tot on
derwijs vernietiging bekommerden als een
krokodil om eenen trekplaaster. Zij krin
kelden en spertelden als mondje pek in een
wijwaterval om toch iets te vinden dat doel
treffender werken zou. En dat iets was licht
gevonden. Zij schaften het kosteloos onder
wijs af en eischten van den kleinen burger
den boer en den werkman, die allen veei
moeite hebben om in deze slechte tijden, de
twee eindjes aaneen te knoopen, een school
geld voor hunne kinderen die ter gemeente
school gingen.
Maar dat ook hielp zooveel als zalf strijken
aan een houten been. Niemand wilde school
geld betalen en iedereen vond te recht dat
men voor de hooge lasten, die men betaalde,
wel een kosteloos onderwijs genieten mocht!
Tot na de kiezingen van 1887 lieten die kad
dodders maar Gods water over Gods akker
loopen uit vrees van zonder trom of trompet
door de kiezers aan de deur gegooid te wor
den. Maar sinds dien kwam den aap uit de
mouw. De ouders werden op allerlei wijze
lastig gevallen en den duivel aangedaan om
ze te doen afstrijken. Doch dat ook was wa
ter naar de zee dragen of een neger willen
wit wasschen. De ouders bleven doof op die
oore. Dat hing onze wijwaterkwispels van 't
gemeentebestuur wat te veel de keel uit en
ze gingen er met vuile voeten door gaan.
Op 1 Juni 11. beslisten die groote verstan
den op 't bevel der geestelijken, dat de kinde
ren, wier ouders ten achteren waren in het
betalen van 't schoolgeld op 10 Juni onmeè-
doogend uit de gemeenteschool gingen ge
jaagd worden, tot dat zij bewijzen van
algeheele voldoening, bij middel eener kwit-
tantie van den gemeente ontvanger. En
recht werd aan den burgmeester en schepe-
nenraad verleend om die ouders in rechte te
vervolgen, wier kinderen nu uit de school
afblijven. De hoofdonderwijzer werd gelast
met de uitvoering dier maatregelen en zoo
hij daaraan te kort blijft, mag de burgmees
ter en schepenenraad alle verdere noodige
maatregelen nemen ten opzichte van den
onderwijzer.
Jacobs, de fanatieke klerikale minister
van onderwijs, die om zijne onverdraagzame,
onwettige maatregelen door den koning uit
den raad der Kroon schandelijk weggeschopt
werd, schreef een weinig voor zijne wegja
ging dat de Schepenenraden het recht schij
nen te hebben om aan de onderwijzers te
verbieden nog langer de leerlingen, wier
ouders het schoolgeld niet willen of kunnen
betalen, in hunne school te ontvangen. De
hatelijkste onzer klerikale ministers zelve
bekende dus, dat de Schepenenraden dat
recht niet haddenzij schijnen het te heb
ben, zegde hij, en ons kaddodder gemeente
bestuur, dat zich hatelijker dan de hatelijk
ste der ministers toonen wil, steunt zich op
dien schijn van recht om der besten der on
derwijzers op eene helsche wijze te tergen en
te plagen en een hemel tergend middel te
vinden, ten einde zijne school te ontvolken
en ze daarna te kunnen afbreken 1
Zou men wel ooit iets hatelijker onder
Gods zon kunnen ontmoeten? Is dat niet
blijkbaar de schoolontvolking op groote
schaal bewerken en alle goed onderwijs on-
meêdoogend vernietigen
De door brave hoofdonderwijzer, de oplei
der van onze gansche bevolking, die hier
sinds meer dan 30 jaren goeden en trouwen
dienst als onderwijzer deed, moet zonder
medelijden vervolgd, gemarteld en afgebeuld
worden omdat hij aan zijnen koning, aan
zijnen eed en zijne plichten getrouw bleef.
Dat is ongehoord, schandalig, wraakroepend 1
Daartegen moet luidop, krachtvol opgekomen
zijn en die klerikale onderwijzers beulen
moeten aan den schandpaal gespijkerd zijn.
Zulke verfoeilijke daden mogen niet onge
merkt en straffeloos bedreven worden. Die
onmenschelijke onderwijzers vervolgingen
en schoolafbrekingen hoeven voor de Kamer
gebracht te worden, opdat gansch het land
het wete en die snoode pastoorspoesjenellen
aan het openbaar misprijzen ter prooi gewor
pen worden.
Een verontwaardigd burger.
Reglement op den dans.
Art. 1. Het is aan alle herbergiers en
drankverkoopers verboden in hunne huizen
en afhankelijkheden, bals of danspartijen te
geven of te laten geven, zonder daartoe ten
minste 24 uren te voren sch riftelijke toe
lating bekomen te hebben van den burge
meester of van den persoon door hem tot
dat einde bemachtigd.
Art. 2. Het is aan diezelfde personen
verboden, in dezelfde plaatsen muziek te
spelen of te laten spelen bij middel van or
gels, pianos of gelijk welke instrumenten,
die zij aldaar zouden kunnen geplaatst of
laten plaatsen hebben, zonder dezelfde toe
lating.
Art. 3. De toelatingen in art. 1 en2 voer-
I
■■■illII mi ui